55. Eucalyptusbomen is Galicië 56. Nog 10 kilometer en ik ben in Santiago 57. Al fietsend gefotografeerd, zo roekeloos ben ik van blijdschap 58. Aankomst op het grote plein voor de kathedraal van Santiago 59. Een Russische collega fotografeert mij voor de kathedraal 60. Een pelgrim tekent de kathedraal: iedereen verwerkt z'n vreugde op zijn manier 61. In het bureau waar we ons 'diploma' mogen afhalen 62. Het reuzenwierookvat of 'botafumeiro' onder de koepel van de kathedraal 63. Nog een foto van de kathedraal
46. Alpenflora bij de Cruz de Ferro op 1 500 m hoogte 47. Pelgrims komen aan in de abdij van Ponferrada waar 144 bedden staan 48. Bij het pelgrimsbeeld in Pedrafito do Cebreiro op 1 099 m hoogte 49. Boven op de 'Col do Cebreiro' op 1 300 m 50. In de preromaanse kerk van Cebreiro 51. De tiende-eeuwse kerk van Cebreiro 52. In de slaapzaal van de pelgrims in de abdij van Samos 53. Dit bord kom je wel duizend keer tegen op de camino 54. Sint-Jacobsbeeld in de kerk van Boente
37. Ik kruis het pad van een schaapherder 38. Hartelijk onthaal in de 'albergue' van Villares de Orbigo 39. Samen met de superlieve uitbaatster van de herberg in Villares de Orbigo 40. De meeste Spaanse dorpen en steden op mijn weg zien er, wat de ruimtelijke ordening betreft, nogal archaïsch uit 41. Ontmoeting met een Franse collega die is gestart op de Mont Saint Michel, op de historische brug van Hospital de Orbigo 42. Grandioze pelgrimsbrug met 11 ongelijke bogen in Hospital de Orbigo 43. Kathedraal in Astorga 44. Klim met in het zicht de Telenoberg van 2 185 m hoog 45. Bij het 'Cruz de Ferro' waar de pelgrims een steen, of iets anders wat hun hart bezwaart, achterlaten
28. De camino gaat hier door de abdijruïne 29. De Meseta met zijn tarwevelden lijkt eindeloos 30. Oneindig veel klaprozen tussen de velden maar geen boerderij te bespeuren 31. Pelgrimsbrug over de 'Rio Pisuerga' 32. Wondermooie romaanse San Martinkerk in Fromista 33. De echte camino voor de stappers rechts van de 'fietsroute' naar Santiago 34. Overal ooievaarsnesten op de Spaanse keerken, hier in El Burgo Ranero 35. Soms stuurt de gids (het boek met de route) mij op de echte camino, als die breed genoeg en vlot berijdbaar is 36. Nog één bed vrij in herberg 'Lagañares', na 130 km fietsen
19. Pelgrimsherberg van Los Arcos, waar vrijwilligers van het 'Vlaams genootschap' werken 20. Wijngaarden in de Riojastreek 21. In de kerk van Santo Domingo de la Calzada is er, volgens een aloude pelgrimslegende, altijd een kippenren met levende kippen en een haan 22. Pelgrim in Santo Domingo de la Calzada 23. Santo Domingo de la Calzada, gezien vanop de kerktoren 24. Rustende pelgrim naast zijn fiets 25. De 'Camino francès' op de schaduwloze vlakte van de 'Meseta' 26. Kruis op de 'fietscamino' tussen de tarwevelden 27. Merkteken voor de pelgrims op de Meseta
10. Standbeeld van de 'Vier musketiers' in Condom 11. Bij een kilometerpaal in Navarrenx (Pyrenées orientales) 12. Pelgrimsbeelden in een park in Navarrenx 13. Gezellige babbel in de 'Auberge l'alchimiste' in Navarrenx 14. Wijngaarden van de 'Irouleguy' nabij Saint-Jean-Pied-de-Port (Pays Basque) 15. Boven op de 'col de Roncevaux' in de Pyreneeën - Spanje 16. Buste van Ernest Hemingway voor de stierenarena van Pamplona (Spanje - Navarra) 17. Pelgrimsbrug in Puente la Reina, waar de 4 pelgrimsroutes samenkomen 18. Mountainbikepelgrims komen aan in de herberg van Los Arcos
1. Fruitbomen kreunen onder het slechte weer (Tarn-et-Garonne) 2. Close-up van tarwe in de regen 3. Massa's klaprozen 4. De pandgang van het klooster in Moissac 5. Eén van de 68 gebeeldhouwde kapitelen in het klooster van Moissac 6. Achttiende-eeuwse markthal in Auvillar aan de Garonne 7. Wijngaarden in de Armagnacstreek in de buurt van Condom (Gers) 8. Hier kan ik aan het blog werken 9. Pelgrimsherberg in de 'Ancien Carmel' van Condom
Vandaag mag ik het rustig aan doen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om al mijn kledij die enkele weken niet meer is gewassen, in de wasmachine van Jacky te stoppen. Ook de fietstassen worden grondig schoongemaakt. Al het gebruikte materiaal sorteer ik grondig. Ten slotte krijgt de fiets zelf een zeer grondige poets- en afstelbeurt. Hij ziet er weer uit als nieuw en heeft toch al 4 000 km gebold. We beginnen uit te kijken hoe ik het goedkoopst in België kan geraken: met de trein of het vliegtuig. Er is nog niets gereserveerd. Ondertussen maak ik ook een selectie van representatieve foto's van mijn tocht door Zuid-Frankrijk en Spanje tot in Santiago en Finisterra. Ik zit te zoeken naar een overzichtelijke lay-out om foto's en tekst met elkaar te combineren. Morgen heb ik wellicht de tijd om me daar grondig in te verdiepen.
De wekker loopt al af om 6 uur omdat ik wil fietsen voor de grote hitte eraan komt. Maar een diepgaand gesprek aan de ontbijttafel met een koppel leeftijdsgenoten uit Frans Lotharingen over de zin van het pelgrimeren anno 2013 zorgt er toch voor dat ik pas om 8u.30 weg geraak. We sliepen hier maar met z'n vijven in een afgedankt schoolgebouw in Limogne-en-Quercy. Het is erg gaan waaien vannacht en ik heb het gevoel dat het onweer ons al op de hielen zit. Tot in Martiel heb ik de wind op de kop maar richting Villeneuve d'Aveyron zit hij min of meer in het voordeel. Na een ritje van 45 km bereik ik mijn rustbestemming en eindbestemming Peyrusse-le-Roc, klokslag 11u. Nog net op tijd voor Jacky naar het werk vertrekt. Hij meent aan mijn ogen te zien dat ik het goed stel en nog in vorm ben. En zo voel ik me ook. In totaal heb ik nu 3 267 km op de teller, in 38 fietsdagen met heel veel slecht weer. Op deze tocht heb ik ontzettend veel geleerd. Onder andere dat je pelgrimeren in de eerste plaats doet met het hoofd en pas in tweede instantie met de benen. Maar over dat soort dingen zal ik verder filosoferen als ik wat meer uitgerust ben. Ik ben een beetje trots op mezelf omdat ik deze onderneming tot een heel goed einde heb gebracht. Vooral dank zij een grondige voorbereiding. Menige Fransman die ik heb ontmoet heeft gezegd:"Ces belges ne laissent rien au hasard et quand c'est des enseignants, c'est encore pire!" Ik heb een supergoede fiets gekozen en die heeft me geen seconde in de steek gelaten. En dat terwijl alle fietsers die ik ontmoette met alle soorten technische mankementen hadden af te rekenen. Sommigen kon ik helpen, anderen niet. Ik heb supergoede waterdichte fietstassen gekocht maar ik had toch nog te veel materiaal mee. Tot 2 keer toe heb ik een grote doos naar Peyrusse teruggestuurd. De leuze van de Hollanders in dit verband is:"Alles wat je kan thuislaten is handig meegenomen!" En ze hebben gelijk. Ik heb haalbare trajecten uitgestippeld en heb ze altijd kunnen afleggen. Ik heb voldoende gelet op goede voeding en veel drinken en ik heb nooit 'zwarte sneeuw' gezien. Ik ben ook nooit op pad gegaan zonder reservedrinken en eten in de tas. Ik heb onderweg en in de herbergen heel veel fantastische contacten gehad met allerlei mensen van allerlei leeftijden uit alle continenten. Daarover later meer. Er waren ook heel veel gebeurtenissen waarbij ik willens nillens een traan moest wegpinken. Ik heb elke avond een heel gezonde maaltijd kunnen nemen in alle soorten etablissementen. In Spanje kan je je buikje rond eten en je dronken drinken voor 9 euro, alles inbegrepen. Ik heb veel minder geld nodig gehad dan ik had ingeschat want in de herbergen betaal je meestal niet meer dan 10 euro per nacht. En vele herbergen werken volgens de formule 'donativo' dat wil zeggen dat je betaalt wat je kan missen. Zelfs veel herbergen die een avondmaal en ontbijt aanbieden doen dat. Ik heb niet overal een computer kunnen gebruiken om het blog aan te vullen. Of vaak vroegen ze veel te veel geld om er één te gebruiken, b.v. een euro per 30 minuten. Gelukkig was er dan Lieve die me depanneerde door van thuis een verslag te posten, na een telefoongesprek. Ik ben niets kwijt geraakt en men heeft me niets gestolen. De verstandhouding tussen de pelgrims is van die aard dat diefstal niet voorkomt. Ik heb twee diploma's behaald: één van de 'Camino Francès' tussen Saint-Jean-Pied-de-Port en Santiago en één van de 'Camino Fisterra' tussen Santiago en Cabo Fisterra. Die zal ik dan inkaderen. Ik heb nu meer tijd om het blog aan te vullen met de verslagen van de ontbrekende dagen en foto's van onderweg want de computer van Jacky mag ik gratis gebruiken. Ik heb zopas de fietstassen leeggemaakt en het is verbazend wat een hoop vuile was ik verzameld heb. Morgen krijgt de fiets een grondige poetsbeurt. Jacky zal ook nog wel wat toevallige werkjes achter de hand hebben. Die ik helemaal niet hoef te doen! Van zodra het past, plaats ik enkele representatieve foto's op het blog.
Vandaag reed Marnix van Lauzerte naar Limogne-en-Quercy. Een rit van 77 km onder een loden zon. Het is zondag, er zijn niet zoveel winkels open. Bij de bakker in Caze Mondenard haalt hij zijn mondvoorraad. In de heenrit ging hij bij dezelfde bakker langs. Nu nog een drankvoorraad inslaan en jawel hij kan 1,5 liter prik kopen maar deze fles kan niet in de bidonhouder. Dan maar overgieten in de bidons en de rest opdrinken. Hobbel de bobbel over de Franse wegen en jawel één van de bidons "ontploft". Een beetje teveel gas in de limonade of te hobbelige wegen?, in ieder geval ligt een deel van de bidon midden op de weg. Met kleefband alle stukken bij elkaar want deze bidon heeft een te grote emotionele waarde om hem hier achter te laten. Ik kan mij zijn gezicht inbeelden op het moment van "de ontploffing". Ik lach mij te pletter aan de andere kant van de telefoonlijn. Voor enkele Spierenezen en Helkijners, inderdaad we zijn door toedoen van de burgemeester en zijn vrouw, ooit al eens ontvangen geweest te Limogne. We zijn er naar de markt geweest en we hebben gepicknickt bij Mary's nicht. Nog hoeveel kilometers van Peyrusse? Normaal gezien hoopt Marnix morgen te Peyrusse aan te komen. Ik zocht het weerbericht voor die streek op en ik hoop dat Marnix de onweders voorblijft.
Groetjes Lieve
Peyrusse, Peyrusse antique cité, autrefois grand duce aujourd'hui quité et demain occupé par un pelerin
De stappers nemen al afscheid van mij voor 8u. Stappers vertrekken traditioneel vroeger dan fietsers. Rond 8u.30 daal ik af van de 'bastide' Lauzerte die als een adelaarsnest hoog op een heuvel ligt. Ik volg het zacht glooiende dal van de Barguelonne tot vlak bij de bron. Dan klim ik en kom op het kalkplateau van de Quercy terecht, een twintigtal km ten zuiden van Cahors. Rond 12u.30 ben ik in Lalbenque. Er is nog een winkeltje open. Snel wat frisdrank en 'madeleintjes' kopen. Ik koop een fles van anderhalve liter omdat er geen kleinere zijn. Ik giet ze over in één van mijn drinkbidons en even later, tijdens een klimmetje, is het zo ver: onder de druk van de CO² in de bidon springt de kop eraf met een luide knal. Gelukkig zonder erg. Zal ik dan toch niet in Peyrusse geraken zonder technische problemen? Via Bach rijd ik naar Limogne-en-Quercy waar ik aankom om kwart na twee. Ik wil gaan logeren in de gîte van de nicht van de burgemeester van Spiere-Helkijn (gîte 'Les Gloriettes'). Maar de poort is er op slot met een dikke ketting en op een krijtbord staat de vermelding: 'Le gîte est fermé et à vendre'. Dus neem ik mijn intrek in de gemeentelijke gîte die zich in een oud schoolgebouw bevindt. Na de gebruikelijke was en plas val ik, wegens het warme weer, in slaap op mijn bed. Maar ik ben op tijd wakker om het dorp te gaan verkennen en een goedkoop restaurantje op te sporen. Vanavond wordt het een pizza 'Chez Bob'. Als alles meevalt, kan ik morgen voor de middag in Peyrusse aankomen. Volgens mijn berekeningen is dat maar 45 km meer.
Voor het eerst sinds ik terug in Frankrijk ben, vind ik een computer ter beschikking in het 'Office de tourisme' van Lauzerte. Het verslag van de voorbije dagen (van dinsdag 11 tot en met vrijdag 15 juni) zal ik aanvullen van zodra ik terug in Peyrusse ben. Vorige nacht sliep ik in het gewezen klooster van La Romieu. Het is er prachtig met alle bloeiende rozen maar de uitbaters zijn heel erg commercieel ingesteld en er zit niet echt bezieling in hun werk. Bovendien vragen ze 20 euro voor een nacht in een slaapzaal. Ik neem ontbijt in gezelschap van een Oostenrijkse man die samen met zijn dochter van Genève naar Santiago stapt. 't Is te zeggen: hij begeleidt z'n dochter tot in Saint-Jean-Pied de Port en laat ze dan alleen verder stappen op de Camino Francès tot in Santiago. Het meisje doet erg haar best om te communiceren in het Frans en Engels. De rit gaat via heel smalle wegen naar Dunes (een mooie bastide) naar Valence d'Agen. In Dunes vraag ik de weg en de dames die ik aanspreek blijken Vlamingen uit Zottegem te zijn. Prompt wordt er een groepsfoto gemaakt. Ik kom in de vallei van de Garonne terecht. Hier wordt allerlei fruit gekweekt: abrikozen, perziken, kersen, druiven (ook wijndruiven: côtes du Brulhois), ... De streek van de look (de Gers) heb ik net achter me gelaten. Ik houd erg veel van de dorpen en de huizen in de Gers: mooie, bebloemde tuinen en huizen en boerderijen met veel karakter. Ik stop even om kledij af te doen en maak ervan gebruik om een bejaarde dame te feliciteren met de schoonheid van haar tuin. In Valence drink ik koffie op een terrasje en vraag ik de weg naar Lauzerte. Ik blijk bij een Brit terechtgekomen te zijn. Hij woont al 23 jaar in Frankrijk en kan zich nog steeds niet in het Frans verstaanbaar maken. Dus vraag ik de weg aan andere voorbijgangers. iedereen stuurt me een andere kant op. Ten slotte loop ik binnen in een benzinestation en daar is eindelijk iemand die me op het rechte pad zet. Het is een heel mooie rit in rechte lijn naar Lauzerte, door het mooie dal van het Barguelonne-riviertje, 30 km rechtdoor. Ik picknick onderweg naast het mooie Saint-Serninkerkje 12 km voor Lauzerte. Lauzerte is een zeer mooie bastide die op een hoge heuvel ligt. Ik zie het dorp al vanop 10 km afstand liggen. Het is een mooie klim tot in het middeleeuwse dorp. Ik ga dadelijk informeren naar een pelgrimsonderkomen en kom in de gemeentelijke 'gîte d'étape' terecht, na een rit van 84 km. Die was me gisteren nog door een pelgrim in Condom ten stelligste afgeraden maar het ziet er niet zo slecht uit, voor 10 euro. Ik neem er mijn intrek en maak er kennis met een jong koppel. Ze hebben elkaar leren kennen op 'Le Chemin' in Conques. Sindsdien zijn ze samen onderweg, tot in Santiago. Hij is een osteopaat uit de Jura en het meisje is een Zuid-Duitse. Als dat niet mooi is. Ze bieden me de rest van hun middagmaal aan, wat ik dadelijk aanneem. Ik ga nu dit wondermooie dorp verkennen en nagaan waar ik vanavond kan eten voor een schappelijk prijsje.
J'ai fait 84 km entre La Romieu et Lauzerte. Le temps était couvert toute la journée, mais pas de pluie. Si tout se passe bien, je serai dans le Lot demain. La santé va bien. Je suis toujours en forme. Je veux aller découvrir le village. C'est une belle bastide construite en pierre blanche.
Marnix is deze morgen vertrokken vanuit Mont-de-Marsan richting La Bastide d'Armangnac. Vorige zomer hebben we deze streek bezocht en deze bastide. Het was één van de authentiekste die we al hadden gezien. Vorig jaar had ik ook een wegwijzer gezien met daarop : Notre Dame de Cycliste. Marnix is er vandaag naar toe gereden, als hij daar aankwam was de kerk en de opvanggebouwen afgesloten, enkel toegankelijk omstreeks 15u. Plots hoort hij iets. Het blijkt dat er iemand bezig is met wat kuiswerk. Deze man kijkt en luistert naar Marnix en haalt een kanjer van een sleutel en laat Marnix binnen in deze kerk. Marnix gelooft zijn eigen ogen niet. In de ingang de wielertruien van alle grote wielergoden. De trui van Merckx zijn Ronde van Frankrijk van het jaar 1969. Een trui van Boonen. De rest kan ik niet meer opnoemen. In de kerk zelf hangen dan in 3 rijen boven elkaar meer dan 800 truien van wielerclubs. Marnix vraagt of hij er een kaars kan aansteken, de man maakt nogmaals een uitzondering. Hij haalt een kanjer van een kaars boven en Marnix kan ze aansteken. Er komen nog toeristen aan maar deze worden niet binnengelaten. Marnix vertrekt richting Montréal, Condom om tenslotte na 99 km met kopwind in La Romieux te eindigen voor vandaag. Ondertussen heeft hij de kaap van 3060 km op de teller gehaald zonder materiaalpech. Nu overnacht hij in het "dortoir" in het kraaknette pand : Le couvent de la Romieux.
Groetjes, Lieve
Marnix a dépassé les 3060 km. Il est passée par La Bastide d'Armangnac, Montréal, Condom. Il est arrivé au couvent de la Romieux. Il a visité l'église notre dame de cycliste.
Ik rijd de hele dag in oostelijke richting: van Mont de Marsan naar Villeneuve-de-Marsan en dan naar Labastide d'Armagnac. Daar is het tijd voor een picknick en koffiestop op het centrale plein van de mooie bastide waar allerlei rozen op de muren bloeien. In de bloembakken van de gemeente staan wijnstokken geplant. Ik rijd richting Cazaubon en zie links een bordje 'Notre-Dame-des-Cyclistes' - sanctuaire national. Ik wil er binnen gaan maar de kerk is op slot. In het paviljoen op de parking is een bejaarde man aan het werk. Het blijkt de conservator te zijn. Ik doe mijn pelgrimsverhaal en de man besluit om de kerk voor mij open te maken. We wandelen erheen en ik sta versteld van wat ik te zien krijg: de muren van de kerk zijn behangen met 800 wielertruien van allerlei clubs die op die manier een beroep doen op de bescherming van Onze-Lieve-Vrouw. In de inkom van de kerk hangen enkel truien van de grote kampioenen: Merckx, Maertens, Van Impe, Bartalli, Poulidor, Ocaña, Indurain, Virenque, Museeuw, Boonen, Armstrong, ... onvoorstelbaar! Ik beslis een kaars aan te steken. Deze keer voor mezelf uit dankbaarheid omdat ik zo stilaan het gevoel krijg dat mijn hele onderneming netjes op haar pootjes aan het vallen is. De conservator steekt ze zelf aan en stelt voor dat ik een tekstje in het 'Gulden boek' zou schrijven. Ik bedank de man heel intens omdat dit bezoek voor mij een moment van grote waarde is geweest. Erg ontroerd en onder de indruk zet ik mijn weg voort richting Montréal du Gers. Daar kan ik zeggen:"De kring is gesloten!" want tijdens de heenrit op 24 mei kwam ik hier ook voorbij. Ik rijd verder naar Condom. Daar ga ik een cola drinken alvorens de laatste 12 km naar La Romieu aan te vatten. In La Romieu neem ik m'n intrek in het voormalige klooster (Le Couvent de La Romieu), na 99 km. Het onthaal is er zeer professioneel maar zonder bezieling. Ik krijg er een bed in een slaapzaal met 15 bedden waarvan er slechts 3 beslapen zijn, samen met nog een Oostenrijkse man en diens dochter. Ik ga een lekker avondmaal nuttigen in een restaurantje in het centrum, gezellig onder de arcaden.
Na het rituele telefoontje van elke dag, kijk ik nu op de landkaart van Frankrijk. 110 km heeft Marnix onder de wielen vandaag waarvan 40 in druk verkeer en 80 km in de gietende regen. Op een bepaalde plaats is er een stuk weg weggespoeld en gaat de omleiding voor de fietsers recht het bos in. Er staat een wegwijzer met daarop "la voie". Zonder het goed te beseffen zat Marnix terug op één van de routes naar Santiago. Het is de route die over Tours loopt. Marnix ziet een bouwvallig huis waar hij aanklopt om te vragen waar hij naartoe zou kunnen als pelgrim. Een half bij "bewust" zijnde man doet open en vraagt aan Marnix om binnen te komen. Hij krijgt er een kop warme koffie en een handdoek om zich af te drogen. De canabis rokende man zit duidelijk met grote problemen, hij vertelt het t 'één en t 'ander aan Marnix. Marnix vertrekt via het bospad, hij kijkt achter zich en ziet een fietser met aanhangwagen. De fiets van de man is van hetzelfde Belgische merk als deze van Marnix. Marnix spreekt de man aan. Hij blijkt een pelgrim uit Blankenberge. Na herhaaldelijke pech aan zijn fiets, hebben zijn twee metgezellen de arme stakker achter zich gelaten. Marnix en deze man zoeken nu samen een schuiloord zodanig dat Marnix aan het versnelling apparaat kan sleutelen maar er zijn dingen stuk. De man zet zijn weg verder naar Dax waar hij een fietsenwinkel zal proberen te vinden. Marnix heeft medelijden met de man, zo kan hij de bergen niet over. Hij is ook te zwaar beladen. Zijn beide wielen waren al stuk gegaan. Alle kledij van Marnix is nu nat. In de tent zijn ze niet droog geraakt en vandaag met of zonder regenjas ben je nat. Hij besluit om in een bushokje zijn regenvestje op de ontblote torso aan te trekken net op dat moment lossen ze een hele bus scholieren. De scholieren hebben er het grootste plezier aan. De laatste 30 km verlopen via kalmere wegen en het wordt ook iets droger. Marnix heeft Mont-de-Marsan bereikt. Hij kan er in een pelgrimsonderkomen terecht. Hij moet wel de sleutel in de Shanghai shop halen. Zijn logement is een oud pand maar kraaknet. Hij zal er zijn kledij kunnen drogen. We luisteren met enkelen via de luidspreker van de telefoon naar zijn verhaal. Hij klinkt als de rust zelve. Het geeft een goed gevoel langs beide kanten van de lijn.
Als ik om 9u. de camping in Labenne-Océan uitrijd, wuiven de dames aan het onthaal mij uit. Ze hadden me beter een pelgrimskorting gegeven. Het motregent maar is niet koud: 16°. Ik heb rugwind en het is vlak in de Landes. In Saint-Vincent-de-Tyrosse (een duivenstad) haal ik geld uit de muur en koop ik proviand. In Saint-Géours-de-Maremne ga ik noordwaarts. Het regent nu goed door en ik verdwaal bijna door de slechte aanduidingen. Op goed geluk af volg ik een smalle weg rechts naast de autosnelweg en na enkele kilometers blijkt dat de goed keuze te zijn. Ik kom uit in Magescq. Daar kan ik eindelijk, na bijna 40 km, op de rustige vlakke wegen tussen de dennenbossen fietsen. Daar is het mij om te doen. Ik hou van de bouwstijl van de 'maisons landaises' en geniet vooral van de aanblik van de boerderijen. Via Herm gaat het naar Gourbera. Daar bots ik, na 53 km, op een wegversperring. Er is door de overvloedige regen een wegverzakking geweest. Die is hersteld maar mag nog niet bereden worden. Er staan bordjes aan de kant met 'Voie de Tours' en een Sint-Jacobsschelp erop. Zonder het te beseffen ben ik dus op de 'Via Turonensis', de pelgrimsweg die start in Tours, terecht gekomen. Maar ik denk (verkeerdelijk) dat in het huis rechts pelgrimsopvang is en klop er aan om te vragen of ik er in het droge mag picknicken want ik ben doorweekt. Een slaperige man opent de deur. Ik doe mijn verhaal. Hij laat me binnen en geeft me een handdoek. Ik trek mijn natte bovenkleren uit en doe droge aan. Ik krijg koffie en kan picknicken. De man legt uit dat de bordjes er enkel staan om de omlegging voor de pelgrims (door het bos) aan te duiden wegens de wegverzakking. Hij vertelt ook dat hij een werkloze lasser is en zijn huis moet verkopen omdat het financieel te moeilijk wordt. Van pelgrimsopvang dus geen sprake. De man rookt de hele tijd. Er hangt een vreemde geur in huis... "Ga je echt vertrekken met dit hondenweer?" vraagt de man als ik hem bedank. Ik zeg dat alleen onweer ons pelgrims kan tegenhouden. Ik volg met de fiets aan de hand de omlegging via het bospad en kom even verder weer op de straat terecht. Een andere fietser volgt in mijn spoor: een man met een trekkingfiets van hetzelfde merk en een karretje eraan. Dat kan alleen maar een Belg zijn. Het is een Vlaming uit Blankenberge. Hij heeft al allerlei technische problemen gehad met de fiets en sakkert op de achterderailleur. Ik stel voor om een droge plek te zoeken en te proberen de zaak te repareren. Aan het gemeentehuis van Gourbera is een grote leegstaande carport. Daar haken we het karretje af en beginnen te sleutelen. Algauw blijkt het probleem moeilijk op te lossen. De man heeft eerder op zijn tocht al een nieuw achterwiel laten monteren en volgens mij werden daar niet de goede wisselstukken bij gebruikt. Hij besluit om naar Dax te rijden (op een kleine 10 km) en daar weer een fietsenmaker te zoeken. We nemen afscheid en wensen elkaar een goede tocht toe. Mijn tocht gaat verder via Laluque, Lesgor en St.-Yaguen, recht naar Mont de Marsan, in sneltreinvaart. Na 110 km kom ik daar aan in het toerismebureau. En wat blijkt: zonder het te beseffen ben ik op 'La voie de Vézelay' (het pelgrimspad vanuit Vézelay) terechtgekomen. Er is hier een pelgrimsherberg. Ik kom er aan en een vriendelijke dame laat me binnen. Mijn sleutel moet ik afhalen in de Aziatische winkel 'Shangaistore'. Ik neem een douche en hang de natte kleren van twee dagen te drogen boven een elektrische radiator. Ik heb hier het hele huis voor mij alleen: er zijn acht bedden, een keuken, woonkamer,... ingericht in de vroegere gemeentelijke badinrichting. 'Bains - douches' staat er boven de ingang. Mont de Marsan is een gezellig stadje. Ik ga eten in het verzorgde 'Spaanse' restaurant 'La Casa' dat de hospitalero me heeft aangeraden. En het is er lekker en genoeg.
Deze morgen moest Marnix omstreeks 8u de deur uit maar zijn fiets kon hij maar een uur later gaan oppikken. Hij ziet alvast door het raam een kartonnen doos waar een fiets in kan. Midden in deze winkel van "mail boxes" kan hij zijn doos open maken en ja het is zijn fiets maar dan wel meer gedemonteerd dan dat hij had gedacht. Dan maar je herstelmateriaal boven halen en knutselen. Zelfs de horentjes, de kaarthoudersteun, op zijn stuur zijn losgevezen maar geen enkele schram op het kader. De mensen in deze winkel waren zeer vriendelijk en lieten Marnix maar sleutelen te midden een kantoor met p.c.'s, copiertoestellen, en dergelijke meer. Ze geven hem nog een stadsplan mee. Het is tegen de middag en Marnix haast zich naar een postkantoor en koopt er een doos om nog wat spullen op te sturen die hij niet meer nodig heeft in Frankrijk. Hij wil de doos terug binnen dragen als het meisje van deze post zegt dat ze pas omstreeks 13u30 terug begint te werken. Ik denk dat dit zijn eerste pelgrimsvloek is geworden. Dan maar een koffie gaan drinken gedurende anderhalf uur want zijn betaalbewijs ligt ook nog binnen in de post, samen met het opkleefvignet. Marnix koopt nog twee wegenkaarten want hij had deze weg niet voorzien. Het wordt een rit van 63 km langs aarts gevaarlijke wegen. In Biaritz en Bayonne kan hij van de busstroken gebruik maken. Gelukkig is het weer goed. tenslotte komt hij omstreeks 18u30 op een camping te La benne Océan aan. Hij zal er in een tent kunnen overnachten maar dan ene met een frigo en een waterverwarmer erin. Deze overnachting kost hem wel 40 in dit kustdorp. Hij heeft een prachtig zicht over de zee ne in de tent hoort hij het ruisen van de golven. Marnix klinkt bijzonder "zen" deze avond. Lag het aan de mosselen met frieten die hij net binnen heeft of aan het feit dat hij terug kan fietsen en alle onderdelen van zijn fiets nog aanwezig zijn of zit St.-Jacob hier voor iets tussen. Ik laat hem spreken, op de achtergrond hoor ik de vogels van La Benne, je zou van minder tot rust komen.
Après St.-Jean de Luz, Biaritz et Bayonne, Marnix se trouve à La benne Océan, après 63km.Demain, Il continue vers Mont de Marsan.
Gisterenavond had ik Marnix aan de telefoon omstreeks 22u30. Hij was omstreeks 21u15 in het station van Irun aangekomen. Hij was diezelfde morgen om 9u59 in het treinstel gestapt te Santiago, weliswaar op de verkeerde zetel maar wel in de juiste wagon. De kaartjesknipper maakte hem duidelijk dat hij zich moest verplaatsen. Marnix kwam naast een koppel uit Brugge terecht. De man die 65 jaar was geworden had samen met zijn vrouw een deel van de camino gestapt. Samen herkenden ze ofwel Marnix hier en daar zijn fietsroute ofwel die mensen dan een deeltje van hun wandelroute. Dat leverde voldoende stof voor aan elkaar hun pelgrimsbelevenissen te gaan uit wisselen. Vanuit de trein konden ze ook een stukje "Bilbao" meenemen. Het blijkt een heel mooie stad te zijn. Af en toe een dutje tussendoor en dan nog enkele belevenissen om en rond het spoor maakten dat deze dag treinen toch vlug om was. Eenmaal aangekomen moest Marnix de albergue municipal zien te vinden. Er hing een briefje aan de deur dat deze verblijfplaats er één was voor pelgrims op doortocht en niet op terugtocht. Eventjes paniek want na tienen geraak je in dit grensstadje moeilijk nog ergens binnen. Dan maar een pelgrimsleugentje om bestwil en zeggen dat je nog van plan bent om de camino del norte te rijden. Oef, zelfs na het inkijken van zijn credential krijgt hij de verlossende stempel. Dan nog ergens eten zoeken en zien dat hij na de maaltijd nog binnen kan in de slaapplaats. Een ietwat vreemde sfeer in dit grensstadje. Ik blijf dan nog wat praten met Marnix tot hij weet dat hij terug binnen kan. Ik had al eerder op de avond proberen te bellen maar toen bleek dat hij in een "goor" cafeetje zat waar hij nog iets kon eten. Wij konden elkaar niet verstaan er was teveel lawaai op de achtergrond. Op de terugweg naar zijn slaapplaats komt Marnix de winkel tegen waar hij s 'anderdaags zijn fiets kan ophalen. Groetjes, Lieve
Om 6u. is er al 'kerkmuziek', kwestie van de pelgrims op tijd te wekken. Aan de ontbijttafel kan ik niet anders dan mijn leugentje staande te houden tegenover de medepelgrims in verband met de camino del norte waaraan ik zogezegd begin. Ik voel me daar erg ongemakkelijk bij want het is niet te rijmen met de geest van het pelgrimeren. Om acht uur sta ik op straat. Het is maar 5 minuten stappen tot aan het kantoor van 'Mail boxes'. Dus moet ik daar een uur de tijd doden want het gaat daar pas om 9u. open. Een vriendelijke man opent de deur. Ik zie dadelijk een fietsdoos staan en krijg een breekmes om die voorzichtig open te snijden. Oef, het is mijn fiets en ook de fietstas die erbij zit is de mijne. Om de fiets in de doos te kunnen stoppen, hebben ze zowat alles wat op het stuur vast zit, losgemaakt. Gelukkig is er geen schade. Ik heb meer dan anderhalf uur nodig om hem weer rijklaar te maken: pedalen erop, voorrem monteren, stuur vastzetten, voorwiel monteren, band oppompen, kaartenhouder monteren, ... Het zijn lieve mensen want ze laten me al die tijd ongestoord werken in een kantoor tussen de kopieermachines, de computers en de verpakkingstafel. Gelukkig heb ik alle gereedschap bij me. Ik bedank de mensen van mail boxes uitgebreid en krijg nog een stadsplan mee waarop de weg wordt aangeduid waarlangs ik veilig de Spaans-Franse grens kan oversteken richting Hendaye. Na 4 kilometer ben ik terug op Franse bodem. Ik zoek dadelijk een 'Maison de la presse' waar ik 2 streekkaarten koop: één van Aquitaine en één van Midi-Pyrenées. Nu kan ik mijn terugrit naar Peyrusse uitstippelen. Dan gaat het richting bakkerij om proviand te kopen. Vervolgens trek ik naar het postkantoor om de overbodige spullen in een doos te stoppen en naar Peyrusse te sturen. Daar gaat het even fout: ik vul de doos bij de fiets en als ik ze wil afgeven in het kantoor, is het sluitingstijd en zegt men mij dat ik pas om 13u.30 terug kan komen. Even op de tanden bijten en toegeven dat ik er geen chronorit van hoef te maken. Ik maak van de wachttijd gebruik om de fietstassen beter te ordenen en te gaan picknicken in een bar. Om kwart voor twee ben ik al naar het postkantoor geweest en kan ik beginnen fietsen. Eerst volg ik het speciaal voor de kusttoeristen aangelegde fietspad van Hendaye naar St.-Jean de Luz dat de kustlijn of 'corniche' volgt. Maar dan kom ik toch op de drukke D810 terecht die ik volg tot voorbij Bayonne. Daar moet ik meermaals de weg vragen tot een vriendelijke meneer me op het goede pad zet naar Mont de Marsan in noord-oostelijke richting. Tijdens een lunchpauze rond 17u.30 beslis ik om naar de oceaan te fietsen. Ik kies het plaatsje Labenne-Océan omdat dat stadje me klein lijkt. Als ik er aankom, zie ik de kans om even de voeten in de oceaan te steken. Om te zwemmen zijn de golven veel te hoog. Hier surft men alleen maar. Op de terugrit landinwaarts stop ik op camping 'La Mer' om er voor veel te veel geld ( 40,-) een 'bungalow toilé' te huren voor een nachtje. Ik neem er mijn intrek en ga vervolgens 'moules frites' eten in een plaatselijk restaurantje. Ik slaap met het geluid van de golven op de achtergrond.
Met 3 fietstassen om de hals leg ik de 3 pijnlijke kilometers af tot aan het station van Santiago. Daar ben ik ruim op tijd. Ik zie er een bepakte rode koersfiets staan van een heel speciaal model: je kan het kader in twee delen uit elkaar schroeven en hij heeft een riemaandrijving met Rohloffnaaf. De fiets blijkt van een Deen te zijn die 4800 km heeft gefietst tot in Santiago. Nu staat de man er verslagen bij omdat zijn fiets niet mee mag op de trein. "Ik zal verplicht zijn om naar huis te fietsen!", vreest hij. Ik stel hem voor om, zoals ik deed, de fiets op te sturen met "Mail boxes". Maar hij heeft blijkbaar ander plannen en ik laat hem gerust. De trein vertrekt om 9u.59. We sporen via Ourense, Ponferrada, Astorga, Léon, Sahagun en Burgos, bijna allemaal steden waar de 'camino francès' langs komt en ik dus voorbijgefietst ben. Ik geniet van de voorbijglijdende berglandschappen met smalle dalen waar de trein bijna steeds een rivier volgt. Er is heel verspreid wijnbouw op de flanken, bijna overal op kleine percelen. In Spanje wordt op veel grotere hoogte als in Frankrijk aan wijnbouw gedaan, veelal op 800 m hoogte. Ten oosten van Ponferrada is het landschap vlakker. Er bloeien heel wat klaprozen en brem op braakliggende terreinen. Dan gaan we door de meseta, een groot vlak gebied waar heel veel graangewassen en gras worden verbouwd. Ten oosten van Burgos verlaat de trein het tracé van de bedevaart in noord-oostelijke richting. We rijden via Miranda naar San Sébastian aan de kust. Tot in Burgos zit ik bij een stel jonggepensioneerden uit Brugge. Ze hebben zopas voor de derde keer de 'Camino francès' gelopen, van Saint-Jean-Pied-de-Port tot in Santiago. "Wat heb je toch gekke mensen!", reageer ik. "Dat hebben er ons al meer gezegd!", antwoorden ze. Ze vertellen hun wedervaren en zeggen dat elke tocht anders is, met ander weer, andere ontmoetingen, andere albergues, ... In Miranda de Ebro wordt de terein gesplitst: een deel gaat naar Bilbao en een deel naar Irun. De omzittenden verzekeren mij dat ik mag blijven zitten. Dan is er herrie op het perron. Een Engelstalige dame schreeuwt:"Ze willen mijn baby vermoorden!" Iedereen snelt ter hulp maar niemand begrijpt haar echt. Ze wil opstappen met massa's bagage mee, tot en met een hond aan de leiband. Ze komt in ons rijtuig terecht en maakt zich druk omdat ze een deel van haar bagage niet meer vindt. Ze beweert dat ze bestolen wordt. In Spaans-Baskenland ziet alles er wat properder uit, wat meer opgekuist. Het klinkt vreemd als de omroepstem op de trein de stations ook in het Baskisch omroept. In alle steden waar we voorbij komen zijn er hoge woonblokken aan de stadsrand. De ruimtelijke ordening is nogal wanordelijk, ook in de dorpen. De bouwsels staan ordeloos door elkaar en een dorp vormt nergens een geheel. Om 21u.30 kan ik uitstappen. Ik vraag meerdere keren waar de 'albergue municipal' is tot ik er uiteindelijk, even voor tienen, aankom. Ik lees dadelijk het bericht dat pelgrims op terugreis van Santiago er niet welkom zijn, tenzij ze te voet zijn aangekomen. Dus vraag ik me af hoe men zal reageren dat ik met de trein van Santiago ben gekomen. De hospitalero ziet dadelijk dat ik een fietshelm op heb en reikt me de sleutel aan om de fiets binnen te plaatsen. Ik besluit een 'leugentje om bestwil' te verzinnen en zeg dat de fiets pas morgen aankomt met 'Mail boxes' en dat ik vanuit Irun aan de 'Camino del Norte' wil beginnen. Ik vraag waar ik in de buurt iets kan eten en krijg een 'goed adres'. De hospitalero belooft me dat ze na tienen zal opendoen voor mij zelfs al zijn de openingsuren van de herberg dan verstreken. In een eerder ongezellig cafeetje kan ik een eenvoudig menuutje bestellen. Rond half elf ben ik terug in de herberg. Oef, ik mag er nog in! In het donker klim ik in het bovenste bed. Onder mij ligt een Duitse jongedame die ik niet wil wekken.