Patjen-29er-Roels
nodigde ons uit naar de laatste safety jogger classic te Oudenaarde. Veel had
ik er niet verwacht zo daags na Kalkenkermis, toch stonden er een 5-tal om
07u30 aan Kalkenkerk : Patjen, Steven,
Gert, Davy en ik.
Frank-frankenstein-Vander
steen liet per sms weten dat het te nat, te zat en te laat geweest was, en
haakte af.
Om 08u30
zaten we ginder op den vélo, direct redelijk wat modder gezien de regen van de
zaterdag. Er stond ons wat te wachten, 2x de Koppenberg, 3x de Kwaremont, 1x de
Paterberg en zo nog wa van die schone dingen tijdens de 60km lange tour.
Steven,
Patrick en Gert rijden vlot daar waardoor Davy en ik besluiten ons eigen tempo
te rijden en die mannen te laten gaan. Bij de 1° bevoorrading komen we niet
veel achter hen toe en krijgen te horen van Steven dat hij de strijd moet
staken wegens materiaalpech. Chainesuck keer op keer, en ge hebt daar een klein
blad, echt nodig. Met 4 verder dus. Bij de 2° bevoorrading komen we alle 4 nog
eens samen en vertrekken Patrick en Steven voor mij en Davy. Niet veel verder
krijgen we daar een helling in het zicht waar we iedereen zien te voet naar
boven gaan. Davy stopt vóór de helling, houdt iedereen tegen, en zegt dat hij
gaat proberen boven rijden. Steil naar boven, dwarse boomwortels en al wat niet
deugd. Achter ons krijgen we het commentaar dat er niemand boven raakt, toch
proberen denkt Davy. Davy zet aan, en ik ben zedelijk verplicht te volgen.
Bijna het kleinste verzet, stukken op en van het zadel, trekken en sleuren, en
alle 2 boven zonder stoppen noch vallen. Boven krijgen we van toeschouwers te
horen dat we bij de eersten van de dag zijn die al fietsend boven geraken, wij
blij natuurlijk. Achteraf krijgen we te horen dat Steven ook boven gereden is,
Patrick was blijven haperen achter de grootste boomwortel en zachtjes op zijn
zij gevallen.
Na een klim
volgt logischerwijs een afdaling. Bijna beneden zie ik een zwerm wespen hangen,
stoppen ging niet, er door dus. Met als resultaat ne fermen stek onder mijn
knie. 50m verder stop ik en hoor ik achter mij Davy ai roepen, die hadden ze te
stekken in zijnen bovenarm dwars door 2 mouwen. Davy kon beginnen uitzuigen, ik
niet wegens niet flexibel genoeg om er aan te kunnen. Direct alle 2 een serieuze
zwelling (op arm en been voor alle duidelijkheid).
Een eind
verder staan Patrick en Steven ne band op te pompen, we rijden ze voorbij en
wat later halen ze ons weer in. Patrick bleek ook gestoken te zijn van die
zelfde stomme beesten. Net als ik kon hij er ook niet aan, maar Steven heeft
bij Patrick gezogen. Ja, die kennen elkaar blijkbaar al wat beter dan ik en
Davy elkaar kennen.
Van dan af
hebben Davy en ik, de andere twee steeds in het vizier. Tot wanneer Patrick
onder spanning begint te geraken. Het was wel de verkeerde spanning, het was
die van nen elektrieken wei-draad waar hij in lag. Eventjes bekomen en hup weer
weg. En blij dat we waren dat we ze nog altijd in het vizier hadden, zo zagen
we Steven 2x vallen op 50m technisch bergop. Het nodige gesukkel was mij
eerlijk gezegd ook niet vreemd.
Bij de 3° en
laatste bevoorrading hebben we onze biestekken laten verzorgen en konden we
aan de laatste 12km beginnen. Onderweg zien we vóór ons, op den rechten end
iemand rechts van de baan, vlotjes de beek in rijden, hoe is dat mogelijk zeggen
we tegen elkaar. Nog een eindje verder moeten we van een trappeken, met ons gat
achter ons zadel rijden we er af om net niet overkop te gaan. Toch ne keer
achter ons kijken zeg ik tegen Davy, dienen grachtenkuiser zal daar gaan zijn.
En ja, voor ons ogen overkop natuurlijk.
Op het einde
werden we nog getrakteerd op een technisch parcours het welke velen lieten
links liggen.
Het was dus
nen schone rit van 60km en 987 hoogtemeterkes.
Bij deze,
collega-verslaggever Mario ne keer verbeteren, vorige week zijn we namelijk
niet naar Erembodegem maar naar St-Martens Bodegem geweest. Het is niet omdat
Poperinge en Poeperinge en Poolman en Poelman en Davy en Dany goed op mekaar
lijken dat het ook het zelfde is.
Ja, het is gelukt. Uit mijn bed raken
om 7 uur op zondagmorgen. Als ik mijn tubeless, die al een paar weken lost,
bijpomp, begint die plots helemaal te lossen. Ai, ai. Ik ga met mijn ouwe velo
moeten rijden. Als ik op de kasseikes van de Steenbeekstraat controleer of mijn
drinkbus goed vast zit, zie ik geen drinkbus. Ze zit nog in mijn nieuwe velo.
Terug naar af. Wat gaat dat hier worden vandaag? Aan de kerk zijn we slechts
met 8 man. Vier rijden naar Erembodegem met de auto: Geert Schepens, Thomas
Bisschop, Roste Senna en één van de Poolman Brothers, maar niemand weet ooit of
het Davy of Danny is. De andere 4 zijn Ivan Rogiers, Patrick Roels, Frank Van
De Steen en den dezen. E o ja, Rudy Rogiers komt ook nog. Als ge maar lang
genoeg wacht. In Overmere pikken we Pascal Lippens op, zodat we met zijn zessen
de 16 km of 18 km (naargelang de bron) naar Grembergen afwerken. Zonder veel
problemen, een goeie opwarmer.
De toer zelf.
Ze kennen bij de inschrijving Rudy nog,
van ietske dat hij is tegengekomen aldaar, 2 jaar geleden. Eerst nog veel
asfalt, maar in de wegels gaat het meteen vooruit. Door de snelheid en het
drummen word ik gedwongen door een plas te vlammen, waarop Frank roept: Zeg,
vetzakske, het is niet omdat gij met een oud krot rijdt dat ge mijn duur
machien ook moet vuil maken hé. Er ontspant zich een hoogstaande conversatie,
en door het geroep om boven het lawaai van wind en fietsen uit te komen, en
doordat ik achter me kijk om mijn hooggeachte collega Van der Steen van
wederwoord te dienen, zie en hoor ik niet dat het plots naar links is. Vlam,
tegen Ivan R. zijn achterwiel en daar schuif ik enkele meters door modder en
steentjes. De Olympia blijft recht, de Giacomelli ligt tegen de vlakte. Gelukkig
van mijn helm. Knie en elleboog vol bloed, en pieken dat dat doet. Ik had het
van in het begin kunnen peinzen dat het mijn dagje niet ging worden! We
besluiten bij meerderheid van stemmen dat ik toch maar verder moet rijden. Eigenlijk
zit er nog veel origineels in het parkoers dat gebaseerd is op de MTB routes
van Waasmunster en Hamme.
Op een
bepaald ogenblik zie ik een eind voor mij er eentje omverklikken, in een
groooote plas. Het is een modderfokker potverdorie, en ja het is Ivan, die aan
het zwemmen is. Een nieuwe discipline? Nee, hij probeert gewoon de rand van de
plas te bereiken om weer bij zijn velo te geraken. Aan de bevoorrading, vertrek
ik rap rap, want als ge zo stil staat, voelt ge goed dat ge gevallen zijt en
beginnen knie en elleboog te verstijven. Als de andere 5 me na 5 minuten weer
te stekken hebben, is het net een technisch stukje. Bij mij gaat dat dan als
volgt: Oeioei, hoe ga ik hier rechtblijven? Amai, die eerste meters ben ik al
rechtgebleven. Ja, ik ben nog altijd recht. Joepie! Helemaal rechtgebleven.
Maar achter mij hoor ik een Husseveldse vloek en een duidelijke Rogiers-stem?
Rudy? Daar hoop je toch altijd op alsje
verslag schrijft. Nee, het is Ivan maar. Maar allez, twee valpartijen van Ivan
in één verslag, daar kikvorst een mens toch ook van op.
Dan is het
ver gedaan met de leute. Ik raak wat achter, en op een bepaald moment is het
parkoers slecht aangeduid en ben ik het kwijt. Ik rij dan maar alleen terug,
van tegen Moerzeke: 25 km windop. Lang geleden dat ik er zo zwaar door heb
gezeten. Wat is mountainbike toch een toffe zondagmorgensport, geknipt voor
50-plussers.
Ivan is blij
om achteraf nog een belangrijk nieuwsfeit te melden. Ik heb het dan wel gemist,
maar het is dan toch gebeurd en het zal in het verslag staan! Want zelfs Rudy
deed nog een knieval. Toen hij te voet naar beneden stapte op een pallet
die over een gracht lag, gleed hij uit en lag bijna op zijn gat.
Mario, met assistentie van Ivan voor
het belangrijkste feit van de dag.
Deze keer
trokken Jan en ik niet naar fouffalize, maar wel naar Bouillon. Weet niet
of er nog andere modderfokkers hebben deelgenomen. We
vertrokken droog maar kwamen al snel in een onweer terecht met veel regen brrr.
Jan deed
de 72km en eindigde knap 4de algemeen en behaalde de eerste plaats bij de
masters. Ikzelf
reed de 45km en werd 12de algemeen en behaalde de 5de plaats bij de elite.
Nu iedereen zich geroepen voelt om verslag te
geven, wat we alleen maar kunnen toejuichen, wordt het tijd dat de ouwe
verslaggever eens een verslag terug geeft, euh, terug verslag geeft, zeker nu
er zich tijdens de rit van de Scheve Villa een historische gebeurtenis heeft
voorgedaan.
De
hele nacht weeral gegoten, dus dat belooft, maar Modderfokkers laten dat niet
aan hun hartje komen, want Ivan R. telt 29 man en vrouw aan de Scheve Villa,
startplaats voor de rit van de Chiro van Berlare. Voor ik het weet, ben ik mee
met de aakes en moet na een km of 8 de rol lossen. Even later krijg ik zelfs
een klop van de hamer en moet ik stoppen om iets te eten en het is maar dankzij
een banaan van Karel dat ik me kan redden. We kunnen nog net aanpikken als even
later de beekes passeren. Gelukkig. Anders zie ik ze al denken: pfoeh, dat
rijdt nog eens mee en dat denkt al meteen dat hij met de aakes meekan en kijk
zie, al subiet een klop van de hamer. Die Mario kan zichzelf nogal eens
overschatten, de blaas. Ja, de mensen kunnen wreed zijn. Maar allez, ze denken
dat toch niet te lang omdat Karel en ik even later ons op kop zetten om onze
maten uit de wind te zetten. De eerste helft van de rit kan als volgt
beschreven worden: hoe rijg ik zoveel mogelijk wegeltjes op een zakdoek grootte
aan mekaar zonder dat ze mekaar kruisen. Ik denk dat we een keer of 4, om de 10
minuten, door Uitbergen passeren. En plassen, plassen, plassen. (Ik bedoel het
zelfstandig naamwoord, niet het werkwoord!). Even later rijden we de aakes in
verspreide slagorde voorbij. Eer de eerste aakes gesnapt hadden dat de laatste
een platte band had, waren ze al een paar km verder. Zo rijden de beekes
voorop. Het staat trouwens voorspeld in de Bijbel: De beekes zullen de aakes
zijn.*
Van
regen blijven we grotendeels gespaard, maar de kasseien van de Koningsstraat
tussen Overmere en Uitbergen liggen er natuurlijk gevaarlijk glad bij. Ik heb
van Rudy R. geleerd dat ge daar zo rap mogelijk moet overrijden. Drie voordelen:
ge foelt ze minder, ge valt minder rap, en vooral: ze zijn rapst achter de rug.
Groot nadeel: als ge dan toch wel valt, dan doet het meer zeer, want zo een
kassei, dat geeft nu eens geen beetje mee, hé. Net als ik, op kop, de registers
heeltegans wil opentrekken voor de laatste honderd meters kassei (volgens
welingelichte bronnen reden we toen 37), geroep en getier. Een valpartij. Dirk
H. is onderuit gegaan, en Rudy DC moet daardoor in de remmen, maar valt dan
natuurlijk ook. Dirk mag direct naar huis: velo en vent met serieus blessures.
Gelukkig is het niet ver. Rudy DC, zelf toch ook een blok beton, denkt nog te
kunnen rijden, maar even verder wordt het duidelijk dat de ribben niet meer
meewillen.
Ondertussen
zijn door ons oponthoud de aakes weer komen aansluiten, maar even verder zitten
Karel en ik met een paar straffe mannen voorop in de meersen: Bart Van Hecke en
Geoffrey Maes. Ter info: Bart zijn mama en papa reden ook mee maar dan wat
meer naar achteren. Vraag me niet hoe wij daar zo plots voorop zaten. Waren de
anderen blijven hangen bij Rudy DC, in een plotse opwelling van solidaritititeit? Als
we, uit de meersen komende, rechts afslaan naar achter de zoutfabriek, is de
rest nog steeds niet te zien. Als we in de Uitbergse straat komen, zien we echter
de hele bende modderfokkers (as en bs samen) voor ons uitrijden, richting
Kalken. Zij hebben dat onnozel omwegje achter de zoutfabriek niet gedaan. Groot
gelijk eigenlijk, want dat spel is veel te smal en met mijn beperkte rijkunsten
ben ik dan ook efkes in de haag blijven hangen.
Zo
rijdt de hele bende weer samen tot aan de 2° bevoorrading. Het laatste stuk
voor de bevoorrading is via de blauwe steen naar de scheldedijk aan de Aard.
Door de voorbije regen en door de werken aldaar, ligt het behoorlijk smerig.
Als we smerigheid graderen op een schaal van 0 (heel proper) tot 5
(super-smerig), dan gaat een score van 7 en een half er niet ver naast zijn. En
daar gebeurt het dan, aan de bevoorrading: het historische feit waarvan hierboven
sprake, nog nooit gebeurd in de 12-jarige carrière van de modderfokkers. Het
begint bij Jan W die Dirk DB opstookt om aan Rudy V voor te stellen dat we
ermee ophouden. Rudy V valt eerst uit de lucht, maar dan, ja, dan zegt hij:
Eigenlijk zijn we onze boel aan het kapot rijden. En dan zegt ook Rudy R, yes
himself, dat hij het ook zowat gehad heeft. En dan gebeurt het. Ge gelooft het
niet. Wat ga ik nog allemaal in mijn jonge leven moeten meemaken!? Collectieve
opgave van de Modderfokkers. Reden: te veel modder!
Karel
en ik zien dat anders, voor die ene keer dat we dan meerijden zeg, voor die ene
keer dat ik uit mijn bed geraakt ben, en er staat nog maar 42 km op de teller,
en het is nog niet eens 11 uren, en vuiler kunnen we toch al niet meer worden,
en de beentjes zijn goed wonder boven wonder na de vroege appelflauwte. We
besluiten nog tenminste een half uurtje verder te rijden, maar rijden
uiteindelijk toch de rit helemaal uit. Slechts nog efkes wat modder en dan
komen de schoonste stukjes nog, over het gras van de Paardenweiden, op en af de
dijken aldaar, over een houten spel, door de Zandbergen, op en af het
privé-stukje dat elk jaar alleen voor deze rit open gaat en waar ik voor de
eerste keer in mijn carrière bovenraak. Alles nog wat technischer door de
glattigheid.
Na
1 Duvel aan de Scheve Villa het achtste wereldwonder, ge moet daar echt eens
binnen gaan - komen daar ook nog Pascal L en Axel T aan. Die waren wat
achtergebleven om Rudy DC te ondersteunen en hadden zo de zeer ernstige feiten
die zich een uur eerder op de dag hadden voorgedaan, gemist. Ook zij geloven
hun oren niet.
Mario
(ja,
ondertussen toch al een beetje bekomen van de shock, het lukt wel, weest maar niet
ongerust over mij).
*
De laatsten zullen de eersten zijn.
PS. Valt er enkel nog toe te voegen dat Dirk De Boever nog een Johnie Hoogelandeke gedaan heeft. Op de terugweg naar huis, op het dolemietwegelke van Schellebelle-aard naar de schilderes, wipt hij net niet hoog genoeg over een omgewaaid boompje, en belandt in de piekdraad, en valt daarbij nog eens plat ook. Gelukkig is er Els H, de sponsor die ervoor gezorgd heeft dat we ten eeuwigen dage met een pikuur op ons achterwerk rondrijden, om hem in de Beize te verzorgen.
Met zon 7 dames vertrokken we woensdag om 7u30 richting
zee. De 7 dames : Nancy, Linda, Karine, Nadine, Veerle, Ann en ik (Machteld).We
waren Laarne nog niet uit of plosteling reed een camionette op het fietspadom terug te draaien. Ons protest tegen de man
was niet in goede aarde gevallen. We waren kutwijven!!! voor hem. Maar wij
dames lieten ons niet doen en lachten hem uit.
In Gent toegekomen begon het te motregenen. De twijfels
om een regenjas aan te doen waren groot. Ze hadden toch voorspeld dat het de beste
dag van de week ging zijn? Dus we dachten dat het niet lang zou regenen en
reden dan verder zonder regenvest. Ja, was de voorspelling maar waar. De hele
weg tot in Damme hebben we van die stomme motregenen gehad. Vermits Nancy een
andere weg had uitgestippeld, voelden we onder de bomen niet altijd het
gedruppel. Het was ne mooie weg zenne. We hebben langs de Leopolds vaart gereden met ne tussenstop voor een speedreep
of nen banaan te eten.
In Damme toegekomen was het gestopt met regenen. Oef,
helemaal kletsnat, dat verdient een aperitiefje. Na Damme reden we richting
Heist waar we op de dijk in het restaurant De Waterlijneen lekkere lunch
hebben gegeten. Linda was wel eerst gaan vragen of we met onze natte kledij
binnen mochten! Ons buikje vol gegeten en gedronken reden we langs de polders
naar Blankenberge toe.
Oef! De zon kwam er door. We waren droog en de zee lonkte
naar ons. We parkeerden onze fietsen op het strand. Schoenen en kousen uit om
pootje te baden in de zee. Wel met de helm op ons hoofd want je weet nooit wat
er kan gebeurenJ
Door al dat water te zien kregen we dorst. Op het strand
van Blankenberge was er een leuk terrasje met lekkere sangria. Voor de
verandering begon het weer te regenen. Gene motregen maar een goeie pletsbui.
Gelukkig was er beschutting en konden we onze sangria met een gezellige babbel
uit drinken.
Its time to go home.
Richting
polders reden we naar Brugge met nogmaals ne tussenstop(plasstop). In Brugge
hadden we nog nadorst ( voor de liefhebbers een Tongerlo) en goesting naar een
broodje. Nadien reden we naar station
van Brugge.
Dit jaar was het geen gezaag in het station. We kregen
mooi onze tickets. Op het perron zaten we lekker op de grond(zoals op een
kampvuur)te wachten op onze trein. De vrolijkeconductrice hielp ons met de fietsen op de trein. Ze bewonderde onze prestaties
en we waren voor haar vrouwen met ballen!!. Amaai, dat hoorden we veel liever
dan wat we s morgens te horen kregen. We mochten zelfs van haar in 1ste
klasse rijden.
In Gent Dampoort aangekomen reden we met de fiets
richting Kalken. De hele dag heeft er niemand pech gehad. Tot we onder de brug
van R4 in Destelbergen reden en Nadine
hoorden roepenstoppe!!! platte band. Eventjes gewacht tot iemand haar kwam
ophalen. Toen waren we nog met 6. Met natte kousen maar voor de rest droog
kwamen we blij gezind in Kalken toe. Wij vrouwen hadden het weer gedaan, 126km met
de fiets gereden!!! We waren trots op onze prestaties. Volgend jaar rijden we
terug met hopelijk meer zon en geen regen.
. Wie was er allemaal bij; Rudy R, Dirk DB, Danny F,
Pascal, Axel, Cedric, Rudy V, Els zonder Jo, en ik hoop dat ik niemand vergeten
opnoemen ben.
Zottegem= bergop & bergaf, stampen & dagen, krochten
& zuchten, afzien & genieten van de Vlaamsche Ardennen. Ik keek er dus
volledig naar uit.
Terwijl Rudy V. pomp en bomsgewijs, lucht in zijnen
tubeless-band probeerde te krijgen, schreven we ons allemaal in voor de 70km en
trokken allemaal samen op pad. Dat Els een tijdje later niet meer kon volgen is
normaal (peizek), ze moest namelijk kop trekken voor de rest van de
vrouwenploeg. Het begon al direct lichtjes bergop te gaan waardoor we Axel
slechts weer zagen als we telkens weer beneden waren. Axel Let the beast go!
Troch is namelijk nen beteren daler dan klimmer, en zeker met zijne versleten
vélo. Hij trapte door, ( zijnen vélo ook), zodat hij bergop serieus kraakte en
andere niet te beste geluiden maakte. We waren al na 16km redelijk rap aan de
eerste bevoorrading, wie het laatst toe kwam was Axel, sorry Els, over uspreken we al niet meer. Allemaal waren we
onder den indruk van Axel zijnen hoog-technologische vélo. Derailleurwielekes
zonder tandjes (laag gewicht) en een ketting die over zijn tandwielen zweefde
(weinig wrijving en weerstand). Volgende week ne keer nen vélomaker bezoeken
was het enige advies dat hij kreeg. Gegeten & gedronken zette ik weer aan
maar er volgde niemand, ik keek om en iedereen stond aan de bevoorrading te
palaveren. Het palaver ging er hem over, doen we de 40 of de 70?
Enfin, er kwamen er 2 achter mij, Rudy R en Boeverken. De
anderen pasten en vertrokken voor de 40km. Oeijejoei, ik met Rudy Reziers en
Boeverken, dat zal wat geven was het eerste wat er in mijn gedachten opkwam.
Maar al snel hadden we door dat Boeverken een mindere dag had, en ik een
betere dag. Zo is het verschil al rap veel kleiner waardoor we konden samen
blijven omdat RR hem bij tijd ne keer wat kon inhouden & op den rechten end
kop deed. Al rap hadden we in de mot dat die lus van 30km ne serieuzen kastaar
ging worden. Constant bergop en bergaf, slechte, gdvrdmme héél slechte kasseien
bergop waar we onzen kleinsten plateau meer dan nodig hadden. Rudy reed dienen
tour precies alle dagen want bergaf zat hij al te roepen, KLEINE PLATEAU, want
straks is het weer de moeite. Dankzij zijnen goeie raad en ons (slecht)
karakter konden we toch overal bovenklefferen terwijl er vele anderen te voet
gingen.
Verrassend was dat er betrekkelijk weinig water &
more te bespeuren was. Toch stapte Rudy ne keer af voor een zee van nen plas,
om met den vélo aan de hand rakelings langs den piekdraad te passeren. Kwestie
van zijn witte koersbroek niet te vuil te maken, en nu heeft hij een propere witte
koersbroek mee een ol te veel in.
Onderweg worden we in het veld opgehouden door ne resem
koetsen met tweespannen er voor. Passeren was nie te doen, het waren er
namelijk 14 achter elkaar. Er kwam totaal geen schot in de zaak waardoor de
koetsiers zich zelf afvroegen wat er aan de hand was. Rudy probeerde hen wijs
te maken dat er op het einde van dienen veldwegel een rood licht stond, en ze
geloofden het nog ook. Naar het schijnt waren er ook héél schone merries bij
maar dat heb ik zelf niet gezien, ik was die 14x2 paarden aan het gade slaan.
Als we na 46km aan de zelfde bevoorrading kwamen als waar
we ons opsplitsten 40-70, hadden we 630 hoogtemeterkes op ons tv-ken staan. De
rest van de rit bleef op en neer gaan maar het zwaarste hadden we toch in
dienen 30km-lus voorgeschoteld gekregen. Op onze 70km hadden we in totaal 882
hoogtemeterkes, daar waren we dus voor naar Zottegem gekomen.
De andere vogels waren al gaan vliegen en wij hebben op
ons gemaksken nog een Enameken gedronken.
Leutig tourken!!!!
Geert S.
Ik meende ook nog te zeggen dat er ons helemaal niemand
voorbij gestoken heeft maar ik wou niet te veel stoefen. Of zaten de zware
kanonnen in Fouffalize?
De opkomst was niet zo groot maar toch zijn we zondag rond 8u vertrokken
richting Lebbeke
Op post waren Pascal Lippens ,Jan Willems , Rudy en Yvan Rogiers , Luc Krick ,
Ronny Van Hecke , Jurgen Vion , Davy Poelman , Thomas Bisschop , Stefan
Imschoot , ikzelf en Karine De Neve die als enige vrouw meetrok met de bonte
mengeling.
Aja Patrick R was al met de fiets naar Lebbeke, die moet nu wat meer uren op de
fiets zitten daar hij met zijnen 29 er minder arbeid intensief traint. Door de
grote wielen moet Patrick +/- 8% minder arbeid leveren om dezelfde afstand af
te leggen. Dus traint Patrick 8% minder dus moet Patrick 8% meer tijd in zijn
trainingen steken.
Op pad met de fiets was het al snel duidelijk dat we in groepen gingen rijden.
De eersten die apart vielen waren Jurgen en Karine te samen met Ronny, ze
gingen het wijselijk op een kalmer tempo doen.
Vooraan was Jan zijn hartslag aan het testen waardoor we al snel mochten
achtervolgen en er snel enkelen doorzaten.
Na 5 km kwam Rudi langszij die me vertelde dat hij na het monsteren van de
gelederen al gezien had wie er eerst zo afgereden worden.
We hadden al en uitgedund groepje( Yvan, Davy en Pascal waren al trager gaan rijden)
maar de sterksten waren Jan, Rudi, en Patrick met als in chronologische afvallers
Ikzelf, Stefan, Luc en Thomas. En da klopte als een bus tot aan de
bevoorrading
Maarja der kan al wa meer mislopen, mijn relaas, in nen bocht op den asfalt
ging plots mijn voorwiel vanonder mij weg. Brute pech ik viel met mijn kin op
de grond, ik had den tijd niet om handen of voeten te zetten. Da viel allemaal
nog goe mee,
linkse helft van mijn kin en oogkas geschaafd + zwelling natuurlijk maar ik kon
direkt aanpikken bij de anderen. ( nvdr : zie foto )
Aan de bevoorrading in Merchtem vlug ne Redbull van een blond konijn gedronken
en ne Sugar Free Red Bull tegen mijn oog om de zwelling te verminderen.
Den tweede Sugar Free was voor Jan die wa op zijn gewicht let om in Houffalize
te knallen, allee een podium plaats verwacht ik toch van Jan ;-) .
Na de bevoorrading begon da wa meer te golven en da speelde me wa parten, da
vlotte nie zo goe meer en ik moest ze laten rijden en zat dan al vlug teken te
doen dat ze niet meer moesten wachten. Maar modderfokkers zijn zo een
sympatieke gasten, die wachten op elkaar en ze lieten me weer bijkomen.
Ik reed in een beklimming op eigen tempo tot bij de groep en reed ze dan ook
voorbij, ik wilde van dienen berg vanaf en aan de afdaling beginnen.
Eerst liet ik Jan, Patrick en Rudi voorgaan en ik reed op eigen tempo de
afdaling. Brede verharde weg met 2 banden sporen met in het midden een verhoogd
smal pad. Goe berijdbaar maar smal. Als ge nie goe meer zit dan begin je fouten
te maken. Ik vond da pad redelijk smal voor de snelheid die we maakten en dacht
eraf te gaan, maar nog voor ik mijn gedacht kon uitvoeren lag ik op de grond,
en hoe. Terug wiel vooraan weg waardoor de fiets naar voorduikt en ik overkop
ne salto maak met landing op de rug. Het was naar het schijnt spectaculair ,
Stefan zat achter mij en zag het gebeuren.
Resultaat stuur gekromd, ik een beetje groggy en na een paar minuten bekomen
dacht ik alleen naar de aankomst te rijden. Jan wilde dit niet en hij is met
mij naar de aankomst gereden. Als ge zo ne val maakt weet ge niet of je
inwendig geen schade
opgelopen hebt, dus voor alle zekerheid is Jan bij mij gebleven.
We moeten daar eens meer aan denken.
In Lebbeke aangekomen ook nog gemerkt dat mijn helm kapot was, niet van de
eerste val maar van de tweede.
Ik weet dat we allen een helm dragen maar bij deze was het nut nog eens
bewezen.
Alleen
naar Gavere gereden omdat ik dacht dat iedereen naar Poperinge was. Ik was dan
ook van plan om alleen te rijden en de conditie op te bouwen, beter alleen een
egaal tempo rijden dan jojo spelen met sterkere rijders
Daar
aangekomen zag ik juist Danny Fack in de verte vertrekken terwijl ik nog moest
parkeren. Toen ik aan de inschrijving kwam geen Danny Fack meer te vinden. Dan
maar alleen zoals gepland. De eerste kilometers vooral asfalt wegen, tot aan de
eerste bevoorrading vooral vlak, op scheldedijk( ook de gedenksteen voor Wouter
Weylandt gezien), en dat zag je aan het gemiddelde, 29 km/u, ik weet het maar
ik reed een egaal tempo en de wind zat in het voordeel.
Het ging
vlot al hoewel ik soms wat moest inhouden want het ging te vlot, het midden
gedeelte had meer modder en wat heuveltjes. Juist
voor de tweede bevoorrading zag ik Danny F, die me toe riep me wat te haasten,
met in zijn wiel Danny Poelman. Dus vlug naar de bevoorrading, nen beker
energiedrank en me wat haasten om bij de Dannys te geraken. Ik had geen
geluk, het was juist vlot lopend met veel verharde stukken en natuurlijk de
Fack wachtte niet echt, hij bleef vlotjes 30 - 35 rijden. Na een 7 tal
kilometers ben ik toch aan het wiel geraakt en ben daar dan ook blijven zitten
tot aan de finish.
Na het
afspuiten van de fiets zien we Rudi Rogiers en Dirk De Boever, de laatste was
blij dat hij er was, hij had ne hele rit in de wielen van Rudi gehangen.'t Schijnt dat Rudy goed op kop kan rijden !
Na een paar
versnaperingen vlug huiswaarts om kledij te wassen en fiets grondig te
reinigen. Het was wel droog om te fietsen maar het lag er op sommige stukken
modderig bij.