Vandaag, 23 augustus 2011, heeft Inge Vervotte aangekondigd uit de politiek te zullen stappen zodra er een nieuwe federale regering is. Dat laatste kan natuurlijk nog een tijdje duren, maar dat is niet het punt dat ik hier wil aankaarten. Daar wordt al genoeg over geschreven en al die meningen blijken geen enkele oplossing in te houden.
Mij gaat het veeleer om de reactie van ontslagnemend premier Leterme op haar vertrek. Ik citeer: Van topvakbondsvrouw over de toppolitiek naar een zeer belangrijke job in de zorgsector.1
Als voorzitter van het dagelijks bestuur van vzw Emmaüs, een organisatie die zich voornamelijk met rust- en verzorgingstehuizen bezighoudt, zou mevrouw Vervotte ongeveer 6000 personeelsleden onder zich hebben. Nu is ze nog minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven. Hieronder ressorteren onder meer de NMBS, B-Post, Infrabel en tal van andere grote werkgevers. In totaal gaat het om tienduizenden mensen.2
Blijkbaar wordt de verantwoordelijkheid voor 6000 mensen als een promotie gezien na eerder voor tienduizenden mensen te hebben ingestaan. Blijkbaar vindt 'premier' Leterme, de man die zelf het ene populistische cliché op het andere heeft gestapeld om Verhofstadt van de troon te kunnen stoten en de christen-democratische almacht te herstellen, een ministerambt niet eens zo belangrijk. Een ministerpost is blijkbaar niet een van de hoogste vormen van eer die een burger in dit land te beurt kan vallen. Deelname aan de belangrijkste vergaderingen en een stem in de belangrijkste beslissingen wegen blijkbaar niet op tegen een bestuurspostje in de privésector. Dat is niet mijn mening. Dat is de mening van Yves Leterme, de man die de ernst in de politiek weer zou herstellen, de man die de kiezer bedankte voor het grote vertrouwen dat door middel van honderdduizenden voorkeurstemmen in hem was gesteld.
Misschien moet ik hetzelfde interview nog eens citeren: Bovendien is het tweerichtingsverkeer tussen politiek en samenleving goed. Ik zou Leterme graag eens vragen voor wie dat tweerichtingsverkeer dan wel goed is. Voor de samenleving? Voor de regering? Of voor de betrokkenen die hun welgevuld adressenboekje met bruikbare contactpersonen in de private sector kunnen verzilveren? Mij is het niet duidelijk wat hij bedoelt.
Met Vervotte vertrekt de laatste linksgetinte figuur met enige macht uit de CD&V. De samenzweringstheorieënbouwer in mij veronderstelt onmiddellijk dat Wouter Beke, die een regering met de PS ziet naderen, Inge Vervotte binnenskamers heeft meegedeeld dat ze beter een andere job kon zoeken want dat hij zich geen bedreiging in zijn rug kan permitteren eenmaal de confrontatie met de Waalse vakbonden losbarst.
In elk geval zal CD&V hier zelf het grootste slachtoffer van worden. De binding tussen het ACW en de conservatieven en flaminganten die de top van het partijbestuur bevolken, wordt stilaan zeer broos. Ik kijk grijnzend toe. Het is tenslotte mijn partij niet.
1De Morgen, 23/08/2011, maar het is mogelijk dat dit citaat ook in andere kranten is opgedoken.
2Bepaalde belangrijke groepen personeel van de federale overheid tellen natuurlijk niet mee. Zo vallen de militairen niet onder het normale ambtenarenstatuut, om maar een voorbeeld te geven.
In 1983 heb ik voor het eerst op een fuif gedraaid. Ik bespaar de lezer de pathetische details van dit alcoholvrije ontmoetingsmoment van veertienjarigen zonder mensenkennis, politieke onderbouw, economisch besef of, ietwat erger, muzikale smaak.
In 2011 ben ik nog niet zo veel verder geraakt, maar dat heeft ook zijn voordelen. Ik loop tenminste niet naast mijn schoenen zoals zovelen die menen dat het draaien van plaatjes van hen ook een creatief kunstenaar maakt. Een DJ is geen kunstenaar. Een DJ is een ambachtsman die de creaties van kunstenaars opzet.
Pas nu is het me opgevallen dat ik deze blog eigenlijk nog nooit heb aangewend om reclame te maken voor iets wat me na aan het hart ligt, namelijk mezelf. Daar breng ik nu verandering in. Men weet maar nooit wat het nog kan opleveren.
Malcolm Nix draait graag en, naar zijn eigen aanvoelen, op dit moment eigenlijk te weinig. De eisen liggen nochtans niet zo hoog. Hieronder volgt een kort overzichtje. Wie meer informatie wil, kan altijd op de site www.musiquesdepassees.be terecht.
Technische eisen:
een stopcontact. Ja, zo simpel is het leven soms.
Een tafel of ander plat oppervlak op een gebruiksvriendelijke hoogte van ongeveer 60 cm op 60 cm. Ik moet mijn spullen toch ergens kunnen zetten...
aansluiting op een versterker met boxen, eventueel maar niet noodzakelijk via een mengpaneel. Ik kan ook zelf een versterker en boxen huren, maar ja, dat is natuurlijk niet gratis.
Bijgeleverde promotiekanalen:
nieuwsbrieven naar iets meer dan 500 geabonneerden. Ik verzend nieuwsbrieven in functie van wat er zoal gebeurt, wat inhoudt dat er niet echt een vaste regelmaat is.
Vermelding op de kalender van de site www.musiquesdepassees.be . Ik probeer mijn site altijd zo up-to-date mogelijk te houden en ik publiceer dan ook alle informatie die me bereikt zo snel mogelijk.
De kostprijs wordt bepaald door een aantal factoren. Hoe laat moet ik draaien? Hoe lang moet ik draaien? Waar is het te doen? Hoe geraak ik daar en weer weg? Hoeveel bedraagt de inkomprijs? Waar gaat de winst heen? Is het misschien een benefiet voor een goed doel waar ik zelf kan achterstaan? Moet ik zelf bijkomende apparatuur, zoals versterking of belichting, huren? Wie draait er voor de rest nog? Al bij al te veel factoren om een sluitende formule op papier te kunnen zetten. Er is echter geen reden tot paniek. Het blijft altijd goedkoop en volgens sommigen vraag ik te weinig. Ik ben dan ook niet hebzuchtig ingesteld.
Aangezien ik zelfstandige in bijberoep ben, kan ik voor alle gemaakte onkosten facturen uitschrijven. Dit kan voor sommige organisatoren handig zijn. Sowieso heb ik het lastig met de hoeveelheid zwart werk en zwart geld in de horecasector en aanverwanten. Ik doe daar liever niet aan mee. Ik heb er immers persoonlijk geen problemen mee belastingen of socialezekerheidsbijdragen te betalen.
Ik hoop in elk geval jullie allen binnenkort vanachter een discobar te kunnen verwelkomen. Hoe men het ook draait of keert, muziek blijft zowat het gemakkelijkste middel om des avonds sfeer te creëren.
Na enkele maanden pauze wordt het stilaan tijd deze blog wat nieuw leven in te blazen, om het eens met een cliché te zeggen. Nieuw leven is het natuurlijk niet, want het is nog steeds dezelfde eenmanszaak of, naar keuze, eenmansstrijd.
In elk geval heb ik ondertussen ontdekt dat de mogelijkheid om reacties op artikelen in te sturen verkeerd stond ingesteld. Vanaf heden kan dit wel degelijk en ik nodig iedereen uit van deze optie gebruik te maken. Als het inhoudelijk echt de spuigaten uitloopt, weten we tenminste dat we de goede richting uitgaan. Als het vormelijk de spuigaten uitloopt, kan ik me tenminste in de illusie van een grotere maturiteit wentelen.
Tot slot maak ik hier graag nog wat reclame voor de site www.musiquesdepassees.be , waarop ik nog steeds een kalender bijhoudt van alle activiteiten in en rond Leuven die me de moeite waard lijken. Organisatoren mogen nog steeds hun eigen info doorsturen. Wie me wil mailen, kan gewoon op 'contact' klikken. In tegenstelling tot de enkel via sms communicerende jeugd, heb ik tenminste nog de gewoonte mijn mailbox dagelijks te controleren.
Ongeveer een jaar na de officiële re-release van de cd Le disque dor des Baudouins Morts is Weirdo Music zo vriendelijk geweest nog een volgende excursie naar de grenzen van de goede smaak van deze Leuvense cultformatie uit te brengen.
Ditmaal gaat het om een compilatie met nummers die grotendeels nooit officieel zijnuitgebracht en nu voor het eerst verkrijgbaar voor het grote publiek worden gesteld. De cd bevat allerlei nummers en versies die niet op de echte cd te vinden zijn. Dit overzicht omvat de volledige carrière van onze Leuvense sterren, gaande van het eerste nummer dat voor de proefopname van het radioprogramma De 60 Minuten van Sodom is geschreven en het allereerste live concert in de Democrazy tot enkele songs die vlak voor de onvermijdelijke split zijn gecomponeerd, maar door een samenloop van omstandigheden nooit het repetitielokaal in de Boekhandelstraat hebben verlaten.
Weirdo Music, een Nederlands internetlabel dat zich specialiseert in wat de naam laat vermoeden, heeft al deze nummers een plaatsje op hun website gegeven. Aan elk nummer is een Creative Commons license verbonden, wat inhoudt dat er geen copyright op moet worden betaald. Mits vermelding van de originele componist en tekstschrijver, mag iedereen deze nummers downloaden en in integrale en onaangepaste vorm verder verspreiden. Geld is nooit onze drijfveer geweest en er is geen reden daar nu verandering in te brengen.
De rest van de backcatalogue zal te gepasten tijde ook op deze site verschijnen. Er zijn nog verschillende concerten volledig opgenomen en er zijn nog diverse opnames van repetities en bijdragen voor radioprogrammas beschikbaar. We kunnen echter niet van onze Hollandse handlangers verwachten dat ze hier al hun beschikbare tijd insteken. Ik ga ervan uit en hoop ergens ook dat ze wel wat beters te doen hebben dan oude cassettes uit de jaren 90 te recycleren. Het is, met andere woorden, vooral een kwestie van geduld.
Over het gebruik van C4 en het misbruik van een C4
Ik was aanvankelijk niet van plan iets te schrijven over de beschadiging[1] van een aardappelveld door ecologische actievoerders met een zak keukenzout. Zij hebben de gok gewaagd een wetenschappelijk experiment met een hoog publiek profiel openlijk aan te vallen en sommigen zijn gearresteerd en zullen eventueel door een rechtbank worden veroordeeld. Dat is een risico dat men op voorhand kan inschatten en ik ben al bij al blij dat er nog mensen zijn die enig risico durven nemen.
Ondertussen heeft de vervolging van de actievoerders een vervolg gekregen. Een van de actievoerders, een zekere Barbara Van Dijck, bleek werkzaam te zijn bij de KU Leuven en is enkele dagen later, op 3 juni 2011, op staande voet ontslagen. Haar gedrag zou incompatibel zijn met de normen en waarden van deze respectabele instelling. Ze zou geweld hebben gebruikt. Ze zou geen respect voor wetenschappelijk onderzoek hebben getoond. Ze zou niet langer voldoen aan de voorwaarden en de verwachtingen die aan een tewerkstelling bij de KU Leuven zijn verbonden.
Collegas en sympathisanten hebben het hier niet bij gelaten. Ze laten een petitie[2] circuleren om hun onvrede te uiten. Ze vinden dat dit personeelslid onterecht is ontslagen. Ze oefende enkel haar recht op vrije meningsuiting uit en ze heeft zelf geen geweld gebruikt. Dat waren andere actievoerders. Zelf is ze de omheining niet overgekropen, heeft ze geen schermutselingen met de politie uitgelokt en heeft ze geen zout op de aarde gestrooid.
Ik heb hier toch enkele bedenkingen bij. De petitie heeft me nog niet bereikt, dus ik heb gelukkig nog even tijd om na te denken over de vraag of ik ze al dan niet wil tekenen. Ondertussen kan ik hier mijn gedachten laten gaan over wat de actoren in deze zaak nu eigenlijk zeggen en welke denkfouten ze daarbij maken.
Ten eerste, de petitie lijkt me niet echt intellectueel eerlijk opgesteld. Mevrouw Van Dijck fungeerde als een van de woordvoersters van de Field Liberation Movement. Ze was waarschijnlijk op voorhand op de hoogte van de plannen van de andere actievoerders en ze heeft zich daar duidelijk niet tegen verzet. Strikt juridisch genomen, is ze zelfs medeplichtig aan de schade die is aangebracht en het is goed mogelijk dat een rechter haar hiervoor zal veroordelen. Het lijkt me dan ook beter de stelling te herformuleren en te wijzen op de disproportionele reactie van de KU Leuven op het gedrag van een personeelslid.
Op woensdag 8 juni 2011 heeft een volksvertegenwoordiger van Groen! in het Vlaams Parlement minister Smet de volgende vraag gesteld: Minister, wat zult u doen om het spreekrecht van onderzoekers in Vlaanderen te beschermen? Een van de eerste zinnen van zijn antwoord luidde als volgt: Spreekrecht betekent geen vernielrecht. Daarnaast heeft iemand van de Open Vld erop gewezen dat we een scheiding van machten kennen en dat de politiek zich niet over de naleving van het arbeidsrecht mag uitspreken. Dat is de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank. De redenering van de opstellers van de petitie is, met andere woorden, zeer krachteloos.
Ten tweede, de reactie van de KU Leuven lijkt wel zeer drastisch. Indien de universiteit van mening is dat personeelsleden een strikte gedragscode moeten respecteren, vraag ik me af waarom er überhaupt nog iemand werkt. In het verleden hebben personeelsleden van de KU Leuven zich al schuldig gemaakt aan racisme, seksisme, alcoholisme, drugsgebruik, drugshandel, poging tot aanranding, intimidatie, bedreiging, diefstal, waarschijnlijk ook aan vandalisme en echte geweldfeiten[3], en zeer zeker ook aan wat eigenlijk het ergste zou moeten zijn voor ons academisch personeel, incompetentie.
Blijkbaar is de deelname aan een ecologisch getinte actie tegen de al dan niet vermeende dreiging van de biotechologische ontwikkelingen erger dan dronken lesgeven of vrouwelijke studenten bepotelen of het jarenlang weigeren een klop uit te voeren eenmaal de vaste benoeming tot hoogleraar een feit is.
Bovendien is er nog een verzwarend element dat haast nergens in de officiële berichtgeving aan bod komt. Mevrouw Van Dijck en haar bevriende patattendoodseskader hebben die actie buiten hun eigenlijke werkuren uitgevoerd. In feite velt de KU Leuven hier dus een oordeel over wat iemand buiten de context van de eigenlijke tewerkstelling uitvoert. Er wordt zelfs niet op een uitspraak van een bevoegde rechtbank gewacht. Ze is blijkbaar schuldig aan een zware beroepsfout, terwijl ze op het ogenblik van de feiten niet eens haar beroep uitoefende.
De reden lijkt me voor de hand te liggen. De boodschap is duidelijk. Het personeel van de KU Leuven mag zeker zijn mening uiten over allerlei maatschappelijke problemen, maar niet over de projecten waar de universiteit geld mee kan verdienen. Medewerkers van de KU Leuven mogen niet het gevaar creëren dat een belangrijke financier, in dit geval BASF, zich uit een lucratief contract zou terugtrekken. Dit gaat al lang niet meer om wetenschappelijk onderzoek. Het gaat om de financiering van wetenschappelijk onderzoek en de winst die met de resultaten kan worden geboekt. De C4 is een drukkingsmiddel om interne oppositie tegen deze vorm van management binnen een grotendeels met overheidsgeld gefinancierde onderwijsinstelling monddood te maken.
Mijn conclusie luidt alvast dat de actievoerders van de FLM en andere vergelijkbare organisaties zich dringend over hun taalgebruik en hun doelstellingen moeten bezinnen. Dit zijn acties tegen kapitalistische bedrijfsleiders en hun handlangers in de academische wereld die elk ethisch argument van tafel vegen in hun onstuitbare drang naar hogere winsten. Zonder de financiering van een extern bedrijf zou de KU Leuven dit onderzoek niet eens voeren. Het doel van het onderzoek bestaat er niet uit de wereldwijde hongersnood te lenigen of de voedselproductie te verhogen. Het doel bestaat eruit een middel te vinden om door middel van verbeterd DNA meer geld te verdienen.
De oplossing ligt in feite voor de hand en dit zou dan ook de primaire eis van de actievoerders moeten zijn. Elk onderzoek is mogelijk en toegelaten. Het is bedrijven echter verboden patent te nemen of exclusief eigenaar te zijn van origineel of gemodificeerd DNA van mensen, dieren of planten. De resultaten van dergelijk onderzoek worden automatisch publiek eigendom. Deze paar zinnen volstaan in feite om de discussie een heel andere en veel eerlijker richting uit te sturen.
Wat het vernielrecht van minister Smet en anderen betreft, kan ik ook kort zijn. Natuurlijk stelt de wet duidelijk dat het niet toegelaten is de eigendommen van private personen of rechtspersonen, zoals in dit geval de KU Leuven, te vernielen of te beschadigen. Als iedereen altijd de wet had gerespecteerd en nooit iets had beschadigd, zaten we nu nog altijd met het ancien regime opgezadeld, waren alle Afrikaanse landen nog Europese kolonies en was er, ironisch genoeg, geen sprake van een geglobaliseerde vrije markt. Het gebruik van C4 kan soms een noodzaak lijken.
[1]Dit is nog een goede test voor de mate waarin onze pers tendentieus is. In sommige berichten gaat het om de vernietiging of de vernieling van het veld. In andere gevallen gaat het om de beschadiging. Aangezien slechts een gedeelte van de planten is gestorven, lijkt die tweede omschrijving me een stuk accurater.
Soms blijkt een ernstig bedoeld krantenartikel onbewust een geweldige bron van vermaak te vormen. Een mooi voorbeeld vinden we in De Standaard van 19 mei 2011, onder de titel 11 tips om 11 juli te vieren. De volledige tekst van het artikel, met inbegrip van de voornaamste bron van vermaak vindt men op http://www.destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110518_058 .
De Standaard gold vroeger als de kwaliteitskrant van de christendemocratische zuil. Een tiental jaren geleden heeft de redactie, toen nog onder de leiding van de vrij neutrale Peter Vandermeersch, besloten het aloude logo AVV-VVK[1] uit de hoofding op de voorpagina te schrappen. Ondertussen geldt De Standaard steeds meer als het lijfblad van de N-VA en heeft Vandermeersch, die de bui allicht zag hangen, de biezen genomen naar een nieuwe uitdaging in Nederland. Van het logo uit 1918 is nog geen spoor, maar inhoudelijk slaat de redactie al wel eens de bal mis.
Het artikel bevat de elf tips van Vlaanderen Feest![2] om van de nakende feestdag van de Vlaamse Gemeenschap een spetterend gebeuren te maken. De meeste tips variëren van belachelijk (4. Organiseer een onze straat, wijk zingt! met een reekstoegankelijke Nederlandstalige meezingers voor jong en oud. Ambiance en sfeer verzekerd!)tot ergerlijk (1. Zorg zelf voor een passend welkomstwoord. Leg uit dat Vlaanderen Feest! zoveel mogelijk mensen in Vlaanderen wil betrekken bij het Feest van de Vlaamse Gemeenschap.) en zelfs tot balancerend op de rand van het fatsoenlijke (2. Nodig een gastspreker uit voor een korte gelegenheidsboodschap. Denk hiervooraan een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur of iemand van een Vlaamse vereniging (Davidsfonds, Vlaamse Volksbeweging, VTB ) binnen de gemeente. Spreek eventueel een creatieve buurtdichter aan om een gelegenheidsgedicht te maken).
Om heel deze potsierlijke poging van separatisten om de volksmassa aan hun kant te krijgen wat te illustreren, heeft de redactie een oud trucje gebruikt. Een foto zegt soms meer dan honderd woorden. Helaas voor de Vlaamse Volksbeweging blijkt dit journalistiek adagium ook hier te kloppen. Kijk gerust eens naar de foto in de linkerbovenhoek. Vier grimmig kijkende mannen van middelbare leeftijd kijken elk een andere kant uit onder een grijze en regenachtige hemel. Een dranghek moet ongewenste elementen de toegang ontzeggen. Dit is een feest zoals enkel Vlaams-nationalisten het kunnen organiseren. België lijkt me plots nog een tijdje veilig.
[1]Eigenlijk een verwijzing naar de Eerste Wereldoorlog en het prille begin van de zogenaamde Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Het eerste gedeelte, Alles voor Vlaanderen, zal nog wel eens terugkeren. Het tweede gedeelte, Vlaanderen voor Kristus, is gelukkig voorbij elke hoop op redding gesukkeld.
[2]Blijkbaar hebben niet enkel de ecologisten een patent op namen die leestekens menen nodig te hebben om hun eigen inhoud te beklemtonen. Als Groen niet voldoende zegt waar een partij voor staat, waarom zou Groen! dat probleem dan verhelpen?
Volgens De Morgen van 19 mei 2011 valt er een hernieuwde vechtlust van links te ontwaren. Goed nieuws, ware het niet dat het gewoon om een opiniestukje van Caroline Gennez blijkt te gaan[1] en de stelling luidt dat op een of ander congres allerlei progressievelingen zich hebben uitgesproken voor een nieuw economisch bestel, weg van de oude recepten.
Grof samengevat, komt het erop neer dat de sociaal-democraten ervoor willen zorgen dat werknemers binnen afzienbare tijd in ecologisch duurzame bedrijven met groenestroomvoorzieningen en milieubewuste afvalverwerking zullen werken, dat ondernemers niet langer onverantwoorde risicos met financiële speculaties zullen nemen, dat een afgeslankte overheid doeltreffend regels uitvaardigt die monopolies en andere oneerlijke handelspraktijken dwarsbomen en dat een gezonde economie iedereen in de samenleving meer welvaart zal brengen. Nu zou het leven in een dergelijke maatschappij ongetwijfeld een stuk aangenamer zijn dan in een door multinationals leeggezogen derdewereldland, maar het is helaas niet genoeg.
In die maatschappij zal de arbeider de ondernemer nog steeds baas moeten noemen en moeten buigen voor elke gril van de erfgenaam van het familiefortuin. In die maatschappij zullen wisselkoersen tussen nationale munten het nog steeds mogelijk maken te speculeren tegen een regering die de bedrijven van diezelfde beleggers met betrekking tot fiscale voordelen niet voldoende gehoorzamen. In die maatschappij zullen mensen met weinig vaardigheden nog steeds niet op de arbeidsmarkt terechtkunnen[2]. In die maatschappij zal een bedrijf nog steeds op eigen houtje premies, bonussen en andere extralegale excessen kunnen toekennen en zo de inkomens- en kapitaalskloof mogen vergroten. In die maatschappij zullen werknemers nog steeds door hun werkgevers als concurrenten tegen elkaar worden uitgespeeld.
De deelnemers aan het congres getuigden blijkbaar allen van de reeds vermelde hernieuwde vechtlust: Stelt u zich geen kameraden met gebalde vuisten voor die hun heimwee naar oud-linkse recepten belijden, maar wel progressieve, hervormingsgezinde sociaal-democraten met frisse ideeën en toekomstgericht optimisme. Ik vraag me af hoe strijdlustig hun powerpointpresentaties dan wel moeten zijn geweest.
In elk geval ken ik weinig kameraden met gebalde vuisten die heimwee hebben naar oude toestanden. De socialisten hebben de afgelopen decennia, zowel in dit land als elders in Europa, vaak in regeringen gezeteld en om een of andere reden hebben ze hun zogenaamde oud-linkse recepten nooit consequent in de praktijk gebracht.
Waar blijft de nadruk op de collectivering van bedrijven, op overdracht van de macht aan de werknemers en op de afschaffing van de gepriviligieerde klasse der bedrijfsleiders? Want dat het om een klasse gaat, is duidelijk. Bedrijfsleiders komen niet onverwacht uit de lucht gevallen. De huidige bedrijfsleiders besparen op de loonkosten van het personeel om zelf voldoende winst te maken om de eigen zoontjes economie te laten studeren en in de toekomst zelf een nieuwe generatie minder begunstigden de weg naar eeuwigdurende economische segregatie te tonen.
Ik krijg stilaan de indruk dat slechts weinig mensen het echte probleem met de houding en het gedachtegoed van kapitalisten inzien. Kapitalisten streven naar winst en naar steeds meer geld op de eigen rekening. Hoewel het soms anders lijkt, is dit geld echter slechts een middel en geen doel. Het is hun belangrijkste middel om een machtspositie te verwerven en die macht hebben ze nodig. Kapitalisten zijn in de eerste plaats alfamannetjes. Ze willen aan de top staan en ze willen zeker zijn dat zij steeds op de eerste plaats komen. Zij beslissen welk lid van de kudde welke taak moet vervullen. Zij beslissen welke richting de kudde uittrekt. Zij moeten zeker zijn dat zij tijdens het paarseizoen de eerste keuze hebben[3]. Zij willen zeker zijn dat ze niet zullen worden tegengesproken.
De verwijzing naar het paarseizoen is niet lukraak gekozen. Kapitalisten geven natuurlijk veel geld uit aan luxegoederen, vooral om de rest van de wereld te tonen hoe ver zij het hebben geschopt. De meesten en toch zeker de verstandigsten houden echter voldoende opzij om een ander belangrijk doel te bereiken. Ook kapitalisten planten zich voort en geven op die manier hun dna door. Dat dna moet natuurlijk alle kansen krijgen in het leven.
Kapitalisten zijn, zonder uitzondering, verdedigers van een systeem dat ongelijkheid tussen mensen creëert, in stand houdt en zelfs propageert[4]. De reden ligt niet bij het economisch model zelf, maar bij de voordelen die zij uit die ongelijkheid halen. Als zij ervoor kunnen zorgen dat hun kinderen later over veel geld kunnen beschikken, hebben ze al een gedeelte van hun taak volbracht. Als zij er bovendien ook voor kunnen zorgen dat de kinderen van anderen over veel minder geld kunnen beschikken, hebben ze hun eigen dna een dubbele voorsprong bezorgd. Bewust of onbewust is dit de genetisch geprogrammeerde aandrang die hun handelen stuurt.
Het bovenstaande is natuurlijk ook de reden waarom kapitalisten het leven als een grote concurrentiestrijd zien. Er is de concurrentie tussen bedrijven, tussen landen, tussen mensen binnen eenzelfde bedrijf, tussen leerlingen van een Amerikaanse highschool die de hoogste puntenscore nodig hebben om door een Ivy League-universiteit voor een beurs te worden uitverkoren, tussen vergaderende directeurs die elk trachten aan te tonen dat hun directie het belangrijkste onderdeel van het grote geheel vormt, tussen johnnys die aan het kruispunt willen bewijzen dat hun auto sneller kan optrekken dan de autos op de andere rijvakken, tussen professionele voetballers die liever zelf een goal trachten te maken dat een voorzet te geven aan een teamgenoot die veel beter gepositioneerd staat en tussen alle andere voorbeelden die deze lijst nog paginas lang kunnen rekken.
Een hernieuwde vechtlust van links moet zich richten op een samenleving waarin alfamannetjes niet langer de kans krijgen zich boven de rest te verheffen, waarin de economische gelijkheid tussen mensen garandeert dat de genetische aandrang de eigen kinderen voor te trekken door andermans kinderen omlaag te duwen geen kans op succes krijgt. Dat is de echte strijd van de antikapitalist.
Er is inderdaad behoefte aan frisse ideeën en aan toekomstgericht optimisme, maar in Oslo hebben ze duidelijk niet begrepen waar de prioriteiten liggen. Moet ik hieruit soms afleiden dat veel mensen aan de top van progressieve en sociaal-democratische organisaties en bewegingen zelf geen haar beter zijn en zelf een status van macht en financiële superioriteit nastreven?
[2]Zeker niet in een ecologisch duurzaam bedrijf, dat van zijn personeel veel scholing, specialisatie en praktische kennis vergt.
[3]Conferatur de recente arrestatie van de heer Strauss-Kahn. Ik vind die arrestatie trouwens maar flauw. Hij had al lang moeten vastzitten omdat hij nu eenmaal voorzitter van het IMF was. Het aanvaarden van die functie en er vervolgens niets zinvols mee doen, dat is pas een misdaad. Nu draait hij de bak in omdat hij een enkele vrouw heeft aangerand. In zijn vorige functie droeg hij rechtstreeks verantwoordelijkheid voor de ellende waarin miljoenen vrouwen (en mannen) zich bevinden.
[4]Voor een recent voorbeeld verwijs ik naar de film Atlas Shrugged, naar het werk van Ayn Rand, bedenkster van een filosofie die ze zelf Egoïstisch Kapitalisme noemt. Een recensie vindt u hier: http://www.ruthlessreviews.com/11448/atlas-shrugged/
Over het aangekondigde rookverbod in de horeca, deel 7
Tijd voor een korte update over de manier waarop elke vorm van rationaliteit door het internationale gezondheidspopulisme wordt verdreven. Ook in Duitsland, ooit het land van het Wirtschaftswunder en van massas logisch redenerende ingenieurs, is het syllogisme bijna uitgestorven.
Twee zinnen springen onmiddellijk in het oog. Ik citeer ze hier even: De studie toont ook aan dat zelfs in zaken met een aparte rookruimte de lucht in de ruimte voor niet-rokers schadelijke stoffen bevat. en Er is nu dringend een algemene en volledige wet nodig in Duitsland, zoals die al bestaat in andere Europese landen.
Wat ik dus nergens zie is deze zin: Hoewel de rokers ondertussen in aparte hokken zijn ondergebracht, is er blijkbaar nog steeds een probleem met de luchtkwaliteit in de rookvrije ruimtes. Verder onderzoek zou de oorzaak van dit probleem moeten duidelijk maken.
Blijkbaar is het niet nodig verder onderzoek te plegen, want het staat toch al op voorhand vast wie de schuldigen zijn. Andere vervuilers moeten niet met de vinger worden gewezen. Alle rokers bezorgen mensen kanker, alle moslims slaan hun vrouw en alle Walen staan op de dop.
Een korte bedenking bij het overlijden van de heer O. Bin Laden
Sinds de Amerikaanse regering de War on Terror heeft uitgeroepen, is het Amerikaans leger twee landen binnengevallen en hebben allerlei overheidsagentschappen met afgekorte namen die zo uit het tijdperk van FDR lijken te stammen duizenden mensen gevangen genomen. Sommigen hebben bommen geplaatst. Anderen hebben martelaren-in-wording gerekruteerd. Nog anderen zijn na een tijdje volstrekt onschuldig gebleken. Sommigen zijn mishandeld in de beruchte Abu Ghreib-gevangenis. Anderen zijn gefolterd in geheime gevangenissen die de CIA met behulp van plaatselijke politiediensten hebben opgezet. Nog anderen zitten in een isoleercel, wachtend op een proces dat er nooit zal komen want officieel zijn ze niet eens aangeklaagd.
De eenvoudigste suggestie volstaat om een inwoner van Irak, Afghanistan en verschillende andere landen achter de tralies te doen belanden. De bron wordt amper gecontroleerd. De feiten zijn onbelangrijk. Indien de beschuldigende vinger in uw richting wijst, wacht u een verblijf in een watersportdomein. De instructeur waterboarding staat al te wachten.
Doel van de ondervragingen was en is steevast het achterhalen van informatie over andere echte of vermeende terroristen. De hoofdprijs was in elk geval gedurende meer dan tien jaar informatie die naar Osama Bin Laden kon leiden. Hij en hij alleen was het hoofddoelwit. Hij was de leider van Al-Qaeda, een vriend van zowat elke foute extremist op de planeet en een genadeloos planner, maar uiteraard niet uitvoerder, van bloederige aanslagen. Hij moest boeten voor al die doden die de Amerikanen de voorbije vijftien jaar ten grave hebben moeten dragen van Nairobi tot Beirut en van Manhattan tot Peshawar.
Nu is mijn vraag eigenlijk vrij eenvoudig. Waarom is dit ultieme doelwit, de man die op zich meer informatie over het internationaal terrorisme kan leveren dan de voltallige bevolking van Guantanamo[1], onmiddellijk doodgeschoten? Waarom is het mogelijk gebleken commandos van de Special Forces met Apaches heen en weer te vliegen[2] en heeft toch niemand de idee opgevat de meest gezochte man ter wereld te overmeesteren, te boeien en in een helicopter te zwieren?
Waarom leek het noodzakelijk hem onmiddellijk neer te kogelen? Wat is er mis met een proces? Was de Amerikaanse overheid niet langer overtuigd van zijn schuld? Natuurlijk zou een dergelijk proces enorme veiligheidsinspanningen vergen. Is dat dan zo erg? Aangezien het onbetaalbare propaganda voor de oorlog en voor de zetelende regering zou vormen, zou het niet eens zo moeilijk blijken een budget voor dit proces vrij te maken.
Dit is in elk geval een mooi voorbeeld van de manier waarop de VS de democratische rechtstaat introduceert in landen die daar niet al te happig op zijn. In de meeste landen worden ongewenste opposanten onder druk gezet of, in het slechtste geval, in de gevangenis geworpen. Hier is net het omgekeerde gebeurd. Geen recht op verdediging, geen advocaat en zeker geen publieke verklaringen. Gewoon een paar kogels in het hoofd en de zaak kan worden geklasseerd.
En waarom leek het al even noodzakelijk zijn lijk in zee te dumpen? Wat is daar nu het nut van? Is er dan iets mis met begrafenissen? Is het nu echt nodig Greenpeace actie te laten voeren tegen het dumpen van oorlogsslachtoffers in onze reeds ernstig beproefde oceanen? Waarom was het zo onoverkomelijk het lichaam mee te nemen voor de rest van de reis en in de VS door dokters te laten onderzoeken? Nu is het gewoon wachten op de geruchten in het Midden-Oosten dat Bin Laden helemaal niet dood is en dat de domme Amerikanen gewoon een lookalike hebben neergeschoten. Een lijk bewijst meer dan een verklaring. Er zou wel een DNA-staal zijn genomen, maar niemand beschikt nog over een lijk om dat staal mee te vergelijken.
En wat is er mis met een genuanceerd debat? De Amerikanen hebben het overlijden van een oude man met een baard, die al jaren van onverwarmde grot naar onderduikadres moest trekken, gevierd alsof ze net tegelijkertijd de wereldbeker in elke echte en denkbeeldige sport hadden gewonnen. Een volksfeest werd het in onze journaals genoemd. Denkt er dan niemand aan dat die beelden ook door Al-Jazeera worden uitgezonden? En kan iemand dat zootje primitievelingen met kernwapens eens vertellen dat een slogan als USA! USA! niet zal volstaan om de superioriteit van een maatschappelijk model te bewijzen?
Ik vier in elk geval niets. De dood van Bin Laden leidt ertoe dat heel wat raadsel nooit zullen worden opgelost. De vraag is natuurlijk wie hier enig voordeel uit haalt.
[1]Bewakers en zogenaamde specialisten inbegrepen, overigens. Laat u nooit wijsmaken dat de Amerikaanse overheid in staat is op een professionele wijze inlichtingen in te zamelen. De hele CIA beschikt niet eens over één personeelslid dat Azeri spreekt.
[2]Allez, bijna toch. Het zouden geen Amerikanen zijn indien ze er niet in zouden slagen een van hun peperdure speeltjes te laten neerstorten.
België is het enige land ter wereld waar het uithangen van de nationale vlag als een antinationalistisch statement wordt beschouwd.
Oude volkswijsheid: Wie een brood steelt, komt in de gevangenis. Wie een kroon steelt, komt in de geschiedenisboeken.
Nieuwe volkswijsheid: Wie een bom laat ontploffen, is een terrorist. Wie een land laat ontploffen, is een boegbeeld van de Vlaamse Beweging.
Nieuwe migranten die in Vlaanderen toekomen, moeten verplicht Nederlands leren, een taal die de autochtonen zo sterk beheersen dat ze op televisie worden ondertiteld.
Al die mensen die ons vertellen dat we harder moeten werken, hebben zelf een interessante job.
Over het aangekondigde rookverbod in de horeca, deel 6
Op 15 maart 2011 heeft het Grondwettelijk Hof met arrest 37/2011[1] artikel 4 van de wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook vernietigd en zo de uitzonderingen op het algemeen rookverbod in de horeca afgeschaft. Het gevolg is dat, ondanks alle tegenargumenten die ik in het verleden al heb aangehaald, vanaf 1 juli enkel nog mag worden gerookt in afgezonderde rooklokalen of, uiteraard, in regen en wind.
De vraag is natuurlijk wat de praktische gevolgen zijn. Ik heb in het verleden al paginas volgepend met sombere toekomstvoorspellingen. De meeste van die paginas zijn trouwens op deze blog terug te vinden. De media hebben het vooral over de financiële gevolgen. Ook de vertegenwoordigers van de horecasector die aan het woord komen, klagen over een dreigende daling van de inkomsten van de zogenaamde biercafés[2]. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat het grootste probleem voor de horecazaken zich op een heel ander terrein zal situeren.
Mensen die op stap gaan, praten al wel eens met elkaar. Mensen die wat hebben gedronken, hebben vaak de neiging wat luider te praten. Mensen die elkaar kennen en na ettelijke pinten samen buiten staan te roken, zouden wel eens meer lawaai kunnen veroorzaken dan de muziek in het café waar ze hun pinten bestellen. De rest laat zich raden. Omwonenden zullen klagen over de overlast die door lawaaierige klanten wordt veroorzaakt en de cafébazen zullen in feite machteloos staan. Klanten hebben geen volumeknop die kan worden teruggedraaid en het is niet zo gemakkelijk iemand de deur te wijzen als hij de facto al buiten staat.
Klagende burgers zijn blijkbaar electoraal van groot belang. Alles, maar dan ook alles, moet wijken voor de groeiende intolerantie. Kindercrèches en speeltuinen moeten de deuren sluiten omwille van de geluidsoverlast. Ook de cafés komen eens te meer in het vizier terecht van burgers die vinden dat enkel officiële klachten over het gedrag van anderen het leven zin geven. Ik voorspel dan ook lange en lastige discussies over de invoering van een sluitingsuur en als ik naar de weerbaarheid van de jeugd kijk, zou dat sluitingsuur zonder veel problemen in 2012 kunnen worden ingevoerd.
Gezien de aard van de beslissing ligt de bal nu eigenlijk in het kamp van de individuele cafébazen. Zij moeten, elk voor zich, beslissen hoe ze met de inhoud van dit arrest willen omgaan. Veel opties hebben ze alvast niet. Een cafébaas kan ervoor kiezen niets voor de rokers te doen, zijn terras met behulp van luifels, windschotten en verwarmingselementen aan te passen of binnen een gedeelte van zijn caféruimte tot apart rooklokaal te verbouwen.
Ik heb er geen idee van welke uitbater voor welke oplossing zal kiezen. Ik vrees dat de meesten, zoals gewoonlijk, naar elkaar zullen kijken. De meesten hebben geen zin als eerste tot investeringen over te gaan. Een paar visionairen zullen het voortouw moeten nemen en de rest de weg moeten tonen. Zo gaat het meestal in deze sector, die door een chronische financiële bijziendheid wordt geplaagd. Zodra ik weet heb van cafébazen die effectief een beslissing hebben genomen, zal ik er verslag van uitbrengen.
De meeste cafébazen hebben eigenlijk minder opties dan de drie mogelijkheden die hierboven staan vermeld. Sommige cafés zijn te klein om er een rooklokaal in te bouwen. Soms laat de inrichting van het gebouw zelf dit niet toe. Sommigen kunnen, bijvoorbeeld omdat de stoep te smal is, geen terrasvergunning krijgen. Zij zijn de echte slachtoffers van de hele zaak. Ze moeten de nieuwe regeling maar zonder meer slikken. Als de media een golf van faillissementen voorspellen, zouden ze er beter bij vermelden dat veel cafébazen hun zaak zullen sluiten uit moedeloosheid. Hun motivatie zal hier in elk geval niet van groeien.
Ik stel me natuurlijk ook de vraag in welke mate het eigenlijk nodig of verplicht is dit arrest van het Grondwettelijk Hof te respecteren. In 2003 heeft het Grondwettelijk Hof in een soortgelijk arrest, dat bijgevolg even veel rechtswaarde heeft, verklaard dat het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde voor de organisatie van nieuwe federale verkiezingen moest worden gesplitst. Ik heb daar niet veel van gemerkt. De splitsing van het beruchte BHV staat nog altijd op de politieke agenda en er zijn ondertussen al tweemaal federale verkiezingen gehouden. Blijkbaar is een gerechtelijke uitspraak niet voor iedereen even geldig. De antirokerslobby is in elk geval een stuk machtiger dan de communautaire actiegroepen.
Dit brengt me bij mijn laatste punt voor vandaag. Aan wie hebben we dit nu eigenlijk allemaal te danken? Het Grondwettelijk Hof treedt nooit op uit eigen beweging. Iemand moet een zaak aanspannen, bijvoorbeeld door om de vernietiging van een wet of een wetsartikel te verzoeken. De verzoekende partijen staan uiteraard steeds in het arrest vermeld. Laten we even overlopen om wie het gaat.
- De bvba ADS, met maatschappelijke zetel op het adres Korte Veldstraat 19A te 2820 Bonheiden
- De bvba Interfoods, met maatschappelijke zetel op het adres Kruisebekestraat 52 te 8940 Wervik[3]
- de bvba Dany Croc Club Sandwich, met maatschappelijke zetel op het adres rue Léon Troclet 8 te 4000 Luik
- De vzw Vlaamse Liga tegen Kanker, met maatschappelijke zetel op het adres Koningsstraat 217 te 1210 Brussel
- De heer Leo Leys, wonende op het adres Verenigingstraat 58 te 3010 Kessel-Lo
De drie eerste verzoekende partijen zijn gewoon middenstanders, uitbaters van zogenaamde eetcafés die niet kunnen kiezen tussen een gewoon café en een echt restaurant en er dan maar genoegen mee nemen in eenzelfde lokaal een halfslachtig café zonder sfeer en een halfslachtig restaurant zonder goede keuken te hebben.
De uitzonderingsregeling kostte hen klanten. De mensen gingen blijkbaar liever naar een echt café dan naar hun tweederangstaverne en dat voelden ze in hun portemonnee, wat in België natuurlijk de ergst denkbare misdaad is. Daarom vonden ze het een goede oplossing het gerecht in te schakelen om hun concurrenten aan te pakken. Enige reflectie over hun eigen overbodigheid was blijkbaar te veel gevraagd.
De vierde verzoekende partij is een ngo die zich bekommert om het lot van kankerpatiënten en vooral pleit voor meer geld voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar remedies voor al die tumoren die jaarlijks zo veel mensenlevens kosten. Op zich klinkt dit positief, maar ik heb natuurlijk weer een paar bedenkingen.
Ten eerste, ik vind het erg dat een ngo meer geld voor fundamenteel onderzoek moet bepleiten. De correcte financiering van onderzoekers zou een evidentie moeten zijn. Alleen bevindt de grootste onderzoekscapaciteit zich in private handen, meer bepaald in de hebzuchtige klauwen van de giganten uit de farmaceutische industrie. Misschien moeten we daar eerst iets aan doen.
Ten tweede, ngos als deze zijn afhankelijk van de giften van sympathisanten. Dit betekent dat mensen die de zaak niet steunen helemaal niet verplicht zijn te betalen. Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek is echter een zaak van algemeen belang en zou bijgevolg met belastinggeld moeten worden gefinancierd. Op die manier is het geld tenminste niet enkel afkomstig van steeds dezelfde mensen en kunnen de onwilligen zich niet langer achter hun persoonlijke vrijheid verbergen. Een herschikking van de fiscaliteit zou hier een oplossing kunnen bieden. Bovendien zou dat ons verlossen van al die glimlachende jongelingen die een wandeling door de Diestsestraat in een hindernissenparcours herscheppen.
Ten derde, wie beslist er eigenlijk welke acties de Vlaamse[4] Liga tegen Kanker onderneemt? Wel, ik veronderstel dat de mensen aan de top hier veel mee te maken hebben. Het zijn in elk geval niet de vrijwilligers die de markten afschuimen of foldertjes in bussen proppen die dergelijke beslissingen mogen nemen. Een rechtszaak houdt immers ook kosten in en er is altijd het risico dat de rechtbank de verzoeker in het ongelijk stelt.
En dit brengt ons naadloos bij onze vijfde verzoeker, de heer Leo Leys[5]. Op het eerste gezicht lijkt het wel een gewone burger. Bij nader inzicht blijkt de heer Leys echter de directeur van de Vlaamse Liga tegen Kanker te zijn. Officieel is hij niet tegen rokers. In De Standaard heeft hij hierover het volgende verklaard: Wij hebben niets tegen rokers. Ze mogen roken, maar het kan niet dat mensen tegen hun vrije wil meeroken. In zijn eigen verzoekschrift noemt de heer Leys zich echter een fervent antiroker. Treedt hij dan op als bezorgd burger of gebruikt hij de organisatie die tot zijn beschikking staat om zijn eigen standpunten door te drukken?
De Vlaamse Liga tegen Kanker is in elk geval met een duidelijk doel opgericht. Het bekende Kom Op Tegen Kanker, dat onder meer grootse televisieshows verzorgt en vooral dient om geld te op halen, streeft zo veel mogelijk naar consensus en bezorgt de deelnemers en toeschouwers een goed gevoel. Miljoenen euros stromen naar inspanningen om mensen te redden. Als het echter om minder populaire onderwerpen gaat, zoals het rookverbod in de horeca, wordt de Vlaamse Liga tegen Kanker van stal gehaald om de standpunten te verdedigen. In de praktijk gaat het echter om een en dezelfde organisatie en om dezelfde mensen.
Tot slot vraag ik me af of onze samenleving hiermee nu een betere plek wordt. Worden we gelukkiger? Zal de verzuring afnemen? Zullen de mensen met een glimlach rondlopen en harmonieus met elkaar samenleven? Zullen we binnen twee decennia vaststellen dat niemand nog aan kanker sterft en we bijgevolg als sardines op elkaar gepakt zitten tot onze 95e verjaardag, tenzij het tekort aan drinkbaar water en gezond voedsel ons eerder de das omdoet? Laat de mensen sterven, maar laat ze eerst leven. Volgens onze huidige machthebbers mag geen van beiden nog.
[1]De volledige tekst van het arrest is te vinden op http://www.const-court.be/ . U moet zoeken bij hangende zaken en rechtspraak, vervolgens op arresten en vervolgens op datum (15 maart 2011) en op nummer (037). Ten gevolge van de manier waarop de database is opgebouwd, zijn rechtstreekse links met arresten niet mogelijk.
[2]Eigenaardige term. Wat staat hier dan tegenover? De spuitwaterkroegen en de fruitsappenbars?
[3]Voor de liefhebbers van ironie wil ik erop wijzen dat beide handelszaken hun belangen hebben laten verdedigen door niemand minder dan Hugo Coveliers.
[4]Zelfs dit is blijkbaar al een communautair dossier. Blijkbaar is er een verschil tussen Vlaamse, Waalse en unionistisch Belgische tumoren of patiënten. Of zouden de leden niet goed hebben opgelet tijdens de les Frans en gebruiken ze deze naamgeving als camouflage voor hun onkunde van de andere landstaal?
[5]Uit Kessel-Lo. De vijand is overal. In een andere omgeving en tijd was hij ongetwijfeld informant voor de Stasi geworden. Nu kan hij zijn antisociale gevoelens uiten door zijn macht over een reeds in de hoek gedrukte bevolkingsgroep te manifesteren.
De kogel is door de kerk en, in dit geval, ook door de onschuldigen die toevallig in de buurt waren. De Leuvense gemeenteraad heeft besloten het Fochplein in het De Somerplein om te dopen. Op zich geen slechte beslissing, maar ik stel me hier toch weer een paar vragen bij.
De motivatie voor de naamsverandering is zuiver op de graat. Als opperbevelhebber van de Geallieerde troepen tijdens de tweede helft van de Eerste Wereldoorlog was Générallisime1 Foch medeverantwoordelijk voor de slachtpartijen die onder zijn bevel hebben plaatsgevonden. Hij heeft de oorlog natuurlijk niet veroorzaakt of gestart, maar hij is een van die zovele hogere officieren die van ver achter het front honderdduizenden jongens wiens voortbestaan hen geen bal kon schelen de dood heeft ingejaagd, enkel voor de grotere eer en glorie van het vaderland.
Ferdinand Foch verdient geen plein in Leuven. Als we dan toch iets naar hem moeten vernoemen, denk ik in eerste instantie aan de Muntstraat, ondertussen zowat bezwijkend onder het gewicht van restaurantjes, waarvan de meerderheid zich zonder bekommernis om kwaliteit richt op naïeve dagjestoeristen of verkavelingsgepeupel met een verleden als VTM-kijken en een heden als algemene leegte. Misschien kunnen we, naar analogie met een gelijkaardige straat in onze hoofdstad, de Muntstraat veranderen in de Rue du Boucher Foch.
Maar waarom moet het nu gewezen rector Pieter De Somer worden? Die man is al prominent in het stadsbeeld aanwezig. De KU Leuven heeft een van haar grootste aula's naar hem vernoemd en vlak voor de ingang zelfs een van op straat zichtbaar borstbeeld laten plaatsen. Bovendien heeft de bevolking in groten getale op de sp.a gestemd. Waarom moet het dan weer een tjeef worden?
Ik moet natuurlijk toegeven dat er slechtere mensen als Pieter De Somer zijn geweest. Hij is zeker geen oorlogsmisdadiger als Foch en ook binnen de ondertussen toch ietwat vreedzamergestemde christen-democratische zuil vinden we grotere gangsters. Leo Delcroix, om er zo maar eentje te noemen. Of Leo Tindemans. Of Pieter De Crem, die de restaurants in onze hervormde Muntstraat enkel langs de grove schijf van de vleesmolen mag betreden. De vraag blijft echter waarom hij is uitverkoren om Foch te vervangen. Heeft hij dan zo veel voor de stad of voor de mensheid gedaan?
Wie moest dan wel het voorrecht krijgen op de naambordjes van een van de centraalste pleinen van onze stad te prijken? Mijn voorstel is en blijft Jean Jaurès. Jaurès was voorzitter van de Franse Parti Socialiste vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Hij probeerde op allerlei manieren de regeringen van Frankrijk en Duitsland onder druk te zetten om een diplomatieke oplossing voor hun problemen te zoeken. Hij verzette zich tegen de oorlogstaal van de machthebbers en hun kortzichtige volgelingen die enkel aan revanche voor de oorlog van 1870 dachten. Hij probeerde de oorlog te voorkomen door de arbeiders van Frankrijk en Duitsland tot stakingen aan te zetten. Zonder soldaten konden ze immers niet ten strijde trekken. Het symbool van zijn acties was het gebroken geweertje, dat men tegenwoordig nog steeds als pin op de kledij van hippie-achtige types kan ontwaren. Hij is vermoord door een nationalist, die daarna uiteraard is vrijgesproken2. Hij wordt in veel historische studies en geschiedkundige boeken vermeld als ongeveer de enige man in Europa die de oorlog begin 1914 nog had kunnen tegenhouden.
Ik had natuurlijk op voorhand kunnen proberen de publieke opinie en de politieke bewindvoerders van mijn standpunt te overtuigen. Ik had allerlei media kunnen gebruiken, van petitie tot facebook-groep. Maar veel zin zou het niet hebben gehad. Ik heb mijn voorstel op een onbewaakt moment namelijk eens aan de heer burgemeester zelf voorgelegd3. Zijn reactie was kort en veelzeggend: Goed idee, maar daar vind ik nooit een meerderheid voor. Daar komt het dus op neer. Het maakt niet uit wat de grootste partij is, welke nationale beroemdheid de burgemeestersjerp mag omgorden of welke standpunten de meerderheid van de bevolking inneemt. Als CD&V in de meerderheid zit, beslissen zij en niemand anders wat er gebeurt. Jaurès was geen tjeef en dus mag zijn naam zeker niet in een positieve context aan bod komen. Dat mag enkel gebeuren met de mensen en namen die bevestigen dat elke vierkante meter van Vlaanderen hen en hen alleen toekomt. Vlaanderen is van de christen-democraten. Dat is een traditie. Dat is de wil van god. Dat is het verleden, het heden en de toekomst. En iemand die door nationalisten wordt vermoord, ligt nu ook niet goed in de markt.
1Meestal wordt het ietwat normaler klinkende 'maarschalk' of 'maréchal' gebruikt, maar de titel waarmee hij de oorlog heeft afgesloten, klinkt nog net dat tikje bombastischer.
2Er is gelukkig nog een klein beetje gerechtigheid. De moordenaar, ironisch genoeg Vilain genoemd, vond het 20 jaar later nodig om ook in de Spaanse burgeroorlog de linkerzijde te gaan bekampen en is daar zonder veel omhaal of proces door de republikeinen neergekogeld.
Van kotszak tot bodybag: Pieter De Crem is een slaaf van zijn ego, een onderdaan van de macht en een gevangene van de politiek
Het ongedierte van de Wetstraat heeft weer toegeslagen, ditmaal in de vorm van een christenhond uit een achterlijke streek[1] die er niet beter op heeft gevonden dan zijn eigen partij en zijn eigen regering met de hulp van vertegenwoordigers van buitenlandse overheden te manipuleren. Pieter De Crem, die nog niet goed genoeg is om door de chemische sector als proefkonijn voor nieuwe zwavelzuurverbindingen te worden gebruikt, heeft weer een nieuwe manier gevonden om zichzelf te verheerlijken. Vanuit zijn veilige villa[2] stuurt hij anderen naar het slachthuis en bereidt hij zich voor de schuld van zich af te schuiven zodra de eerste bodybags in Melsbroek landen.
Stel, zuiver hypothetisch, dat De Crem minister van Landsverdediging zou zijn in een Amerikaanse regering. Stel dat plots aan het licht zou komen dat hij, in overleg met de minister van buitenlandse zaken van een andere natie, de president en het Congres van de Verenigde Staten zodanig zou hebben voorgelogen dat ze hadden besloten troepen naar een gevaarlijke oorlogszone te sturen. Wel, het maakt in dergelijke gevallen niet veel uit wie er in Washington precies aan de macht zou zijn. De Crem zou niet al te beleefd het verzoek krijgen zijn kantoor te ontruimen en zich nooit meer buiten de poort van zijn ranch in de Midwest te vertonen.
Stel, alweer hypothetisch, dat De Crem minister van Landsverdediging van een niet nader bepaalde Afrikaanse republiek zou zijn. Stel dat plots zou uitlekken dat hij, in samenspraak met leden van de regering van een naburig land, zijn eigen regering ertoe gemanipuleerd zou hebben troepen naar een van de vele continentale strijdgebieden te sturen. Wel, in dat geval zouden we van hem al helemaal niet veel meer horen. Vergeet de oude ranch of het stilzwijgend vertrek maar. Een twintigjarig verblijf in een slechtverlichte cel zou al een luxe betekenen, maar de confrontatie met een bloederige machete lijkt realistischer.
Maar toch horen we hierover niet veel in de media. Het grootste schandaal sinds de hoogtedagen van de hormonenmaffia, een affaire die effectief tot doden en verminkten kan leiden, blijft in de schaduw van non-evenementen zoals de onbestaande regeringsvorming, het onvindbare compromis of de onrealistische communautaire eisen van de N-VA en het FDF. De Crem, die nog niet goed genoeg is om in de landbouwsector als recipiënt voor drijfmest te worden gebruikt, blijft braafjes op zijn post zitten en mag verder Amerikaanse felicitaties voor zijn eigen kruiperigheid ontvangen. Het volgend bezoekje aan New York kan er misschien zelfs een deftig restaurant af in plaats van een café met Vlaamse bieren.
De Crem, die in een normale wereld enkel als handmatige ontstopper van de toiletten op Rock Werchter zou worden gebruikt, is een slaaf van zijn ego. Hij kan er zelf niet veel aan doen. Hij moet zich nu eenmaal belangrijk voelen. Een Belgische ministerportefeuille, voor miljoenen landgenoten even onbereikbaar als de planeet Saturnus, volstaat in elk geval niet. De Amerikanen domineren de wereldpolitiek en dus moet hij ook even in hun gratie kunnen staan. Hun goedkeurende blik is meer waard dan eender welke stem die de kiezer hem in eigen land zou kunnen geven.
De Crem, die binnen de mobiliteitssector enkel als verkeersdrempel halverwege het viaduct van Vilvoorde enig nut kan hebben, is een onderdaan van de macht. In zijn eigen blinde streven naar erkenning kan hij enkel buigen voor de machtigen die weten dat hij hun slaaf is. Als het nodig is voor de premier te buigen, zal hij dat doen. Als hij meer kan bereiken door te buigen voor iemand die machtiger dan de premier is, kan Leterme, de man die hem in de eerste plaats minister heeft gemaakt, ter plekke stikken.
De Crem, die in de medische sector enkel kan dienen om studenten scrotumamputaties op te laten oefenen, is een gevangene van de politiek. Zodra men het spel op deze manier begint te spelen, kan men niet meer terug. Hij is nu een vertrouweling van het Pentagon en die zullen niet aarzelen in de toekomst opnieuw een beroep op zijn ervaringen met list en bedrog te doen. Hij heeft zich ingelaten met de zogenaamde covert operations[3] van de Verenigde Staten en hij kan in de toekomst niet zomaar van kamp veranderen. Hij zit vast, maar dan helaas enkel in de figuurlijke zin.
Ondertussen zulle onze paras in Afghanistan de zelfmoordmissies moeten uitvoeren die de Amerikanen liever naar verwaarlosbare bondgenoten doorschuiven. Dit is de echte parachutemoord en de dader is misschien gevaarlijk, maar niet ontoerekeningsvatbaar.
[1] Goed, dit is niet heel eerlijk ten aanzien van de talrijke intelligente mensen die door een speling van het lot in deze beschutte woonplaats zijn terechtgekomen, maar hen kan ik er enkel op wijzen dat migratie een fenomeen van alle tijden is. Politiek geweld overigens ook.
[2]Het moet wel een veilige villa zijn. De vorige die heeft geprobeerd er met een auto tegen te rijden, is niet verder dan de oprit geraakt.
[3]OK, het is nu niet meer zo geheim, maar het was wel degelijk niet de bedoeling dat dit ooit aan het licht zou komen. De term covert operations slaat meestal enkel op semilegale of volledig illegale acties van de CIA, maar kan bij uitbreiding ook worden gebruikt voor de doelbewuste manipulatie van regeringen.
Ik ben geen politicus en ik hoef me dus niet in beknopte oneliners uit te drukken. Maar dat neemt niet weg dat ik ook wel eens kan proberen iets te bedenken dat vlot kan worden geciteerd. Alhier mijn poging: België is momenteel het enige land ter wereld waar het uithangen van de nationale vlag als een antinationalistisch statement wordt beschouwd.
Tot slot citeer ik nog een stukje uit de toespraak die Raoul Servais op 2 februari 2011 in het Vlaams Parlement heeft gehouden naar aanleiding van de Gouden Erepenning[1] die hij die dag in aanwezigheid van (bijna) alle Vlaamse volksvertegenwoordigers mocht ontvangen:
Als men meer dan vier vijfden van een eeuw heeft geleefd en voor zover er nog geen seniliteit is verschenen, wordt men onderhevig aan een soort van tijdscompressie, een time disturbance, waarbij men gebeurtenissen uit het verre verleden veel duidelijker in herinnering weet te brengen dan recente evenementen. Deze evenementen zijn vaak bepalend geweest voor de creatieve inspiratie, voor de concretisering ervan en voor het engagement. Zo werd een deel van mijn filmwerk beïnvloed door persoonlijke ervaringen. Onder andere als getuige en slachtoffer van het gruwelijke nazibewind en van de erbij horende Vlaams-nationalistische ontsporingen. Later ook van de stalinistische terreur, die ik destijds mocht ondervinden tijdens mijn talrijke reizen achter het voormalige IJzeren Gordijn. Nare ervaringen uit het verre verleden verwekken de vrees dat ze zich zouden kunnen herhalen. Zij het onder een andere vorm. Net zoals het griepvirus nieuwe gedaanten aanneemt, kan ook het totalitaire virus deze metamorfose teweegbrengen, en dan vooral in onstabiele toestanden, in turbulente periodes.
Er was geen overweldigend applaus. Veel vertegenwoordigers van ons zogenaamde volk voelden zich duidelijk geviseerd. Pech voor hen.
[1]Het gaat eigenlijk om de Gouden Erepenningen 2010, maar deze penningen worden traditioneel pas in het begin van het daaropvolgend jaar uitgereikt.
De makers van Basta, zowat de enige mensen met een onderbouwde politieke visie die nog door de VRT worden betaald, hebben een geniale stunt uitgehaald. Na hun terechte wraak op de klantendienst van Belgacom hebben ze nu ook, met de hulp van een infiltrant, de belspelletjes op onze commerciële zenders genadeloos ontmaskerd[1].
Op zich natuurlijk leuk, maar dit gaat om meer dan het opentrappen van de open deur dat het de mensen achter die spelletjes enkel om gemakkelijk geldgewin te doen is. Dat wist iedereen eigenlijk al. Zelfs staatssecretaris Devlies, tot tjeef geïndoctrineerd en zelf niet echt uit een linkse familie afkomstig[2], heeft al strengere maatregelen en eventueel zelfs een verbod op dergelijke belspelletjes aangekondigd.
De kern van de zaak is dat dit een nieuwe vorm van televisie is. Dit is een combinatie van aanstekelijke humor, op harde feiten gebaseerde berichtgeving en maatschappelijke stellingname. Dit is televisie ten dienste van de kijker.
Zelfs bij de VRT zijn de meeste programmas tegenwoordig bedoeld om de zendtijd tussen de advertenties zonder al te veel kosten te vullen. Basta is een uitzondering en Neveneffecten verdient alle steun. Nu maar hopen dat ze niet monddood worden gemaakt als ze eens een probleem willen aanpakken dat gevoeliger ligt. De producenten van belspelletjes hebben niet genoeg vrienden of bondgenoten om veel invloed uit te oefenen. De helpdesks van bedrijven als Belgacom vormt al jaren het onderwerp van gefoeter en geklaag aan elke toog. Maar wat zal er gebeuren indien zou blijken dat ze een informant hebben gevonden bij Electrabel[3], een infiltrant hebben binnengeloodsd bij Woestijnvis[4] of er zuiver op basis van gebakken lucht in slagen Dexia rommelkredieten aan te smeren[5]?
In elk geval is onafhankelijke kritische televisie geen vanzelfsprekendheid en geen luxe. Het is geen luxe, want zonder onafhankelijke berichtgeving weten we niet wat er in de wereld gebeurt. Het is geen vanzelfsprekendheid want een bedrijf dat zjin winst wil maximaliseren, weet maar al te goed dat het daarvoor ook de berichtgeving over hun bedrijf moet beheersen. Wetten en morele principes zijn daarbij van geen tel. Vertrouw niemand die zich achter de letters NV kan verschuilen.
[2]Devlies is een telg van een rijke en invloedrijke Leuvense familie die vaak in verband werd gebracht met schimmige organisaties die het Apartheidsregime in Zuid-Afrika steunden. Zo stond jarenlang het woord Protea op de gevel van hun patriciërswoning op de Bondgenotenlaan gekalkt. Zijn vader, Paul Devlies, heeft in elk geval vaak Zuid-Afrika bezocht om zijn sympathie voor het toenmalige bewind duidelijk te maken. Hij was trouwens niet alleen. Initiatiefnemer van deze Vlaamse ondersteuningsacties was overigens een zekere André Vlerick. U kent hem misschien van zijn hogeschool, alwaar nieuwe generaties leren hoe ze op de kap van anderen rijk kunnen worden.
[3]Excuseer, ik bedoel uiteraard Suez GdF, de echte eigenaar van onze samenleving.
[4]Ik wil er overigens op wijzen dat ik die Wouter Vandenhoute nooit heb vertrouwd. Bij wijze van harde actie heb ik hem in 1991 op een Leuvens terras eens duchtig vies bekeken. Om te weten of dit iets heeft uitgehaald, zullen we op zijn memoires moeten wachten.
[5]Dit lijkt me, mits de nodige voorbereidingen, overigens haalbaar.
Een uitspraak van de vrederechter in Eeklo[1] heeft ons weer enige moed gegeven. De overheid, die het om een of andere reden niet erg vindt onder druk te worden gezet door de internationale financiële sector en hun schaamlapje genaamd IMF, blijft maar voor privatiseringen kiezen. Alleen levert dat natuurlijk problemen op. Er is namelijk amper tot geen controle over die bedrijven.
De vrederechter heeft geen concrete veroordeling van een specifiek bedrijf of van een specifiek individu uitgesproken. Dat zou ook amper ter zake doen. Het gaat om het principe. De vrederechter is van mening dat we die bedrijven niet zomaar mogen vertrouwen, dat er met de fototoestellen kan worden geknoeid en dat ze eigenlijk geen boetes mogen uitschrijven.
Wel, dit is goed nieuws. De sector vraagt de overheid om eenduidigheid. Daar is niets mis mee. Ik kan die overigens onmiddellijk al bieden. Als de overheid geld wil innen, moet de overheid daar maar het nodig personeel voor aanwerven. Gezien het hoge aantal parkeerovertredingen in dit land zullen ze hun eigen loonkosten wel snel terugverdienen. In elk geval krijgen we dan tenminste terug te maken met agenten of ambtenaren waar enige controle[2] over wordt uitgeoefend.
Dat de overheid voor die mensen dan ook pensioenrechten moet opbouwen, is geen minpunt. Zo zijn we er tenminste relatief zeker van dat ze op hun oude dag niet in de armoede terechtkomen. En het voorkomen van armoede zou toch een van de hoofddoelstellingen van een overheid moeten zijn. Meer dan het tevreden houden van bankiers en beleggers.
Het incident tussen Ivan De Vadder en Yves Leterme[2] is een rechtstreeks gevolg van de fascistoïde invloed van Siegfried Bracke op de Belgische democratie.
Argument 1:
Ivan De Vadder was vroeger een geëngageerde linkse jongen die lange inhoudelijke discussie niet uit de weg ging. Als bron haal ik onder meer een recent interview in de Campuskrant[3] aan. Ik citeer: Mijn presesschap viel in een moeilijke periode, toen er een scheuring ontstond tussen de algemene studentenraad en Loko, tussen de traditionele aanpak en mensen die de boel wilden opengooien. Nu besef ik dat die evolutie er moest zijn, maar toen behoorde ik tot het eerste, ernstige kamp. Ik probeerde iets te verwezenlijken wat betreft de democratisering van het onderwijs.
Argument 2:
Siegfried Bracke heeft gedurende jaren een grote invloed op de nieuwsdienst van de VRT in het algemeen en op De Vadder in het bijzonder uitgeoefend. Nu is dat vrij normaal voor iemand die binnen die dienst een belangrijke functie uitoefent, maar de impact van die invloed varieert natuurlijk van persoon tot persoon. In verband met de heer De Vadder nog twee kleine citaatjes uit het reeds vermelde interview:
Ik kan je wel zeggen dat ik niet in de politiek stap. Brackes houding is altijd meer dubbel geweest. Zijn beslissing was voor velen geen verrassing, de keuze van de partij wel. Niet
zozeer voor mij, want ik had de afgelopen jaren talloze gesprekken met hem gevoerd, en een verandering gezien. en Siegfried Bracke was getuige op het huwelijk.
Argument 3:
De aanpak van Bracke, eerst als een als journalist vermomde opiniemaker en later als een met veel campagnemiddelen naar voren geschoven verkiezingskandidaat en als een op het elan van zijn partij met veel stemmen verkozen volksvertegenwoordiger, past in de lijn van Wilders, Bolkestein en andere rechtse populisten. De volledige argumentatie staat in het artikel dat ik bovenaan heb aangehaald of, beter gezegd, aangeraden.
Een uitspraak van Bracke zelf zou moeten volstaan om de teneur te duiden. Toen uit een wetenschappelijk onderzoek bleek dat er geen rechtstreeks verband is tussen criminaliteit en etniciteit, antwoordde hij in een uitzending van het Ochtendnieuws op 6 december 2010 het volgende: Eens te meer wordt hier geprobeerd om, overgoten met een wetenschappelijke saus, mensen juist te laten denken. En wie juist denkt is moreel goed en verheven. Het is een au fond ideologische discussie, maar dan een totaal verkeerde, waarvan ik hoop dat ze ooit zal stoppen. Het is het bekende slachtofferverhaal. Het is een verhaal dat misbruikt wordt door de zogeheten progressieve elites, en, helaas, ook door de minderheden zelf. Om te zeggen 'ons/hen treft geen schuld, wij/zij zijn niet verantwoordelijk Weet u wat zo jammer is? Dat door dit soort fratsen de werkelijkheid versluierd wordt, met als gevolg dat échte problemen daardoor nog verder van een oplossing zijn dan ooit.
Argument 4:
Fascisme kan op veel manieren worden omschreven en fascistische regimes kunnen elk eigen accenten leggen, maar een aantal elementen komen steeds weer aan bod. Volgens de Nederlandse essayist Rob Riemen[4], auteur van onder meer De eeuwige terugkeer van het fascisme, zijn de voornaamste elementen van een fascistisch gedachtegoed ressentiment, rancune, gecultiveerde haat tegenover een kleine categorie van zondebokken, moreel en ideologisch nihilisme en de cultus van het oppervlakkige, en de doctrine van de menselijke ongelijkheid.
Dit slaat zeker op Bracke en trouwens op veel van de kopstukken van de N-VA. Veel Vlaams-nationalisten voelen de rancune van het slachtoffer van de eeuwenlange francofone onderdrukking. Ze cultiveren haatgevoelens tegenover zondebokken, zoals Walen, werklozen, syndicalisten, linkse intellectuelen en zo voorts. Hun nihilisme is groter dan het lijkt, want ze praten enkel in slogans, tegenwoordiger one-liners genoemd, en in clichés. De menselijke ongelijkheid is voor hen een evidentie, want tenslotte kan niet iedereen een echte Vlaming zijn.
De cultus van het oppervlakkige is het element dat nog het meest bij mijn eigen stelling aansluit. Voor deze fascisten, of hoe men ze ook moge noemen, hoeft een debat niet lang te duren. Het hoeft zelfs geen inhoud te hebben. Het dient enkel om de eigen boegbeelden de kans te geven snel en kordaat mee te delen dat zij gelijk en de anderen ongelijk hebben. De kruisbestuiving tussen de media die, meestal enkel met de kijkcijfers voor ogen, snelle opeenvolgingen van aantrekkelijke momentjes willen en politici die de een echt debat willen vermijden en bijgevolg liever in eenvoudige zinnetjes praten, heeft ons het huidig landschap van verwaterde politieke verslaggeving opgeleverd.
Conclusie:
Het incident tussen De Vadder en Leterme is niet enkel tekenend voor onze tijd. Het is ook tekenend voor de manier waarop de televisiemakers met hun gasten en met hun kijkers omgaan. De gast moet zich naar hun wensen plooien, want er is geen ruimte voor concepten die hun planning overstijgen. De kijker moet zich neerleggen bij het feit dat televisiezenders enkel bestaan om hun kijkcijfers te tellen en niet om informatie te verstrekken.
Post scriptum:
Wie had er ooit gedacht dat ik nog eens sympathie zou tonen voor iets wat Yves Leterme bewust heeft gedaan? Persoonlijk kan ik enkel hopen dat een boel sprekers zijn voorbeeld zullen volgen en zich niet langer zullen laten behandelen als slaafjes van de televisieformats. Sommige problemen zijn nu eenmaal te complex om in een tiental seconden te kunnen omschrijven hoe de ideale oplossing eruitziet. Ik ken persoonlijk een computerexpert die ooit in De Zevende Dag is uitgenodigd om aan een discussie over een nieuwe technologische ontwikkeling deel te nemen. Die mens wil daar nooit meer naartoe.
[1] Indien u mijn tekst al vrij lang vindt, het eigenlijke artikel van professor Blommaert is nog een stuk uitgebreider. Mijn voornaamste bedoeling is trouwens mensen ertoe aanzetten zijn artikel te lezen.
Ik wil hier niemands tijd verprutsen met een vergelijking tussen deze opiniestukken. Het eerste is een bijtende, satirische en over het algemeen bijzonder goed geschreven[1] analyse van de huidige politieke situatie. Het tweede is een emotionele weergave van wat in se een ethische overweging is. Wat mij hier interesseert, zijn de commentaren die lezers van de krant op deze stukken hebben ingezonden.
Ik nodig u allen uit hier zelf over te oordelen. In mijn ogen is er slechts een mogelijke conclusie. Als een econoom zich, op welke manier dan ook, over de situatie uitlaat en zich beklaagt over de problemen waarmee we zitten, zijn alle lezers het met hem eens. Als een Waal iets durft te opperen dat uiteindelijk niet eens zo provocerend, vergezocht of radicaal is, wordt hij bijna aan het kruis genageld.
Ik zou nu natuurlijk kunnen opmerken dat veralgemeningen uit nationalistische overwegingen altijd uit den boze zijn, maar dat is ditmaal niet de essentie van mijn betoog. Dat een onafhankelijk geworden Vlaanderen onmiddellijk zijn deel van de momenteel nog nationale staatsschuld op zich moeten nemen en dus zijn beloften inzake welvaart niet onmiddellijk zou kunnen waarmaken, zullen we hopelijk nooit aan de lijve ondervinden.
Ik zou ook kunnen opmerken dat het niet enkel Walen zijn die arbeid liever vermijden. Percentueel gezien, telt Wallonië meer doppers dan Vlaanderen. Ik heb echter al meer dan genoeg Vlamingen horen verklaren hoe graag ze zouden stoppen met werken. De dag dat ik de Lotto win, zien ze mij op het werk niet meer is geen Waalse slogan. Zodra een regering of een partij een afbouw van het brugpensioen durft te opperen, is er even veel protest aan beide zijden van de taalgrens. Zodra ze de kans krijgen, zijn ze weg. Hoeveel Vlamingen ouder dan 50 jaar kent u eigenlijk die nog voltijds aan het werk zijn?[2] Maar ook dit is niet de essentie van mijn betoog.
Ik zou er ook op kunnen wijzen dat het moreel onverantwoord is zo maar op elke jobaanbieding in te gaan. Ik hoor het vaak genoeg: Wie echt wil werken, vindt ook werk Ja, maar dan wel vaak in het zwart. Moeten we dat dan aanmoedigen of zelfs maar tolereren? Betalen die dan hun bijdrage aan de sociale zekerheid? Wat doen we met een werkloze die door de VDAB naar een vacature bij Citibank wordt geloodst? Moet hij er zijn dagelijkse bezigheid van maken andere mensen door middel van dubieze verkoopstechnieken en misleidende informatie financieel over de rand van de afgrond te duwen, enkel om zelf uit de werkloosheidsstatistieken te verdwijnen? Kosten al die schuldbemiddelingen en al die wanbetalingen ons dan zo veel minder dan een vervangingsinkomen dat in veel gevallen nog niet eens het leefloon benadert? Interessant onderwerp, maar het is niet de essentie van mijn betoog.
Ik zou er terloops op kunnen wijzen dat een strengere controle door de RVA en een doorgedreven schorsingsbeleid ten aanzien van iedereen die al dan niet terecht als werkonwillig wordt omschreven eigenlijk weinig economische voordelen biedt. Zodra ze die uitkering niet meer ontvangen, kloppen ze gewoon bij het OCMW aan. Dat noemen ze een verschuiving van de kosten in plaats van een oplossing. Als het OCMW hen ook wandelen stuurt, komen ze op straat terecht. Wat levert een groeiend leger daklozen op? Ze produceren niets en ze consumeren niets. Ze kweken kinderen die vanaf hun eerste dag in een uitzichtloze ellende terechtkomen. Ze verfraaien het straatbeeld niet en in sommige wijken kunnen ze zelfs tot een daling van de immobiliënprijzen zorgen. Als de nood echt hoog wordt, zullen sommigen zich in de kleine criminaliteit storten. Wat heeft een samenleving daar nu bij te winnen? Ik zou het niet weten, maar het is alvast niet de essentie van het betoog dat ik hier wil houden.
Ik wil het eens hebben over de vraag waarom een werkloze, Waal of niet, zo veel moeite zou moeten doen om werk te vinden en om van een uitkering naar een echt loon over te stappen. Waarom zou hij gaan werken voor een baas met een aandelenportefeuille die hem weer ontslaat zodra een of ander consortium van internationale speculanten ver boven zijn hoofd een crisis veroorzaakt? Waarom zou hij gaan werken voor een manager die een premie krijgt als hij een manier vindt om zijn job weer te schrappen? Waarom zou hij meer dan 40 percent afgeven van het loon dat hij krijgt van een bedrijf dat tien fiscalisten in dienst heeft om zo weinig mogelijk vennootschapsbelasting te betalen? Waarom zou hij gaan werken voor een werkgever die elk mogelijk politiek en ander lobbykanaal gebruikt om ervoor te zorgen dat zijn loon niet stijgt en zijn arbeidsvoorwaarden worden teruggeschroefd? Waarom zou hij gaan werken voor een baas die hem enkel als een menselijke grondstof bekijkt, maar tegelijkertijd enkel ten gevolge van zijn inspanningen iets kan produceren of verkopen?
Soms denk ik wel eens dat werklozen beter kunnen blijven doppen, gewoon om de tegenstanders van de sociale zekerheid mateloos te ergeren. Werknemers kunnen ze uitbuiten, ontslaan en minachten. Doppers kunnen ze ook minachten, maar dat bevrijdt hen niet van de verplichting belastingen te betalen voor al die mensen die niet werken. Naar het schijnt vergroot constante ergernis de kans op hartklachten. Ik blijf dan ook hoopvol mijn bijdragen aan de sociale zekerheid betalen.
[1] Dit stukje is trouwens echt een aanrader. Ik wacht op de dag waarop onze officiële komieken, van Hoste tot Deprez of Agnew, zich in staat zullen tonen dit niveau te halen.
[2]Ik ken er een aantal. Het zijn allemaal zelfstandigen.
Het ABVV heeft zopas een persbericht verspreid waarin wordt gereageerd op de uitlatingen van Bart De Wever in Der Spiegel en op de algemene houding van de N-VA tijdens deze fase van de regeringsonderhandelingen[1]. De volledige tekst vindt men op http://www.abvv.be/web/guest/press-releases-nl/-/press/62192/&p_l_id=13635
Hoewel ik deze tekst inhoudelijk volledig correct en zelfs, zeker voor syndicalistische pamfletten, zeer vlot en toegankelijk geschreven vind, voel ik me toch verplicht een kleine bemerking naar voren te brengen.
De media concentreren zich enkel op de tegenstelling tussen de partijen over concrete dossiers, zoals de splitsing van een kiesarrondissement, een herziening van de financieringswet of de economische toestand van het land. Ze peilen nooit naar de redenen die achter de verklaringen schuilgaan.
De N-VA is enkel in die paar randgemeenten rond Brussel tegen de Franstaligen omdat ze Frans spreken. Die communautaire discussies over het taalgebruik in de faciliteitengemeenten hebben niets met de grote discussies over de algemene koers van een potentiële nieuwe regering te maken. In essentie gaat het om symbooldossiers die enkel voor de krimpende Vlaamse bevolking in de betrokken gemeenten van praktisch belang zijn. De N-VA is vooral tegen de Franstaligen omdat ze zo massaal op de echte vijand stemmen, de socialisten, de verdedigers van de welvaartstaat, van de sociale zekerheid en van de rechten van de mensen die hun vrijemarktidolatrie niet blindelings onderschrijven.
Margaret Thatcher zei ooit Wie niet werkt, zal niet eten[2]. De N-VA, zelfverklaard woordvoerder van de hardwerkende Vlaming en tegenstander van de profiterende Waal, mag dat wel eens uitleggen aan al die mensen die niet zozeer uit de boot vallen, maar vooral uit de boot worden geschopt. Als de rijken nog rijker willen worden, kunnen ze zich geen onproductieve ballast permitteren. De sociale zekerheid moet eraan en om dat te kunnen verwezenlijken, moet de PS eraan. Alleen kan dat niet in een Belgische staat, hoe gefederaliseerd ze ook moge zijn.
[1]Of wat daarvoor moet doorgaan, natuurlijk. Ik wil me hier echter onthouden van goedkope kritiek op de onderhandelaars. Ten eerste, het is nooit of voor niemand gemakkelijk een ploeg te vormen als de kiezer dergelijke uiteenlopende groepen als overwinnaars naar voren schuift. Ten tweede, het is gewoon te gemakkelijk de kritiek te zeer te focussen op iets dat alle aandacht opzuigt en zodoende andere belangrijke elementen van het geheel uit het oog te verliezen. Voor mij blijven de standpunten van de partijen belangrijker dan wat er tijdens onderhandelingen wordt gezegd. De echte beslissingen worden uiteindelijk pas later genomen. Vraag het maar aan de kiezers van de liberal-democrats, die voor de verkiezingen hadden beloofd dat de inschrijvingsgelden voor Engelse studenten zeker niet zouden stijgen en nu gewoon het tegendeel hebben beslist.
Lang geleden dat we dit stokpaardje nog eens van stal hebben gehaald. Op dit ogenblik kan natuurlijk geen verbod worden afgevaardigd. Tijdens de besprekingen van de uiteindelijk goedgekeurde wet[1] is afgesproken dat aan een eventuele invoering een koninklijk besluit zou voorafgaan. In dit KB zou onder meer de concrete datum van inwerkingtreding worden vermeld. Zo lang we enkel over een regering van lopende zaken beschikken, kan de koning echter geen KBs ondertekenen[2]. Dit dossier leidt tegenwoordig dan ook een sluimerend bestaan. Reden te meer om nog eens een in mijn ogen relevant aspect uit de discussie te lichten.
Een punt dat tijdens mijn bijdragen over het geplande rookverbod in de horeca nog niet aan bod is gekomen, is de vraag waar bepaalde mensen zich eigenlijk mee moeien. Zijn er dan geen ernstiger problemen die de aandacht opeisen? Men zou natuurlijk kunnen beweren dat een goede overheid erin slaagt alle problemen tegelijkertijd aan te pakken en dat een internationale financiële crisis geen excuus is om niet langer aandacht voor de volksgezondheid te hebben. Ik wil er echter op wijzen dat een goede overheid ook moet weten waar ze haar prioriteiten legt. Van een aanpak van de financiële crisis heb ik nog niet veel gemerkt en dit al zeker niet in het eerste Europese land dat voor een rookvrije horeca heeft gekozen en nu mag blij zijn nog ergens een lening vast te krijgen. Anders gezegd, in plaats van haar aandacht op de dringendste en belangrijkste problemen in onze samenleving te focussen, proberen heel wat aan tunnelvisie lijdende lobbyisten en door persoonlijke kruistochten geobsedeerde volksvertegenwoordigers de bevolking de indruk te wekken dat er wel degelijk een beleid wordt gevoerd door eisen te stellen die niemand toekomstige welvaart of wereldwijde harmonie garanderen. Economische gelijkheid is blijkbaar minder belangrijk dan het eren van het nieuwe gouden kalf van de gezondheidspsychose.
De laatste zin van de vorige paragraaf staat daar niet omdat de auteur dezes vindt dat hij wel mooi klinkt. Het gaat hier namelijk om de essentie van heel de discussie. De tegenstanders van nicotinegebruik wijzen steeds op de gezondheidsrisicos, de verhoogde kans op kanker en de haast altijd dodelijke afloop van de ernstige aandoeningen die een roker zoal kan oplopen. Ik zou daar graag eens een andersluidende vraag tegenover plaatsen.
Beste, tegenstanders van het roken in de horeca, waaraan worden wij eigenlijk verondersteld wel te sterven? Het eeuwig leven is ons niet gegeven. Ons lichaam is er niet op gemaakt ouder te worden dan we nu gemiddeld al worden. De medische wetenschap boekt jaarlijks vooruitgang, waarvoor overigens dank, maar ook dit kan niet verhinderen dat mensen op een bepaalde leeftijd overlijden, simpelweg omdat hun lichaam te versleten is om zich op celniveau te blijven vernieuwen. Ooit komt voor ons allen de laatste dag en we moeten daar psychologisch mee leren leven[3].
Dit laatste ligt blijkbaar zeer moeilijk. Ik verdenk veel anti-rokers ervan zich niet met de eigen sterfelijkheid te kunnen verzoenen. Het miniemste gevaar voor de eigen gezondheid of die van hun naasten is er te veel aan, van plastic in papflessen tot fluor in tandpasta, alles is potentieel dodelijk. Uit onwil de mentale confrontatie met de eigen vergankelijkheid aan te gaan, moet alles wat in welke mate dan ook een risico zou kunnen vormen uit hun[4] wereld verdwijnen[5].
Maar goed, laten we er even van uitgaan dat al die rokers er effectief mee stoppen. Ik kan daar enkel uit afleiden dat die mensen na een bepaalde periode toch zullen overlijden. Hoe minder mensen roken, hoe minder mensen aan longkanker zullen overlijden. Op zich klinkt dat mooi, maar ik blijf toch bij de vraag waaraan al die mensen dan wel zullen sterven. Mogen ze dat dan zelf kiezen? Moeten ze wachten op een wetsvoorstel van senator D. Claes waarin duidelijk staat opgesomd welke doodsoorzaken voor de politieke meerderheid aanvaardbaar zijn? Mogen ze bij hun huisarts aangeven welke terminale ziektes voor hen aanvaardbaar of bespreekbaar zijn? Is sterven aan longkanker erger dan sterven aan leverkanker? Is een rokershoest een ergere ouderdomskwaal dan Alzheimer?
Als al die anti-rokers dan toch dan en nacht klaar staan om over onze gezondheid te waken en om ongezond gedrag te veroordelen, moeten ze maar eens beslissen waaraan alle mensen mogen overlijden die op hun aanraden niet roken.
[1]In casu de wet betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook.
[2]Deze en de voorgaande zinnen staan al sinds juni 2010 in een kladwerkje voor deze tekst en ik moet helemaal niets aanpassen. Wat leven we toch in een stabiel land.
[3]Ja, ik weet dat deze zin wat melodramatisch klinkt, maar uiteindelijk telt de inhoud en niet de vorm. Zodra ik eens een mooie zin heb geformuleerd die niet helemaal binnen een redenering past, zal ik uiteraard het omgekeerde beweren.
[4]Het gaat dan wel degelijk om hun wereld. Ik heb er nog geen enkele voor de sluiting van Fabrique National in Herstal horen pleiten. Wapens zijn, in de handen van een getraind gebruiker,nochtans vrij dodelijk. Alleen worden die wapens bijna uitsluitend geëxporteerd en worden er vooral in andere landen mensen mee neergeschoten.
[5]Wat dit streven betreft, waarschuw ik iedereen al dat volgend jaar de discussie over de verstrenging van de geluidsnormen tijdens concerten zal losbarsten. Tja, luide muziek kan nu eenmaal plezant zijn en dat moet natuurlijk ook verdwijnen. Alles wat het leven smaak of kleur geeft, is namelijk slecht voor de gezondheid. Daarom dat zo veel mensen er plezier in vinden. Het gaat in tegen het instinct enkel met het overleven bezig te zijn.