Dinsdag 30 juni 2015.
Sahagun El Burgo Ranero 19,2 kilometer
Vermits de afstand vandaag zo kort is wordt er ook wat later gestart. De afstand tot Léon is ruw geteld, nog een 60 kilometer. Vooraf plande ik dit te doen in 2 dagen van 30 kilometers. We gaan het, gezien de heersende hittegolf, uitwrijven naar drie dagen van elk een 19 tot 20 kilometer. Deze hitte is hier niet gewoon, want veel lokale mensen vragen of we geen last hebben van deze warmte. Zij kennen deze temperaturen wel maar doen na de middag hun siësta. Bijna alle winkels zijn hier gesloten tussen 13.00 en 17.00 uur. Het valt me ook op dat er na de middag praktisch geen pelgrims meer te zien zijn. Daarjuist om 11 uur loop ik voorbij de refuge van El Burgo Ranero en het grasveld onder de bomen lag bezaaid met slapende en rustende mede-pelgrims.
Bij de start vanochtend, het was 07.30 uur, stak er mij een vijftiger voorbij in een razende vaart. Zijn stokken langs weerszij kreeg hij haast niet geplaatst wegens het korte tijdsinterval. Zijn benen waren juist twee melkflesjes, zo wit en zo tenger, zijn rugzak nagelnieuw, zijn kousen opgetrokken tot halverwege de kuiten, en zijn schoenen die kwamen pas uit de doos. Hij snelde mij voorbij in een tempo waar ik alleen maar respect kan voor hebben. Ik had een verkoudheid opgelopen van de zucht. Wat me echter op- en tegenviel: hij bleef een twintig meter voor mij uit wandelen maar won geen meter verder terrein. En dit was heus niet omdat ik iets versnelde. Er bleef een kloof van twintig meter gedurende zo een 2 kilometer. Ik zag dat hij tot twee maal toe onder zijn Ranchero hoed al eens over zijn schouder naar achter keek, maar ontgaf me zijn ongerustheid. Plots blijft hij staan en begint ijverig zijn schoen te herknopen. Wanneer ik hem wederom passeer groet ik vriendelijk Aloo, Buenos dias. Ik zie de man zijn aangezicht lekkend van het zweet en hoor zijn ademhaling als was het die van een net aangekomen renpaard in Waregem koerse. Hij prevelt iets terug dat ik niet verstond. Maar hoe dikwijls ik ook nog maar achteruit keek en de horizon afspeurde, ik heb die glazen melkfles beentjes nooit meer gezien. Niet van voor en niet langs achter. Ik vermoed dat hij iets te snel en te enthousiast zijn eerste tocht startte.
Om 08.00 is het al behoorlijk warm en zonder wind. Het wandelen op 50 meter naast een autostrade is echt niet zo aangenaam. Ik durf dit traject beschrijven als één der minst aantrekkelijke en meest vervelende. Ik marcheer graag en doe heel graag dit ding, maar op deze manier is dit wel een opdracht. Bovendien ligt dit stukje Camino zo vlak als een waterpas geplaatste biljarttafel. Het eerste dorpje dat gepasseerd wordt is Calzada del Coto. Heel pittoresk en rustig als op een kerkhof. Je hoort er niets. Links en rechts sluiten enkele pelgrims mee aan op de route. Na hun logement in een plaatselijke refuge zoeken ze terug de camino op en gaan in sollidariteit met mij mee op weg. Meer en meer wandelaars heb je al eens ontmoet, en meer en meer wandelaars herkennen je en roepen je voornaam. Dit is zo typisch aan deze route: mensen komen elkaar herhaaldelijk tegen. Ook Linda van Nieuw Zeeland zie ik, en onmiddellijk ontknoopt er zich weer een kort gesprekje. Ze gaat vandaag ook snel stoppen want deze hitte ligt haar niet. Im burning zegt ze nog terwijl ik wuivend roep: till tomorow.
Ik zie de Japanees die gisteren in de refuge voor mij stond om zich te laten registreren voor zijn overnachting. Vijf euro moest hij betalen. Vandaag was hij opmerkelijk minder vermoeid in zijn aangezicht. Niet dat zijn ogen ronder stonden, maar de aanblik was vitaler.
Naast mijn wandeltraject bevindt zich tussen mij en de autosnelweg een desolaat onbewerkt en dus ook vuil stuk grond. Vol onkruid tot 2 meter hoog. Geen foto waard. Ik maak zelfs de tijd niet om mijn droog fruit en banaan al zittende te eten, terwijl ik verder schrijd over deze kiezelweg. Drinken doe ik voldoende. Op een vier uur wandelen heb ik een stevig verbruik van 3 liter. Grand tourisme GT motor noemen ze dat.
Veel te vroeg om in normale omstandigheden te stoppen arriveer ik om 10.30 in El Buro Ramero. Pittig mooi dorpje met verscheidene overnachtingsmogelijkheden voor de pelgrims. Wij plaatsen onze mobilcar aan een watertoren omdat daar veel schaduw is en er zich ook een kraantje bevindt.
Het water uit de kraan is lauw, zodat je haar wassen geen geseling is voor de dames. Ik maak er gebruik van om ook andere delen van mijn onrein lichaam eens een beurt te geven. De watertoren is net groot genoeg om mij achter te verschuilen. Vanavond gaan we in op een exclusief aanbod van een pelgrimsrestaurant: zij verschaffen ons een pizza huisgemaakt, met een drank naar keuze en een ijsje als dessert voor 8 euro per persoon. Economisten zoals wij zijn, hadden we heel snel door dat we het voor die prijs niet zelf kunnen bereiden.
Morgen dus weer een kort ritje van 20 kilometer en dan lonkt de vijfde wimpel reeds. De vijfde in een reeks van zes. Nooit zekerheid gehad dat ik zover zou geraken. Bij benadering zou de afstand tot Compostela zo een 370 kilometer zijn van de in totaal 2280. Nog een negentig kilometer en ik kom aan de kaap van 2000 afgelegde kilometers. Het rijdt als een trein schreef Guy in zijn memorandum toen hij ook Compostella deed. Ik kan het alleen maar beamen. De kilometer vreterij is er hier niet bij. Ik sta steeds verstomd als ik mijn afgelegde weg controleer onderweg hoe snel het gaat. Alsof de weg zich gedraagt als een roltapijt die onder je voeten doorrolt. In Zaventem ligt er zo eentje voor je van de grond gaat.
Bij leven en welzijn tot noste keer.
Maandag 29 juni 2015.
Calzadilla de la Gueza Sahagun 24,3 kilometer
Het is een gewoonte zoals een andere, zodoende deert mij het vroege opstaan niet meer. De tape die ik preventief aanleg om mijn voeten te beschermen tegen de kleine scherpe keitjes en alzo op drukgevoelige plaatsen tracht blaren te vermijden wordt reeds enkele keren de avond voordien klaar gescheurd zodat ik s morgens enkel maar hoef te plakken. Ook de drank wordt reeds de avond ervoren klaar gemaakt en in de rugzak geplaatst. Op ruim 15 minuten ben ik nu elke ochtend vertrekkensklaar. En het is nodig van zo vroeg te vertrekken want de temperaturen rijzen hier echt de paëla-pan uit. Indien ik om 06.00 uur mijn moteurke kan doen aanslaan en mijn 5-6 uren loop, dan haal ik mijn 25 kilometer zonder probleem. Echter, marcheren tussen 12 uur s middags en 19.00 uur is bijna uitgesloten. Je ziet wel mensen die dat wel doen, maar ik denk voor mijzelf, dat het niet gezond zou wezen en vooral niet aangeraden is, gezien mijn lage stand van mijn thermostaat. Een frigo plaats je toch ook niet in de zon.
Richting Sahagun is ongeveer 24 kilometer, en vorderen doe je gedurende 24 kilometer over pre-mature kinderkopjes en scherpe kiezeltjes. Een ondergrond die echt geschikt is als pelgrimsweg en als dusdanig behoorlijk zijn stempel nalaat op de zool van je voeten indien je geen sterke dikke bottinnen van het type C aandoet. Je kan je voorstellen dat je over kapot geslagen bakstenen wandelt die opgevuld zijn met kiezelstenen van 25 mimimeter diameter.
Naast mij nog steeds langs weerszijden korenvelden die samen met omgeploegde nog niet bezaaide velden in symbiose leven van geel en bruin. Hier en daar zijn er groene velden van een soort speciale klavers of vlas die ook groen gemaaid worden en mooi gelijnd worden gedroogd. In elk dorp zie je trouwens de maaimachines stampvoetend klaar staan. Ze werden uit hun winterslaap gewekt en wachten nu geduldig het juiste moment af om het droge gewas te oogsten juist voor het zou gaan regenen. Vanmorgen zag ik in twee van de dorpen voor het eerst zulke gedrochten op een boerenerf opgepoetst klaar staan om in actie te kunnen schieten. De wind is opmerkelijk meer aanwezig dan gisteren, en dat doet deugd. Het geeft een verfrissende welgekomen afkoeling, want al is het nog zo vroeg, vertrekken doe je bij deze temperaturen in je heel dun bloesje en zelfs in mijn marcelleke. Ik lees de temperatuur op een plaatselijk apotheek winkeltje (echt geen apotheek zoals bij ons): 29 graden en het is amper 09.00 uur. Ik profiteer ervan om in dat dorp een koffie met melk te drinken (1.2 euro) en tegelijkertijd op internet na te gaan wat hier de meteo de volgende dagen te bieden heeft. Dinsdag wordt de warmste dag in de reeks met een verwachte temperatuur van 37 graden in de schaduw. Misschien toch beter boodschappen gaan doen in de diepvrieswinkel?
Tijdens mijn tweede deel van de trip vandaag wordt ik plots geconfronteerd met bloeiende zonnebloemen in formatie. Ze reiken allemaal met hun hoofdje hunkerend naar de zon. In Frankrijk zag ik die ook maar daar waren ze nog veel te klein om een bloem te bevatten. Hier zie ik ze voor het eerst hand in hand staan tussen de papavers, de korenvelden, de omgeploegde ruwe aarde en de Camino weg met mijzelf daarop. Wat is dat prachtig als je even de tijd neemt om stil te staan en te luisteren naar al die prevelende gele blaadjes : ik wil de zon zien, ik wil de zon zien . Het ontgaat me de meeste keren dat ik zo een veld passeer, maar ik meen hun beweging te horen hoe ze zich draaien naar de zon.
Er dient weer gestegen te worden, en voorwaar niet onder de vleugels van één of ander gemotoriseerd tuig, wel met de eigen beentjes. Brilglazen worden bespat van je eigen nat, haren leggen zich plat van ongemak, en je huid loopt rood aan van al dat heterig gebak. Maar we komen er wel. Eigenlijk klim ik liever dan ik daal. Bij het klimmen heb je de inspanning zeer goed onder controle, bij het dalen moet je kracht investeren om niet te vallen en dien je bovendien ook attent te wezen op je coördinatie. Doorgaans zweet ik zoveel van te dalen als van te stijgen.
Vandaag zie ik meerdere kappelletjes tussen de velden. Zonder dorpje of bewonerskern ernaast, is er plots zo een klein religieus gebouwtje ingepland. Veelal zijn deze gebouwen heel mooi gerestaureerd of zelfs stukken ervan gerenoveerd.
Onderweg spreek ik een aantal medewandelaars aan: Ik kom in gesprek met Linda, uit Nieu-Zeeland. Zij doet de Camino gespreid over 4 achtereenvolgende jaren. Dit jaar het laatste traject. Ze startte in Burgos en loopt tot in Compostella.
Pieter was uit de States. Hij wil eens kennis maken met European way of life. Ik merk op dat dit echt niet onze gewone manier van leven weergeeft. Dat wij, Belgen, eerder een Bourgondisch volkje zijn en dat in Europa zoveel verscheidene landen en hun inwoners met hun culturen zich wel mengen maar zich identiek blijven gedragen dat je geen gemene deler kan aanduiden.
Thats a big problem, zegt de Pieter laconiek, terwijl hij het snot uit zijn neus op de grond piekert.
Helena was van Zuid Afrika. Ze wil rust in haar leven en eens nagaan wat ze nog kan aanvangen naar 35 jaar.
Thomas was van Duitsland en doet de tocht van Saint JPDP uit nieuwsgierigheid en ook uit sportieve overweging.
De grote meerderheid van deze bidstalletjes zijn bovendien sjiek uitgerust met meerdere klokken in een globale klokkentoren.
In Terrradillios de los Tempelaros is een grote herberg die ook dienst doet als hotel. Een pracht van een gerestaureerd gebouw. Met smaak opgewerkt en aangekleed. Ik vermoed dat het niet voor pelgrims is geschikt en dat ze er zelfs niet binnen mogen, ook als ze dat heel mooi vragen. De klasse druipt er bij korreltjes leem van de omheiningsmuur in klei. De inrijpoort is afgesloten met een grote gril in smeedwerk. Aan Hertoginnendal is ook zo een poort, maar daar dient ze meestal om regeringsvormende politiekers binnen te houden! Ze zouden daar beter een slot op plaatsen bij het begin van zulke onderhandelingen en de sleutel bij ons in de Dijle komen werpen
Het dorpje verder is dan weer opperbest geschikt voor doorreizende armoezaaiers. Met maakt er op de muren en aanplakborden promotie voor een exclusief aanbod voor pelgrims: 8 euro voor slapen met ontbijt. Een eitje met een dikke snee brood is hier ook nogal snel een ontbijt
Op drie kilometer voor Sahagun loop ik door San Nicolas Real Camino. Ook een echt pelgrimsdorp dat echter toch ook invloed heeft van de kleine stad verderop. Het is hier geen armoede, maar netjes is het hier ook niet. Aan de huizen merk je dat mensen investeren in een goede huisvesting. Mooi vernieuwd timmerwerk, nieuw goed geïsoleerde daken met zonnecellen, nieuwe dubbel beglaasde ramen en regelmatig goed onderhouden verfwerk. Een contrast met de plattelandse praochiale woonkernen.
Ik kom toe in Sahagun om 11.00 en ik ben net op tijd om in de plaatselijke refuge mijn stempel op te halen. Deze refuges gaan pas open om 11.00 uur en later wacht je dikwijls in een lange rij omdat anderen zich inschrijven om te blijven slapen en dat vergt wel enig administratief werk.
De dames Hiesentriet zitten op een bank op mij te wachten. Sonja stelt voor om van mij een foto te maken naast de metalen afbeelding van de pelgrim. Ze wil mij de wijde wereld insturen, al was het maar digitaal.
Na het pauzeren voor de fotosessie trekken we verder de camino-richting op en we installeren ons naast het open lucht zwembad. Ik mag er niet in omdat ik geen badmuts bij heb. Dus ga ik me nu naar het centrum terug begeven om er eentje aan te schaffen. Als het nu geen weer eens om in open lucht te zwemmen? Bovendien ben ik tegelijkertijd proper gewassen!!!!
Bekijk rustig de fotokes, want ik heb ze ook heel rustig in mijn kodakske gestoken.
Tot morgen