Als ik mijn rit in Navarrenx aanvat, zie ik van op de eerste hoogte de sneeuw op de Pyreneeën liggen blinken in de zon. Eindelijk een dag met mooi weer en heldere lucht. Het is fris en de wind staat in het voordeel. Ik schiet goed op maar doordat ik gisteren van mijn route ben afgeweken, heb ik niet de goede kaart zodat ik wat onzeker ben. Een man van ter plaatse helpt me op de weg naar Saint-Palais waar ik al ben om 10u.
Dan gaat het via de drukke D933 naar Saint-Jean-Pied de Port waar ik om 12u. al aankom, na een rit van 59 km.
Ik ga zo snel mogelijk naar het pelgrimsonthaal. Ik schrijf me in en betaal 8 euro voor bed + ontbijt.
Pas om 14u.30 mag ik op de slaapzaal. Dus ga ik de stad verkennen. Er is een mooie wandeling over de stadsmuren en naar de citadel uit de 16de eeuw. Er zijn ook nog twee goed bewaarde toegangspoorten waarvan er één 'Porte St.-Jacques' heet.
Ik kan geen droge kledij aantrekken dus blijf ik zo veel mogelijk opdrogen in de zon.
Om 14u.30 lijkt het wel een stormloop naar de slaapzalen. Het is hier enorm druk. Vorig jaar kwamen zich hier meer dan 45 000 pelgrims inschrijven. De Belgen staan op de 11de plaats met ongeveer 900 pelgrims, na de U.S.A en voor Australië.
Ik maak kennis met een stel Nederlanders die hier ook per fiets zijn aangekomen. De ene heeft problemen met de versnellingen en dat probeer ik morgen bij te regelen.
Nu is er zopas een trein aangekomen en de pelgrims staan letterlijk op straat aan te schuiven om zich in te schrijven. Er zijn nogal wat Aziaten bij, vooral Zuid-Koreanen.
Voor vanavond zoek ik een stevige pelgrimsmaaltijd en morgen vatten we de klim over de Pyreneeën aan, richting Roncevaux.
Bien arrivé à Saint-Jean Pied de Port où il fait beau. Il y a beaucoup de pèlerins ici. Presque la folie.
Ik beslis om niet via Sauveterre-de-Béarn te rijden maar via Navarrenx naar Saint-Jean-Pied de Port te gaan omdat er in Navarrenx meer overnachtingsmogelijkheden zijn. Gisteren hielp de huisbazin in Aire me aan een adres: l'Alchimiste. Alweer heb ik de hele dag de k-way aan. Via Geaune fiets ik naar Hagetmau en daar pauzeer ik even. Het is constant met de wind op kop en veel regenbuien. Maar ik voel me sterker dan gisteren. Waarom weet ik niet. Dan gaat het in één ruk naar Orthez waar ik de Gave de Pau oversteek. Dan krijg ik plots de wind in de rug en de zon schijnt af en toe. De fietsbanden zingen op het asfalt en dat klinkt me als muziek in de oren. Bovendien kan ik een groot verzet draaien zodat de laatste 20 km heel snel gaan. Om 14u.40 kom ik aan bij de alchimist, na 85 km. Het gaat pas open om 15u., dus rijd ik nog even op verkenning door het dorp. Het is een versterkte vesting die rond 1550 van enorme 'remparts' werd voorzien, een beetje vergelijkbaar met het oude Ieper bij ons. En beneden stroomt de Gave met een prachtige dertiende eeuwse pelgrimsbrug erover. In de 'Auberge Saint-Jacques' hebben ze een computer ter beschikking. Om 18u. ga ik naar een speciale dienst voor de pelgrims in de parochiekerk, gevolgd door het pelgrimsonthaal in een aanpalend lokaal. Om kwart voor acht nemen we het avondmaal met de elf pelgrims samen. Het is alweer een internationaal gezelschap met Zwitsers, Fransen en een Belg.
Bien arrivé à Navarrenx après une journée fatiguante sous la pluie. Je vais à l'office religieux à 18h. et nous dinons ensembre après. Le gîte s'appelle 'l'Alchimiste'.
We nemen het ontbijt met bewoners en pelgrims door elkaar. Je merkt dat de bewoners een hele geschiedenis achter de rug hebben. Ze zijn eerder gesloten. Om 8u.30 begeef ik me op weg. Ik vind niet direct de goed richting om Condom te verlaten. Maar een bejaarde bewoner loodst me door de stad. Ik rijd op een weg waar ik vorig jaar in de zomer al voorbij fietste. Maar nu gaat het een stuk trager met de bepakte fiets. In Montréal rijd ik tot op de camping waar we vorige zomer logeerden. Het onthaal is eerder koel. De uitbaatster zegt dat ze druk bezig is, samen met haar zoon, om de nieuwe website over hun atelier en handel in beeldjes van 'marmerstof' (Marble art) op punt te stellen. Ik begroet de jongeman als 'Monsieur l'informaticien' en die is daar erg mee in zijn schik. Op weg naar Eauze voel ik dat het hoog tijd is om te eten. Nog maar pas weer vertrokken of ik moet schuilen. Ik vlucht in een open loods van een Armagnacboer, tussen de vinificatievaten. Hier is het de streek van de wijnen met de IGP 'Côtes de Gascogne' en vooral de Armagnac. Maar daar heb ik nu geen zin in. De wijngaarden kreunen en verbleken in de regen. Het is nog steeds erg heuvelachtig en met veel kopwind. Het historische Sint-Jacobspad gaat van Eauze naar Nogaro maar dat is een te drukke autoweg en dus rijd ik over Campagne d'Armagnac en zo verder naar Le Houga. Er zijn opklaringen maar als ik mijn k-way nog maar pas heb afgedaan, begint het weer te gieten. Er zijn hagelstenen bij. Gelukkig kan ik net op tijd schuilen onder de arcaden in Le Houga. Er komt een oude man naar buiten en meteen sakkert hij:"Quel temps de cochon!" Dan heeft hij het over die idiote ecologisten die beweren dat de planeet opwarmt maar dat wij daar niet veel van merken. En over Groenland dat ten tijde van de ontdekking door de Noormannen echt groen was. En van kamelen op de noordpool. Ik haast me naar Aire-sur-l'Adour en ben al voor 15u. in de kathedraal, na een tocht van 82 km. Op dat uur begint daar het onthaal van de pelgrims. De verantwoordelijken bieden me drinken en eten aan en zoeken voor mij een slaapplaats. Ik krijg een stempel in het 'Crédential' en begeef me naar het 'maison des pèlerins'. Daar ben ik de eerste pelgrim voor die nacht. Ik krijg de kamer met de naam 'Conques'. Na de douche (die maar wat deugd doet na zo'n lastige dag) was ik mijn natte kledij. Voor 2 euro laat ik die in de droogkas stoppen. De overnachting met ontbijt kost hier 18 euro. Ik deel de kamer met een geoloog uit de streek van Lyon. Die stapt van Santiago naar Rome, over Le Puy en Velay. In Spanje kruiste hij per dag ongeveer 500 stappers, in Frankrijk zijn dat er nog 50 à 60 per dag. Hij heeft de tocht al 2 keer gedaan naar Compostela toe en nu is het zijn eerste tocht terug. Hij stelt me gerust en zegt dat het voor de fietsers veel lastiger is in Frankrijk dan in Spanje en dat er in Spanje veel meer fietsers zijn op 'De Weg'. "Tu vas en voir un paquet!" zegt hij. Ik speel tolk voor drie Duitse dames die kletsnat en volledig onder de modder komen aanspoelen. Hun bagage laten ze brengen met een speciaal transport (7 euro per dag per persoon) maar die is er nog niet. Grote paniek en ze willen dat de bazin naar de transporteur belt. "Pas de problème, ça ne va pas tarder mais elle est débordée, il y a trop de sacs aujourd'hui." De bazin zegt me dat ik gratis een computer kan gebruiken in een door het gemeentebestuur georganiseerde internetlokaal. En hier staan inderdaad 10 krachtige pc's op een rij. Gratis ter beschikking. Straks ga ik wat eten in het restaurant naast de herberg. Kopieus pelgrimsmenu voor 14 euro naar het schijnt. Ik ben benieuwd.
Bien arrivé à Aire-sur-l'Adour sous une pluie battante. La journée a été dûre mais l'accueil chaleureux.
Gisterenavond hadden we een geanimeerd avondmaal met zeven pelgrims en de vrijwilligster samen: een Toulousain, een vrouw uit Normandië die in Conques woont, een Brusselse, een koppel Franstalige Canadezen, iemand uit Lyon en ikzelf. De Canadees op rust had in het onderwijs gewerkt als verantwoordelijke voor de publicatie van leerplannen voor een bepaald onderwijsnet. En allen stelden we vast dat het onderwijs in zowel Frankrijk, Canada als België in dezelfde richting evolueert en dat men er zich wel allerlei vragen kan bij stellen. Er kwamen natuurlijk ook ludieker onderwerpen op tafel. Toen ik mijn fiets op een droge plek wou zetten voor de nacht, kreeg ik serieus onder mijn voeten van een non. Bij de vrijwilligster vroeg ik wat ik verkeerd had gedaan maar ze kon ook geen logische verklaring geven. In elk geval had ik te veel gegeten en was mijn nachtrust hierdoor nogal verstoord. En dan nu het verslag van donderdag 23 mei: Alle pelgrims nemen hartelijk afscheid van elkaar. Om 8u.20 zit ik al op de fiets. Ik volg de Tarn en het kanaal dat ermee evenwijdig loopt. Net voorbij de samenvloeiing van de Tarn en de Garonne steek ik via een grote brug de rivier over. Het is een prachtig zicht. Het lijkt wel een meer. Er zijn wegwerkzaamheden maar als fietser mag ik door als ik beloof dat ik voorzichtig zal zijn. In Auvillar houd ik halt om de mooie cirkelvormige markthal en het plein errond te bewonderen: een bastide. En ga ik naar de bakker! Ik rijd verder westwaarts en het begint te regenen. Ik doe de poort open van een leegstaande boerderij (wellicht een vakantiehuis want er is een goed onderhouden zwembad) en kan in een garage schuilen om te eten en de schoenovertrekken en k-way aan te trekken. De tocht gaat verder in de regen. Het is heel erg heuvelachtig en met een zeer strakke westenwind op de kop is het erg lastig. Bij elke helling moet ik een heel klein verzet draaien, soms zelfs 26 vooraan en 28 achteraan. Het gaat via Miradoux naar Lectoure en dan verder naar Condom. Ik vind de 'Ancien Carmel' na enig zoeken in de 'Avenue Victor Hugo' nr. 35, na een heel zware rit van 84 km. Het is er zeer rustig en aangenaam. Er zijn geen religieuzen meer. Een vrijwilligster uit Bretagne vertelt me dat, bij het vertrek van de laatste zusters, de carmel werd gekocht door een immobiliënmakelaar uit Parijs die, na zijn herstel van een zware ziekte, zijn leven een andere wending wou geven. Hij liet de gebouwen herinrichten om ter beschikking te stellen van mensen die op één of ander manier 'gestrand' waren in hun leven: gewezen alcoholverslaafden en mensen die om een andere reden aan 'lager wal' waren geraakt. En er worden dus ook kamers voorbehouden voor pelgrims tegen 35,- nacht half pension. Ik krijg een rondleiding en mag mijn fiets in de schuur zetten naast het kippenhok. Ik krijg kamer 204. Dan is het koffiepauze. Na een verkwikkende douche verken ik de tuinen en trek ik de stad in. Ik bezoek de kathedraal waar een uitgebreide infostand is over het Sint-Jacobspad. Dan ga ik naar het mooie, bronzen standbeeld van de 4 musketiers. Hier zijn wij vorige zomer ook geweest, toen ik met Lieve en Stijn op een camping in Montréal du Gers verbleef. Op de terugweg koop ik fruit en maak ik kennis met een koppel pelgrims waarvan de man de hele namiddag op de spoedafdeling heeft gezeten met een serieuze voetblessure. Ik wijs ze de weg naar de carmel. Nu zit ik in de 'Salle internet'. Straks nemen we allen het avondmaal, de bewoners en pelgrims samen. Benieuwd wat daar allemaal verteld zal worden. Voor morgen is er niets gereserveerd maar het schijnt dat vrijwilligers in de kathedraal van Air-sur-l'Adour de hele dag info geven aan behoeftige pelgrims.
Pour les francophones: Hier, j'ai fait une longue visite au cloître de Moissac qui est vraiment très beau. Il a plu un petit peu le matin. Aujourd'hui, il a fait moins beau: des averses et beaucoup de vent de face. Je suis épuisé. Mais j'ai atteint le but: Condom, dans le Gers.
Om kwart voor negen vertrek ik in Castelnau-Montratier. De hotelbaas heeft z'n woord gehouden en zelfs niets aangerekend voor de 'pichet' wijn die ik bij mijn avondmaal dronk. Het motregent. Ik zet koers richting Moissac. Na enig twijfelen beslis ik om, gezien het slechte weer, de omweg via Lauzerte niet te maken. Het klaart op en ik kan weer fotootjes maken: van de wijngaarden (Chasselas de Moissac), de met nylondoeken bedekte boomgaarden, de heuvels en de boerderijen. Het landschap is hier totaal anders en dan in de Lot: de glooiingen zijn zachter. Er is meer baksteen gebruikt voor de huizen en de natuursteen is veel bleker. Ik fiets door de 'Tarn et Garonne'. Er is heel veel land- en tuinbouw. Ik merk dat heel veel gewassen (te beginnen bij de fruitbomen en de wijnstokken) erg lijden onder de extreme koude en de vochtigheid. In Cases-Mondenard ga ik rozijnenkoeken kopen. Die heb ik de afgelopen 2 weken in Peyrusse gemist. Er lopen veel pelgrims op het asfalt omdat ze GR-paden door de overvloedige regen onbegaanbaar zijn geworden. De afdaling naar Moissac gaat heel snel en ik begroet elke pelgrim die ik voorbij snel. Maar fietsers kom ik niet tegen. Vier kilometer voor ik Moissac bereik herken iemand die ik drie weken geleden al ontmoette in Le Puy en Velay: de knappe Parisienne. Ik keer terug en het weerzien is hartelijk. We wisselen wat ervaringen uit en nemen een foto van elkaar: een middel om de ontmoeting te onthouden. Ik haast me naar Moissac want het onthaal bij de 'Communauté Marie Mère de Jésus' is tusen 11u.30 en 12u. Om 11u.30 ben ik er al, na 40 km fietsen. Ik word hartelijk onthaald en mag mijn fiets binnen plaatsen. Na de douche en het wassen van de kledij neem ik mijn middagmaal. Er is een dame uit Conques die bij haar thuis is gestart en tot in Compostela wil lopen. Vorig jaar probeerde ze al maar wegens gezondheidsproblemen moest ze na 10 dagen opgeven. Nu dus haar tweede poging. En het lukt haar aardig tot nu toe, op de blaren na. Ik ga abdijkerk en het aanpalende klooster bezoeken. Ik heb er al veel over gelezen maar ben hier nog nooit geweest. "Grand site de Midi-Pyrenées" staat er op het raam. En dat klopt. Vooral het romaanse klooster is prachtig: er zijn 76 bebeeldhouwde kapitelen, en alle totaal verschillend. Ik neem tientallen foto's. Boven de ingang van de abdijkerk is er ook een prachtig tympaan, zoals ik er al bewonderd heb in Vézelay, Autun en Conques. Ik loop de stad in en ga inkopen doen bij 'Carrefour contact'. Als ik bij de kassa kom met mijn fles wijn en mijn energiedrankje, gaat het alarm af. Heb ik misschien iets gestolen? De dame aan de kassa vraagt of ik een nieuw kledingstuk draag van bij 'Decathlon'. Dat zou de reden van het alarm kunnen zijn. Ik zeg dat mijn broek daar vandaan komt. En ik mag passeren. Oef! Na veel informeren kom ik te weten dat er internettoegang is in de plaatselijke informaticawinkel. Dus daarheen! Maar het is betalend dus sorry als er nog een foutje in het verslag staat. Vanavond nemen we het avondmaal met de 7 pelgrims samen. Ik heb alvast voor de wijn gezorgd: Fronton, uit de streek. Ik maak ook kennis met een dame uit Brussel die ik eerder al in Vézelay ontmoette. Ze heeft zelfs één van de krantenartikels bij die over mijn pelgrimstocht zijn verschenen in een Franse krant. Vanavond zullen we elkaar nog veel te vertellen hebben. Zij doet de tocht te voet, ter gelegenheid van haar 60ste verjaardag. Er zijn dus gelijkenissen. Morgen probeer ik Condom te bereiken, in de Gers. Ik heb gebeld en daar is nog plaats in de herberg. Nu nog een kleine wandeling tot aan de Tarn en dan aan tafel.
Op het verjaardagsfeest van de moeder van Jacky heb ik mij kalm gehouden want ik wilde vandaag mijn pelgrimstocht verder zetten, op de dag dat de school ook weer begint. Ik kijk uit het raam en zie dat het stevig regent. Ik twijfel en trek toch mijn fietskledij aan. Na het ontbijt stofzuig ik mijn logeerkamer en de badkamer. De huisbaas passeert en zegt:" Hey, ça ne va pas?" Met de moed der wanhoop steek ik de picknick in de fietstas en stap met de fiets aan de hand naar de straat. Jacky begeleidt me en wuift me uit tot ik ben verdwenen achter de bocht. Alweer een moeilijk afscheid! De tocht gaat via Villeneuve d'Aveyron naar Martiel. Daar neem ik een binnenweg voor de veiligheid. Een familielid van Jacky en cyclotoerist heeft me die gisteren getoond. "Comme ça, tu n'auras pas de camions!" verzekert hij. En dat klopt. In de mooie veertiende eeuwse markthal van Beauregard picknick ik. Maar ik krijg het heel koud en moet me dus weer zo snel mogelijk warm rijden. Ik passeer in Bach bij de fosfaatmijnen die we vorige week met de leerlingen bezochten. Er staat een schoolbus. Ocharme de kinderen die daar nu in de regen een rondleiding krijgen. Via Lalbenque fiets ik naar Castelnau-Montratier. Ik steek de A20 en daarna de N20 over. Castelnau is een mooie bastide maar door het slechte weer heb ik daar nu geen aandacht voor. In het toerismebureau helpt een superlieve dame me aan een pelgrimsonderkomen: in hotel "Les 3 moulins" voor 39,50 met avondmaal en ontbijt inbegrepen. Oef, het is nog geen 15u. en heb al een veilig onderkomen na een rit van 90 km in de stromende regen. Mijn kleren zijn goed nat maar de bazin wil mijn fietsjas drogen in de droogkas zodat ik morgen niet met een natte jas moet vertrekken. Ik bel naar de pelgrimsherberg in Moissac en daar mag ik morgenavond slapen. Ik probeer er te zijn voor de middag want ik wil er de abdij bezoeken. Pour les francophones: je suis bien arrivé à Castelnau-Montratier, et aussi bien mouillé! Et la patronne me met son ordinateur à disposition pour poster ce message sur le blog. A bientôt!