Zaterdag 22 juli Puno-Cuzco / Soundtrack: Agurk Players - The bus
Ola Todos
Aangezien Peru nogal een groot uitgevallen land is (40x
België) en wij toch graag zo veel mogelijk willen (af)zien, spenderen we wel
wat tijd in een taxi, collectivo (kleine busjes), bus, vliegtuig, tuk-tuk,
De meest aangewezen manier om hier afstanden op een comfortabele
en relatief goedkope manier af te leggen is een bus nemen. Het bus netwerk is
vrij goed uitgebouwd met een ruim aanbod aan busmaatschappijen die op
regelmatige tijdstippen rondrijden. Met 8 reizigers zijn we echter wel genoodzaakt
om op voorhand bustickets te regelen.
Vandaag kozen we Transzela. Zij zulllen ons van Puno naar Cuzco brengen.
Het wordt een dagetappe van 6 uur (voor langere afstanden kiezen we voor
nachtbussen, zie Lima-Arequipa en binnenkort Cuzco - Puerto Maldonado).
Na een kleine, valse start (Debbie moest vanuit de
busterminal nog even naar het hotel om wat vergetenbezittingen op te pikken: knuffeluiltje van Mira,
tandenborstel Bart en de teensletsen van
Willam die zich niet echt bewust was van deze vergetelheid) stappen we op de
bus.
We zitten bovenin (dubbeldekkers) vooraan in comfortabele
zetels (we kunnen die naar achter leggen met een extra voetsteuntje). Mira en
Anna zitten zelfs helemaal voorin met een panoramisch zicht van 180° (Celsius
zal later blijken wanneer de zon vol op hun raam scheen). Op deze bus echter
geen airco, TV-animatie en warm eten. Voor animatie en eten zorgen we zelf
(zoals thuis werd gezegd:gezelligheid mokt te zelf héé)
Vanuit Puno reizen we via Ayaviri en Sicuani tot in Cuzco.
We rijden door de altiplano (hoogplateau/hoogvlakte) en het landschap veranderd
van een open, dorre vlakte naar een meer gesloten, steiler engroener landschap (De Spanjaarden hebben hier
massaal veel eucalyptus bomen geïmporteerd).
Na een busreis van 7 uur arriveren we in Cuzco. We nemen een
taxi naar Hotel Casa Helena. Zij hadden via mail laten weten dat er nog plaats
was voor 8 pers. Bij aankomst blijkt echter dat alles al verhuurd is. Blijkbaar
had ze onze laatste mailter bevestiging
niet ontvangen. Bullshit. Over naar plan B: Debbie en Thomas gaan te voet op
zoek naar een andere huisvesting.
Uiteindelijk kunnen we terecht in Hospedaje Resbalosa. Een eenvoudig
hostal met, vanop het dakterras, een mooi
uitzicht op de plaza de armas.
We eten nog iets en kruipen dan in onze nestjes. Morgen
verkennen we Cuzco.
21 juli 2012 - Viva Belgica - vanuit Puno en vanop het Titicaca meer
Dag lieve luitjes thuis,
Er kan alweer een nieuwe dag beginnen in het zonnige Peru. We trekken jassen aan van 's ochtends. Hoewel ik een goeie nachtrust gehad heb - in een extra slaapzak en onder een paar kg dekens - klagen Bart en Debbie van te veel lawaai op straat. Er wordt geroepen, gefeest en het verkeer zorgt zoals gebruikelijk ook voor de nodige decibels. Anna vraagt zich vooral 's ochtends af waarom we tijdens onze zomervakantie - geassocieerd met warm weer (al hoor ik dat het niet vet is in België) - net in de kou moeten zitten. Maar tegen dat we vertrekken is iedereen goedgezind :) en kunnen we genieten van het frisse maar zonnige Puno. We wandelen langs het postkantoor om onze kaartjes te posten. en daarna zetten we koers naar de haven, waar we hopelijk de Yavari kunnen bezoeken, een oud Brits stoomschip uit de 19e Eeuw dat ze in stukken over de Andes hebben vervoerd - vandaag ingericht als museum. Bart heeft echter een afspraak met Ivo (kennis van iemand die Bart in België ken en die in Puno woont) aan wie hij een pakje uit België moet bezorgen; hij komt later naar de Yavari. De rest vertrekt naar Yavari. Daar aangekomen merken we dat de stoomboot een paar km verder op langs het meer ligt en dat we dat stuk onmogelijk te voet kunnen afleggen. Wat zullen we nu doen? Wachten op Bart aan de pier en hopen dat hij niet gewoon een taxi naar de Yavari neemt. Zelf een taxi naar de Yavari nemen en hopen dat Bart hetzelfde doet? Er ontstaat een beetje verwarring en ondertussen worden we op de pier door verschillende mensen aangesproken om ons met de boot naar Uros te brengen, of een tochtje te maken, of om iets te verkopen. We ontmoeten ook een zekere Roberto. Hij toont ons zijn boot en zegt dat hij ons best een uurtje wil rondvaren op het meer (dan hebben we toch een tocht op het beroemde meer gemaakt hé); hij kan zelfs voorbij de Yavari varen. Maar waar is Bart? Debbie besluit een eindje terug te wandelen en hem te gaan op wachten. Ze denkt er aan dat Bart met haar GSM naar Ivo gebeld heeft, en slaagt erin hem te bereiken. Bart was nog aan 't keuvelen met Ivo; we mogen hem subiet, binnen 10 minuten, direct verwachten... En dan maken we samen een tocht in de boot van Roberto voor 60 sol. Hij vaart ons naar een klein eilandje in het meer dat vol vliegen en muggen zit...omdat er ook 3 varkentjes wonen. Oké, we konden niet meer naar Uros (dat zien we wel heel in de verte liggen). Iedereen klimt wat op rotsen, geniet van het uitzicht, of van de vogels op het water en in het riet. Na een kwartiertje klimmen we terug in de boot en vaart Roberto ons netjes terug naar de haven. Het is ondertussen half twee en tegen twee uur zouden we worden opgepikt aan het hotel voor een trip naar de Sillustani graftombes. We wringen ons snel in enkele tuktuks en snorren naar het hotel... 'die van Thailand waren een pak sneller,' beweert William. We hebben amper tijd om nog iets te wisselen in het hotel, een empanada naar binnen te werken of we worden al geroepen door de man van het reisbureau en de gids van de tour. een vol programmaatje kun je 't noemen. De busrit naar de archeologische site in Sillustani duur ongeveer 45 minuten. Onderweg stoppen we een keer om het uitzicht over Puno aan het Titicacameer te kunnen fotograferen. De gids biedt alweer uitstekende service. Hij moet twee busjes (+/- ongeveer 30 mensen samen) gidsen in het Engels en het Spaans; beslist geen gemakkelijke klus. Ik zou jullie de hele santakraam kunnen herhalen... maar dan zit ik vast tot vannacht te bloggen, dus hou ik het bij de belangrijkste zaken: De Chullpa tombes van Sillustani zijn verschillende graftombes uit het pré-Incatijdperk (+/- 500 jaar oud) gebouwd door het Colla-volk; hoewel sommige stukken al in samenwerking met de Inca gebouwd werden ('t is beter samen te werken dan te blijven vechten zeker - want gevochten hebben ze zeker). De graftorens van de belangrijkste overledenen waren het grootst en mooist... steeds gebouwd in de vorm van een enorme fallus. De doden werden in foëtushouding in een binnenconstructie begraven. Betekenis: moeder aarde en de zonnegod zorgen samen voor een nieuw leven voor de dode = reïncarnatie eigenlijk. Soms werden ook anderen geofferd als er een belangrijke persoon doodging. Met gehandicapte kinderen hadden ze er minder moeite mee het offer sneller te brengen als bij anderen. De bouwwerken werden gebouwd met Sillar en vulkanisch gesteente. Vooral de Sillar (witte steen) zorgt voor problemen om de tombes te bewaren (te poreus). Na een grondige uitleg kunnen we de site nog eens rondwandelen en van een panoramisch uitzicht over het hoofd van het meer ( lake Umayo) genieten. Dit laatste ligt hoger dan Titicaca en smaakt minder zout. Op de terugweg naar de bus zit een jongentje met een kleine alpaca te wachten tot toeristen hem willen fotograferen. Hij palmt Mira en Anna helemaal in. Ze aaien de Alpaca en het jongentje vraagt wat het vreemde ding rond mijn nek is. Ik laat hem kijken door de verrekijker en zijn verwondering is minstens zo groot als de interesse van Mira en Anna in de Alpaca. We nemen en foto... en dat kost ons een centje voor zijn melk, zegt hij. Geen probleem uiteraard. Tegen de tijd dat we terug in Puno arriveren is de zon onder en dat voelt onmiddellijk veel kouder aan. We gaan een hapje eten in een lokale pub voor Peruvianen en spelen Uno tot lang nadat alle koffie en thee op is. Daarna trekken we naar het hotel. We checken de mail om te zien of er reacties zijn op onze reservatievragen voor verblijf in Cusco... slechts eentje blijkt vrij te zijn. 't Is een iets duurdere zaak - maar iedereen kijkt uit naar Peruaans ontbijtbuffet en lekker warme douches, dus bevestig ik 'Casa Elena'. En dan snel in onze koude bedjes, want morgen moeten we vroeg op. We hebben een busreis van 6 uur voor de boeg die ons naar cusco zal brengen. Maar dat verhaal zal Bart jullie vertellen.
We zijn ondertussen vrijdag 20 juli, 7u en 2 taxis brengen
ons naar het busstation, waar we voor de eerste keer een minder aangename kant
meemaken van de reisbureaus: Wonderland Peru had ons wel een ontvangstbewijs
gegeven voor de betaalde busrit van Arequia
naar Puno, maar er vergeten bij te vertellen dat we wel de tickets
zelf nog hadden moeten ophalen! Enfin,
snel naar de andere kant van de straat voor de tickets, de plaatsen waren
gelukkig nog niet doorverkocht, en dan met de bagage ingecheckt. We hadden al
een wantrouwen bij dat mens van Wonderland en dat bleek dan toch uitgekomen: ze
probeerde nogal hard tickets aan te prijzen voor de toeristenbus maar die vertrok pas om 13u zodat we na 6u rijden
laat in Puno zouden zijn, dan liever een busmaatschappij die we niet zo kenden
(Julsa) maar wel om 20u vertrok. het is niet zo te vertrouwen, let op je
bagage, er zijn geen toiletten aan boord, allemaal leugens dus, zo bleek .
Na een busrit van 6u komen we dus aan met enige vertraging
aan in Puno rond 15u, ondertussen had een man ons 2 hotelletjes aangeprezen en
belanden we dus in hotel Europa. Onze bustickets voor Puno-Cuzco voor 22 juli
hadden al we bij Colca Trek gekocht (en die hadden wel gezegd dat we nog de
echte tickets in Puno moesten ophalen bij een bevriend bureau) worden ons door
het bureau zelf gebracht en de man probeert ons wat trips voor de dag nadien
aan te prijzen. De tourist-trap een boottocht naar Uros, het drijvende
eiland, slaan we af (we zoeken morgen zelf op de één of andere manier op het
Titicacameer te varen) maar de uitstap
naar Sillustani, een site op een landtong met zicht op het meer en de bekende
graftombes van de Colla-bevolking (pre-inca) nemen we aan. Morgen gaan dus
tussen 14u30 en 18u naar deze plaats, ik
ben benieuwd
Belangrijkste feit vandaag. Nadat gisteren met de
antibioticakuur is begonnen is Arif weer helemaal de oude. Na de 2 prachtige
maar ook vermoeiende dagen in de Colca Canyon beginnen we onze laatste dag in
Arequipa erg rustig. We gaan zo laat
mogelijk ontbijten. Mira krijgt een aanvalletje van voedselheimwee. De broodjes
met confituur vinden niet langer genade. Ook Arif spreekt al enkele dagen van
een Lange Jan met frietjes, hij heeft er zelfs al over gedroomd.
Vandaag op het programma. Geld afhalen, alweer. Dat blijkt
echt wel een probleem. Voor al wie ooit van plan naar Peru te reizen: neem veel
cash geld mee. We dachten makkelijk geld te kunnen afhalen (in Zuid-Afrika was
dat alvast geen probleem), maar heel vaak is er iets mis met de bankautomaat en
als we geld kunnen afhalen is dat beperkt tot enkele honderden soles. Als je
dan bedenkt dat je telkens een commissie moet betalen dan zijn we daar al flink
wat euros aan kwijt. Heel vaak kunnen we ook niet betalen via een
kredietkaart. Dus kampen we voortdurend met cashflowproblemen.
Deze morgen verliezen we toch weer tijd met het afdweilen
van bankautomaten. In de voormiddag passeren we nog een laatste keer langs het bureau
van Colca Trek om daar onze bustickets van Puno naar Cuzco te regelen. Cuzco is
immers een erg populaire bestemming en we willen niet voor voldongen feiten
komen te staan (lees geen bus naar Cuzco).
Na de financiële en transportperikelen begeven we ons met de
hele ploeg naar het universiteitsmuseum. Want aldaar vinden we de
wereldberoemde Juanita, het meisje van Ampato, de ijsprinses. In 1995 barstte
de vulkaan Sabancaya uit. Algauw werd een expeditie uitgestuurd naar de vulkaan
Ampato om vandaaruit de erupties gade te slaan. Deze expeditie onder leiding
van Johann Reinhard vond toen boven de 6000 m het perfect bewaarde lichaam van
een Inca-prinses. Het meisje was door de vulkaanuitbarsting losgekomen en het
ijs waar ze in was bewaard was gezakt.
Haar gelaat was wel getaand door de felle zon tijdens de
dagen dat ze daaraan werd blootgesteld, maar de huid op haar lichaam was
griezelig goed bewaard. Bovendien werden op dezelfde vulkaan nog 3 andere mummies
gevonden. Deze kregen echter minder prozaïsche namen: meisje 2, meisje 3 en
jongen 1.
In het museum krijgen we eerst een film te zien, gemaakt
door National Geographic. Dat is een mooie opbouw naar het eigenlijke bezoek en
geeft de nodige duiding. Vervolgens bezoeken we enkele zalen waar alle
voorwerpen gevonden bij Juanita worden tentoongesteld. Daaruit werd het verhaal
rond het meisje afgeleid. De Inca-prinses werd onder begeleiding tot bijna bij
de top van de Ampato gebracht om daar te worden geofferd aan de berg. Ze was om
en bij de 12 jaar en van adel. De reis begon waarschijnlijk in Cuzco dus het
gezelschap (priesters) moeten weken onderweg geweest zijn. Waarschijnlijk kreeg
ze daar een verdovend brouwsel te drinken en vervolgens werd ze met een klap
tegen de schedel ter dood gebracht. Vermoed wordt dat ze al erg onderhevig was
aan hoogteziekte. Ze moet erg bang geweest zijn maar ook trots. Ze zou immer
als halfgodin mogen plaats nemen tussen de berggoden.
Helemaal op het einde zien we dan uiteindelijk Juanita zelf.
In een erg donkere en koude kamer wordt ze bewaard in een glazen kast bij -20
graden. Het is een erg fascinerend beeld. Helaas zijn fotos niet toegelaten.
Dus wil je een beeld dan moet je ze even googlen.
Na het museum bezoeken we de markt van Arequipa. Erg leuk,
erg kleuurijk ook. We kopen fruit en brood voor de trip van morgen. Ook een
groot stuk kaas. We proeven voor het eerst een exotische vrucht van Peru.
Chirimolla. Ik ben niet zeker van de schrijfwijze maar dat het lekker is weet
ik wel. Blijkbaar is er op de markt ook een afdeling geneesmiddelen. Heel veel
kruiden uiteraard, sommigen heel bekend andere weer niet. Maar vooral de
gedroogde lamafoetussen vallen erg op. Op de markt worden ook levende dieren
verkocht, waaronder natuurlijk cavias.
Na de markt wandelen we naar een restaurant Tradicion
Aruiquipeña. Dat staat in de gids aangeprezen als etablissement waar je
streekgerechten kan proeven. Het is echter een heel eind wandelen en de zon
steekt nijdig. Het voordeel is dan wel dat je door de straten buiten het
centrum wandelt en dan kan je je ogen weer de kost geven. Het restaurant zelf
is wat prijzig maar het eten is lekker. Oh ja, voorlopig wagen Christel en Bart
zich nog niet aan de cavia, ook al staat die op het menu.
Morgen naar Puno, een stad aan het Titicaca meer. Met 3810
meter het hoogst bevaarbare meer ter wereld. Dus ijle lucht, warm overdag, erg
koud s nachts, droge neuzen, gesprongen lippen, de huid die afziet. Maar we
willen het voor geen geld van de wereld missen.
Colca Trek dag 2 - soundtrack: Simon and Garfunkel El Condor Pasa
Dag 2 van onze Colca-"trek". Het strak tijdschema blijft van kracht. Fris en monter verschijnen we aan de ontbijttafel. Iedereen heeft lekker geslapen (Viva el Diamox, viva el Enterol, viva el magistrale bereiding tegen hoogteziekte) . We starten met een korte wandeling vanuit Cabanaconde naar enkele miradors (= nen belvédère in schoon Nederlands). Het eerste deel loopt langs de "hoofdbaan" en is dus niet bijster boeiend. Daarna wijken we van de weg af en bewandelen we zandweggetjes langs de canon. Terwijl we genieten van de mooie vergezichten op de canon, doceert onze gids over de culturen in de Colca canon. Ik geef 1 voorbeeld van een cultureel gebruik mee aan de trouwe lezers van deze blog/ Je kan er dan altijd eens mee uitpakken bij den bakker of op een trouwfeest om een vervelende, pijnlijke stilte in een gesprek mee op te vullen. Wist je dat?... de bewoners van de colcacanon hun schedels uittrokken. Van jongsaf aan werd met hout een soort van bekisting rond de schedel gemaakt. Dat werd strakker en strakker opgebonden zodat de schedel langer werd gemaakt. In de dorpen waar de top van de vulkaan (bv. Ampato-vulkaan) puntig was, werd de schedel puntig uitgerokken, in de dorpen waar een platte vulkaan centraal stond in hun leefwereld werd de schedel afgeplat. Het soort vulkaantop bepaalde dus de vorm van de schedel. Dit gebruik werd door de Spaanse kolonisator verboden. Om de conversatie bij den bakker wat vlot te trekken kan je nog vermelden dat ook in het Noorden van Congo, bij de Azande en Mangbetu deze schedelvervorming gebeurde.
We stappen verder richting mirador cruz del condor. Deze mirador is het bekendste uitkijkpunt in de canon. Vanop dit punt kan je de condors zien opstijgen uit de canon. Daarvoor maken zij gebruik van de thermiek (s'morgens warme luchtstromen wanneer de zon opkomt). Bij aankomst aan de mirador staan er reeds 150 mensen te koekeloeren. Een persoonlijke audiëntie bij de condors zal er dus niet in zitten. Dat hoeft ook niet echt, aangezien er al een jonge condor af en toe boven deze massa scheert; hij voert zijn nummertje op en vliegt op 10-20 meter boven onze hoofden. Het gaat om een jonge, bruine condor (volwassen condors zijn zwart met wit). Dit is een machtige vogel: 1,20 meter groot, 3,30 meter spanwijdte, 15 kg zwaar. Iets verderop vliegt er ook nog een volwassen exemplaar.
Na een halfuurtje "condors kijken", rijden we verder met ons busje. Volgende halte zijn de thermische baden van Yancay. een warmwaterbron waarin je kan ontspannen. En dat doen we. De kinderen nog het meest. We eten nog in Chivay (Peruvaans buffet), nemen afscheid van onze Canadese kennissen en keren alleen terug naar Arequipa. Onderweg stoppen we nog even om watervogels te bekijken, maar na een vlotte busrit (zonder persoonlijke ongemakken) zijn we opnieuw in hotel Casa Del Sillar.
Iedereen is ondertussen bijna volledig hersteld. Hoogte ziekte werd/wordt bestreden met de juiste pillen. Ook Arif is weer beter.
17/07/2012 - Canyoning the Colca - Colca the Canyon - veel wauw en oh's
We springen te zevenen uit ons bed, letterlijk. Om half acht
MOETEN we ontbijten, want vanaf 8 uur zou het busje van Colca Tours al aan de
deur kunnen staan. Met de kinderen is dat niet altijd makkelijk. Je moet ze
aansporen om op te staan, snel te douchen, mee te helpen om hun rugzakken te
pakken en erop toezien dat ze niks laten liggen. Maar, finaal eindigen we
netjes op tijd aan tafel en zijn we bijna klaar op het ogenblik dat Ruswell
onze gids aanbelt. We smijten de grote rugzakken en alle bagage die we niet mee
willen nemen in een stockageruimte van Casa del Sillar en lopen door het
steegje de deur uit en hoppen op de bus. Daar zit al een Canadees koppel in uit
Quebec (tijd om wat contacten te leggen voor de volgende bestemming binnen twee
jaar misschien hé).Er komen nadien nog
twee mensen bij uit Duitsland, en dan rijdt onze chauffeur Jorgé richting
Colca.
Ruswell legt uit dat we eerst zullen stoppen in het
Reservas Nacional de Agua Salinas, dat we regelmatig stops zullen maken om de
drie grote vulkanen te bekijken (El Misti, Chanchani en Pichu-Pichu) alvorens
door te rijden naar het hoogste punt - 4910 meter (= hoger dan de top van de
Mont Blanc - daar heb je een goed zicht op Hualca-Hualcaen op El Misti, waaruit de Amazone
ontspringt) om dan opnieuw te dalen naar Chivay (3600 m).
t Is een goeie gids die met onmiskenbaar veel liefde voor
zijn land, behalve info over de natuur en de omgeving, ook politieke,
economische en culturele informatie geeft over Peru. Hij vertelt dat de Pueblos
Nuevos nieuwe dorpen in sneltempo groeien rond Arequipa, maar dat de huizen
ondanks het feit dat ze er al 20 jaar staan nog steeds geen stromend water
hebben. Mensen staan alle dagen om 5 u op om water te komen dat in grote
containers rondgebracht wordt (60 l voor 1 Sol = 3.21 ). 27 % van de bevolking
van Peru is heel arm. Dwz, ze leven van +/- 300 sol per maand (bedenk dat de
prijs van één trip naar de Colca voor 1 volwassene 380 Sol bedraagt en dat we
gisteren Lomo gekocht hebben tegen 22 Sol/kg).In ieder geval Ruswell hoopt dat de nieuwe president ervoor zal zorgen
dat zoals hij beloofde voor de verkiezingen elke Peruviaan binnen 5 jaar
zal voelen dat de economische toestand verbeterd is. Ollanta zal binnen een
jaar de oude contracten met verschillende buitenlandse mijnbedrijven moeten
heronderhandelen vandaag betalen de US, Candada, Noorwegen, Duistland, bv
nog steeds evenveel taksen op het koper dat ze ontgonnen dan in de jaren 90
terwijl de koperprijs enorm gestegen is ondertussen. Ik hoop met hem dat de
nieuwe president zijn beloftes inderdaad weet na te komen
Na een uurtje en half en na het landschap te hebben zien veranderen
in een mooie en uitgestrekte woestenij rijden we het Reservas Salinas binnen
daar merken we voor het eerst de vicuñas op, een van de twee wilde
kameelachtigen van Zuid-Amerika. (later zullen we de gedomesticeerde Lama en
Alpaca nog tegenkomen. Van de wilde Huanaco echter geen spoor van hen lopen
er nog slechts enkele duizenden rond in Peru en ze komen nooit dicht bij de weg).
De Vicuñas
grazen langs de kant van de weg, met op de achtergrond - ik weet al niet meer
de welke vulkaan. Een mens geraakt gedesoriënteerd op den duur door al dat
draaien en keren en stijgen.We kunnen
allemaal een sanitaire stop maken aan de ingang. De toiletten spoelen niet door
de toiletafvoer is bevroren. Vanaf nu trekken we om uit te stappen een warme
trui of zelfs een jasje aan. Vreemd, want de zon steekt enorm.
Kort na de inkom rijdt Jorgé van de weg af; we rijden nu
over een hobbelig pad door het woestijnachtige landschap tot we op het punt
gekomen zijn dat we te voet verder moeten. We maken een klein wandelingetje om
enkele bijzondere rotsformaties te bekijken. Die worden gevormd door de wind en
naar beneden stromend water (tijdens het regenseizoen). De bodem ligt bedekt
met vulkanische as van toen de vulkaan Chachani nog eens buikpijn had lang
geleden hoor.
Ruswell is onze tijdsbewaker, hij drijft zijn kudde tijdig
samen als het tijd is om naar de bus terug te keren. Maar valt dat tegen. De lucht
is ijler en de inspanning van 500 meter naar boven stappen voelt aan alsof ik
al kms gestapt heb. En nu gaan we stijgen naar 4900 m, zegt Roswell. Van daar
heb je een fantastisch uitzicht. Kan wel zijn, maar ik voel me toch minder en
minder happy worden. Ik vraag de anderen hoe ze zich voelen. Maar zij schijnen
zich niet even duizelig en mottig te voelen. Ik voel de druk achter mijn ogen,
krijg het erg benauwd en kan nog net het afvalzakje van onder mijn stoel
trekken zakje vol, vreselijk gevoel. Daarna stoppen we aan het uitkijkpunt en
bekijken we nog een bijzondere plant die alleen boven 4000 meter hoogte
voorkomt en op een rots lijkt (als je erin snijdt komt er een soort hars uit
dat gebruikt wordt om artritis te behandelen). t Is prachtig, maar ik heb nu
ook nog hoofdpijn. Dit is nu Soroché hoogteziekte; ik neem onmiddellijk een
Diamox-pilletje en hoop op beterschap.
We dalen tot 3600 meter en lunchen in Chivay (een
fantastisch Peruviaans buffet). Ondertussen blijken ook Debbie, Anna en Mira
wel wat last te hebben van hoofdpijn. Arif voelt zich al een paar dagen
slapjes, maar dat hoeft niet noodzakelijk van de hoogte te zijn. Voor de
zekerheid geven we Mira, Arif en Anna een halve Diamox. Debbie neemt het
preparaat dat zij door het tropisch instituut voorgeschreven kregen.
In de namiddag rijden we door naar Cabanaconde (we zullen
slapen op 3700 m). Maar voor we daar arriveren maken we nog verschillende
stops. Het landschap is prachtig. De terrassen van de Wari (pré-incacultuur)
zijn nog steeds in gebruik. Roswell geeft veel uitleg (gelieve zelf eens op te
zoeken op Wikipedia, hé iedereen lacht me nu al uit over mijn lange en
gedetailleerde verslaggeving). Hij toont ons de Waritombes die heel hoog tegen
de rotsen gebouwd werden. We zien verschillende soorten roofvogels én een Viscacha
of twee.
Na deze stop, hebben we nog een kleine wandeling voor de
boeg. Die gaat naar Mirador Cruz del Condor. Hopelijk zullen we daar voor het
eerst Condors zien. We stappen uit en lopen langs een pad op de rand van de
Colca Canyon. Ik vind geen woorden om de schoonheid van dit landschap te
beschrijven; het zit hier vol vogels. Ik had ze graag allemaal kunnen opzoeken
in mijn veldgids, maar de inspanning op deze hoogte speelt me alweer parten. Ik
voel me opnieuw even mottig als voorheen en stap erg traag naar de Mirador.
Onderweg zie ik de Kolibris fladderen en zoemen, groene parkieten in flocks
voorbij scheuren en voel ik me teleurgesteld over het feit dat ik me net nu zo
ziek moet voelen. Met de Mirador in zicht zien we ook grote schaduwen langs de
rotsen in de verte bewegen. Condors zegt Roswell. Hier zijn ze dan, die grote
majestueuze koningen van de Andes. Ik kijk een paar keer door de verrekijker en
probeer me daarna zo goed als mogelijk te handhaven tot aan het busje.
t Is niet ver meer, zegt Roswell. Binnen een kwartier
zijn we in Cabanaconde. Vlak voor aankomst moet ik een tweede keer braken. Ik
begeef me zo snel ik kan naar mijn hotelkamer en kruip in bed. We eten pas om
19 u 30, ik heb een uur en half om een beetje te bekomen. De anderen
installeren kinderen en bestellen eten ik laat hen maar begaan. Thomas neemt
de kinderen mee naar het feest dat op dat moment aan de gang is in Cabanconde
(Fiesta del Virgen Carmen) ze komen super enthousiast terug met geweldige
fotos en filmpjes.
Dat dutje heeft me goed gedaan en aan tafel was het best
gezellig. Bart en Debbie praten met de Canadezen en ik en Thomas babbelen met
het Duitse koppel over cultuur, reizen, politiek, kinderen en andere koeien en
kalveren. Morgenochtend zullen we mailadressen uitwisselen zowel met die van
Canada als met de Duitsers.
Ik kijk uit naar morgen. Het is hier immers zo bijzonder
mooi dat ik dit voor geen geld van de wereld zou willen missen, met of zonder Soroché. Liefs, Christel,
PS - aan iedereen thuis dikke kussen en knuffels - ook van de kinderen. Hopelijk alles in orde met Opa?
Na een goed nachtje slapen in casa de sillar, blijf ik bij de kinderen en gaan Christel, Thomas en Bart nog bij eens reisbureau checken en de knoop doorhakken. Arif is nog steeds niet goed, diarree - hevige buikkrampen en vorige avond tot 38,5° koorts; nu is hij al beter dan de vorige avond, William is beter. We houden het voorlopig bij enterol en paracetamol voor de koorts en houden het goed in het oog. Na een tijd komen de anderen terug. Aangezien de meeste reisbureaus blijven voorstellen om op een onmenselijk uur (3u!) te vertrekken, hebben ze geboekt bij Colca Trek - ze pikken ons morgen op rond 8u30 en rijden dan richting Chivay voor de lunch, met stops onderweg bij interessante natuurfenomenen, maar daarover zal Christel meer vertellen. Het kost ons wel 380 sol pp (ong. 125) maar hier is dan ook alles inbegrepen van overnachting, 2 lunchen, 1 avondmaal en 1 ontbijt, tot de inkomprijzen voor de vallei, de warmwaterbronnen en water en snacks op de bus. We vertrekken rustig aan naar het centrum om het Santa Catalina klooster te bezoeken. Dit gigantisch klooster herbergde in de vorige eeuwen tot 300 vrouwen (zusters en hun dienstmeiden) en is een wirwar van straatjes en'cellen', elke zuster had een eigen cel die bestond uit een slaapkamer, keuken, altaar en een 'bed' voor hun dienstmeid, vaak hebben ze ook een mooi binnentuintje. Rijke families stuurden 1 van hun dochters met bruidschat naar het klooster. We wanen ons een beetje in de Provence aangezien het eerste deel van gangen en de kloostergang helblauw geschilderd zijn. Het volgende deel is dan weer oker-bruin en de straten zijn genoemd naar Spaanse steden! Er is hier een beroemde bewoonster geweest, Ana , die in 1985 heilig werd verklaard; de paus heeft toen ook beslist dat de zusters vanaf dan mochten praten, iets wat ze tot dan niet mochten! Er is ook een uitkijkpunt vanwaar we de straatjes van het klooster, de stad errond en de verschillende vulkanen in de verte goed kunnen zien. We eten iets klein in de gezellige cafetaria, de kids kaarten of spelen UNO elke keer ze de gelegenheid hebben. Het was een mooi bezoek, de moeite waard. We wandelen richting plaza Armas en bezoeken ook de jezuïtenkerk op de hoek van het plein; Thomas gaat met de kinderen terug richting hostel en wij gaan nog even wat eten halen om zelf te koken. Dit blijkt niet zo gesmaakt: de pasta hier heeft een wat rare, melige smaak en de lomo stukjes die we gekocht hebben zijn wat taai, waren waarschijnlijk beter in een stoofpotje dat uren kan opstaan. Soit, iedereen eet wat en dan moeten we al wat pakken: we laten onze grote bagage hier achter en stoppen reservekledij en zwemgerief in kleinere rugzakken om morgenvroeg te vertrekken naar de Colca Canyon.
groetjes aan iedereen ! Dachny: groetjes van je neef en nicht - ze zijn benieuwd naar je verhalen en foto's over de filmste van twilight!