Mannekes, mannekes, wa es da hier van tegenwoordig mee die Modderfokkers. Den ene achter den anderen ligt in de lappenmand. Vroeger werd er ook al ne keer gevallen, maar in het slechtste geval waren er wa stukken uit den beton, lagen de kasseien een paar centimeter dieper of was nen akker half omgeploegd. Nu is't alle keren serieus prijs. Het begint enkele maanden geleden mee Clercksken. Ergens in Waasmunster geraakt hij een bergske nie goe boven, zet een beetje ongelukkig zijn hand verkeerd op de grond met als gevolg 6 weken plaaster en twee en een halve maand buiten strijd. Net als hij zijn rentree maakt, zet ik nen stommen duik. Resultaat, 4 gebroken ribben en 2 maand aan de kant. Nu ook ik weer stillekes aan opnieuw begin mee te fietsen met de grote jongens vind Mario zijn tijd gekomen. Om het met zijn eigen woorden te zeggen: 'K reeghje door ne droohe plas??? en mij voorwiel gletste weh. Voor de niet West-Vlamingen onder ons,(ik reed er achter en zag het gebeuren). Er lag wel degelijk water in die plas en dat wou Mario ontwijken waardoor hij uitgleed op de modderige zijkant en onderuit ging. Na enkele minuutjes bekomen terug de fiets op en op 't gemakske richting Kalken. Aangekomen in De Beize raden we Mario aan zeker geen ijs te vragen om op de pijnlijke pols te leggen. We weten nog maar al te goed welke rare toeren Rudy uithaalde toen hij dat een paar maanden geleden wel deed.
O ja, de rit zelf dan. We waren maar met z'n vieren, Mario dus, Rudy DC, Axel en ik. We vertrokken door de Kalkense Meersen en reden via Wetteren, Heusden, Melle richting Baaigem om vervolgens via Merelbeke terug te keren richting Kalken. Johan VH en Jan W waren samen met Pieter naar Kruisem. Sabine en Els namen Luk ... op sleeptouw, en Rudy V, Nadine, Danny en dochter Amber Fack hadden de ochtendploeg en waren al om 8u vertrokken. Luc K deed een ritje op zijn eentje.
Als ik enkele dagen later eens pols bij Mario hoe het gesteld is met de pols, ligt hij toch ook wel in het gips zeker!!! Blijkbaar ergens een barst en bijgevolg ook hij enkele weken buiten strijd. En hij was nog wel zo goe bezig. Al weken zwaar aan het trainen op de bruggen van Hussevelde en Zomerstraat op en af, tot het zijn,... euh, voeten uit hing. Alles in voorbereiding naar zijn buitenlandse stage die nu jammer genoeg in het water valt. (en niet in een droge plas).
Zondag 13 augustus 2023. Kalken, Melle, Moortsele, Munte, Baaigem, Meilegem, Dikkelvenne, Balegem, St. Lievens Houtem, Bavegem, Westrem, Massemen, Wetteren, Kalken.
Zo ongeveer.
Ivan rijdt mee. Het is zijn wederoptreden nu zijn ribben weer wat op hun plaats blijven zitten. Dus we rijden NIET naar Aaigem. Aaigem ligt Ivan niet. Of beter gezegd: Ivan ligt nogal veel in Aaigem. Tegen de grond. Zeker als het smalle beton ton ton baantjes zijn. De laatste keer was het weer prijs. Drie ribben gebroken en zevenentwintig gekneusd. Volgens Ivan dan toch. Zoveel zeer dat het deed.
En al zijn haar kwijt ook. Aai ja. Dat was al, sorry. Een schone kletsekop is ook niet mis, zeggen de mensen dan, en ik zal de laatste zijn om dat tegen te spreken. Wie ben ik om dat tegen te spreken? Maar, in het geval van Ivan, en zeker dat van Stefan, lijkt het mij ten zeerste geraadzaam om mij in deze van verdere commentaar te onthouden. Toen Stefan – wiens voornaam gewoon de Nederlandse vertaling is van die van zijn pa, Etienne* – Imschoot zijn kinderen geboren werden, waren er mensen die zeiden: O, die lijken goed op hun papa. Och ja, antwoordde Mady: als ze maar gezond zijn, dat is het voornaamste.
Ivan is een beetje zoals die Indiaan die plat op de grond ligt tussen de cactussen, met zijn oor op de grond. En? Vraagt de cowboy die passeert. Zegt de Ivan de Indiaan: Postkoets met 6 paarden, drie zwarte, twee bruine en één wit.Waaw, zegt de cowboy: Kun jij dat allemaal horen?Neen, zegt Ivan de Indiaan, maar die zijn juist over mij gereden.
Niet naar Aaigem dus, maar we passeren wel in B-aaigem en Balegem. En om het rijtje af te sluiten, kunnen we dan Bavegem niet links laten liggen, natuurlijk. De rit gaat tot in Meilegem. De laatste keer dat we daar waren, waren we Axel kwijt en kwam Koen maar niet opdagen, tot hij dan toch kwam aangereden met een gescheurde broek en truitje en zijn derailleur paraplu. Van de baan geraakt en in een pinnekensdraad. Niemand van ons had toen kunnen denken dat dat Koen zijn laatste rit bij de Modderfokkers was. Hoe raar het kan gaan in een mens zijn leven. Bedankt voor alle ritten die je met ons meereed, Koen, en voor je altijd positieve ingesteldheid. Wat kunnen we meer zeggen, jong?
Vandaag kan ik gelijk aardig mee. Dat komt omdat ik de eerste keer in mijn leven binst de week ook eens wat bijtrain, Hussevelde brug op en af, gelijk een zot. Dus gelijk Rudy Rogiers in zijn jonge tijd. Ik doe dat niet graag, want om zo op je eentje te trainen, moet je je verstand op nul kunnen zetten. Danny en ik kunnen als enigen bij de modderfokkers ons verstand niet op nul zetten. Ik niet omdat er bij mij teveel IQ moet over’brug’d worden. Ja, ik kan daar ook niet aan doen, hé. En Danny kan zijn verstand ook niet op nul zetten. Want het staat al op nul. Overlaatst ging Danny bij Rudy Rogiers: Ik zou 2 pedalen willen voor mijn velo, zei Danny. OK, antwoordde Rudy, dat lijkt me een eerlijke ruil.
Het wordt een pittig ritje, want kapitein Rudy is na zijn lange verblijf in Frankrijk weer van de partij en die heeft bovenop zijn natuurlijke aanleg dan ook nog eens serieus bijgetraind. We hebben het geweten. Het worden in totaal 75 km aan 25,5 km per uur en 300 hoogtemeters, gelijk dat heet. Kunnen het wiel van Rudy meestal houden: Jan, Stefan, Pieter en Rudy DC. Komen wat achter: ikzelf, Danny, Johan en Axel. Ivan hield het na een kilometer of 25 voor bekeken en kwam op zijn terugtocht nog Sabine tegen, waarna zij gezellig samen nog een kilometer of 20 deden, zorgvuldig beton ton ton baantjes vermijdend.
In de Beize is het heerlijk toeven op het terras en komen ook nog Rudy V, Els, Nadine en Annemie aanzetten. En nog Luc uit Sleidinge en Luc K, die op de weg was gaan rijden.
Mario
*Wistjedatje. De inwoners van de Franse stad St. Etienne worden les Stéfanois genoemd.
We hadden de midsummerride of de modderfokkerride van onze club gepland op 23 juni van dit jaar en daarom de nieuwe kantine van HO Kalken reeds lang op voorhand gereserveerd.
Buiten onze wil om blijkt er een dubbele boeking te zijn gebeurd, zodat er die avond ook honderden joggers van de kantine en de omliggende terreinen gebruik maken.
We vonden geen datum meer om nog te verzetten.
Om chaos en problemen te voorkomen hebben we dan maar beslist, met spijt in het hart, dat onze rit dit jaar niet door gaat.
Veel wind, en gene warme. Nog steeds geen lente. Richting Dendermonde. We beginnen met 9 maar aldra nog maar met 6: Rudy R en diens broer, Ivan R. En dan nog Stefan I, Bjorn V, Johan VH, ennekik.
Rudy DC ligt in de lappenmand met polsverzwikking door een geval van zelfoverschatting en slechte inschatting een paar weken geleden, en Danny en Luc K komen net weer uit de lappenmand en besluiten met de bees te rijden, zodat daar zowaar 5 mannen (Rudy V, Luc K, Luc uit Sleidinge, Danny F en Johan P) en 5 vrouwen (Els, Annemie, Nadine, Sabine, inclusief wat jong geweld: Amber) rondtoeren. En ze zijn ruim op tijd terug ook. Had ik dat maar geweten. Axel vertrekt met de aas, houdt het voor bekeken, maar kruist ons pad nog eens bij het gevang van Dendermonde, en eindigt met de bees. Ge moet het maar doen.
Is er al eens iemand polshoogte gaan nemen hoe het zit met Rudy Clercq? Dat hoeft niet lang te duren, gewoon effe polsen. Het doet er me aan denken dat Rudy zijn bestelling in de Beize altijd op dezelfde manier plaatst: “Voor mij ne gewoon polske, euh pilske, graag.”
Er is trouwens nog een nagekomen bericht betreffende de huiszoekingen naar doping ten huize De Clercq. Het blijkt dat er nu tóch prestatiebevorderende middelen gevonden zijn. Maar er is verder geen gevolg aan gegeven. Marie-Jeanne had nog geprobeerd om ze weg te moffelen in het schof van haar nachtkastje, maar ze waren duidelijk bedoeld voor Rudy. De onderzoeksrechter-substituut-procureur generaal-magistraat-gerechtsdeurwaarder stelde echter vast dat deze duidelijk niet bedoeld waren om de rijprestaties op de fiets te verhogen. En hij heeft dan maar beslist om die pillen, gelijk ze zeggen, blauwblauw te laten.
Er zit gelijk wat tegenspraak tussen sommige Vlaamse gezegden. Een paar weken geleden regende het zodanig dat iedereen zijn kat stuurde. Daardoor was er die zondagmorgen aan de kerk geen kat te zien. Euh?
Pieter VDV zag ik nog toen hij, Stefan, Johan en ik meededen aan de kasseienrit in Roubaix, maar sindsdien niet meer. Pieter is de tweede van drie broers: Piet, Pieter en Pietst. Pieter is echt blij dat hij niet de derde was.
Het was bij het padèllen vandeweek dat er iets Im - Stefan zijn knie - schoot. Het was zijn meniscus. Raar, want die zat daar eigenlijk al heel zijn leven. Daar was in de rit van vandaag spijtig genoeg weer niets van te merken, en hij en Rudy R rijden weer om ter zotst. Wist je dat Stefan lid is van de AA? Dat is nogal verschieten, hé. Maar het klopt wel: ze gebruiken hem als slecht voorbeeld. Stefan verkleedt zich op carnaval altijd als biervat. Dan kan hij zich gewoon laten vollopen.
Ha ja, nog even meegeven dat ik verleden week Johan zag in de Colruyt. Normaal is Johan de vriendelijkheid en de sympatiekigheid zelve, een joviale gast. De enige eigenlijk bij de modderfokkers, buiten mezelf dan. Hij was zijn karretje aan het volladen met allemaal hetzelfde productje. Allee, ik er naar toe om goeiendag te zeggen. Dat moet nu ook treffen dat we mekaar hier treffen hé Johan, zeg ik. Ik vond dat een goeie woordspeling van mezelf toch eigentlijk, maar Johan kon er gelijk totaal niet mee lachen. Contrarie, hij was wreed geambeteerd dat hij mij zag. Daar verschoot ik toch van: raar hoe sommige mensen binst de week juist het tegenovergestelde zijn van de zondag. Maar goed, ik ben dan niet iemand die gaat aandringen of mezelf opdringen, zo ben ik niet. Allee, tot zondag dan maar, zei ik, en ik heb hem gelaten waar hij was. Op de afdeling Incontinentiebenodigdheden.
En dan nog een gedichtje om af te sluiten:
Wij Modderfokkers, sommige van de KWB
delen elke zondag wel en wee
Neen, het is niet altijd peis en vree,
maar dat valt best wel mee
We volgen de Rudies mak en gedwee
De ene kan al wat beter dan de andere mee
Awel zie nu, vooruit, allee
Daar is onze jongste, den Jeffree
Ja, de beide Rogiers doen ook mee
De broers Rudy en Ivan van ‘t Hussevelde, hé
Niet vader en zoon Etienne en Manuel van den aaveevee
We stoven mekaar dikwijls eens een pee
En soms ook drie of twee
De vrouwkes Els, Nancy, Nadine, Sabine en Annemee
Rijden gezwind mee met de Bee
Is Ismee haar meemee mee?
In de Beize drinken we ofwel warme soep ofwel ijstee*
Dat is dan weer goed voor Koen zijn portemonnee
Want Koen is van Menen en die bijt een frang in twee
Moet ge in de Beize naar ‘t WC
Dan is het buiten, op de plee
Ik ben thuis vóór half1, de rest vanaf half2.
Toch echt zot wat er allemaal rijmt op ie, aa, uu, oo of ee.
En, ahahah, ohohoh, neeneenee!
Zijt gerust. Dit gedichtje doet niet mee
Voor de grote prijs van Melopee
Mario
*Awel ik voor één keer dan ook, want ik vond niets dat rijmde op Duvel.
Bitterkoude Noordenwind, dus noortwaards naar de Heidebossen en de Sidmarbossen (nu de Arcelor Mittal bossen, of beter nog, het Kloosterbos). Dit geboste staat bij ons beter gekend als Rudy’s Woods, want Rudy DC kent die gelijk zijn broekzak. Marie-Jeanne heeft zelfs speciaal broekzakken op zijn koersbroek genaaid. En neen, niet binst dat Rudy er in zat, in zijn koersbroeke.
De Modderfokkers zijn ‘t allenkante uitgevlogen vandaag. Jan, Jeffrey (en Pieter?) rijden een toertocht in de duinen en op het strand van Koksijde, Johan doet de 145 km van de Omloop en kapitein Rudy R verdient een franksken bij achter het stuur van een warme auto waarmee hij VIPs (Very Impotent Peoples) rondvoert in Kuurne Brussel Kuurne.
Met 6 dan maar: Luc, Ivan, Axel, ik, Rudy DC en Stefan. We hopen op een rustig ritje, nu het meeste geweld er niet is, maar Rudy legt er meteen de pees op. Echt warm krijgen we het eerste half uur toch niet en er wordt niet teveel gezegd: te koud en te rap moeten terten. Het zal uiteindelijk weeral een snelle, lange rit worden van 71 km aan 24.1 induur. Zonder modder. Droog met harde ondergrond.
Dan laat Rudy het tempo wat zakken en ik vertel hem dat dat goed zit, want nu kan ik al wat klappen tegen de mensen. Axel ook. Even verder gaat het wel weer rapper. Want Rudy vindt dat er ook niet teveel gezeverd mag worden.
De uitzonderlijke vorm van Rudy DC, een prille zestiger en aanstormend wielertalent, ook wel Rudy De Lie of Arnaud De Clercq genoemd, is nochtans niet aan doping te wijten. In een plaatselijk blaadje (de Kraak), van de KWB (de Kalkense WielerBond), waren aantijgingen verschenen als zou de echtgenote van Rudy, de genaamde Marie-Jeanne, niet-toegelaten substanties in zijn eten draaien. Maar bij huiszoekingen werd niets gevonden. Ja, OK, een beetje cocaïne, maar ochgot, wie klapt daarvan de dag van vandaag. De beschuldiging bleek een geval te zijn van achterbakse kwaadklapperij, afkomstig van een afgunstige westvlaming, een inwijkeling in de streek.
Ivan klaagt dat de verslagskes soms te moeilijk zijn. Met te lange zinnen en teveel komma’s. Als er meer dan 7 komma’s in staan, is een zin te ingewikkeld, zegt Ivan. Kommaan, Ivan ik heb nog nooit 7 ,,,,,,, in 1 zin gebruikt. Trouwens, jouw broer Rudy verstaat de verslagkses wel. Wat wil dat dan zeggen,,,,,,, denk je? Het is algemeen gekend op het Hussevelde dat er bij de twee broers Rogiers een rappe is en een slimme. En dan heb je nog Ivan ook.
Aan de Moervaart gaan we de ornithologische toer op. Het zit er vol meeuwen. Die meeuwen die blijven hier hangen, die gaan niet meer naar de kust, zegt Stefan. Ja, zegt Ivan, het is gelijk de westvlamingen. Dat blijft hier ook allemaal hangen in plaats van weer te keren naar waar ze thuis horen. Daarop antwoord ik: Het is misschien omdat er hier altijd maar meer afval en vuiligheid is dat die meeuwen – en die westvlamingen – zich hier nu ook thuis voelen. Even verder wijs ik mijn kompanen op een mooie fuut op het water. Ha, gelukkig geen westf(l)uut, roept Stefan. En dat gaat zo maar door, hé. Hoe moet ik hier ooit geintehreerd geraken?
In de bossen trekt Ivan plots de hasgendel open. Hij heeft rap een groot gat. Maar dat wisten we al, dat Ivan een groot gat heeft. Hij heeft altijd al een groot gat gegat. Stefan zegt dat het eigenaardig is dat, hoe meer je een gat toerijdt, en dus hoe dichter je komt, hoe kleiner het gat wordt. Maar bij Ivan is het helemaal niet eigenaardig: hoe meer je het gat toerijdt, hoe groter zijn gat wordt. Ja, soms is Ivan wat geweldig. Christine zegt het dikwijls genoeg: Ik vind jou gewéldig, Ivan.
Even verder is de leute over. Ivan rijdt net voor mij. Een beetje een technisch stukske. Zand, klimmetjes, kort draaien tussen de bomen. Plots houdt Ivan de boom links van hem vast. Ik denk dat het een truuk is om zijn bocht rond die boom korter te pakken, maar dan valt hij stil en valt hij langzaam maar zeker en zeker langzaam,, in,, slow,, motion, naar links in het mulle zand. Krick en ik lachen ons een Krick. Ivan ligt daar mooi in het zonnetje en geniet nog even na. Volgens Ivan is de prille voorjaarszon van LED lampjes gemaakt: veel licht, maar weinig warmte.
Bij het uitkomen van het Kloosterbos komt er een wielertoerist van links. Die mens rijdt een mooi tempo aan 35 per uur. Axel rijdt tot op zijn wiel. Waarna Rudy, net zoals Stefan, Im – een geweldige versnelling – schoot en ze allebei diene mens aan 40 per uur voorbijzoeven, op hun dikke banden. Als hij thuis komt, vraagt zijn vrouwke: Hoe was het op de hobby, schat?Slecht, antwoordt de wielertoerist: ik ben weer gepest geweest door de Modderfokkers. Mijn advies: Trek het u niet aan, man, dat pesten op de hobby. Ik maak het elke week mee. Gelukkig kan ik me soms eens wat afreageren in mijn verslagskes.
Rudy besluit weer te keren langs Doorslaardorp en binnen te springen in Het Kapelleken, waarvan de uitbaters jaar na jaar verkozen worden tot allerbeste cafébaas en cafébazin van Lokeren en omstreken. Kalken was wel niet meegerekend geworden geweest, naar ‘t schijnt. Spijtig genoeg laten ze over een maand de zaak over. Vandaar dat we een afscheidsbezoekje brengen.
Daar treffen we, toeval of niet, een sympathiek koppel uit het Hussevelde. Jawel, beste kijker, euh, beste luisteraar, U leest het goed: én sympathiek én uit het Hussevelde. Zeer onwaarschijnlijk, inderdaad. Ik heb er ook drie keer over nagedacht of ik dat wel ging opschrijven, want dat heeft de indruk bij de mensen dat de helft van wat ik schrijf niet waar is. Maar dat is helemaal niet waar. Want de helft van wat ik schrijf is wél waar. Ik mag zelfs zeggen dat het supersympathieke mensen waren, want ze trakteren ons ook nog. Dankezeer nogmaals. Het leven kan soms onverwacht schoon zijn!
Zondag 19 februari 2023. Melle, Zwijnaarde, Gavere, Dikkelvenne, Gijzenzele.
Er vormt zich een mooi rustig groepje met redelijke en redelijk verstandige mensen: Axel, Ivan, Rudy De Clercq (nou ja), Johan, Luc, en ik. Dan zal kapitein Rudy zich wel een beetje aanpassen aan ons als de jongskes en de geweldenaars er niet zijn. Want Stefan, Pieter, Davy, Jan en Jeffrey zijn naar een ingerichte rit in Lichtaart: gezellig een paar uur in de auto en dan overal gezellig aanschuiven, aan de inschrijving, de bevoorrading en in de single tracks, haha. Niet meer voor ons.
Danny, de sukkel, zit thuis te KNIEzen. Als tijdverdrijf dacht hij nog van Els eens over zijn KNIE te leggen, maar ze deed nog teveel zeer.
Het belooft dus een rustig ritje te worden. Maar neen, zeg dat het niet waar is! Sturen ze nu toch wel Patje Roels op ons dak, zeker!? Vóór zijn transitie beter gekend als Ratje Poels. Zo al nooit geen gewone geweest – vraag het maar aan Machteld, en sinds zijn bionische heupen is hij helemaal niet meer te doen. Het is dus met knikkende KNIEën dat we vertrekken. Zal het weeral afzien worden? Ik mag wel zeggen dat ik vandaag in vorm ben. Heb je wat bijgetraind misschien, vraagt Patje? Ja, zeg, ik, Ik had eens wat tijd vandeweek en ben 80 km gaan bijtrainen. Ha, zegt Patje, Ik had niet veel tijd vandeweek en ik heb máár 80 km kunnen trainen. Hoe moeten mensen als Danny en ik ooit de evenKNIE worden van Patje!!?? Zeker nu Danny met een oneven KNIE zit.
Westenwind, dus we vertrekken Gentwaarts. In Wetteren hebben ze het bos aan de Schelde (de Ham, niet ver van de Hamma), dat we nog maar een paar jaar geleden dankzij Axel ontdekten, platgesmeten. Iedereen, behalve Luc, die een Kricksken deed en op de dijk bleef, rijdt zich vast op een nieuwgegraven 2 meter diepe beek, maar gelukkig niet te breed en vooral gelukkig dat Axel mee is. We pakken Axel op met een man of vier, dat gaat nog net. En we leggen hem dwars over de beek. Zo kan iedereen met droge voetjes, fiets aan de hand, proper de beek oversteken. Soms zelfs met twee naastéén. Wel wreed ambetant is dat we dan zo lang moeten wachten op Axel. Eer die weer uit die beek gekrabbeld is, zijn fiets gaan halen aan de overkant, en dan die beek weer oversukkelen met zijn velo. Tja, dat duurt ons toch allemaal wel wat lang hoor, Axel. Niet zo leuk voor je medematen, dat snap je toch zelf wel. Schiet eens wat meer op in het vervolg misschien? Of anders gezegd: Krijg dat maneuver eens wat beter onder de KNIE.
Vanaf Melle is het tot in Zwijnaarde fantastisch rijden. Eindeloos lang mountainbikeplezier. Bijna gelijk of dat ge in de Ardennen zit, op die schuine zijkant van het kanaal of van de Schelde (weet ik veel, met al dat water daar). Van in Zwijnaarde gaat het dan helemaal tot in Gavere nagenoeg ook volledig off road (af de baan), weliswaar met veel gravel, maar ook, ik denk ter hoogte van Melsen, een passage die vorige keer een moeras was en waar sommigen KNIEdiep in zakten.
En dan is er nog ouderdomsdeken Johan. Maar als ge hem ziet, zoudt ge het niet zeggen dat hij een deken is, hoor. Euh, dat hij de oudste is, bedoel ik. Johan heeft al een tijdje last van de KNIE. Maar, ondanks de pijn, die plooit niet. En wil dát nu juist het probleem zijn met een KNIE.
Terwijl wij ter hoogte van Baaigem mooi op een bonkig wegeltje tussen de paaltjes blijven, heeft Luc het weer gevonden en vlamt los over de met gras ingezaaide akker. Veel rapper en makkelijker. Een echt Kricksken. De boer staat er kwaad op te kijken, maar een geluc voor Luk: die boer kan zo rap geen velo rijden, en al zeker niet over een akker. En ja, boer, het is maar een beetje gras, hé.
Aan de Kalverhage (juist deze kant van Gontrode) voel ik rare nattigheid. Gaan we nu nog regen krijgen? Maar dan zie ik het: het is Patje de Spuiter: zijn achterband spuit specie, de lijm die in een tubeless band zit. En allemaal op mijn schone velo die ik nog maar 3 weken geleden zo proper gekuist had. Patje zijn concept van tubeless gaat wel erg ver: de idee is dat je zonder binnenband rijdt, maar bij Patje is zelfs de buitenband zo goed als weggesleten. Ik zou zeggen: traint nog wat meer bij, jong!
Ja, ik mag zeggen dat ik vandaag in vorm ben. Het is gelijk Marie-Jeanne altijd zegt: Ze klappen zij veel slecht en kwaad van doping, maar ze mogen zij zeggen dat ze willen, mijne Rudy rijdt daar nogal van. Lees maar eens de verslagskes van de modderfokkers. En nooit geen zeer aan zijn KNIEën. Maar als ge vraagt, wie er doping pakt, antwoorden ze allemaal hetzelfde, de schijnheiligaards: IKNIE!
Na 68 km, aan 23.7 gemiddeld, komen we in de Beize wel langzaam weer bij, ze (met dank aan Stefan voor deze woordspeling van verleden week die me nog net Im-gedachten-schoot). Maar er waren er toch een paar bij die bijna door de KNIEën gegaan waren en net nog niet op de KNIEën zaten.
Ja, verzucht Ivan met een diepe zucht: Als ge zo deze tijd van het jaar door de stront van de mestkarren op de weg moet rijden: leutig is dat niet. Maar het geeft toch op, want het wil zeggen dat den uitkom in aantocht is. Heu? Was dat nu een citaat van Aristoteles? Of filosofie van Socrates? Of zou het iets van Sjostakovitch zijn? Of gewoon Hussevelds boerenverstand? De mensen vragen mij soms hoe ik het kan opbrengen om al bijna 24 jaar lang zomer winter elke zondag om kwart na 7 uit mijn nest en op mijn velo te kruipen. Wel, dat is toch niet moeilijk. Ik wil dit soort diepzinnige levensbeschouwelijke inzichten voor geen geld ter wereld missen, en ik deel ze graag met U. En zeg, Ivan, er hangt daar gelijk nog iets onder uw neus, rara, wat zou dat zijn?
Kapitein Rudy, broer van voorgenoemde hierboven, maar ietske slimmer - wat nu niet direct een echt groot compliment is, stelt voor dat Koen eens volgend recept probeert voor zijn soep: Potage aux fruits de mère.
En als ik al bijna vertrekkensklaar huiswaarts sta, komen – als in een Waas – Nancy, Els, Nadine,Rudy, en tenslotte ook nog onze vriend uit Sleidinge aan. (Wil er mij eindelijk eens iemand die mens zijn naam vertellen, alstublieft!).
Mario
Met excuses voor de talrijke flauwe toespelingen op KNIE, maar Danny heeft net een nieuwe .... – wat dacht je? – KNIE! Le nouvel Danny est presque arrivé!
Zondag 5 februari 2023. Mendonk en Kloosterbossen.
Tot 35 na 8 ziet het er veelbelovend uit. Alleen maar redelijke en redelijk verstandige mensen. Johan en ikzelf, Luc Krick en Rudy De Clerck (nou ja). En allez ja, we gaan Ivan daar ook bijrekenen. Maar dan begint het jong geweld te vallen: Jeffrey, Pieter, Stefan en Jan (allez, we gaan die laatste twee daar ook bij rekenen, relatief gezien zijn ze nog snotneuzen hé). Als ook Rudy Rogiers arriveert, missen we nog Axel, maar die was al wat kruit gaan verschieten en komt als allerlaatste aan. We zijn nog eens met 11 man. Danny is blijkbaar toe aan vervanging van een knie en rijdt al weken niet meer. Eer ze bij Danny alles gaan vervangen hebben wat al lang eens had mogen vervangen worden, gaat het nog een tijdje duren voor we hem terugzien, vrees ik.
Ijzige, grauwe, felle Noordenwind. Gelijk Noordenwind moet zijn. En ze komt dan nog uit het Noorden ook, dus het klopt helemaal. Wij dus ook op weg naar het Noorden. Zolang de wind op kop zit, breken Rudy en Pieter onafgebroken, de weerstand, en is het nog comfortabel rijden, maar eens we naar het Oosten beginnen rijden wordt het veel ambetanter voor de minderen onder ons.
Rudy Rogiers heeft weer last van midlaaifcrisis en legt er de pees op. Het zijn vandaag weer meer de modderopgefokten dan de modderfokkers. Maar van water heeft Rudy gelijk wat schrik. Hij rondt een plas, waardoor het tempo toch even zakt. Axel en ik willen onze snelheid niet verliezen, want we zitten al op ons tandvlees en we kiezen voor passage door de plas, zodat we enkele meters en wat energie winnen. Axel doet dat nogal geweldig waardoor het water nogal hoog opspat en zodusdoende ook wat op Rudy zijn voeten spettert. Dan blijkt dat Rudy eigenlijk een soort Gremlin is. Sommige Gremlins zijn zeer zachtaardige wezentjes, maar ge moogt ze geen eten geven na middernacht, want dan worden ze boosaardig. Rudy is ook meestal zachtaardig, maar hem moogt ge niet nat maken. Gremlins krijgen dan nieuwe Gremlinnekes, maar Rudy wordt dan heel BOOSaardig (en vergeet die ‘aardig’ dan maar). Het was dus daarom dat Rudy (en niet Stefan) Im – een koleire – schoot en zijn duivels ontbond. De volgende 5 minuten hebben we het vlaggen en er wordt gevlamd om de minkukels (dezelfde twee als die voor de plas kozen) er af te rijden. En dat lukt ruimschoots. We zullen er tenaastekeer twee keer over denken om Rudy zijn voetjes nat te maken! Solly Ludy!
Een half uur later, op de lange dijk van Mendonk naar de Kloosterbossen, naar het Oosten dus, word ik er nog eens uitgewaaid. Dat is niet te doen met die gasten, zeg. De Moeren, is dat ver van Poperinge, Mario, vraagt Rudy. Neen hoor, antwoord ik, naïef als ik ben. Wel, ge hadt daar beter wat kunnen gaan trainen om beter tegen de wind te kunnen rijden. Lap, die mogen we ook weer incasseren. Nog bovenop wat lachen met de mensen hun miserie ook.
In de Kloosterbossen valt het voorval voor waardoor ik alsnog besloot van rap een verslagske samen te zeveren. Een voorval dat niet alle dagen voorvalt: Rudy tegen de grond. Een knieval volgens hem, maar volgens mij, eerder een soort pauselijke knieval, waarbij toch ook bijna de grond gekust werd. Rudy, denk ik, de Kloosterbossen, zijn die ver van Kalken? Neen, hé, awel, ge waart hier al beter wat meer komen trainen, dan waart ge misschien nu niet op uw smikkel gedonderd. Hahahaha! Maar dat ook zeggen, dat durf ik niet, anders gaat het weer nog rapper, en die andere Rudy die in de bossen de leiding heeft genomen rijdt nu al rond gelijk een zot. Ik weet niet wat Marie-Jeanne in die zijn eten draait. Of is het omdat hij ook Rudy noemt? Bij de beekes rijdt er ook al zo een zot van een Rudy.
Mama, waarom hebt gij mij geen Rudy genoemd, zo vraag ik me soms af. Ivan vroeg dat ook eens aan zijn mama en papa, toen hij een jaar of 4 was. Maar Ivan, jongen, dat ge niet van de rapsten waart, begonnen we gelijk al door te krijgen, maar je snapt toch dat dat niet kan: we hebben al een kindje dat we Rudy genoemd hebben, jouw grote broer. Rudy dus. Pech voor jou, Ivan, en stop nu maar rap met zagen en ga voort de koestal uitmesten. Ja, in onze jonge tijd lachten ze er niet mee.
Dus ja, ook bij de modderfokkers zijn er soms kleine meningsverschillen, zoals in elk goed huishouden wel eens voorkomt. Onlangs nog zat het er weer bovenarms op tussen Stefan, Ivan en Danny. Ik moet zeggen, het is wel altijd met dezelfde dat het miserie is. Pakt nu Jo of Koen (niet de cafébaas hé, natuurlijk die niet), daar hebt ge nooit geen omkijken naar. Maar Jo houdt het gelijk voor bezien - Jo, komtrug! - en door omstandigheden is Koen ook even belet, maar dat komt wel weer goed.
De discussie ging over muzieksmaak. Zo bijvoorbeeld luistert Ivan liefst naar Dmitri Sjostakovitsj, en dan vooral naar diens latere werk, uit zijn zogenaamde Blauwe Periode*. Stefan is dan weer meer een liefhebber van het oeuvre van Nikolaj Rimski-Korsakoff, en dan vooral de sonates, maar iets minder de études. Terwijl Danny het dan weer meer houdt op Sergej Rachmaninov en Samantha, en dan vooral Eviva Espanja. Maar, het is zoals Danny zegt, als hij een pint teveel opheeft: De gustibus et coloribus non est disputandum.** Ik heb het hem al dikwijls horen zeggen, gelijk.
Luc Krick is specialist in het vermijden van moeilijke passages en als er een hoek kan afgesneden worden, is hij er ook de eerste bij. Jan stelt voor dat wie nog een Krickske doet, de bende mag trakteren. In de Kloosterbossen is Jan echter de eerste om een Krickske te doen, maar denk niet dat we een traktatie gezien hebben, zunne. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen: ik was zelf zodanig pompaf dat ik ook een paar keer een Krickske gedaan heb, zeg maar een paar serieuze Kricken.
Aan de Moervaartbrug zien we nog de beekes rijden, dat valt ook maar een paar keer per jaar voor dat we mekaar kruisen. Amai, die staan ook niet stil, zeg.
Na 68 km aan 25 gemiddeld komen we kapot maar kapot aan bij onze eindbestemming. Nog meegeven dat er op Jeffrey zijn achterwerk stond: “100%”. Volgens Jan betekent dat: 100% babyvet. Maar Jeffrey wint wel de sprint voor Luc (als het rechtdoor is kan hij geen hoeken afsteken) en kapitein Rudy.
In de Beize is er nog veel discussie over wie nu soep met of zonder een kwakje ofwel met of zonder balletjes van Koen wou, euh, wou van Koen. Johan combineert zelfs soep met ijstaart (nog over van de receptie) en Export. Zie dus Danny zijn uitspraak hieronder.
Ook de beekes vallen binnen, deze week nog redelijk op tijd: Nog zo een straffe Rudy, ook nog een Sleidingeling, Patrick, Nancy, Annemie, en Nadine. (En Els? Maar ja, die reed natuurlijk ook mee, dat ziet ge van hier, maar moest rap thuis zijn.)
Mario.
*Het is algemeen gekend dat Ivan een wat aparte smaak heeft, zeg maar eigenlijk helemaal geen smaak, maar Sjostakovitsj begot. Ivan, jongen toch! Wat Christine daar vanzelevens in gezien heeft, Joost mag het weten. Maar die weet het ook niet, ik heb het hem nog zelf gevraagd. Zie dus nog eens Danny zijn uitspraak hieronder.
**Wat Danny de laatste tijd allemaal uit zijn botten slaat, ge houdt het niet voor mogelijk. Om deze te kunnen begrijpen, moest ik er toch Hoehel Transleet bij halen. Maar je hebt gelijk, Danny: Over smaken en kleuren valt er niet te redetwisten.
Zaterdag 31 december 2022, jaarlijkse eindejaarsrit. Van der Donckt doorgang, Gent.
De twee oudjes van de club (Johan en ondergemodderde, ondertussen samen goed voor 126 jaar levenservaring) komen samen toe en als eerste. Even ziet het ernaar uit dat we voor de laatste rit van het jaar met ons tweetjes gaan moeten rijen. Sjeem on de rest!, maar dan komt Axel natuurlijk ook toe, die gaat niet rap een rit missen. Ook Stefan daagt op, jawel, degene die Im - zijn voetbalcarrière geen enkele paal tussen de ballen - schoot.
Axel komt toe in korte broek, en daar komt ook Pieter toe, in korte broek én met korte mouwen. Hij is de enige die niet overkleed is, want het is 289 graden warm (Kelvin welteverstaan natuurlijk! Ofwel 16 °C, als ge dat beter verstaat), een nieuw warmterecord voor oudejaar, sinds het uitsterven van de dinosauriërs, 66 miljoen jaar geleden. Dat we dat in onze kort leventje allemaal mogen meemaken, fantastisch toch! Of niet!?
Kenneth had gezegd van eens mee te rijden – was dat nu voor het plezier om met ons mee te rijden of omwille van de eindbestemming? Ik denk er het mijne over. En ja, inderdaad, hij houdt woord en zo zijn we toch nog met 6 man. Dapperen of idioten, het is gelijk hoe dat ge het bekijkt. Enkelen van ons hadden hun verstand op nul moeten zetten om te beslissen van te rijden, want overal ligt er slijk en er is regen voorspeld. Bij mij vraagt dat natuurlijk een bovenmenselijke inspanning om mijn verstand op nul te zetten, terwijl voor Stefan dat eigenlijk niet eens zóveel moeite vraagt. Onlangs nog had hij de eerste diepere gedachte in zijn leven. Een geluk dat Mady thuis was en tijdig de MUG kon bellen. De re-animatie ging eerst moeizaam, maar dankzij mijn suggestie lukte het alsnog. Kap eens 3 Duvels in zijn baxter, zei ik, en zie, 5 minuten later was hij weer helemaal de oude.
Johan leeft zich weer uit in het documenteren van de rit door middel van groeps-selfies. Nu versta ik eindelijk waarom Johan altijd vooraan op die foto’s staat, met zijn bakkes veel groter dan de bakkes van de rest en dan mijn aangezicht.
We vertrekken langs Laarne, de paardenmelkerij, kwestie van niets van vettigheid te missen. Daarna pijlrecht door Heusden via kleine kaarsrechte pestwegeltjes en zo duiken we de Gentbrugse Meersen in. Axel had dat afgeraden want hij had slijkerige toestanden voorspeld, maar dat valt eerst allemaal best mee. Tot we de bergjes doen, die gevolgd worden door een moeras. Eerst doet Stefan een Pidcocksken en gaat overkop in de afdaling (foto). Het wordt een slachtveld en de laatste komt pas 2 minuten later uit een zone van nog geen 100 meter. We veranderen onze naam: de Wentelteefjes. Ja, ik mag toch wel zeggen dat ik goed ben in de modder. Volgens kwatongen is dat wegens mijn afkomst en het opgroeien tussen de varkens aldaar, maar het is gewoon één van de weinige talenten waar ik over beschik. Ge wordt daarmee geboren of niet. Gun mij ook eens iets, ja!? Jaloersigaards!
Ik beslis van het laatste stuk van de Gentbrugse Meersen over te slaan, want nu hebben we genoeg vettigheid gehad, maar Axel en Stefan beslissen om integendeel een nog smeriger stuk te pakken, soms kniediep in het water. Ploeterdeploeter, maar het is wel korter, en zo raken we eindelijk in Gent.
In de Van der Donckt doorgang, het jaarlijkse einddoel van de eindejaarsrit, is het nogal donker, want er is maar één winkel open. Even zijn we Kenneth kwijt, want hij was wat blijven hangen om de koopwaar in die ene winkel in meer detail te observeren, maar het waren nog geen solden. Dat Danny zelfs dit wil missen, wijst er toch op dat het niet zo goed gaat met die jongen. Hij heeft ook dringend nood aan re-(d)animatie. Echt koen is hij niet voor de moment, misschien maar best. Onze gedachten gaan bij deze uit naar Koen, die we sterkte wensen.
Pieter kent de weg terug langs de nieuwe fietsbrug in Gent en verder langs de Franse vaart terug naar de brug in Gentbrugge. Als Pieter, Stefan of Kenneth eens doortrekken is het afzien voor de andere drie, maar we plooien niet.
Vuil maar voldaan, maar zeker vuil, houden we het na een goeie 50 km voor bekeken en modderen Rita haar café onder. Luc K komt ook toe, maar die heeft het proper gehouden en is op zijn eentje op de baan gaan rijden, en Danny had thuis zijn gerief en komt ons gewoon verblijden met zijn gezelschap.
En niet vergeten: 14 januari nieuwjaarsreceptie in de Beize. Nadine zal er zijn. Koen moet ge er dan maar bij nemen, hé. (Inschrijven voor 10 januari aub)
Uw toegenegen ondergemodderde
Foto. Stefan, die Im -den decor- schoot. Een Pidcockske doen, noemt dat sinds 1 januari.
Johan en vrienden (en ook ikzelf) op het kerkeplein. De kleine rechtsonder is Axelke. Kenneth was nog achter pistolees
Johan en vrienden op een bergje in de Gentbrugse Meersen. De kleine rechtsonder is Pieterke.
Johan en vrienden voor de Van der Donckt doorgang. De kleine achter Axel is Kennetheke.
Zondag 16 oktober. Dikkelvenne, Meilegem, Beerlegem, Dikkele. En ja, in Baaigem ook nog eens de Dikvijverwegel. Wat is me dat daar allemaal aan die kanten met die obesitas?
Ik sta er al, wanneer de pechvogel van de dag, Koen O., aankomt. Dat weten we dan nog niet natuurlijk, maar we lopen even vooruit in het verslag en de tijd.
Luc Krick is er niet, want gisteren is er hem een mossel misvallen op de mosselsouper. Welke mossel het juist was, kon nog niet worden uitgemaakt.
Deel 1 van het Hussevelde komt nu ook toe: Ivan en Rudy DC. Die laatste combineert actieve deelname aan de Fortune-feesten op zaterdag met mountainbiken op zondag. Er zullen het hem niet veel 80-plussers nadoen, dat ik het zeg. En ik kan Marie-Jeanne ook zeer goed verstaan als ze zegt: Als ge de zaterdagavond een stuk in uw k ...* kunt zuipen, kunt ge zien dat ge de zondag uit uw nest zijt en op uw velo kruipt. Voor die ene keer per week dat ik een halve dag op mijn gemak ben. Groot gelijk, Marie-Jeanne. Zitten wij er dan wel mee elke zondag natuurlijk.
Daar komt de jeugd aangestoven: Jeffrey en Gert. De laatste staat zodanig hevig dat de stoom uit zijn oren komt. De hele dag zal hij 20 meter voorop rijden, en dus ook een paar keer verkeerd. Jeffrey staat ook zodanig fel dat zijn achterwiel soms opwipt en uitslaat. Overschot hebben die gastjes. Wat is het toch leutig als ge jong zijt, mijmert Ivan. En dan nog talent er bovenop, denk ik bij mijzelf.
In Meilegem, na het klimmetje naar de kerk, is er een scheur in het peloton en Axel en Koen komen er gelijk niet door. Daar is Koen, niet alleen een scheur in het peloton, maar ook in zijn nieuwe lange broek en in zijn schoon nieuw truike. Gans kapot. Gevallen en met zijn k...** in de pinnekensdraad blijven hangen. En er zat nog snok op ook. Op de pinnekensdraad. Zo proberen de boeren de ezels uit hun weiden te houden, en ge ziet, het helpt.
Axel is echter nergens meer te bespeuren. En na 5 minuten wachten en nog eens gaan piepen, trekken we dan maar verder. Axel was achter geraakt op de klim en daarna verloren gereden. Die generische middelen zijn toch niet hetzelfde als het echte spul, hé, Axel. En de oriëntatieproblemen als neveneffect zijn ook niet van de soep. We zien hem pas terug aan de passerelle in Wetteren.
Danny had ondertussen al wat voorsprong gepakt. Een mijnheer laat ons weten dat onze maat al voorop rijdt. Maat, maat, zegt Jeffrey, we zullen wij zelf wel beslissen wie er onze maat is. Goed gezegd, Jeffrey maat.
Jeffrey is een hele week op hoogestage geweest met Meester Jan, maar dan nog moet hij aan mijn zadel hangen op het eerste klimmeke. In welk klimaat moeten die jongeren opgroeien zeg, met zo een mentaliteit. Allez, ik moet zeggen, dat was maar één keer. De andere keren zoeven hij, Gert en Rudy R omhoog, achtervolgd door Rudy DC, wijl de verstandigere mensen onder ons voorzichtig omhoog kruipen om geen lumbago op te doen en surtout omdat we niet rapper kunnen.
Rudy R slaat een ook voor hem nieuwe wegel in, vol eikelnootjes. Danny zit met een liedje in zijn hoofd dat hij de hele tijd ‘zingt’: Het is een nootgeval***. Maar niemand van ons kent het, wat toch bewijst dat het cultureel niveau van de rest van de Modderfokkers nog meevalt. Zo rijden we voor de eerste keer in ons leven door het Spiegeldriesbos, tussen Dikkele en Balegem. Daar zijn we Koen nogmaals kwijt. Na 5 minuten vergeefs wachten, rijden Rudy DC en Gert terug en nog 10 minuten later zijn ze er daar mee: fietsen lukt niet meer, want Koen is zijn derailleurwieleke kwijt (allez, Koen zijn fiets). Een gevolg van de eerdere valpartij? Een geluk dat we een superstielman mee hebben, maar het kost Rudy R toch meer dan een kwartier om het euvel met veel inventiviteit en vakmanschap op te lossen. Koen zit er mee in dat hij ons ambeteert door ons een half uur op te houden. Maar Koen, zeg ik, trek u dat niet aan.Iedereen raakt al eens een derailleurwieleke kwijt. En veel verschil gaat het niet maken, jongen, want wij vonden wij jou zo toch al een dikke ambetanterik. Nog niet zo erg als Stefan natuurlijk, bij wie dit zonet Im – het verkeerde keelgat – schoot.
Van in Wetteren tot in Kalken pak ik de kop (met wat steun van Ivan) aan 33 tot 35 induur, zodat we deze rit van 65 km aan 24,5 gemiddeld kunnen afronden, ondanks al het oponthoud. Het is kwestie dat ik mijn alcoholquotum van deze week nog niet bereikt heb en dat door de miserie met Axel en Koen er wat haast moet gemaakt worden willen we dat alsnog rechtzetten tegen de noen.
Bijna in Kalken, kruisen we een luid toeterende auto. Tot overmaat van ramp is het Stefan. Ook dat nog. Vandaag wordt ons echt niets gespaard. Van het verschieten van mij op kop te zien sleuren was het dat Stefan Im – de verkeerde vitesse – schoot.
Zondag 18 september 2022. Kalken kermisrit. Hyfte, Sidmarbossen.
Ik nog zitten zoeken naar mijn plastron, maar niet gevonden. Ja, want vroeger was de afspraak dat we op Kalken kermis rondreden met onze plastron. Slechts 5 man aan de start: naast mijzelve, ook nog de gebroeders Rogiers, Johan Vanhulle en Axel Troch. Een rit van 73 km aan 26 per uur, richting Hyfte en zo naar de bossen van Rudy DC. Ja, zo zonder krabbers - ik noem er nu maar een paar voor het vuistje: Jan, Rudy DC, Thomas, Stefan, Patje, Dirkske, of pakt nu Jeffrey - kunnen we er eens de pees opleggen natuurlijk. Laat je maar eens gaan, Rudy, zeggen we tegen Rudy. We zeggen dat tegen Rudy omdat het zot zou zijn om dat tegen bijvoorbeeld Johan of Ivan of Axel te zeggen. Dan zouden we zeggen: Laat je maar eens gaan, Ivan, mochten we dat bijvoorbeeld tegen Ivan willen zeggen. En dan zou het ook veel minder rap gaan vanzeneigens.
En dat moet ge maar één keer zeggen tegen Rudy. Ge moet dat zelfs nooit zeggen. Rudy rijdt de hele rit op kop en we vinden in de bossen van Zelzate toch nog wat nieuwe wegelkes, we moeten klauteren over omgevallen bomen (anders zou ons gemiddelde nog veel ...) en ontdekken ook dat de F4 fiets-autostrade ter hoogte van Oudenbos onder de spoorweg zal tunnelen. Straf.
Ik mag zeggen dat ik vandaag goed meekon, niet gelijk 2 weken geleden op de rit van de Chiro van Berlare. Na die rit dacht ik echt dat mijn tijd om te gaan gekomen was. Goed in form zijn en toch helemaal niet mee kunnen. Daar is een mens toch een hele week dépri van.
Alleen Axel moet een paar keer lossen en dat zijn we de laatste maanden niet meer van hem gewend. Zijn die pillekes dan toch uitgewerkt geraakt? Of gewoon op en niet meer te krijgen? Volgens Axel werken zijn pillekes nog goed, maar is het omdat hij tiembilding gehad heeft op het werk. En ja, dan moeten we er geen tekeninkske bij maken, hé: Beste werkgever, wilt gij dat uw tiem de volgende week de hele week geen klop waard is en er dus ook geen uitsteekt, organiseer dan vandaag nog een tiembilding.
Maar kijk, om op een eerdere paragraaf uit dit verslag terug te komen, het is lang geleden dat we het nog eens over Stefan Imschoot* gehad hebben, ook omdat er niet veel verslagskes waren en vooral omdat dat sujet niet veel meer rijdt. Keren we even terug op het mega-event van 13 augustus ten huize Stefan/Mady, ingericht om de onwaarschijnlijke prestatie van Mady te vieren: het 26 jaar uithouden met een tiest gelijk Stefan Imschoot. Wat een moeder allemaal niet doet voor haar kinderen, het grenst soms aan het ongelooflijke. Wat de laatste decennia betreft, was dit feest zonder enige twijfel de belangrijkste gebeurtenis in Kalken en omstreken, zélfs als we het Hussevelde mee rekenen. Mady en Stefan hebben nu de standaard gezet voor de talrijke modderfokkerfeestjes die er nog zitten aan te komen in de volgende jaren!, al is dit natuurlijk nooit meer te evenaren.
Maar waarom Stefan in zijn spietsj de Modderfokkers een mix tussen Okra en de G-spot noemde, ontsnapte me wel helemaal. Wij rijden wij toch niet rond in hele gesjes? En ook niet met een electro hulpmotortje? En we rijden ook nog ietske rapper, tenzij natuurlijk als Jeffrey kopt trekt. Maar wij zijn al blij dat er nog zo jonge gastjes met ons willen meerijden, dus we laten wij die jongen altijd efkes doen. En wat we met de G-spot te maken hebben, snap ik nog minder. Danny wist me verleden week nog te vertellen dat hij dacht van hem gevonden te hebben. Maar dat hij de maand daarvoor ook al gedacht. En de maand daarvoor ook al. Blijven zoeken, Danny, ver kan die niet zijn.
Nu blijkt dat ik het wat verkeerd had verstaan. Stefan vergeleek ons met een mengeling tussen Okra en G-spoRt (en dat staat dan voor gehandicaptensport). Het is geweten dat Stefan zijn artiekullaasie niet altijd zo goed is. Maar goed, dan verstaan we zijn uitspraak al ietske meer, want in zijn eigen spietsj mag hij het al wel eens over zichzelf hebben natuurlijk, we nemen wij dat die jongen niet eens kwalijk.
Ook bij de B-kes waren er maar twee vrouw (Els en Sabine) en één man (een mens uit Sleidinge begot. De modderfokkers zijn echt internationaal!). Els had vandaag al 88 km in de benen. Daar kunnen wij een puntje aan zuigen, maar vraag me niet hoe je dat dan precies moet doen. Wat een dwaze uitdrukking, zeg!
Deze keer was Sabine rechtgebleven, naar het schijnt. Niet gelijk twee weken geleden op de rit van de Scheve Villa. Net voor het enige klimmetje van de dag, GROOT oponthoud. Lag Sabine daar in het zand te spartelen. Zegt Johan: Maar Sabientje, schatteke, wat ligde gij hier te spartelen? Antwoordt Sabine: Ik lag te wachten om jou nog eens te zien, schattebol. Maar meiske toch, zo lief, dat had je echt niet moeten doen, Johan weer. Waarop Sabine: Ja, je weet toch hoe graag ik je zie, Johantje. En dat ging zo maar door. Ik heb niets tegen ontboezemingen, ook niet in het open veld, maar lig dan tenaastekeer niet in de weg van 30 man, net voor een klim, zodat iedereen voet aan de grond moet zetten, hé. Alstublieft, zeg!
In de tent buiten de Beize komt Koen opdienen in zijn nieuw T-shirt, met als opschrift: Nee, ik heb geen ochtendhumeur. Ik ben gewoon zo een zeikerd!
Mario
*Stefan Imschieten is een sterk werkwoord en wordt als volgt vervoegd: Stefan Imschiet, Stefan Imschoot, Stefan Imgeschoten. Het speciale aan dit werkwoord is dat het alleen in de verleden tijd enige betekenis heeft. En dan ook nog niet overdreven veel natuurlijk.
Zondag 29 mei 2022. Mendonk en de Rudy Declercq bossen.
Met 11 alweer: Luc, Jo, Rudy DC, Rudy R, ikke, Stefan, Thomas, Pieter, Johan, Axel, Davy. Ook de beekes waren weer zo goed als voltallig en zelfs Rudy V en eega waren al terug uit de Vooogeeeeezen.
Er is er maar ene die zijn nieuw truike niet aan heeft, en die verkiest te verschijnen in een truike met opschrift ‘BeMC’. Voor één keer zien we dat dan door de vingers, Thomas. Want ja, als je de Belgian Mountainbike Challenge van rond de 300 km en 8000 hoogtemeters in de bossen, op 4 dagen tijd, aankunt, dan moogt ge al eens stoefen met het truike dat je er aan overhield. Onder andere Jan Willems en Rudy Vergeylen deden het hem al voor.
Jo Roels is eindelijk klaar om weer met de aakes mee te koersen. Hij zit wel de hele rit serieus af te zien (en wat dan nog!? Ik ook toch, elke week) en op het eind is het helemaal op. Maar sjapoo, Jo, als je vergelijkt met waar ge enkele maanden geleden stond: volledig op nul. Terten en zwijgen, zeggen we dan, en het komt nog helemaal goe.
Stefan - wiens naam me eerst even niet te – Imschoot (1), rijdt met een windstopper, en trui met lange mouwen. Schrik van de kou en de regen deze morgen, maar het blijft bij twee vlaagjes: een klein vlaagje en een heel klein vlaagje.
Nog maar in de Drabstraat, en we moeten wat wachten, want Davy moet wisselen van fiets. Gelukkig is zijn woonst om de hoek en pakt hij rap één van zijn 7 andere fietsen. Axel rijdt ondertussen al verder, en het duurt tot in Desteldonk vooraleer we hem weer oppikken. Die moet rap gereden hebben, zeg!
Zelf rijdt de bende 75 km aan 26 per uur. Das rap, das eel rap, zeker gezien het vele oponthoud, vooral door Davy en door een hond (zie verder), en toch wat kronkelpassages door bossen. Vraag het maar aan mijn beentjes. Maar het was dan ook plat, met veel asfalt en veel gravel. Gravel: Dat wil zeggen dat ze veel van de schone boerenwegelkes verkl(2) hebben: effengetrokken en gebetonneerd of met grint overgoten. Kwestie dat sommigste middenstanders/aannemers ook een frank mogen verdienen. Eentonig, saai en steriel, maar wel veilig en proper, hoor!
Even verder moeten we stoppen, want Davy zijn banden staan te hard. Even wat lucht aflaten.
Ons gemiddelde van 26 is niet te onderschatten omdat we zoals gezegd toch ook een hele tijd rondkronkelen in de Rudy Declercq bossen maar dan wel volgens de inzichten van Rudy Rogiers die heel wat improviseert en wat nieuwe wegelkes detecteert, met zijn aangeboren GPS.
Ik vergat nog te vermelden dat we eerder in Destelbergen even hadden moeten halt houden. Want Davy zijn banden stonden te slap. Even wat lucht bijpompen.
Schoon bossen, alleen spijtig dat daar de hele tijd zo een geur hangt van (3)nt. Maar dat ligt niet aan het bos, maar komt door een voorval dat voorviel en dat in de 22 jaar dat ik door de bossen en velden rij nog niet was voorgevallen. Was me daar de grote roerhanger zelve, de genaamde RR, in een hondenst(4) gereden. Toch wel van het ambetantste dat ge kunt tegenkomen. Al die wandelaars met hun honden ook. Steeds meer. We stoppen midden in het bos, maar daar staat geen gras om het euvel te verwijderen, alleen br(5) en denneb(6). Of was dat nu toch nog iet anders dan (3)nt? Immers, bij navraag blijkt dat Johan zijn incontintentiepamper weer eens vergeten aandoen is!? Nee toch! In alle geval, mijn WC-papier dat ik al jaren bij me heb, komt eens goed van pas, al gat ik altijd een andere toepassing in gedachten gegat.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om een energie-reep te verorberen. Iemand goesting in een sok-klaa-koekske? zo vraag ik in mijn beste Kalkens. Maar kijk, ook raar, er zijn gelijk geen liefhebbers.
En ja, we gingen gelijk hoe moeten stoppen hebben, want Davy had een snottebel en moest zijn neus eens snuiten.
Elke keer als Thomas en Rudy R gas geven, moeten de meesten de rol lossen. Alleen Stefan en Pieter kunnen soms eens mee. Maar ja, gelijk hoe, dan moeten ze verder toch weer wachten op de rest van de meute, hé. En op Davy, want er zat een vlieg op zijn neus, en hij moest efkes stoppen om ze weg te jagen.
Luc Krick heeft gelijk veel praats vandaag. Vandaag is hij niet op zijn mondje gevallen. Ivan, die ons met zijn gekneusde ribben van 2 weken geleden opwacht in de Beize, wel: Zo te zien, zelfs een keer of 5 na mekaar, en dan nog efkes blijven doorbotsen. Ivan, zie mijn advies dat reeds van pas kwam toen Axel op zijn ribben viel, in een vorig verslag. Voor uw wezen kan ik geen raadgevingen verstrekken, want daar valt er verder weinig aan te doen, helaas.
Thomas wint de sprint (denk ik, want zelf was ik aan het uitbollen, om mijn ouwe moteur op ralenti te laten komen). Thomas wint, ondanks dat de sprint halverwege stilgelegd moest worden. Want Davy had wat last van krampjes.
Ivan en Rudy DC verjaren, en Rudy zit nu zelfs op Tram 6. De 60-plussers komen zo stillekesaan in de meerderheid. Dus trakteren beiden. En toch leg ik daar nog eens 5 euro in de pot bovenop! En gijle nu!?
Nog een raadgeving voor in de Beize: roep de cafébaas altijd met zijn voornaam (Koen), maar gebruik nooit ofte nimmer het verkleinwoord! In het Westvlaams betekent dat immers iets anders (7). Niet dat het veel verschil maakt wat je roept op de cafébaas, want het is (gelukkiglijk) toch Nadine die komt opnemen.
Mario
Ja, ik weet het, mijn woordspelingen op ‘Imsch(2)’ geraken op. Maar er sch(2) mij Immers niks anders te binnen.
Zondag 24 april 2022. Johan, Luc, Rudy DC, Axel en ikzelf.
Wat een verschil met verleden week toen we hier met 15 man stonden. Nu kunnen we eens een tandje bijsteken. Ik kan dat altijd trouwens.
Maar nee hoor. We maken er een rustig ritje van richting Dendermonde. Nadat we onder leiding van Axel de Meersen eerst kriskras in alle richtingen doorkruist hebben, gaat het uiteindelijk toch de goeie richting van Dendermonde uit. Op de dijk van de Costa Zela zet Rudy DC zijn cruise control aan: hij doet dat ritje elke dag, met zijn gewone velo. Nog een jaar of twee volhouden, Rudy! Rudy haalt een wielertoerist terug in die ons eerder aan 34 per uur was voorbijgestoken. Is dat even schrikken voor die mens. Zodanig schrikken dat hij plots onverwachts wil afslaan. Ik kan hem niet ontwijken en maak aan hoge snelheid fietscontact. Bijna deed ik een Lampie, maar ik kan nog juist het ergste vermijden. Dat komt natuurlijk door mijn, euh, grote technische bagage, maar vooral door eel veel sjans. Daar lag ik bijna weer voor een paar weken in de lappenmand, vol kasseibrand. Die wielerterroristen, hé.
We doen de klassieke Dendermonde toer, toch altijd leutig. Tot Axel beslist van een andere route te pakken, in plaats van via de Oudegem spoorwegbrug nabij het papierfabriek de Dender over te steken. Schoon wegelkes, en we komen op grondgebied Denderbelle. Ik begin dus te bellen, zodat ik bellend door Denderbelle kan denderen. Weet je eigenlijk nog waar we zijn? vraag ik Axel. Neen, zegt hij, maar straks komen we hier aan het water uit en dan wijst het zijn eigen wel uit. Niet dus. We staan daar ergens plompverloren aan de Dender en op het punt om rechtsomkeert te maken en toch maar Oudegem brug te zoeken. Ja, het is te lang geleden dat ik hier nog geweest ben, zegt Axel, het is met die Corona. Als je maar een steek-waarop hebt, hé.
Johan zat er wat te warmpjes in en maakt van de gelegenheid gebruik om zijn incontinentiepamper te verversen*. Alsdusdanig en aldusdoende ziet hij daar een wegeltje tussen de beginnende tingels liggen, dat de juiste richting uitgaat. Axel is al weg, wij gaan dan maar volgen zeker. Dat wegelke blijft maar duren, zeker een kilometer rechtdoor, langs de Dender, door de tingelen die ons regelmatig te pakken hebben aan onze enkels. En dat voor de eerste keer dat ik met korte broek rij vandejaar, foetert Rudy. We zien al Oudegem brug liggen. Tot we plots voor een sluis staan, afgesloten met metershoge draad. Hier komt de Beitebroekbeek uit in de Dender, voor wie het wil weten. Geen doorkomen aan. We horen daar wel de eerste koekoek van het jaar. Koekoek, koekoek, roept de koekoek: Keren jullie maar lekkertjes een kilometer door de tingelen terug, simpelaars. Veel beitebroek gewenst. Ondertussen komen die tingels al hoger natuurlijk, want ze zijn intussentijd alweer wat bijgegroeid! Wat ben ik blij dat ik die rit niet uitgestippeld heb en vooral dat Ivan er niet bij is! Ik ging het weer mogen horen hebben.
In Schoonaarde wordt het nog brikoleren want de wegel langs de Schelde naar de brug ligt ook helemaal opengebroken en we moeten naar beneden klauteren. Johan neemt er weer een selfie.
Gelukkiglijk was het heerlijk toeven** op het Beize terras in het zonneke, zeker als ook de beekes toekomen: Rudy en Nadine, Els, Sabine en Nancy. Nancy was zo pompaf dat we haar met stoel en al moesten oppakken om aan tafel te schuiven! Johan P. was gaan wandelen in zijn nieuw tenuke en zat er ook! En Jo stond er zonder tenuke. Zo kunnen wij het ook, zunne.
Nog meegeven: Er zijn nekwarmers besteld voor iedereen die lid is en regelmatig meerijdt. En ook voor alle leden die regelmatig eens meerijden. Want Danny verwacht blijkbaar een koude zomer. Voor Jeffrey hebben we maar meteen de grootste maat gepakt. Spijtig genoeg was er niet groter dan 6XL, dus Jeffrey, het gaat toch nog een beteke spannen rond uw nek, jongen. Tja, de ene mens heeft nu eenmaal een wat dikkere nek dan de andere, daar is niets aan te doen. Maar bij Jeffrey vraag je je toch telkens weer af hoe ze het gedaan gekregen hebben om zóveel pretentie samen te persen in één mens!?
Mario
* Of was dat nu gewoon een plasje?
** Toeven is een zwak werkwoord en wordt als volgt vervoegd: ik toef, ik toefde, ik heb getoefd. Pastmaarop of een toef op uw ...
En nog wat foto’s van deze week.
1.De jongskes waren in Dardennen. Jan Willems en Frank Van De Steen ook.
2.De ouwkes aan Schoonaarde brug. Let op de vele pixels van deze foto en hoeveel beter de deelnemers aan deze foto er uit zien dan de deelnemers aan de vorige foto.
3.Danny aan het genieten, toevend bij zijn lievelingswegelke te Lede
Zondag 17 april 2022. Paaaasen. Pedaaaank foor die bloe-oeme. Moerbeke en Sidmar bossen.
Schitterend Paasweer. En wijl we verzamelen op het kerkeplein geven de Paasklokken van jetje. Van de mooiste momenten in een mens zijn leven. Staan we daar nog eens met 15 man ook. Koen, Johan, Stefan, ikke, Davy, Rudy DC, Luc, Dirk, Thomas, Jeffrey, Axel, Ivan, Danny, Jan, en jawel hoor, Olivier Vandevijver, één van onze sponsors, van Vandevijver Tuinbouwmachines*. Rudy Rogiers is er voor de laatste keer niet bij en verkiest de kasseien van Roubaix.
Een paar paasopstandingen: Stefan, Davy en Dirk. Bij Dirk was het dak van zijn tuinhuis weggewaaid, zodat hij weer binnen moest slapen. Dat kon niet blijven duren, zodat hij dus eerst en vooral zijn tuinhuis weer in orde moest brengen, vooraleer hij met zijn vriendjes mocht gaan fietsen. Davy hadden we sinds nieuwjaar niet meer gezien en dat was er dus aan te zien. Op het einde was het vat af. Koen Oosterlinck staat er zwaar overkleed bij, met zijn pardessus en plastron. Op zijn paasbest.
Aangezien ik gisteren vernomen had van sponsor Olivier Vandevijver, Tuinbouwmachines*, dat hij eindelijk eens ging meerijden, had ik gevraagd dat Rudy Clerk-met-de-klein-wielekes de ritverantwoordelijke ging zijn, bij afwezigheid van Rudy Rogiers, en ook omdat we zo een brokkelrit gelijk verleden week nooit meer willen meemaken!
Wat was me dat zeg? verleden week. Minstens 80% offroad, veel nieuwe wegelkes, singel trakskes, bruggetjes, kleine landschapselementen, mooi fris weer, geen te strak tempo, kortom, alles er op en er aan, aan de kanten van Westrem, Bavegem en Gijzenzele. Ja, hier en daar was er een landbouwbedrijfsleider die nog niet goed weg kon met zijn nieuwe monstertracteur en de wegel had meegeploegd, en ja, het had nog eens geregend de week ervoor zodat het hier en daar eens wat drassig lag en ook de mollen hadden zich niet onbetuigd gelaten om hoogtemeters toe te voegen aan de wegels. Maar nee hoor, dat nooit meer! Dan kwam Axel nog ongelukkig ten val ook. Gekneusde ribben. Pas vandaag kon hij weer asemen en staat dus aan de start. Volgend advies, Axel, voor gekneusde ribben (van een ervaringsdeskundige): niet niezen, niet hoesten, niet lachen, niet hikken en best niet eten en niet drinken, zodat ge u niet kunt verslikken. En dan is er nog iets dat ge best niet doet, maar dat ga ik hier niet uitleggen. En ik ga er geen tekeninkske bij maken ook niet. En a ja, het is dan nog te hopen dat ge dan juist geen last hebt van obstipatie! Haha, dat wens je echt niemand toe. Het was dus een ritje dat aan de ribben was blijven plakken, bij de ene al wat meer dan bij de andere.
Clerkske liet weten dat hij nog in de Schorpioen zat, maar dat het in orde ging komen. Moet was ook blij. Maar wat moet Moet hier bij komen doen? zo vragen de mensen, die regelmatig eens de Schorpioen frequenteren, zich af. Awel, Moet was blij dat ze eens een uurtje vroeger in haar bedje bij de Woesten kon kruipen, aangezien Rudy nu op zaterdagnacht om 2 uur ipv om 3 uur huiswaarts keerde. Marie-Jeanne had nog wel efkes willen blijven, maar ja, de plicht roepte.
En dan zijn we weg, richting Moerbeke en Sidmarbossen (of Kloosterbos), beter gekend als de Rudy De Clercq bossen. Kom Axel, zo zeggen wij, we zijn Ribbe Debie.
Op Heiende brug gaat het gelijk voor geen meter. Maar het is toch geen waar, hé. Het is weer die dekselse Jeffrey – van wie het grootste deel van zijn familie vaste klant is bij – Debrouwer, die aan mijn zadel hangt. Maar dan laat hij los en geeft nog een klein duwke bij – ter compensatie van zijn kwaadaardigheid – en ik schiet vooruit. Boven op de brug kom ik als eerste toe. Het eerste wapenfeit van de dag is, euh, een wapenfeit.
Opa, zo vragen mijn kleinkinderen binnen luttele jaren, vertel nog eens van uw strafste prestatie in uw leven. Wel, kinnekes, vertel ik dan, ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Het was Pasen 2022. Ik was nog jong, pas 62. Het was schitterend weer en we waren met 15 man bezig aan de lange beklimming van Heiende brug. Maar het ging gelijk voor geen meter. Zweten, afzien. Tot ik ontdekte dat Jeffrey, jullie weten wel - die snoodaard waar ik al zoveel over verteld heb, weer eens van mij aan het profiteren was door aan mijn zadel te gaan hangen. Ik schoot daar in een westvlaamse koleire en ontwikkelde zóveel wattage dat Jeffrey niet anders kon dan lossen en pardoes terug viel naar de voet van de beklimming. Zelf schoot ik weg gelijk een raket, en niemand, maar dan ook niemand, zelfs Rudy Rogiers niet, en zelfs die zijn broer niet!, kon me nog inhalen. Het heeft zelfs in een verslag op het internet gestaan! Heb ik ze daar allemaal eens een poepje laten ruiken, zeg!**
Deze inspanning is er bij Koen al teveel aan, overkleed als hij is, en nog voor het Heiende ontploft hij van de hitte, en koersen we voort zonder hem. Die Oosterlingen de dag van vandaag, erg explosief.
Rudy leidt ons gezwind laverend door de bossen en de bomen. Toch een valpartij. (Wat is dan het verschil met verleden week!?) Het was weer eens Stefan, zoals steeds zijn geweldige zelf, die Im – den decor – Schoot.
Voor sponsor Olivier, die wedstrijden rijdt, is een ritje als dit klein bier, maar als het vertraagt om op de ene of de andere te wachten, roep ik dan altijd: ‘Wachten, mannen! Olivjee is weer niet mee!’ Hahaha. Wat ben ik soms toch grappig! Haha. En het rijmt nog schoon ook. Ja, de jongeren onder ons, Olivier, Jeffrey, Thomas, (Davy een beteke) leggen er soms eens de pees op. Ze halen natuurlijk nooit het niveau van bvb. Luc, Rudy DC, Ivan, Johan, Danny, en mezelf, of pakt nu Rudy Rogiers, toen we nog zo pril jong waren als zij, maar ach, ze doen zij hun best en meer kunnen wij niet vragen.
Na een vlotte vlakke rit van 70 km aan 24.8 induur over stoffige wegels, nog gewonnen door Luc, na een helse achtervolging, besluit ik, op het terras van de Beize, eens een dubbele inleg in de pot te leggen. Het is Pasen voor iedereen en het zonneke schijnt, er is mijn historische overwinning op Heiende brug, en na al die jaren voel ik me eindelijk een beetje geïntegreerd, wat niet makkelijk is geweest, als westvlaming in Kalken. Maar zie, Stefan is blijkbaar op Tram 5 gesprongen en trakteert. Proficiat, Stefan, al zijn het vooral uw pa en ma die daar verdienste aan hebben, zeker in uw geval. Wat die mensen allemaal niet hebben meegemaakt, zeg. Ook onze sponsor trakteert bovendien. Dat andere sponsors, vooral zij die het spul verkopen, dáár eens een voorbeeld aan nemen, zou ik zeggen. Dat moet daarom niet elke week zijn. Om de over andere week is ook al goed.
Dus ja, dan geeft het niet op dat die mensen trakteren als ik dubbel ingelegd heb, hé. Ik neem dus de helft van mijn inleg terug, uit principe. Dan heb ik nog altijd meer ingelegd dan dat ik zelf ga consumeren. Mannekes, mannekes! Dat had ik niet moeten doen. Dat had ge moeten horen. Als ge westvlaming zijt, is dat echt het laatste dat ge hier moet doen. Heb ik het daar mogen horen zeg, van gierige westvlaming hier en gierige westvlaming daar. En ik die zo-even nog dacht dat ik geïntegreerd was. Dat mag ik op mijn buik schrijven, waar er trouwens steeds meer en meer plaats is. Mijn reactie: Ik trakteer dan ook maar eens de hele meute. Zomaar. Zo deden wij dat vroeger in de Westvlaanders elke week. Ik vergeet dan nog de rest van mijn inleg terug te pakken zeker, als ik naar huis vertrek! Kalf dat ge zijt!, zou Lampie zeggen. Mag ik er nog even aan herinneren dat ik 12 jaar geleden de laatste was die groot feest gaf voor mijn 50°, met BBQ en drank gratis voor 60 man, met twee hoogstaande optredens, en dat alles in de plaatstelijke cultuurtempel, CC de Beize. Geen feesten meer gezien sindsdien, al zijn er heel wat die ook 50 geworden zijn in de tussentijd.*** De éérste die ik nu nog hoor over gierige westvlamingen, hé!, euh, awel ja, dat vind ik dan echt niet geestig hoor.
Gelukkig sluiten we de rit af met een massale groepsfoto, met twee sponsors in uitrusting erbovenop. Twee sponsors, inderdaad, want ook Rudy Vergeylen, van badkamers en keukens RV*, is erbij, naast sponsor Olivier Vandevijver, Tuinbouwmachines*.
Uw aller toegenegen verslaggever, Mario, met speciale dank aan sponsor Olivier Vandevijver, Tuinbouwmachines* (dat is dan vier keer, Olivjee, als ik goed kan tellen).
*Olivier, per vermelding in het verslag van een firma reken ik normaal 20 euro, maar voor een sponsor is het maar 19 euro. Niet nodig over te schrijven. Ik breng dat dan zelf wel in mindering bij mijn volgende onderhoud of herstelling. Graag gedaan!
Rudy, bij jou kan ik dat niet in mindering brengen, dus misschien dan toch ...?
**Heu, gasten, sorry, dat laatste was echt niet mijn bedoeling, maar op mijn leeftijd hebt ge dat niet altijd onder controle, zeker niet bij zo een inspanning. En trouwens, ik dacht toch dat Jeffrey direct achter mij reed, dus ja, dat was mooi meegenomen. Het is trouwens de belangrijkste reden waarom het aangeraden is om niet achter Danny te rijden. En zeker niet als hij bonen gegeten heeft.
*** Voor de eerlijkheid en volledigheid: Danke, Guy Roels en Annemie en Rudy V., voor jullie feestjes voor ulle 60°! Beste 50+ Modderfokkers: kansen te over dus om dat op jullie 60° alsnog recht te zetten. Haha, die hadden jullie niet zien aankomen, hé. Dat zal jullie leren van mij gierig te noemen. Da.
En, euh ja, wij vieren ook graag veertigers en zelfs dertigers. Het één sluit het ander niet uit, hé.
Hieronder de groepsfoto. Die met het nieuwe modderfokkertruitje juist voor Ivan, jaja, dat is Jan, die trouwens ook een feestje gaf, voor zijn 40°. Een trendsetter, zo mogen we hopen!
Zondag 3 april 2022. Waasmunster en Donkmeer. Vrieskou en lichtjes kouwe noordwesterwind, maar al veel warmer als gisteren. Mooi weer voor de Ronde van Vlaanderen. Staan paraat: Kenneth, Koen, Jeffrey, Ivan, Rudy DC, Mario, Johan VH, Axel, Pat. We gaan ons wat amuseren in de bossen van Waasmunster om dan tegen 11 uur aan het Donkmeer te staan om de renners van de Ronde te zien passeren.
Het eerste uur heb ik weer eens last van slapende armen en nu ook nog van slappe benen. Niets van macht. Het gaat echt voor geen meter. En ik vraag me af: Wat doe ik hier!? Wat vond ik hier vroeger zo plezant aan? Wat is de zin van mijn bestaan? Ik ben hier niet graag! Maar dan kom ik er meer en meer door en eer we in Waasmunster zijn ben ik weer in form: ze moeten tenminste niet wachten op mij.
Waar ik ook weer veel last van heb, is van ‘pesten op de hobby’. Het komt door Jeffrey. Dan eens aan mijn zadel gaan hangen zodat ik nóg trager vooruitga. Dan weer in de weg rijden. Of een paar keer tegen mijn achterwiel rijden. Gewoon: geen ouwe mensen met rust kunnen laten, dat is het. Ik moet zeggen, ik heb dat soms ook een beetje. Sorry, Ivan en Danny. Op school moest Jeffrey mij ook altijd pesten. Ik zei dat dan soms tegen de meester: ‘Meester, meester, Jeffrey, die pest mij altij-ijd’. Maar dat was niet veel avans, want Jeffrey was het lievelingskindje van de meester. Dat was ook niet moeilijk. Elke keer het er op leek dat de meester ging vergeten huiswerk te geven, was het Jeffrey die zijn wijsvingertje in de lucht stak en dan knippen met zijn middenvingertje tegen zijn duim, om de aandacht te trekken: ‘Meester, meester, wij hebben nog geen huiswerk gekre-egen vandaa-aag!’. A zo één is dat. Een echte gatlekker!
Jeffrey heeft ook allerlei snufjes aan zijn velo. Zo bijvoorbeeld heeft hij een zadel dat verstelbaar is van hoogte. Hoe, zult ge zeggen, ik heb dat toch ook, zo een zadel. Ja, maar bij hem: binst dat hij rijdt, hé! Op de laagste stand is het alsof Jeffrey een gast is van 2 meter die op een kinderfietske rondrijdt. Maar waarvoor dient die laagste stand dan, Jeffrey? zo vragen wij. Ha, dat is voor als ik met Axel wil babbelen, antwoordt onze snotneus.
Rudy Klerk neemt de leiding naar en in de Waasmunsterse bossen. Meestal gaat dat goed, maar een paar keer doen we dezelfde wegel. Dat is allemaal zo erg niet, hé, uiteindelijk komen we toch altijd in de Beize uit, dus wat doet het ertoe. Alhoewel, Rudy, zo 7 keer dezelfde wegel op 1 rit, dat is er toch wat over, man. De meer noordelijke bossen liggen de Rudy beter qua parkoerskennis.
Op weg naar het Donkmeer, ter hoogte van Heikant, pakt Kenneth nog eens over, maar het is eerder een demarrage, aan de snelheid waarmee. Er valt subiet een gat van 10 meter dat we dan mogen proberen dicht rijden. In plaats van uit de wind gezet te worden, moeten we de ziel uit ons lijf rijden, ook nadat het gat is dichtgereden. Als ge met uw macht geen blijf weet, hé.
Jeffrey probeert er de moed in te houden. Als we aan ‘t Amerikaantje in Zele passeren, begint hij van ‘Tam, tam, tam, tamteramtetam, tamerikaantje, tamerikaantje’. Euh, was dat een poging tot zingen?
Van Zele naar het Donkmeer rijdt ons bendeke ongeregeld tussen de rijen supporters die al klaar staan voor de echte koereurs. Een aparte ervaring. Ge rijdt subiet 5 ter uur rapper. We posteren ons aan het Donkmeer. Nancy, Annemie en Jo zijn daar ook. En kijk, wie passeert er ook nog, voor de renners uit in een VIP-buske? Jawel, onze wegkapitein zit aan het stuur! Rudy Rogiers rijdt rond met andere VIPs. Zo rap eens zwaaien kan er nog net van af, ja, maar eens efkes stoppen om deftig goeiendag te zeggen, ho nee, zunne, dat is teveel gevraagd. Allemaal dezelfde, eens ze onder elkaar zijn, die Very Impotent People. En? Zag ik daar niet het orloosjke van Bartje Versluys blinken aan Rudy zijn pols?
Ik moet zeggen, dat is wel rap gepasseerd, zo een peloton aan 45 per uur. De enige die ik meende herkend te hebben was Museeuw, in zijn Mapei-truitje. Maar volgens Kenneth doet die al 20 jaar niet meer mee. Allez, hoe kan dat dan?
Ik vertrek vroeger richting beizewaarts, maar wordt in de Boombosstraat nog voorbij gezoefd door Jeffrey, met Kenneth in het wiel. In de Beize zijn reeds aanwezig: Rudy V., Guy, Johan P., Els en Sabine. En later spotten wij ook nog Danny en Luc, die apart binnenkomen, zodat rond 12 uur de Beize vol zit met (19, als ik goed geteld heb) Modderfokkers. Mario