Nu iedereen zich geroepen voelt om verslag te
geven, wat we alleen maar kunnen toejuichen, wordt het tijd dat de ouwe
verslaggever eens een verslag terug geeft, euh, terug verslag geeft, zeker nu
er zich tijdens de rit van de Scheve Villa een historische gebeurtenis heeft
voorgedaan.
De
hele nacht weeral gegoten, dus dat belooft, maar Modderfokkers laten dat niet
aan hun hartje komen, want Ivan R. telt 29 man en vrouw aan de Scheve Villa,
startplaats voor de rit van de Chiro van Berlare. Voor ik het weet, ben ik mee
met de aakes en moet na een km of 8 de rol lossen. Even later krijg ik zelfs
een klop van de hamer en moet ik stoppen om iets te eten en het is maar dankzij
een banaan van Karel dat ik me kan redden. We kunnen nog net aanpikken als even
later de beekes passeren. Gelukkig. Anders zie ik ze al denken: pfoeh, dat
rijdt nog eens mee en dat denkt al meteen dat hij met de aakes meekan en kijk
zie, al subiet een klop van de hamer. Die Mario kan zichzelf nogal eens
overschatten, de blaas. Ja, de mensen kunnen wreed zijn. Maar allez, ze denken
dat toch niet te lang omdat Karel en ik even later ons op kop zetten om onze
maten uit de wind te zetten. De eerste helft van de rit kan als volgt
beschreven worden: hoe rijg ik zoveel mogelijk wegeltjes op een zakdoek grootte
aan mekaar zonder dat ze mekaar kruisen. Ik denk dat we een keer of 4, om de 10
minuten, door Uitbergen passeren. En plassen, plassen, plassen. (Ik bedoel het
zelfstandig naamwoord, niet het werkwoord!). Even later rijden we de aakes in
verspreide slagorde voorbij. Eer de eerste aakes gesnapt hadden dat de laatste
een platte band had, waren ze al een paar km verder. Zo rijden de beekes
voorop. Het staat trouwens voorspeld in de Bijbel: De beekes zullen de aakes
zijn.*
Van
regen blijven we grotendeels gespaard, maar de kasseien van de Koningsstraat
tussen Overmere en Uitbergen liggen er natuurlijk gevaarlijk glad bij. Ik heb
van Rudy R. geleerd dat ge daar zo rap mogelijk moet overrijden. Drie voordelen:
ge foelt ze minder, ge valt minder rap, en vooral: ze zijn rapst achter de rug.
Groot nadeel: als ge dan toch wel valt, dan doet het meer zeer, want zo een
kassei, dat geeft nu eens geen beetje mee, hé. Net als ik, op kop, de registers
heeltegans wil opentrekken voor de laatste honderd meters kassei (volgens
welingelichte bronnen reden we toen 37), geroep en getier. Een valpartij. Dirk
H. is onderuit gegaan, en Rudy DC moet daardoor in de remmen, maar valt dan
natuurlijk ook. Dirk mag direct naar huis: velo en vent met serieus blessures.
Gelukkig is het niet ver. Rudy DC, zelf toch ook een blok beton, denkt nog te
kunnen rijden, maar even verder wordt het duidelijk dat de ribben niet meer
meewillen.
Ondertussen
zijn door ons oponthoud de aakes weer komen aansluiten, maar even verder zitten
Karel en ik met een paar straffe mannen voorop in de meersen: Bart Van Hecke en
Geoffrey Maes. Ter info: Bart zijn mama en papa reden ook mee maar dan wat
meer naar achteren. Vraag me niet hoe wij daar zo plots voorop zaten. Waren de
anderen blijven hangen bij Rudy DC, in een plotse opwelling van solidaritititeit? Als
we, uit de meersen komende, rechts afslaan naar achter de zoutfabriek, is de
rest nog steeds niet te zien. Als we in de Uitbergse straat komen, zien we echter
de hele bende modderfokkers (as en bs samen) voor ons uitrijden, richting
Kalken. Zij hebben dat onnozel omwegje achter de zoutfabriek niet gedaan. Groot
gelijk eigenlijk, want dat spel is veel te smal en met mijn beperkte rijkunsten
ben ik dan ook efkes in de haag blijven hangen.
Zo
rijdt de hele bende weer samen tot aan de 2° bevoorrading. Het laatste stuk
voor de bevoorrading is via de blauwe steen naar de scheldedijk aan de Aard.
Door de voorbije regen en door de werken aldaar, ligt het behoorlijk smerig.
Als we smerigheid graderen op een schaal van 0 (heel proper) tot 5
(super-smerig), dan gaat een score van 7 en een half er niet ver naast zijn. En
daar gebeurt het dan, aan de bevoorrading: het historische feit waarvan hierboven
sprake, nog nooit gebeurd in de 12-jarige carrière van de modderfokkers. Het
begint bij Jan W die Dirk DB opstookt om aan Rudy V voor te stellen dat we
ermee ophouden. Rudy V valt eerst uit de lucht, maar dan, ja, dan zegt hij:
Eigenlijk zijn we onze boel aan het kapot rijden. En dan zegt ook Rudy R, yes
himself, dat hij het ook zowat gehad heeft. En dan gebeurt het. Ge gelooft het
niet. Wat ga ik nog allemaal in mijn jonge leven moeten meemaken!? Collectieve
opgave van de Modderfokkers. Reden: te veel modder!
Karel
en ik zien dat anders, voor die ene keer dat we dan meerijden zeg, voor die ene
keer dat ik uit mijn bed geraakt ben, en er staat nog maar 42 km op de teller,
en het is nog niet eens 11 uren, en vuiler kunnen we toch al niet meer worden,
en de beentjes zijn goed wonder boven wonder na de vroege appelflauwte. We
besluiten nog tenminste een half uurtje verder te rijden, maar rijden
uiteindelijk toch de rit helemaal uit. Slechts nog efkes wat modder en dan
komen de schoonste stukjes nog, over het gras van de Paardenweiden, op en af de
dijken aldaar, over een houten spel, door de Zandbergen, op en af het
privé-stukje dat elk jaar alleen voor deze rit open gaat en waar ik voor de
eerste keer in mijn carrière bovenraak. Alles nog wat technischer door de
glattigheid.
Na
1 Duvel aan de Scheve Villa het achtste wereldwonder, ge moet daar echt eens
binnen gaan - komen daar ook nog Pascal L en Axel T aan. Die waren wat
achtergebleven om Rudy DC te ondersteunen en hadden zo de zeer ernstige feiten
die zich een uur eerder op de dag hadden voorgedaan, gemist. Ook zij geloven
hun oren niet.
Mario
(ja,
ondertussen toch al een beetje bekomen van de shock, het lukt wel, weest maar niet
ongerust over mij).
*
De laatsten zullen de eersten zijn.
PS. Valt er enkel nog toe te voegen dat Dirk De Boever nog een Johnie Hoogelandeke gedaan heeft. Op de terugweg naar huis, op het dolemietwegelke van Schellebelle-aard naar de schilderes, wipt hij net niet hoog genoeg over een omgewaaid boompje, en belandt in de piekdraad, en valt daarbij nog eens plat ook. Gelukkig is er Els H, de sponsor die ervoor gezorgd heeft dat we ten eeuwigen dage met een pikuur op ons achterwerk rondrijden, om hem in de Beize te verzorgen.
Met zon 7 dames vertrokken we woensdag om 7u30 richting
zee. De 7 dames : Nancy, Linda, Karine, Nadine, Veerle, Ann en ik (Machteld).We
waren Laarne nog niet uit of plosteling reed een camionette op het fietspadom terug te draaien. Ons protest tegen de man
was niet in goede aarde gevallen. We waren kutwijven!!! voor hem. Maar wij
dames lieten ons niet doen en lachten hem uit.
In Gent toegekomen begon het te motregenen. De twijfels
om een regenjas aan te doen waren groot. Ze hadden toch voorspeld dat het de beste
dag van de week ging zijn? Dus we dachten dat het niet lang zou regenen en
reden dan verder zonder regenvest. Ja, was de voorspelling maar waar. De hele
weg tot in Damme hebben we van die stomme motregenen gehad. Vermits Nancy een
andere weg had uitgestippeld, voelden we onder de bomen niet altijd het
gedruppel. Het was ne mooie weg zenne. We hebben langs de Leopolds vaart gereden met ne tussenstop voor een speedreep
of nen banaan te eten.
In Damme toegekomen was het gestopt met regenen. Oef,
helemaal kletsnat, dat verdient een aperitiefje. Na Damme reden we richting
Heist waar we op de dijk in het restaurant De Waterlijneen lekkere lunch
hebben gegeten. Linda was wel eerst gaan vragen of we met onze natte kledij
binnen mochten! Ons buikje vol gegeten en gedronken reden we langs de polders
naar Blankenberge toe.
Oef! De zon kwam er door. We waren droog en de zee lonkte
naar ons. We parkeerden onze fietsen op het strand. Schoenen en kousen uit om
pootje te baden in de zee. Wel met de helm op ons hoofd want je weet nooit wat
er kan gebeurenJ
Door al dat water te zien kregen we dorst. Op het strand
van Blankenberge was er een leuk terrasje met lekkere sangria. Voor de
verandering begon het weer te regenen. Gene motregen maar een goeie pletsbui.
Gelukkig was er beschutting en konden we onze sangria met een gezellige babbel
uit drinken.
Its time to go home.
Richting
polders reden we naar Brugge met nogmaals ne tussenstop(plasstop). In Brugge
hadden we nog nadorst ( voor de liefhebbers een Tongerlo) en goesting naar een
broodje. Nadien reden we naar station
van Brugge.
Dit jaar was het geen gezaag in het station. We kregen
mooi onze tickets. Op het perron zaten we lekker op de grond(zoals op een
kampvuur)te wachten op onze trein. De vrolijkeconductrice hielp ons met de fietsen op de trein. Ze bewonderde onze prestaties
en we waren voor haar vrouwen met ballen!!. Amaai, dat hoorden we veel liever
dan wat we s morgens te horen kregen. We mochten zelfs van haar in 1ste
klasse rijden.
In Gent Dampoort aangekomen reden we met de fiets
richting Kalken. De hele dag heeft er niemand pech gehad. Tot we onder de brug
van R4 in Destelbergen reden en Nadine
hoorden roepenstoppe!!! platte band. Eventjes gewacht tot iemand haar kwam
ophalen. Toen waren we nog met 6. Met natte kousen maar voor de rest droog
kwamen we blij gezind in Kalken toe. Wij vrouwen hadden het weer gedaan, 126km met
de fiets gereden!!! We waren trots op onze prestaties. Volgend jaar rijden we
terug met hopelijk meer zon en geen regen.
. Wie was er allemaal bij; Rudy R, Dirk DB, Danny F,
Pascal, Axel, Cedric, Rudy V, Els zonder Jo, en ik hoop dat ik niemand vergeten
opnoemen ben.
Zottegem= bergop & bergaf, stampen & dagen, krochten
& zuchten, afzien & genieten van de Vlaamsche Ardennen. Ik keek er dus
volledig naar uit.
Terwijl Rudy V. pomp en bomsgewijs, lucht in zijnen
tubeless-band probeerde te krijgen, schreven we ons allemaal in voor de 70km en
trokken allemaal samen op pad. Dat Els een tijdje later niet meer kon volgen is
normaal (peizek), ze moest namelijk kop trekken voor de rest van de
vrouwenploeg. Het begon al direct lichtjes bergop te gaan waardoor we Axel
slechts weer zagen als we telkens weer beneden waren. Axel Let the beast go!
Troch is namelijk nen beteren daler dan klimmer, en zeker met zijne versleten
vélo. Hij trapte door, ( zijnen vélo ook), zodat hij bergop serieus kraakte en
andere niet te beste geluiden maakte. We waren al na 16km redelijk rap aan de
eerste bevoorrading, wie het laatst toe kwam was Axel, sorry Els, over uspreken we al niet meer. Allemaal waren we
onder den indruk van Axel zijnen hoog-technologische vélo. Derailleurwielekes
zonder tandjes (laag gewicht) en een ketting die over zijn tandwielen zweefde
(weinig wrijving en weerstand). Volgende week ne keer nen vélomaker bezoeken
was het enige advies dat hij kreeg. Gegeten & gedronken zette ik weer aan
maar er volgde niemand, ik keek om en iedereen stond aan de bevoorrading te
palaveren. Het palaver ging er hem over, doen we de 40 of de 70?
Enfin, er kwamen er 2 achter mij, Rudy R en Boeverken. De
anderen pasten en vertrokken voor de 40km. Oeijejoei, ik met Rudy Reziers en
Boeverken, dat zal wat geven was het eerste wat er in mijn gedachten opkwam.
Maar al snel hadden we door dat Boeverken een mindere dag had, en ik een
betere dag. Zo is het verschil al rap veel kleiner waardoor we konden samen
blijven omdat RR hem bij tijd ne keer wat kon inhouden & op den rechten end
kop deed. Al rap hadden we in de mot dat die lus van 30km ne serieuzen kastaar
ging worden. Constant bergop en bergaf, slechte, gdvrdmme héél slechte kasseien
bergop waar we onzen kleinsten plateau meer dan nodig hadden. Rudy reed dienen
tour precies alle dagen want bergaf zat hij al te roepen, KLEINE PLATEAU, want
straks is het weer de moeite. Dankzij zijnen goeie raad en ons (slecht)
karakter konden we toch overal bovenklefferen terwijl er vele anderen te voet
gingen.
Verrassend was dat er betrekkelijk weinig water &
more te bespeuren was. Toch stapte Rudy ne keer af voor een zee van nen plas,
om met den vélo aan de hand rakelings langs den piekdraad te passeren. Kwestie
van zijn witte koersbroek niet te vuil te maken, en nu heeft hij een propere witte
koersbroek mee een ol te veel in.
Onderweg worden we in het veld opgehouden door ne resem
koetsen met tweespannen er voor. Passeren was nie te doen, het waren er
namelijk 14 achter elkaar. Er kwam totaal geen schot in de zaak waardoor de
koetsiers zich zelf afvroegen wat er aan de hand was. Rudy probeerde hen wijs
te maken dat er op het einde van dienen veldwegel een rood licht stond, en ze
geloofden het nog ook. Naar het schijnt waren er ook héél schone merries bij
maar dat heb ik zelf niet gezien, ik was die 14x2 paarden aan het gade slaan.
Als we na 46km aan de zelfde bevoorrading kwamen als waar
we ons opsplitsten 40-70, hadden we 630 hoogtemeterkes op ons tv-ken staan. De
rest van de rit bleef op en neer gaan maar het zwaarste hadden we toch in
dienen 30km-lus voorgeschoteld gekregen. Op onze 70km hadden we in totaal 882
hoogtemeterkes, daar waren we dus voor naar Zottegem gekomen.
De andere vogels waren al gaan vliegen en wij hebben op
ons gemaksken nog een Enameken gedronken.
Leutig tourken!!!!
Geert S.
Ik meende ook nog te zeggen dat er ons helemaal niemand
voorbij gestoken heeft maar ik wou niet te veel stoefen. Of zaten de zware
kanonnen in Fouffalize?
De opkomst was niet zo groot maar toch zijn we zondag rond 8u vertrokken
richting Lebbeke
Op post waren Pascal Lippens ,Jan Willems , Rudy en Yvan Rogiers , Luc Krick ,
Ronny Van Hecke , Jurgen Vion , Davy Poelman , Thomas Bisschop , Stefan
Imschoot , ikzelf en Karine De Neve die als enige vrouw meetrok met de bonte
mengeling.
Aja Patrick R was al met de fiets naar Lebbeke, die moet nu wat meer uren op de
fiets zitten daar hij met zijnen 29 er minder arbeid intensief traint. Door de
grote wielen moet Patrick +/- 8% minder arbeid leveren om dezelfde afstand af
te leggen. Dus traint Patrick 8% minder dus moet Patrick 8% meer tijd in zijn
trainingen steken.
Op pad met de fiets was het al snel duidelijk dat we in groepen gingen rijden.
De eersten die apart vielen waren Jurgen en Karine te samen met Ronny, ze
gingen het wijselijk op een kalmer tempo doen.
Vooraan was Jan zijn hartslag aan het testen waardoor we al snel mochten
achtervolgen en er snel enkelen doorzaten.
Na 5 km kwam Rudi langszij die me vertelde dat hij na het monsteren van de
gelederen al gezien had wie er eerst zo afgereden worden.
We hadden al en uitgedund groepje( Yvan, Davy en Pascal waren al trager gaan rijden)
maar de sterksten waren Jan, Rudi, en Patrick met als in chronologische afvallers
Ikzelf, Stefan, Luc en Thomas. En da klopte als een bus tot aan de
bevoorrading
Maarja der kan al wa meer mislopen, mijn relaas, in nen bocht op den asfalt
ging plots mijn voorwiel vanonder mij weg. Brute pech ik viel met mijn kin op
de grond, ik had den tijd niet om handen of voeten te zetten. Da viel allemaal
nog goe mee,
linkse helft van mijn kin en oogkas geschaafd + zwelling natuurlijk maar ik kon
direkt aanpikken bij de anderen. ( nvdr : zie foto )
Aan de bevoorrading in Merchtem vlug ne Redbull van een blond konijn gedronken
en ne Sugar Free Red Bull tegen mijn oog om de zwelling te verminderen.
Den tweede Sugar Free was voor Jan die wa op zijn gewicht let om in Houffalize
te knallen, allee een podium plaats verwacht ik toch van Jan ;-) .
Na de bevoorrading begon da wa meer te golven en da speelde me wa parten, da
vlotte nie zo goe meer en ik moest ze laten rijden en zat dan al vlug teken te
doen dat ze niet meer moesten wachten. Maar modderfokkers zijn zo een
sympatieke gasten, die wachten op elkaar en ze lieten me weer bijkomen.
Ik reed in een beklimming op eigen tempo tot bij de groep en reed ze dan ook
voorbij, ik wilde van dienen berg vanaf en aan de afdaling beginnen.
Eerst liet ik Jan, Patrick en Rudi voorgaan en ik reed op eigen tempo de
afdaling. Brede verharde weg met 2 banden sporen met in het midden een verhoogd
smal pad. Goe berijdbaar maar smal. Als ge nie goe meer zit dan begin je fouten
te maken. Ik vond da pad redelijk smal voor de snelheid die we maakten en dacht
eraf te gaan, maar nog voor ik mijn gedacht kon uitvoeren lag ik op de grond,
en hoe. Terug wiel vooraan weg waardoor de fiets naar voorduikt en ik overkop
ne salto maak met landing op de rug. Het was naar het schijnt spectaculair ,
Stefan zat achter mij en zag het gebeuren.
Resultaat stuur gekromd, ik een beetje groggy en na een paar minuten bekomen
dacht ik alleen naar de aankomst te rijden. Jan wilde dit niet en hij is met
mij naar de aankomst gereden. Als ge zo ne val maakt weet ge niet of je
inwendig geen schade
opgelopen hebt, dus voor alle zekerheid is Jan bij mij gebleven.
We moeten daar eens meer aan denken.
In Lebbeke aangekomen ook nog gemerkt dat mijn helm kapot was, niet van de
eerste val maar van de tweede.
Ik weet dat we allen een helm dragen maar bij deze was het nut nog eens
bewezen.
Alleen
naar Gavere gereden omdat ik dacht dat iedereen naar Poperinge was. Ik was dan
ook van plan om alleen te rijden en de conditie op te bouwen, beter alleen een
egaal tempo rijden dan jojo spelen met sterkere rijders
Daar
aangekomen zag ik juist Danny Fack in de verte vertrekken terwijl ik nog moest
parkeren. Toen ik aan de inschrijving kwam geen Danny Fack meer te vinden. Dan
maar alleen zoals gepland. De eerste kilometers vooral asfalt wegen, tot aan de
eerste bevoorrading vooral vlak, op scheldedijk( ook de gedenksteen voor Wouter
Weylandt gezien), en dat zag je aan het gemiddelde, 29 km/u, ik weet het maar
ik reed een egaal tempo en de wind zat in het voordeel.
Het ging
vlot al hoewel ik soms wat moest inhouden want het ging te vlot, het midden
gedeelte had meer modder en wat heuveltjes. Juist
voor de tweede bevoorrading zag ik Danny F, die me toe riep me wat te haasten,
met in zijn wiel Danny Poelman. Dus vlug naar de bevoorrading, nen beker
energiedrank en me wat haasten om bij de Dannys te geraken. Ik had geen
geluk, het was juist vlot lopend met veel verharde stukken en natuurlijk de
Fack wachtte niet echt, hij bleef vlotjes 30 - 35 rijden. Na een 7 tal
kilometers ben ik toch aan het wiel geraakt en ben daar dan ook blijven zitten
tot aan de finish.
Na het
afspuiten van de fiets zien we Rudi Rogiers en Dirk De Boever, de laatste was
blij dat hij er was, hij had ne hele rit in de wielen van Rudi gehangen.'t Schijnt dat Rudy goed op kop kan rijden !
Na een paar
versnaperingen vlug huiswaarts om kledij te wassen en fiets grondig te
reinigen. Het was wel droog om te fietsen maar het lag er op sommige stukken
modderig bij.
Om
8u00 pik ik Steven en Davy op, en tuffen we samen naar Poperinge. Om
9u15 treffen we ginder 2 locals, namelijk de gebroeders Mario en Karel die al
sedert zaterdag ter plaatse zijn. Precies
wat minder volk dan de voorgaande jaren, we waren dus redelijk rap ingeschreven
en konden vlot vertrekken voor de 85km die er eigenlijk 89 waren zoals ze aan
de start al duidelijk maakten. We
troffen verrassend genoeg een droog parcour aan, sompig maar geen water noch
modder. Na
een 15-tal km hielden de gebroeders het voor bekeken en lieten ons drieën goe
doorterten.
Op
weg naar de 1° bevoorrading, kregen we enkele hellingen op de Boeschepeberg en
de Catsberg onder de wielen. Dat
was er direct goe op, stijl bergop, stenen zoveel ge maar wilt, dus technisch
maar leuk. Ook
hadden we op de Catsberg de keuze tussen easy rechtdoor of Techical
rechtsaf. Technical
gekozen natuurlijk en onderweg 6 keren op mijnen asem getorten. Na
23km hadden we de eerste, van alles voorziene bevoorrading, en hadden dan al
360 hoogtemeters verwerkt. Mario
en Karel arriveerden ook een tijdje later, en kozen daar voor de 65km,
dus die hebben we niet meer weer gezien. Mario
zag het al positief en zei dat hij vanaf nu al 20km voorsprong had op ons
drieën. Tot
ieders verbazing waren we nog altijd droog en proper. Behalve
Steven zijnen helm maar dat was nog Achouffe-more van de dag er voor. Te
vroeg geroepen natuurlijk, want direct na de splitsing van de 65-85 kregen we
een strook aangelegde bultjes voorgeschoteld die vol water stonden. De
properteit op onze persoon was er daar redelijk rap af. Met
dank aan die bulten weet ik weer dat er nen punt aan een fietszadel staat en
dat ik een rechter-teelbal heb. Het
één en het ander werd naar boven gekatapulteerd wat me verplichtte het komende
uur enkele keren goed te slikken zodat alles weer op zijn daar voor voorziene
plaats zakte. Tot
aan de tweede bevoorrading was het vrij plat en weinig aantrekkelijk vergeleken
met het eerste deel van de rit.
Na
de tweede bevoorrading kregen we een tweede maal de Catsberg, de Zwarteberg en
de Baneberg er als cadeau bovenop. Ergens
tussen die bergen kregen we een prachtige en technische singletrack in het Bois
de la Garonne. Niet extreem steil maar wel vrij lang. Meteen
hadden we in totaal 960 hoogtemeters op ons schermken staan, de fut was er dus
voor een héél groot stuk uit. Tijdens
een snelle afdaling op weg naar de derde bevoorrading kon Steven het niet laten
een wesp voorbij te steken, en die kon het op haar beurt niet laten om hem te
steken, zuust onder zijn oog. Amai
den dienen heeft afgezien, het heeft een tijdje geduurd eer we weer konden
verder rijden.
Onderweg
naar de derde bevoorrading hadden we nog eens de keuze tussen easy en
technical. Steven
koos voor easy omwille van zijn dik wezen, ik omwille van mijn dikke benen en
omwille van Davy zijnen dikke nek koos hij toch nog voor technical. Hij
bleef verdacht lang weg wat ons al iets deed vermoeden, op zijnen bek
natuurlijk. Dat was nog de grootste teleurstelling van de dag, we hadden zijn
tuimeling niet gezien. We
waren dan redelijk rap aan de laatste bevoorrading, waar ze Steven echter niet
konden verzorgen. Van
daar was het nog 11 km naar de meet wat wij hebben afgesneden tot 7 km om zo
rap mogelijk bij het Rode Kruis te geraken. Daar
hebben ze Steven zijn wezen verzorgd en naar het schijnt is nu al alles weer
ok.
Al
bij al ne zeer mooie, maar ook zeer zware rit, 85km, 960 hoogtemeters, we
hebben nog ne keer kunnen mountainbiken ipv in het veld crossen.
Geen journalist te bespeuren op het kerkplein
zondagmorgen. Ook geen leidende figuren.
Zes (6) echte Modderfokkers om te vertrekken
naar Elversele. De rest haakt af wegens te veel regen de voorbije nacht en
morgen. De mietjes. Hard rijden wel zé, maar als er wat modder ligt en er valt
wat regen, hó maar.
Genoeg gelachen. Jo en Els, Filip Buysse, Pascal en ikzelf
staan vertrekkensklaar op het kerkplein als Stefan nog komt aangezoefd en zijn
teleurstelling niet onder stoelen of banken kan steken dat hij mee moet rijden
met de auto of alleen naar Elversele rijden. Dantoch maar liever met de auto.
Daar aangekomen nog wat twijfels betreffende de kledij,
regenvest of niet? Ikzelf kies ervoor om zonder te rijden, hoera!, geen druppel
regen meer gezien na de start.
De eerste twee kilometer een smal weggetje (t schijnt
dat ze dat een single track noemen), links prikkeldraad en rechts een gracht
van 1,5m diep, fietssporen van soms wel 15 cm diep die je niet kon vermijden
wegens te smalle doortocht. Els kiest ervoor om het grootste gedeelte al lopend
te doen.
Voor de rest overal modderachtig, waarbij ikzelf in het
begin zo half overkop ga. Ik ging dit hier niet neerschrijven, maar er was 1
getuige en die ombrengen voor een valpartijtje zou wat overdreven zijn. Filip
moet even verder halt houden om meewind in zijn band te pompen, maar kan toch
de rit uitrijden zonder een nieuwe band te moeten steken. De snelle jongens, Jo
(man wat was die in goede doen), Stefan en Pascal wachtten ons op, maar Els en
Filip besluiten om samen te blijven en niet meer te volgen. Ik wil wel volgen,
heb ik ook gedaan, al leek het veel meer op een jojo. Aan de bevoorrading
zeggen Els en Filip dat ze de 40km gaan doen, wij kiezen voor de 50km. Door de
mindere bepijling, rij ik ook nog eens verkeerd. Stefan dacht er al aan om mij
als vermist op te geven als hij mij toch ziet opduiken. Het weer wordt almaar beter en Jo is niet te
houden, hij wil er mij compleet afrijden. Toch bedankt mannen om af en toe eens
te wachten op mij! In een bekende streek, we zijn al veel in het Waasland
geweest dit jaar, toch veel nieuwe weggetjes gezien. Normaal een zandbak, nu
veel modder, maar meestal toch wel goed berijdbaar. Hier en daar een beetje
slipgevaar kon je doen belanden in een vijver, maar daar had Filip geen last
van. Els vermoedde dat hij met tracktorbanden oplag. Leuke voormiddag gehad,
vuil maar voldaan.
Aangekomen in de Beize zien we Annemie, Carlo, Linda,
Ronny en Nancy. Carla, Machteld, Luc K
zijn er blijkbaar al weg. Zij reden een knooppunten route, normaal Modderfokker
onwaardig, maar naar omstandigheden beter gefietst dan niet gefietst.
15 modderfokkers hadden het plan opgevat om de modder en
putten van de mountainbikewegels eens te ruilen voor een stevige baanrit van
104 kilometer in de fietsdodentocht van Bornem.
8 op 10 voor de organisatie ! Perfect uitgepijlde rit,
veilige oversteekplaatsen en een gevarieerd parcours.
Toch 2 minpuntjes :
-het organiseren van een bevoorrading kon heel wat beter
(45 minuten aanschuiven voor 1 banaan)
- geen rekening houden met het groot aantal deelnemende
dames was op zijn minst discriminerend
!
(3 damestoiletten voor 5000 deelnemers)
Snel waren we deze ongemakken vergeten want op kilometerstand 70 kregen we een eigen privé
bevoorrading ! Inge (vrouw van gelegenheidsmodderfokker Krist Porte) Marc en
Gerda stonden ons aan Bekkerzeelkerk op te wachten met sandwiches en
rijsttaartjes ! Als dat geen luxe is !
Moet het nog gezegd
worden dat we van deze dag genoten hebben ?
Dju toch, misérie, misérie.Het is ondertussen al vrijdagavond, en nog
altijd geen verslag geschreven van vorige zondag.De inspiratie is in geen velden te bespeuren,
serieus writers-block.En het zal
nochtans moeten, want anders krijg ik zeker en vast het commentaar dat ik
alleen maar met de stommiteiten van een ander kan lachen, en mijn stoten
verzwijg, maar hierover later.Voorlopig
kom ik niet verder dan de namen van de deelnemers.Stefaan I, Jan W, Luc K, Rudy V, Gert V, Danny
F, Davy R, Rudy R, Steven DM en ikzelf vertrekken om 8 uur met de fiets, Geert
S pikt in aan Wetteren-brug.Dirk H is
ook met de fiets vertrokken, maar nog een beetje vroeger, op zijn eigen tempo
en op zijn eentje.Axel T, Rudy DC en
Pascel L vertrokken op 8u30 met den auto, en Eddy T, Geert B, Frank H, Peter
F(rietamientje), en de dames, Annemie, Christine en Carla reden ter
plaatse.Oef, toch al kwart van een
paginaatje gevuld, dat geeft courrage, dus zijn we vertrokken.De opwarming richting Oosterzele mag er zoals
gewoonlijk weer zijn, mijn kilometriekske geraakt weer niet onder de 30 per
uur.Geert, die even het deelnemersveld
heeft bekeken, hoopt dat er iemand bij is met nen slechten dag, want dat we anders
serieus onzen peeren zullen zien.Net na
de inschrijving weet ik hem te vertellen dat zijn gebeden verhoord zijn, en dat
er wel degelijk iemand bij is met nen slechten dag, ikke.Bij gebrek aan B-rijders, vertrekken we
allemaal samen, we zien wel waar het schip strandt.Aan een eerste steil klimmetje is het al van
dat.Geert, die net voor mij rijdt, moet
even inhouden voor zijn voorligger, waardoor ik voet aan grond moet
zetten.En dan begint het liedje van
Couseau, daaaaar gaaan ze.Het kost mij
heel wat moeite en een beetje hulp van grote broer om terug aan te
sluiten.De eerste bevoorrading komt
vrij vroeg, maar voor mij net op tijd om even op adem te kunnen komen.Ik krijgmaar net de tijd om een slok en een beet binnen te werken, en ze zijn
alweer vertrokken.Even later krijgen we
een bordje met de waarschuwing, gevaarlijke afdaling.Niet voor niets, want Stefaan raakt een
uitstekende steen met zijn pedaal, maar kan nog net overeind blijven.Een paar honderd meter verder gaat Rudy R,
Stefaan nogmaals waarschuwen voor die afdaling, want dat we daar nu wel rap
zullen aan beginnen.De volgende
verpozing wordt mij vriendelijk aangeboden door Geert, waarvoor dank.Die zit met een leeglopende band, maar omdat
hij tubeless rijdt, met specie in de banden, blijft het bij een beetje
bijpompen.(of zou hij zelf ook al een
beetje zochte gezeten hebben).Even
verder begint mijn hoofdstuk.Bij het
insturen van een smal wegeltje met fijne steentje, maak ik een stuurfoutje en
schuif onderuit. Van moeite, zegt Rudy.Dan zou ik er al veel moeten gelegen hebben, antwoord ik.Een 10-tal Km later krijgen we een smal en
hol liggend wegeltje voorgeschoteld.Links een gracht, en rechts een maisveld.Een volgend stuurfoutje, en ik kies voor de
mais, die toch dieper staat dan gedacht. Als ik na enige moeite terug rechtkrabbel,
begin ik te vermoedden dat de kilometers toch beginnen door te wegen.Maar als je het moeilijk hebt, kan je altijd
rekenen op je vrienden.Danny F offert
zich op om nog ne keer lekt te rijden.Na deze welgekomen pauze, haal ik vlotjes het einde.Het is zelfs Steven die nog een speciaal
maneuverke doet.Naar ik heb van horen
zeggen, ging hij net niet overkop, maar kon nog net over zijn stuur van zijne
velo springen.Probeer u dat eens voor
te stellen, met een beetje fantasie moet dat lukken.Op de terugweg naar Kalken, mogen alle remmen
los en gaat de snelheid richting 40/u.Nu rij ik vlotjes mee, maar ik zie wel andere koppekes schudden.Aan de voetgangerstunnel aan Wetteren-statie,
neemt Luc een sluipweg, en slaat zo een bres met de rest. Als wij dan nog
moeten stoppen voor trood, rijdt hij al de Scheldebrug over.Hierdoor is er van een eindspurt geen sprake
meer.Luc komt wel als eerste in De
Beize aan, maar wordt gediskwalificeerd wegens het verlaten van het officiële
parcours.Nog een troost voor mij.Blijkbaar ben ik niet de enige die op den
duts was vandaag.Axel ging ook 2 keer
onderuit.Na een eerste duik, sprong hij
zo rap mogelijk weer op de fiets, klikte zijn schoenen in de pedalen, maar had
niet gezien dat zijn ketting eraf lag.Met als gevolg, 2 valpartijen op 1 meter.Die was dus nog veel moeder dan ik.