Soms blijkt een ernstig bedoeld krantenartikel onbewust een geweldige bron van vermaak te vormen. Een mooi voorbeeld vinden we in De Standaard van 19 mei 2011, onder de titel 11 tips om 11 juli te vieren. De volledige tekst van het artikel, met inbegrip van de voornaamste bron van vermaak vindt men op http://www.destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110518_058 .
De Standaard gold vroeger als de kwaliteitskrant van de christendemocratische zuil. Een tiental jaren geleden heeft de redactie, toen nog onder de leiding van de vrij neutrale Peter Vandermeersch, besloten het aloude logo AVV-VVK[1] uit de hoofding op de voorpagina te schrappen. Ondertussen geldt De Standaard steeds meer als het lijfblad van de N-VA en heeft Vandermeersch, die de bui allicht zag hangen, de biezen genomen naar een nieuwe uitdaging in Nederland. Van het logo uit 1918 is nog geen spoor, maar inhoudelijk slaat de redactie al wel eens de bal mis.
Het artikel bevat de elf tips van Vlaanderen Feest![2] om van de nakende feestdag van de Vlaamse Gemeenschap een spetterend gebeuren te maken. De meeste tips variëren van belachelijk (4. Organiseer een onze straat, wijk zingt! met een reekstoegankelijke Nederlandstalige meezingers voor jong en oud. Ambiance en sfeer verzekerd!)tot ergerlijk (1. Zorg zelf voor een passend welkomstwoord. Leg uit dat Vlaanderen Feest! zoveel mogelijk mensen in Vlaanderen wil betrekken bij het Feest van de Vlaamse Gemeenschap.) en zelfs tot balancerend op de rand van het fatsoenlijke (2. Nodig een gastspreker uit voor een korte gelegenheidsboodschap. Denk hiervooraan een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur of iemand van een Vlaamse vereniging (Davidsfonds, Vlaamse Volksbeweging, VTB ) binnen de gemeente. Spreek eventueel een creatieve buurtdichter aan om een gelegenheidsgedicht te maken).
Om heel deze potsierlijke poging van separatisten om de volksmassa aan hun kant te krijgen wat te illustreren, heeft de redactie een oud trucje gebruikt. Een foto zegt soms meer dan honderd woorden. Helaas voor de Vlaamse Volksbeweging blijkt dit journalistiek adagium ook hier te kloppen. Kijk gerust eens naar de foto in de linkerbovenhoek. Vier grimmig kijkende mannen van middelbare leeftijd kijken elk een andere kant uit onder een grijze en regenachtige hemel. Een dranghek moet ongewenste elementen de toegang ontzeggen. Dit is een feest zoals enkel Vlaams-nationalisten het kunnen organiseren. België lijkt me plots nog een tijdje veilig.
[1]Eigenlijk een verwijzing naar de Eerste Wereldoorlog en het prille begin van de zogenaamde Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Het eerste gedeelte, Alles voor Vlaanderen, zal nog wel eens terugkeren. Het tweede gedeelte, Vlaanderen voor Kristus, is gelukkig voorbij elke hoop op redding gesukkeld.
[2]Blijkbaar hebben niet enkel de ecologisten een patent op namen die leestekens menen nodig te hebben om hun eigen inhoud te beklemtonen. Als Groen niet voldoende zegt waar een partij voor staat, waarom zou Groen! dat probleem dan verhelpen?
Volgens De Morgen van 19 mei 2011 valt er een hernieuwde vechtlust van links te ontwaren. Goed nieuws, ware het niet dat het gewoon om een opiniestukje van Caroline Gennez blijkt te gaan[1] en de stelling luidt dat op een of ander congres allerlei progressievelingen zich hebben uitgesproken voor een nieuw economisch bestel, weg van de oude recepten.
Grof samengevat, komt het erop neer dat de sociaal-democraten ervoor willen zorgen dat werknemers binnen afzienbare tijd in ecologisch duurzame bedrijven met groenestroomvoorzieningen en milieubewuste afvalverwerking zullen werken, dat ondernemers niet langer onverantwoorde risicos met financiële speculaties zullen nemen, dat een afgeslankte overheid doeltreffend regels uitvaardigt die monopolies en andere oneerlijke handelspraktijken dwarsbomen en dat een gezonde economie iedereen in de samenleving meer welvaart zal brengen. Nu zou het leven in een dergelijke maatschappij ongetwijfeld een stuk aangenamer zijn dan in een door multinationals leeggezogen derdewereldland, maar het is helaas niet genoeg.
In die maatschappij zal de arbeider de ondernemer nog steeds baas moeten noemen en moeten buigen voor elke gril van de erfgenaam van het familiefortuin. In die maatschappij zullen wisselkoersen tussen nationale munten het nog steeds mogelijk maken te speculeren tegen een regering die de bedrijven van diezelfde beleggers met betrekking tot fiscale voordelen niet voldoende gehoorzamen. In die maatschappij zullen mensen met weinig vaardigheden nog steeds niet op de arbeidsmarkt terechtkunnen[2]. In die maatschappij zal een bedrijf nog steeds op eigen houtje premies, bonussen en andere extralegale excessen kunnen toekennen en zo de inkomens- en kapitaalskloof mogen vergroten. In die maatschappij zullen werknemers nog steeds door hun werkgevers als concurrenten tegen elkaar worden uitgespeeld.
De deelnemers aan het congres getuigden blijkbaar allen van de reeds vermelde hernieuwde vechtlust: Stelt u zich geen kameraden met gebalde vuisten voor die hun heimwee naar oud-linkse recepten belijden, maar wel progressieve, hervormingsgezinde sociaal-democraten met frisse ideeën en toekomstgericht optimisme. Ik vraag me af hoe strijdlustig hun powerpointpresentaties dan wel moeten zijn geweest.
In elk geval ken ik weinig kameraden met gebalde vuisten die heimwee hebben naar oude toestanden. De socialisten hebben de afgelopen decennia, zowel in dit land als elders in Europa, vaak in regeringen gezeteld en om een of andere reden hebben ze hun zogenaamde oud-linkse recepten nooit consequent in de praktijk gebracht.
Waar blijft de nadruk op de collectivering van bedrijven, op overdracht van de macht aan de werknemers en op de afschaffing van de gepriviligieerde klasse der bedrijfsleiders? Want dat het om een klasse gaat, is duidelijk. Bedrijfsleiders komen niet onverwacht uit de lucht gevallen. De huidige bedrijfsleiders besparen op de loonkosten van het personeel om zelf voldoende winst te maken om de eigen zoontjes economie te laten studeren en in de toekomst zelf een nieuwe generatie minder begunstigden de weg naar eeuwigdurende economische segregatie te tonen.
Ik krijg stilaan de indruk dat slechts weinig mensen het echte probleem met de houding en het gedachtegoed van kapitalisten inzien. Kapitalisten streven naar winst en naar steeds meer geld op de eigen rekening. Hoewel het soms anders lijkt, is dit geld echter slechts een middel en geen doel. Het is hun belangrijkste middel om een machtspositie te verwerven en die macht hebben ze nodig. Kapitalisten zijn in de eerste plaats alfamannetjes. Ze willen aan de top staan en ze willen zeker zijn dat zij steeds op de eerste plaats komen. Zij beslissen welk lid van de kudde welke taak moet vervullen. Zij beslissen welke richting de kudde uittrekt. Zij moeten zeker zijn dat zij tijdens het paarseizoen de eerste keuze hebben[3]. Zij willen zeker zijn dat ze niet zullen worden tegengesproken.
De verwijzing naar het paarseizoen is niet lukraak gekozen. Kapitalisten geven natuurlijk veel geld uit aan luxegoederen, vooral om de rest van de wereld te tonen hoe ver zij het hebben geschopt. De meesten en toch zeker de verstandigsten houden echter voldoende opzij om een ander belangrijk doel te bereiken. Ook kapitalisten planten zich voort en geven op die manier hun dna door. Dat dna moet natuurlijk alle kansen krijgen in het leven.
Kapitalisten zijn, zonder uitzondering, verdedigers van een systeem dat ongelijkheid tussen mensen creëert, in stand houdt en zelfs propageert[4]. De reden ligt niet bij het economisch model zelf, maar bij de voordelen die zij uit die ongelijkheid halen. Als zij ervoor kunnen zorgen dat hun kinderen later over veel geld kunnen beschikken, hebben ze al een gedeelte van hun taak volbracht. Als zij er bovendien ook voor kunnen zorgen dat de kinderen van anderen over veel minder geld kunnen beschikken, hebben ze hun eigen dna een dubbele voorsprong bezorgd. Bewust of onbewust is dit de genetisch geprogrammeerde aandrang die hun handelen stuurt.
Het bovenstaande is natuurlijk ook de reden waarom kapitalisten het leven als een grote concurrentiestrijd zien. Er is de concurrentie tussen bedrijven, tussen landen, tussen mensen binnen eenzelfde bedrijf, tussen leerlingen van een Amerikaanse highschool die de hoogste puntenscore nodig hebben om door een Ivy League-universiteit voor een beurs te worden uitverkoren, tussen vergaderende directeurs die elk trachten aan te tonen dat hun directie het belangrijkste onderdeel van het grote geheel vormt, tussen johnnys die aan het kruispunt willen bewijzen dat hun auto sneller kan optrekken dan de autos op de andere rijvakken, tussen professionele voetballers die liever zelf een goal trachten te maken dat een voorzet te geven aan een teamgenoot die veel beter gepositioneerd staat en tussen alle andere voorbeelden die deze lijst nog paginas lang kunnen rekken.
Een hernieuwde vechtlust van links moet zich richten op een samenleving waarin alfamannetjes niet langer de kans krijgen zich boven de rest te verheffen, waarin de economische gelijkheid tussen mensen garandeert dat de genetische aandrang de eigen kinderen voor te trekken door andermans kinderen omlaag te duwen geen kans op succes krijgt. Dat is de echte strijd van de antikapitalist.
Er is inderdaad behoefte aan frisse ideeën en aan toekomstgericht optimisme, maar in Oslo hebben ze duidelijk niet begrepen waar de prioriteiten liggen. Moet ik hieruit soms afleiden dat veel mensen aan de top van progressieve en sociaal-democratische organisaties en bewegingen zelf geen haar beter zijn en zelf een status van macht en financiële superioriteit nastreven?
[2]Zeker niet in een ecologisch duurzaam bedrijf, dat van zijn personeel veel scholing, specialisatie en praktische kennis vergt.
[3]Conferatur de recente arrestatie van de heer Strauss-Kahn. Ik vind die arrestatie trouwens maar flauw. Hij had al lang moeten vastzitten omdat hij nu eenmaal voorzitter van het IMF was. Het aanvaarden van die functie en er vervolgens niets zinvols mee doen, dat is pas een misdaad. Nu draait hij de bak in omdat hij een enkele vrouw heeft aangerand. In zijn vorige functie droeg hij rechtstreeks verantwoordelijkheid voor de ellende waarin miljoenen vrouwen (en mannen) zich bevinden.
[4]Voor een recent voorbeeld verwijs ik naar de film Atlas Shrugged, naar het werk van Ayn Rand, bedenkster van een filosofie die ze zelf Egoïstisch Kapitalisme noemt. Een recensie vindt u hier: http://www.ruthlessreviews.com/11448/atlas-shrugged/
Over het aangekondigde rookverbod in de horeca, deel 7
Tijd voor een korte update over de manier waarop elke vorm van rationaliteit door het internationale gezondheidspopulisme wordt verdreven. Ook in Duitsland, ooit het land van het Wirtschaftswunder en van massas logisch redenerende ingenieurs, is het syllogisme bijna uitgestorven.
Twee zinnen springen onmiddellijk in het oog. Ik citeer ze hier even: De studie toont ook aan dat zelfs in zaken met een aparte rookruimte de lucht in de ruimte voor niet-rokers schadelijke stoffen bevat. en Er is nu dringend een algemene en volledige wet nodig in Duitsland, zoals die al bestaat in andere Europese landen.
Wat ik dus nergens zie is deze zin: Hoewel de rokers ondertussen in aparte hokken zijn ondergebracht, is er blijkbaar nog steeds een probleem met de luchtkwaliteit in de rookvrije ruimtes. Verder onderzoek zou de oorzaak van dit probleem moeten duidelijk maken.
Blijkbaar is het niet nodig verder onderzoek te plegen, want het staat toch al op voorhand vast wie de schuldigen zijn. Andere vervuilers moeten niet met de vinger worden gewezen. Alle rokers bezorgen mensen kanker, alle moslims slaan hun vrouw en alle Walen staan op de dop.
Een korte bedenking bij het overlijden van de heer O. Bin Laden
Sinds de Amerikaanse regering de War on Terror heeft uitgeroepen, is het Amerikaans leger twee landen binnengevallen en hebben allerlei overheidsagentschappen met afgekorte namen die zo uit het tijdperk van FDR lijken te stammen duizenden mensen gevangen genomen. Sommigen hebben bommen geplaatst. Anderen hebben martelaren-in-wording gerekruteerd. Nog anderen zijn na een tijdje volstrekt onschuldig gebleken. Sommigen zijn mishandeld in de beruchte Abu Ghreib-gevangenis. Anderen zijn gefolterd in geheime gevangenissen die de CIA met behulp van plaatselijke politiediensten hebben opgezet. Nog anderen zitten in een isoleercel, wachtend op een proces dat er nooit zal komen want officieel zijn ze niet eens aangeklaagd.
De eenvoudigste suggestie volstaat om een inwoner van Irak, Afghanistan en verschillende andere landen achter de tralies te doen belanden. De bron wordt amper gecontroleerd. De feiten zijn onbelangrijk. Indien de beschuldigende vinger in uw richting wijst, wacht u een verblijf in een watersportdomein. De instructeur waterboarding staat al te wachten.
Doel van de ondervragingen was en is steevast het achterhalen van informatie over andere echte of vermeende terroristen. De hoofdprijs was in elk geval gedurende meer dan tien jaar informatie die naar Osama Bin Laden kon leiden. Hij en hij alleen was het hoofddoelwit. Hij was de leider van Al-Qaeda, een vriend van zowat elke foute extremist op de planeet en een genadeloos planner, maar uiteraard niet uitvoerder, van bloederige aanslagen. Hij moest boeten voor al die doden die de Amerikanen de voorbije vijftien jaar ten grave hebben moeten dragen van Nairobi tot Beirut en van Manhattan tot Peshawar.
Nu is mijn vraag eigenlijk vrij eenvoudig. Waarom is dit ultieme doelwit, de man die op zich meer informatie over het internationaal terrorisme kan leveren dan de voltallige bevolking van Guantanamo[1], onmiddellijk doodgeschoten? Waarom is het mogelijk gebleken commandos van de Special Forces met Apaches heen en weer te vliegen[2] en heeft toch niemand de idee opgevat de meest gezochte man ter wereld te overmeesteren, te boeien en in een helicopter te zwieren?
Waarom leek het noodzakelijk hem onmiddellijk neer te kogelen? Wat is er mis met een proces? Was de Amerikaanse overheid niet langer overtuigd van zijn schuld? Natuurlijk zou een dergelijk proces enorme veiligheidsinspanningen vergen. Is dat dan zo erg? Aangezien het onbetaalbare propaganda voor de oorlog en voor de zetelende regering zou vormen, zou het niet eens zo moeilijk blijken een budget voor dit proces vrij te maken.
Dit is in elk geval een mooi voorbeeld van de manier waarop de VS de democratische rechtstaat introduceert in landen die daar niet al te happig op zijn. In de meeste landen worden ongewenste opposanten onder druk gezet of, in het slechtste geval, in de gevangenis geworpen. Hier is net het omgekeerde gebeurd. Geen recht op verdediging, geen advocaat en zeker geen publieke verklaringen. Gewoon een paar kogels in het hoofd en de zaak kan worden geklasseerd.
En waarom leek het al even noodzakelijk zijn lijk in zee te dumpen? Wat is daar nu het nut van? Is er dan iets mis met begrafenissen? Is het nu echt nodig Greenpeace actie te laten voeren tegen het dumpen van oorlogsslachtoffers in onze reeds ernstig beproefde oceanen? Waarom was het zo onoverkomelijk het lichaam mee te nemen voor de rest van de reis en in de VS door dokters te laten onderzoeken? Nu is het gewoon wachten op de geruchten in het Midden-Oosten dat Bin Laden helemaal niet dood is en dat de domme Amerikanen gewoon een lookalike hebben neergeschoten. Een lijk bewijst meer dan een verklaring. Er zou wel een DNA-staal zijn genomen, maar niemand beschikt nog over een lijk om dat staal mee te vergelijken.
En wat is er mis met een genuanceerd debat? De Amerikanen hebben het overlijden van een oude man met een baard, die al jaren van onverwarmde grot naar onderduikadres moest trekken, gevierd alsof ze net tegelijkertijd de wereldbeker in elke echte en denkbeeldige sport hadden gewonnen. Een volksfeest werd het in onze journaals genoemd. Denkt er dan niemand aan dat die beelden ook door Al-Jazeera worden uitgezonden? En kan iemand dat zootje primitievelingen met kernwapens eens vertellen dat een slogan als USA! USA! niet zal volstaan om de superioriteit van een maatschappelijk model te bewijzen?
Ik vier in elk geval niets. De dood van Bin Laden leidt ertoe dat heel wat raadsel nooit zullen worden opgelost. De vraag is natuurlijk wie hier enig voordeel uit haalt.
[1]Bewakers en zogenaamde specialisten inbegrepen, overigens. Laat u nooit wijsmaken dat de Amerikaanse overheid in staat is op een professionele wijze inlichtingen in te zamelen. De hele CIA beschikt niet eens over één personeelslid dat Azeri spreekt.
[2]Allez, bijna toch. Het zouden geen Amerikanen zijn indien ze er niet in zouden slagen een van hun peperdure speeltjes te laten neerstorten.
België is het enige land ter wereld waar het uithangen van de nationale vlag als een antinationalistisch statement wordt beschouwd.
Oude volkswijsheid: Wie een brood steelt, komt in de gevangenis. Wie een kroon steelt, komt in de geschiedenisboeken.
Nieuwe volkswijsheid: Wie een bom laat ontploffen, is een terrorist. Wie een land laat ontploffen, is een boegbeeld van de Vlaamse Beweging.
Nieuwe migranten die in Vlaanderen toekomen, moeten verplicht Nederlands leren, een taal die de autochtonen zo sterk beheersen dat ze op televisie worden ondertiteld.
Al die mensen die ons vertellen dat we harder moeten werken, hebben zelf een interessante job.
Over het aangekondigde rookverbod in de horeca, deel 6
Op 15 maart 2011 heeft het Grondwettelijk Hof met arrest 37/2011[1] artikel 4 van de wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook vernietigd en zo de uitzonderingen op het algemeen rookverbod in de horeca afgeschaft. Het gevolg is dat, ondanks alle tegenargumenten die ik in het verleden al heb aangehaald, vanaf 1 juli enkel nog mag worden gerookt in afgezonderde rooklokalen of, uiteraard, in regen en wind.
De vraag is natuurlijk wat de praktische gevolgen zijn. Ik heb in het verleden al paginas volgepend met sombere toekomstvoorspellingen. De meeste van die paginas zijn trouwens op deze blog terug te vinden. De media hebben het vooral over de financiële gevolgen. Ook de vertegenwoordigers van de horecasector die aan het woord komen, klagen over een dreigende daling van de inkomsten van de zogenaamde biercafés[2]. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat het grootste probleem voor de horecazaken zich op een heel ander terrein zal situeren.
Mensen die op stap gaan, praten al wel eens met elkaar. Mensen die wat hebben gedronken, hebben vaak de neiging wat luider te praten. Mensen die elkaar kennen en na ettelijke pinten samen buiten staan te roken, zouden wel eens meer lawaai kunnen veroorzaken dan de muziek in het café waar ze hun pinten bestellen. De rest laat zich raden. Omwonenden zullen klagen over de overlast die door lawaaierige klanten wordt veroorzaakt en de cafébazen zullen in feite machteloos staan. Klanten hebben geen volumeknop die kan worden teruggedraaid en het is niet zo gemakkelijk iemand de deur te wijzen als hij de facto al buiten staat.
Klagende burgers zijn blijkbaar electoraal van groot belang. Alles, maar dan ook alles, moet wijken voor de groeiende intolerantie. Kindercrèches en speeltuinen moeten de deuren sluiten omwille van de geluidsoverlast. Ook de cafés komen eens te meer in het vizier terecht van burgers die vinden dat enkel officiële klachten over het gedrag van anderen het leven zin geven. Ik voorspel dan ook lange en lastige discussies over de invoering van een sluitingsuur en als ik naar de weerbaarheid van de jeugd kijk, zou dat sluitingsuur zonder veel problemen in 2012 kunnen worden ingevoerd.
Gezien de aard van de beslissing ligt de bal nu eigenlijk in het kamp van de individuele cafébazen. Zij moeten, elk voor zich, beslissen hoe ze met de inhoud van dit arrest willen omgaan. Veel opties hebben ze alvast niet. Een cafébaas kan ervoor kiezen niets voor de rokers te doen, zijn terras met behulp van luifels, windschotten en verwarmingselementen aan te passen of binnen een gedeelte van zijn caféruimte tot apart rooklokaal te verbouwen.
Ik heb er geen idee van welke uitbater voor welke oplossing zal kiezen. Ik vrees dat de meesten, zoals gewoonlijk, naar elkaar zullen kijken. De meesten hebben geen zin als eerste tot investeringen over te gaan. Een paar visionairen zullen het voortouw moeten nemen en de rest de weg moeten tonen. Zo gaat het meestal in deze sector, die door een chronische financiële bijziendheid wordt geplaagd. Zodra ik weet heb van cafébazen die effectief een beslissing hebben genomen, zal ik er verslag van uitbrengen.
De meeste cafébazen hebben eigenlijk minder opties dan de drie mogelijkheden die hierboven staan vermeld. Sommige cafés zijn te klein om er een rooklokaal in te bouwen. Soms laat de inrichting van het gebouw zelf dit niet toe. Sommigen kunnen, bijvoorbeeld omdat de stoep te smal is, geen terrasvergunning krijgen. Zij zijn de echte slachtoffers van de hele zaak. Ze moeten de nieuwe regeling maar zonder meer slikken. Als de media een golf van faillissementen voorspellen, zouden ze er beter bij vermelden dat veel cafébazen hun zaak zullen sluiten uit moedeloosheid. Hun motivatie zal hier in elk geval niet van groeien.
Ik stel me natuurlijk ook de vraag in welke mate het eigenlijk nodig of verplicht is dit arrest van het Grondwettelijk Hof te respecteren. In 2003 heeft het Grondwettelijk Hof in een soortgelijk arrest, dat bijgevolg even veel rechtswaarde heeft, verklaard dat het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde voor de organisatie van nieuwe federale verkiezingen moest worden gesplitst. Ik heb daar niet veel van gemerkt. De splitsing van het beruchte BHV staat nog altijd op de politieke agenda en er zijn ondertussen al tweemaal federale verkiezingen gehouden. Blijkbaar is een gerechtelijke uitspraak niet voor iedereen even geldig. De antirokerslobby is in elk geval een stuk machtiger dan de communautaire actiegroepen.
Dit brengt me bij mijn laatste punt voor vandaag. Aan wie hebben we dit nu eigenlijk allemaal te danken? Het Grondwettelijk Hof treedt nooit op uit eigen beweging. Iemand moet een zaak aanspannen, bijvoorbeeld door om de vernietiging van een wet of een wetsartikel te verzoeken. De verzoekende partijen staan uiteraard steeds in het arrest vermeld. Laten we even overlopen om wie het gaat.
- De bvba ADS, met maatschappelijke zetel op het adres Korte Veldstraat 19A te 2820 Bonheiden
- De bvba Interfoods, met maatschappelijke zetel op het adres Kruisebekestraat 52 te 8940 Wervik[3]
- de bvba Dany Croc Club Sandwich, met maatschappelijke zetel op het adres rue Léon Troclet 8 te 4000 Luik
- De vzw Vlaamse Liga tegen Kanker, met maatschappelijke zetel op het adres Koningsstraat 217 te 1210 Brussel
- De heer Leo Leys, wonende op het adres Verenigingstraat 58 te 3010 Kessel-Lo
De drie eerste verzoekende partijen zijn gewoon middenstanders, uitbaters van zogenaamde eetcafés die niet kunnen kiezen tussen een gewoon café en een echt restaurant en er dan maar genoegen mee nemen in eenzelfde lokaal een halfslachtig café zonder sfeer en een halfslachtig restaurant zonder goede keuken te hebben.
De uitzonderingsregeling kostte hen klanten. De mensen gingen blijkbaar liever naar een echt café dan naar hun tweederangstaverne en dat voelden ze in hun portemonnee, wat in België natuurlijk de ergst denkbare misdaad is. Daarom vonden ze het een goede oplossing het gerecht in te schakelen om hun concurrenten aan te pakken. Enige reflectie over hun eigen overbodigheid was blijkbaar te veel gevraagd.
De vierde verzoekende partij is een ngo die zich bekommert om het lot van kankerpatiënten en vooral pleit voor meer geld voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar remedies voor al die tumoren die jaarlijks zo veel mensenlevens kosten. Op zich klinkt dit positief, maar ik heb natuurlijk weer een paar bedenkingen.
Ten eerste, ik vind het erg dat een ngo meer geld voor fundamenteel onderzoek moet bepleiten. De correcte financiering van onderzoekers zou een evidentie moeten zijn. Alleen bevindt de grootste onderzoekscapaciteit zich in private handen, meer bepaald in de hebzuchtige klauwen van de giganten uit de farmaceutische industrie. Misschien moeten we daar eerst iets aan doen.
Ten tweede, ngos als deze zijn afhankelijk van de giften van sympathisanten. Dit betekent dat mensen die de zaak niet steunen helemaal niet verplicht zijn te betalen. Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek is echter een zaak van algemeen belang en zou bijgevolg met belastinggeld moeten worden gefinancierd. Op die manier is het geld tenminste niet enkel afkomstig van steeds dezelfde mensen en kunnen de onwilligen zich niet langer achter hun persoonlijke vrijheid verbergen. Een herschikking van de fiscaliteit zou hier een oplossing kunnen bieden. Bovendien zou dat ons verlossen van al die glimlachende jongelingen die een wandeling door de Diestsestraat in een hindernissenparcours herscheppen.
Ten derde, wie beslist er eigenlijk welke acties de Vlaamse[4] Liga tegen Kanker onderneemt? Wel, ik veronderstel dat de mensen aan de top hier veel mee te maken hebben. Het zijn in elk geval niet de vrijwilligers die de markten afschuimen of foldertjes in bussen proppen die dergelijke beslissingen mogen nemen. Een rechtszaak houdt immers ook kosten in en er is altijd het risico dat de rechtbank de verzoeker in het ongelijk stelt.
En dit brengt ons naadloos bij onze vijfde verzoeker, de heer Leo Leys[5]. Op het eerste gezicht lijkt het wel een gewone burger. Bij nader inzicht blijkt de heer Leys echter de directeur van de Vlaamse Liga tegen Kanker te zijn. Officieel is hij niet tegen rokers. In De Standaard heeft hij hierover het volgende verklaard: Wij hebben niets tegen rokers. Ze mogen roken, maar het kan niet dat mensen tegen hun vrije wil meeroken. In zijn eigen verzoekschrift noemt de heer Leys zich echter een fervent antiroker. Treedt hij dan op als bezorgd burger of gebruikt hij de organisatie die tot zijn beschikking staat om zijn eigen standpunten door te drukken?
De Vlaamse Liga tegen Kanker is in elk geval met een duidelijk doel opgericht. Het bekende Kom Op Tegen Kanker, dat onder meer grootse televisieshows verzorgt en vooral dient om geld te op halen, streeft zo veel mogelijk naar consensus en bezorgt de deelnemers en toeschouwers een goed gevoel. Miljoenen euros stromen naar inspanningen om mensen te redden. Als het echter om minder populaire onderwerpen gaat, zoals het rookverbod in de horeca, wordt de Vlaamse Liga tegen Kanker van stal gehaald om de standpunten te verdedigen. In de praktijk gaat het echter om een en dezelfde organisatie en om dezelfde mensen.
Tot slot vraag ik me af of onze samenleving hiermee nu een betere plek wordt. Worden we gelukkiger? Zal de verzuring afnemen? Zullen de mensen met een glimlach rondlopen en harmonieus met elkaar samenleven? Zullen we binnen twee decennia vaststellen dat niemand nog aan kanker sterft en we bijgevolg als sardines op elkaar gepakt zitten tot onze 95e verjaardag, tenzij het tekort aan drinkbaar water en gezond voedsel ons eerder de das omdoet? Laat de mensen sterven, maar laat ze eerst leven. Volgens onze huidige machthebbers mag geen van beiden nog.
[1]De volledige tekst van het arrest is te vinden op http://www.const-court.be/ . U moet zoeken bij hangende zaken en rechtspraak, vervolgens op arresten en vervolgens op datum (15 maart 2011) en op nummer (037). Ten gevolge van de manier waarop de database is opgebouwd, zijn rechtstreekse links met arresten niet mogelijk.
[2]Eigenaardige term. Wat staat hier dan tegenover? De spuitwaterkroegen en de fruitsappenbars?
[3]Voor de liefhebbers van ironie wil ik erop wijzen dat beide handelszaken hun belangen hebben laten verdedigen door niemand minder dan Hugo Coveliers.
[4]Zelfs dit is blijkbaar al een communautair dossier. Blijkbaar is er een verschil tussen Vlaamse, Waalse en unionistisch Belgische tumoren of patiënten. Of zouden de leden niet goed hebben opgelet tijdens de les Frans en gebruiken ze deze naamgeving als camouflage voor hun onkunde van de andere landstaal?
[5]Uit Kessel-Lo. De vijand is overal. In een andere omgeving en tijd was hij ongetwijfeld informant voor de Stasi geworden. Nu kan hij zijn antisociale gevoelens uiten door zijn macht over een reeds in de hoek gedrukte bevolkingsgroep te manifesteren.
De kogel is door de kerk en, in dit geval, ook door de onschuldigen die toevallig in de buurt waren. De Leuvense gemeenteraad heeft besloten het Fochplein in het De Somerplein om te dopen. Op zich geen slechte beslissing, maar ik stel me hier toch weer een paar vragen bij.
De motivatie voor de naamsverandering is zuiver op de graat. Als opperbevelhebber van de Geallieerde troepen tijdens de tweede helft van de Eerste Wereldoorlog was Générallisime1 Foch medeverantwoordelijk voor de slachtpartijen die onder zijn bevel hebben plaatsgevonden. Hij heeft de oorlog natuurlijk niet veroorzaakt of gestart, maar hij is een van die zovele hogere officieren die van ver achter het front honderdduizenden jongens wiens voortbestaan hen geen bal kon schelen de dood heeft ingejaagd, enkel voor de grotere eer en glorie van het vaderland.
Ferdinand Foch verdient geen plein in Leuven. Als we dan toch iets naar hem moeten vernoemen, denk ik in eerste instantie aan de Muntstraat, ondertussen zowat bezwijkend onder het gewicht van restaurantjes, waarvan de meerderheid zich zonder bekommernis om kwaliteit richt op naïeve dagjestoeristen of verkavelingsgepeupel met een verleden als VTM-kijken en een heden als algemene leegte. Misschien kunnen we, naar analogie met een gelijkaardige straat in onze hoofdstad, de Muntstraat veranderen in de Rue du Boucher Foch.
Maar waarom moet het nu gewezen rector Pieter De Somer worden? Die man is al prominent in het stadsbeeld aanwezig. De KU Leuven heeft een van haar grootste aula's naar hem vernoemd en vlak voor de ingang zelfs een van op straat zichtbaar borstbeeld laten plaatsen. Bovendien heeft de bevolking in groten getale op de sp.a gestemd. Waarom moet het dan weer een tjeef worden?
Ik moet natuurlijk toegeven dat er slechtere mensen als Pieter De Somer zijn geweest. Hij is zeker geen oorlogsmisdadiger als Foch en ook binnen de ondertussen toch ietwat vreedzamergestemde christen-democratische zuil vinden we grotere gangsters. Leo Delcroix, om er zo maar eentje te noemen. Of Leo Tindemans. Of Pieter De Crem, die de restaurants in onze hervormde Muntstraat enkel langs de grove schijf van de vleesmolen mag betreden. De vraag blijft echter waarom hij is uitverkoren om Foch te vervangen. Heeft hij dan zo veel voor de stad of voor de mensheid gedaan?
Wie moest dan wel het voorrecht krijgen op de naambordjes van een van de centraalste pleinen van onze stad te prijken? Mijn voorstel is en blijft Jean Jaurès. Jaurès was voorzitter van de Franse Parti Socialiste vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Hij probeerde op allerlei manieren de regeringen van Frankrijk en Duitsland onder druk te zetten om een diplomatieke oplossing voor hun problemen te zoeken. Hij verzette zich tegen de oorlogstaal van de machthebbers en hun kortzichtige volgelingen die enkel aan revanche voor de oorlog van 1870 dachten. Hij probeerde de oorlog te voorkomen door de arbeiders van Frankrijk en Duitsland tot stakingen aan te zetten. Zonder soldaten konden ze immers niet ten strijde trekken. Het symbool van zijn acties was het gebroken geweertje, dat men tegenwoordig nog steeds als pin op de kledij van hippie-achtige types kan ontwaren. Hij is vermoord door een nationalist, die daarna uiteraard is vrijgesproken2. Hij wordt in veel historische studies en geschiedkundige boeken vermeld als ongeveer de enige man in Europa die de oorlog begin 1914 nog had kunnen tegenhouden.
Ik had natuurlijk op voorhand kunnen proberen de publieke opinie en de politieke bewindvoerders van mijn standpunt te overtuigen. Ik had allerlei media kunnen gebruiken, van petitie tot facebook-groep. Maar veel zin zou het niet hebben gehad. Ik heb mijn voorstel op een onbewaakt moment namelijk eens aan de heer burgemeester zelf voorgelegd3. Zijn reactie was kort en veelzeggend: Goed idee, maar daar vind ik nooit een meerderheid voor. Daar komt het dus op neer. Het maakt niet uit wat de grootste partij is, welke nationale beroemdheid de burgemeestersjerp mag omgorden of welke standpunten de meerderheid van de bevolking inneemt. Als CD&V in de meerderheid zit, beslissen zij en niemand anders wat er gebeurt. Jaurès was geen tjeef en dus mag zijn naam zeker niet in een positieve context aan bod komen. Dat mag enkel gebeuren met de mensen en namen die bevestigen dat elke vierkante meter van Vlaanderen hen en hen alleen toekomt. Vlaanderen is van de christen-democraten. Dat is een traditie. Dat is de wil van god. Dat is het verleden, het heden en de toekomst. En iemand die door nationalisten wordt vermoord, ligt nu ook niet goed in de markt.
1Meestal wordt het ietwat normaler klinkende 'maarschalk' of 'maréchal' gebruikt, maar de titel waarmee hij de oorlog heeft afgesloten, klinkt nog net dat tikje bombastischer.
2Er is gelukkig nog een klein beetje gerechtigheid. De moordenaar, ironisch genoeg Vilain genoemd, vond het 20 jaar later nodig om ook in de Spaanse burgeroorlog de linkerzijde te gaan bekampen en is daar zonder veel omhaal of proces door de republikeinen neergekogeld.
Van kotszak tot bodybag: Pieter De Crem is een slaaf van zijn ego, een onderdaan van de macht en een gevangene van de politiek
Het ongedierte van de Wetstraat heeft weer toegeslagen, ditmaal in de vorm van een christenhond uit een achterlijke streek[1] die er niet beter op heeft gevonden dan zijn eigen partij en zijn eigen regering met de hulp van vertegenwoordigers van buitenlandse overheden te manipuleren. Pieter De Crem, die nog niet goed genoeg is om door de chemische sector als proefkonijn voor nieuwe zwavelzuurverbindingen te worden gebruikt, heeft weer een nieuwe manier gevonden om zichzelf te verheerlijken. Vanuit zijn veilige villa[2] stuurt hij anderen naar het slachthuis en bereidt hij zich voor de schuld van zich af te schuiven zodra de eerste bodybags in Melsbroek landen.
Stel, zuiver hypothetisch, dat De Crem minister van Landsverdediging zou zijn in een Amerikaanse regering. Stel dat plots aan het licht zou komen dat hij, in overleg met de minister van buitenlandse zaken van een andere natie, de president en het Congres van de Verenigde Staten zodanig zou hebben voorgelogen dat ze hadden besloten troepen naar een gevaarlijke oorlogszone te sturen. Wel, het maakt in dergelijke gevallen niet veel uit wie er in Washington precies aan de macht zou zijn. De Crem zou niet al te beleefd het verzoek krijgen zijn kantoor te ontruimen en zich nooit meer buiten de poort van zijn ranch in de Midwest te vertonen.
Stel, alweer hypothetisch, dat De Crem minister van Landsverdediging van een niet nader bepaalde Afrikaanse republiek zou zijn. Stel dat plots zou uitlekken dat hij, in samenspraak met leden van de regering van een naburig land, zijn eigen regering ertoe gemanipuleerd zou hebben troepen naar een van de vele continentale strijdgebieden te sturen. Wel, in dat geval zouden we van hem al helemaal niet veel meer horen. Vergeet de oude ranch of het stilzwijgend vertrek maar. Een twintigjarig verblijf in een slechtverlichte cel zou al een luxe betekenen, maar de confrontatie met een bloederige machete lijkt realistischer.
Maar toch horen we hierover niet veel in de media. Het grootste schandaal sinds de hoogtedagen van de hormonenmaffia, een affaire die effectief tot doden en verminkten kan leiden, blijft in de schaduw van non-evenementen zoals de onbestaande regeringsvorming, het onvindbare compromis of de onrealistische communautaire eisen van de N-VA en het FDF. De Crem, die nog niet goed genoeg is om in de landbouwsector als recipiënt voor drijfmest te worden gebruikt, blijft braafjes op zijn post zitten en mag verder Amerikaanse felicitaties voor zijn eigen kruiperigheid ontvangen. Het volgend bezoekje aan New York kan er misschien zelfs een deftig restaurant af in plaats van een café met Vlaamse bieren.
De Crem, die in een normale wereld enkel als handmatige ontstopper van de toiletten op Rock Werchter zou worden gebruikt, is een slaaf van zijn ego. Hij kan er zelf niet veel aan doen. Hij moet zich nu eenmaal belangrijk voelen. Een Belgische ministerportefeuille, voor miljoenen landgenoten even onbereikbaar als de planeet Saturnus, volstaat in elk geval niet. De Amerikanen domineren de wereldpolitiek en dus moet hij ook even in hun gratie kunnen staan. Hun goedkeurende blik is meer waard dan eender welke stem die de kiezer hem in eigen land zou kunnen geven.
De Crem, die binnen de mobiliteitssector enkel als verkeersdrempel halverwege het viaduct van Vilvoorde enig nut kan hebben, is een onderdaan van de macht. In zijn eigen blinde streven naar erkenning kan hij enkel buigen voor de machtigen die weten dat hij hun slaaf is. Als het nodig is voor de premier te buigen, zal hij dat doen. Als hij meer kan bereiken door te buigen voor iemand die machtiger dan de premier is, kan Leterme, de man die hem in de eerste plaats minister heeft gemaakt, ter plekke stikken.
De Crem, die in de medische sector enkel kan dienen om studenten scrotumamputaties op te laten oefenen, is een gevangene van de politiek. Zodra men het spel op deze manier begint te spelen, kan men niet meer terug. Hij is nu een vertrouweling van het Pentagon en die zullen niet aarzelen in de toekomst opnieuw een beroep op zijn ervaringen met list en bedrog te doen. Hij heeft zich ingelaten met de zogenaamde covert operations[3] van de Verenigde Staten en hij kan in de toekomst niet zomaar van kamp veranderen. Hij zit vast, maar dan helaas enkel in de figuurlijke zin.
Ondertussen zulle onze paras in Afghanistan de zelfmoordmissies moeten uitvoeren die de Amerikanen liever naar verwaarlosbare bondgenoten doorschuiven. Dit is de echte parachutemoord en de dader is misschien gevaarlijk, maar niet ontoerekeningsvatbaar.
[1] Goed, dit is niet heel eerlijk ten aanzien van de talrijke intelligente mensen die door een speling van het lot in deze beschutte woonplaats zijn terechtgekomen, maar hen kan ik er enkel op wijzen dat migratie een fenomeen van alle tijden is. Politiek geweld overigens ook.
[2]Het moet wel een veilige villa zijn. De vorige die heeft geprobeerd er met een auto tegen te rijden, is niet verder dan de oprit geraakt.
[3]OK, het is nu niet meer zo geheim, maar het was wel degelijk niet de bedoeling dat dit ooit aan het licht zou komen. De term covert operations slaat meestal enkel op semilegale of volledig illegale acties van de CIA, maar kan bij uitbreiding ook worden gebruikt voor de doelbewuste manipulatie van regeringen.
Ik ben geen politicus en ik hoef me dus niet in beknopte oneliners uit te drukken. Maar dat neemt niet weg dat ik ook wel eens kan proberen iets te bedenken dat vlot kan worden geciteerd. Alhier mijn poging: België is momenteel het enige land ter wereld waar het uithangen van de nationale vlag als een antinationalistisch statement wordt beschouwd.
Tot slot citeer ik nog een stukje uit de toespraak die Raoul Servais op 2 februari 2011 in het Vlaams Parlement heeft gehouden naar aanleiding van de Gouden Erepenning[1] die hij die dag in aanwezigheid van (bijna) alle Vlaamse volksvertegenwoordigers mocht ontvangen:
Als men meer dan vier vijfden van een eeuw heeft geleefd en voor zover er nog geen seniliteit is verschenen, wordt men onderhevig aan een soort van tijdscompressie, een time disturbance, waarbij men gebeurtenissen uit het verre verleden veel duidelijker in herinnering weet te brengen dan recente evenementen. Deze evenementen zijn vaak bepalend geweest voor de creatieve inspiratie, voor de concretisering ervan en voor het engagement. Zo werd een deel van mijn filmwerk beïnvloed door persoonlijke ervaringen. Onder andere als getuige en slachtoffer van het gruwelijke nazibewind en van de erbij horende Vlaams-nationalistische ontsporingen. Later ook van de stalinistische terreur, die ik destijds mocht ondervinden tijdens mijn talrijke reizen achter het voormalige IJzeren Gordijn. Nare ervaringen uit het verre verleden verwekken de vrees dat ze zich zouden kunnen herhalen. Zij het onder een andere vorm. Net zoals het griepvirus nieuwe gedaanten aanneemt, kan ook het totalitaire virus deze metamorfose teweegbrengen, en dan vooral in onstabiele toestanden, in turbulente periodes.
Er was geen overweldigend applaus. Veel vertegenwoordigers van ons zogenaamde volk voelden zich duidelijk geviseerd. Pech voor hen.
[1]Het gaat eigenlijk om de Gouden Erepenningen 2010, maar deze penningen worden traditioneel pas in het begin van het daaropvolgend jaar uitgereikt.
De makers van Basta, zowat de enige mensen met een onderbouwde politieke visie die nog door de VRT worden betaald, hebben een geniale stunt uitgehaald. Na hun terechte wraak op de klantendienst van Belgacom hebben ze nu ook, met de hulp van een infiltrant, de belspelletjes op onze commerciële zenders genadeloos ontmaskerd[1].
Op zich natuurlijk leuk, maar dit gaat om meer dan het opentrappen van de open deur dat het de mensen achter die spelletjes enkel om gemakkelijk geldgewin te doen is. Dat wist iedereen eigenlijk al. Zelfs staatssecretaris Devlies, tot tjeef geïndoctrineerd en zelf niet echt uit een linkse familie afkomstig[2], heeft al strengere maatregelen en eventueel zelfs een verbod op dergelijke belspelletjes aangekondigd.
De kern van de zaak is dat dit een nieuwe vorm van televisie is. Dit is een combinatie van aanstekelijke humor, op harde feiten gebaseerde berichtgeving en maatschappelijke stellingname. Dit is televisie ten dienste van de kijker.
Zelfs bij de VRT zijn de meeste programmas tegenwoordig bedoeld om de zendtijd tussen de advertenties zonder al te veel kosten te vullen. Basta is een uitzondering en Neveneffecten verdient alle steun. Nu maar hopen dat ze niet monddood worden gemaakt als ze eens een probleem willen aanpakken dat gevoeliger ligt. De producenten van belspelletjes hebben niet genoeg vrienden of bondgenoten om veel invloed uit te oefenen. De helpdesks van bedrijven als Belgacom vormt al jaren het onderwerp van gefoeter en geklaag aan elke toog. Maar wat zal er gebeuren indien zou blijken dat ze een informant hebben gevonden bij Electrabel[3], een infiltrant hebben binnengeloodsd bij Woestijnvis[4] of er zuiver op basis van gebakken lucht in slagen Dexia rommelkredieten aan te smeren[5]?
In elk geval is onafhankelijke kritische televisie geen vanzelfsprekendheid en geen luxe. Het is geen luxe, want zonder onafhankelijke berichtgeving weten we niet wat er in de wereld gebeurt. Het is geen vanzelfsprekendheid want een bedrijf dat zjin winst wil maximaliseren, weet maar al te goed dat het daarvoor ook de berichtgeving over hun bedrijf moet beheersen. Wetten en morele principes zijn daarbij van geen tel. Vertrouw niemand die zich achter de letters NV kan verschuilen.
[2]Devlies is een telg van een rijke en invloedrijke Leuvense familie die vaak in verband werd gebracht met schimmige organisaties die het Apartheidsregime in Zuid-Afrika steunden. Zo stond jarenlang het woord Protea op de gevel van hun patriciërswoning op de Bondgenotenlaan gekalkt. Zijn vader, Paul Devlies, heeft in elk geval vaak Zuid-Afrika bezocht om zijn sympathie voor het toenmalige bewind duidelijk te maken. Hij was trouwens niet alleen. Initiatiefnemer van deze Vlaamse ondersteuningsacties was overigens een zekere André Vlerick. U kent hem misschien van zijn hogeschool, alwaar nieuwe generaties leren hoe ze op de kap van anderen rijk kunnen worden.
[3]Excuseer, ik bedoel uiteraard Suez GdF, de echte eigenaar van onze samenleving.
[4]Ik wil er overigens op wijzen dat ik die Wouter Vandenhoute nooit heb vertrouwd. Bij wijze van harde actie heb ik hem in 1991 op een Leuvens terras eens duchtig vies bekeken. Om te weten of dit iets heeft uitgehaald, zullen we op zijn memoires moeten wachten.
[5]Dit lijkt me, mits de nodige voorbereidingen, overigens haalbaar.
Een uitspraak van de vrederechter in Eeklo[1] heeft ons weer enige moed gegeven. De overheid, die het om een of andere reden niet erg vindt onder druk te worden gezet door de internationale financiële sector en hun schaamlapje genaamd IMF, blijft maar voor privatiseringen kiezen. Alleen levert dat natuurlijk problemen op. Er is namelijk amper tot geen controle over die bedrijven.
De vrederechter heeft geen concrete veroordeling van een specifiek bedrijf of van een specifiek individu uitgesproken. Dat zou ook amper ter zake doen. Het gaat om het principe. De vrederechter is van mening dat we die bedrijven niet zomaar mogen vertrouwen, dat er met de fototoestellen kan worden geknoeid en dat ze eigenlijk geen boetes mogen uitschrijven.
Wel, dit is goed nieuws. De sector vraagt de overheid om eenduidigheid. Daar is niets mis mee. Ik kan die overigens onmiddellijk al bieden. Als de overheid geld wil innen, moet de overheid daar maar het nodig personeel voor aanwerven. Gezien het hoge aantal parkeerovertredingen in dit land zullen ze hun eigen loonkosten wel snel terugverdienen. In elk geval krijgen we dan tenminste terug te maken met agenten of ambtenaren waar enige controle[2] over wordt uitgeoefend.
Dat de overheid voor die mensen dan ook pensioenrechten moet opbouwen, is geen minpunt. Zo zijn we er tenminste relatief zeker van dat ze op hun oude dag niet in de armoede terechtkomen. En het voorkomen van armoede zou toch een van de hoofddoelstellingen van een overheid moeten zijn. Meer dan het tevreden houden van bankiers en beleggers.
Het incident tussen Ivan De Vadder en Yves Leterme[2] is een rechtstreeks gevolg van de fascistoïde invloed van Siegfried Bracke op de Belgische democratie.
Argument 1:
Ivan De Vadder was vroeger een geëngageerde linkse jongen die lange inhoudelijke discussie niet uit de weg ging. Als bron haal ik onder meer een recent interview in de Campuskrant[3] aan. Ik citeer: Mijn presesschap viel in een moeilijke periode, toen er een scheuring ontstond tussen de algemene studentenraad en Loko, tussen de traditionele aanpak en mensen die de boel wilden opengooien. Nu besef ik dat die evolutie er moest zijn, maar toen behoorde ik tot het eerste, ernstige kamp. Ik probeerde iets te verwezenlijken wat betreft de democratisering van het onderwijs.
Argument 2:
Siegfried Bracke heeft gedurende jaren een grote invloed op de nieuwsdienst van de VRT in het algemeen en op De Vadder in het bijzonder uitgeoefend. Nu is dat vrij normaal voor iemand die binnen die dienst een belangrijke functie uitoefent, maar de impact van die invloed varieert natuurlijk van persoon tot persoon. In verband met de heer De Vadder nog twee kleine citaatjes uit het reeds vermelde interview:
Ik kan je wel zeggen dat ik niet in de politiek stap. Brackes houding is altijd meer dubbel geweest. Zijn beslissing was voor velen geen verrassing, de keuze van de partij wel. Niet
zozeer voor mij, want ik had de afgelopen jaren talloze gesprekken met hem gevoerd, en een verandering gezien. en Siegfried Bracke was getuige op het huwelijk.
Argument 3:
De aanpak van Bracke, eerst als een als journalist vermomde opiniemaker en later als een met veel campagnemiddelen naar voren geschoven verkiezingskandidaat en als een op het elan van zijn partij met veel stemmen verkozen volksvertegenwoordiger, past in de lijn van Wilders, Bolkestein en andere rechtse populisten. De volledige argumentatie staat in het artikel dat ik bovenaan heb aangehaald of, beter gezegd, aangeraden.
Een uitspraak van Bracke zelf zou moeten volstaan om de teneur te duiden. Toen uit een wetenschappelijk onderzoek bleek dat er geen rechtstreeks verband is tussen criminaliteit en etniciteit, antwoordde hij in een uitzending van het Ochtendnieuws op 6 december 2010 het volgende: Eens te meer wordt hier geprobeerd om, overgoten met een wetenschappelijke saus, mensen juist te laten denken. En wie juist denkt is moreel goed en verheven. Het is een au fond ideologische discussie, maar dan een totaal verkeerde, waarvan ik hoop dat ze ooit zal stoppen. Het is het bekende slachtofferverhaal. Het is een verhaal dat misbruikt wordt door de zogeheten progressieve elites, en, helaas, ook door de minderheden zelf. Om te zeggen 'ons/hen treft geen schuld, wij/zij zijn niet verantwoordelijk Weet u wat zo jammer is? Dat door dit soort fratsen de werkelijkheid versluierd wordt, met als gevolg dat échte problemen daardoor nog verder van een oplossing zijn dan ooit.
Argument 4:
Fascisme kan op veel manieren worden omschreven en fascistische regimes kunnen elk eigen accenten leggen, maar een aantal elementen komen steeds weer aan bod. Volgens de Nederlandse essayist Rob Riemen[4], auteur van onder meer De eeuwige terugkeer van het fascisme, zijn de voornaamste elementen van een fascistisch gedachtegoed ressentiment, rancune, gecultiveerde haat tegenover een kleine categorie van zondebokken, moreel en ideologisch nihilisme en de cultus van het oppervlakkige, en de doctrine van de menselijke ongelijkheid.
Dit slaat zeker op Bracke en trouwens op veel van de kopstukken van de N-VA. Veel Vlaams-nationalisten voelen de rancune van het slachtoffer van de eeuwenlange francofone onderdrukking. Ze cultiveren haatgevoelens tegenover zondebokken, zoals Walen, werklozen, syndicalisten, linkse intellectuelen en zo voorts. Hun nihilisme is groter dan het lijkt, want ze praten enkel in slogans, tegenwoordiger one-liners genoemd, en in clichés. De menselijke ongelijkheid is voor hen een evidentie, want tenslotte kan niet iedereen een echte Vlaming zijn.
De cultus van het oppervlakkige is het element dat nog het meest bij mijn eigen stelling aansluit. Voor deze fascisten, of hoe men ze ook moge noemen, hoeft een debat niet lang te duren. Het hoeft zelfs geen inhoud te hebben. Het dient enkel om de eigen boegbeelden de kans te geven snel en kordaat mee te delen dat zij gelijk en de anderen ongelijk hebben. De kruisbestuiving tussen de media die, meestal enkel met de kijkcijfers voor ogen, snelle opeenvolgingen van aantrekkelijke momentjes willen en politici die de een echt debat willen vermijden en bijgevolg liever in eenvoudige zinnetjes praten, heeft ons het huidig landschap van verwaterde politieke verslaggeving opgeleverd.
Conclusie:
Het incident tussen De Vadder en Leterme is niet enkel tekenend voor onze tijd. Het is ook tekenend voor de manier waarop de televisiemakers met hun gasten en met hun kijkers omgaan. De gast moet zich naar hun wensen plooien, want er is geen ruimte voor concepten die hun planning overstijgen. De kijker moet zich neerleggen bij het feit dat televisiezenders enkel bestaan om hun kijkcijfers te tellen en niet om informatie te verstrekken.
Post scriptum:
Wie had er ooit gedacht dat ik nog eens sympathie zou tonen voor iets wat Yves Leterme bewust heeft gedaan? Persoonlijk kan ik enkel hopen dat een boel sprekers zijn voorbeeld zullen volgen en zich niet langer zullen laten behandelen als slaafjes van de televisieformats. Sommige problemen zijn nu eenmaal te complex om in een tiental seconden te kunnen omschrijven hoe de ideale oplossing eruitziet. Ik ken persoonlijk een computerexpert die ooit in De Zevende Dag is uitgenodigd om aan een discussie over een nieuwe technologische ontwikkeling deel te nemen. Die mens wil daar nooit meer naartoe.
[1] Indien u mijn tekst al vrij lang vindt, het eigenlijke artikel van professor Blommaert is nog een stuk uitgebreider. Mijn voornaamste bedoeling is trouwens mensen ertoe aanzetten zijn artikel te lezen.
Ik wil hier niemands tijd verprutsen met een vergelijking tussen deze opiniestukken. Het eerste is een bijtende, satirische en over het algemeen bijzonder goed geschreven[1] analyse van de huidige politieke situatie. Het tweede is een emotionele weergave van wat in se een ethische overweging is. Wat mij hier interesseert, zijn de commentaren die lezers van de krant op deze stukken hebben ingezonden.
Ik nodig u allen uit hier zelf over te oordelen. In mijn ogen is er slechts een mogelijke conclusie. Als een econoom zich, op welke manier dan ook, over de situatie uitlaat en zich beklaagt over de problemen waarmee we zitten, zijn alle lezers het met hem eens. Als een Waal iets durft te opperen dat uiteindelijk niet eens zo provocerend, vergezocht of radicaal is, wordt hij bijna aan het kruis genageld.
Ik zou nu natuurlijk kunnen opmerken dat veralgemeningen uit nationalistische overwegingen altijd uit den boze zijn, maar dat is ditmaal niet de essentie van mijn betoog. Dat een onafhankelijk geworden Vlaanderen onmiddellijk zijn deel van de momenteel nog nationale staatsschuld op zich moeten nemen en dus zijn beloften inzake welvaart niet onmiddellijk zou kunnen waarmaken, zullen we hopelijk nooit aan de lijve ondervinden.
Ik zou ook kunnen opmerken dat het niet enkel Walen zijn die arbeid liever vermijden. Percentueel gezien, telt Wallonië meer doppers dan Vlaanderen. Ik heb echter al meer dan genoeg Vlamingen horen verklaren hoe graag ze zouden stoppen met werken. De dag dat ik de Lotto win, zien ze mij op het werk niet meer is geen Waalse slogan. Zodra een regering of een partij een afbouw van het brugpensioen durft te opperen, is er even veel protest aan beide zijden van de taalgrens. Zodra ze de kans krijgen, zijn ze weg. Hoeveel Vlamingen ouder dan 50 jaar kent u eigenlijk die nog voltijds aan het werk zijn?[2] Maar ook dit is niet de essentie van mijn betoog.
Ik zou er ook op kunnen wijzen dat het moreel onverantwoord is zo maar op elke jobaanbieding in te gaan. Ik hoor het vaak genoeg: Wie echt wil werken, vindt ook werk Ja, maar dan wel vaak in het zwart. Moeten we dat dan aanmoedigen of zelfs maar tolereren? Betalen die dan hun bijdrage aan de sociale zekerheid? Wat doen we met een werkloze die door de VDAB naar een vacature bij Citibank wordt geloodst? Moet hij er zijn dagelijkse bezigheid van maken andere mensen door middel van dubieze verkoopstechnieken en misleidende informatie financieel over de rand van de afgrond te duwen, enkel om zelf uit de werkloosheidsstatistieken te verdwijnen? Kosten al die schuldbemiddelingen en al die wanbetalingen ons dan zo veel minder dan een vervangingsinkomen dat in veel gevallen nog niet eens het leefloon benadert? Interessant onderwerp, maar het is niet de essentie van mijn betoog.
Ik zou er terloops op kunnen wijzen dat een strengere controle door de RVA en een doorgedreven schorsingsbeleid ten aanzien van iedereen die al dan niet terecht als werkonwillig wordt omschreven eigenlijk weinig economische voordelen biedt. Zodra ze die uitkering niet meer ontvangen, kloppen ze gewoon bij het OCMW aan. Dat noemen ze een verschuiving van de kosten in plaats van een oplossing. Als het OCMW hen ook wandelen stuurt, komen ze op straat terecht. Wat levert een groeiend leger daklozen op? Ze produceren niets en ze consumeren niets. Ze kweken kinderen die vanaf hun eerste dag in een uitzichtloze ellende terechtkomen. Ze verfraaien het straatbeeld niet en in sommige wijken kunnen ze zelfs tot een daling van de immobiliënprijzen zorgen. Als de nood echt hoog wordt, zullen sommigen zich in de kleine criminaliteit storten. Wat heeft een samenleving daar nu bij te winnen? Ik zou het niet weten, maar het is alvast niet de essentie van het betoog dat ik hier wil houden.
Ik wil het eens hebben over de vraag waarom een werkloze, Waal of niet, zo veel moeite zou moeten doen om werk te vinden en om van een uitkering naar een echt loon over te stappen. Waarom zou hij gaan werken voor een baas met een aandelenportefeuille die hem weer ontslaat zodra een of ander consortium van internationale speculanten ver boven zijn hoofd een crisis veroorzaakt? Waarom zou hij gaan werken voor een manager die een premie krijgt als hij een manier vindt om zijn job weer te schrappen? Waarom zou hij meer dan 40 percent afgeven van het loon dat hij krijgt van een bedrijf dat tien fiscalisten in dienst heeft om zo weinig mogelijk vennootschapsbelasting te betalen? Waarom zou hij gaan werken voor een werkgever die elk mogelijk politiek en ander lobbykanaal gebruikt om ervoor te zorgen dat zijn loon niet stijgt en zijn arbeidsvoorwaarden worden teruggeschroefd? Waarom zou hij gaan werken voor een baas die hem enkel als een menselijke grondstof bekijkt, maar tegelijkertijd enkel ten gevolge van zijn inspanningen iets kan produceren of verkopen?
Soms denk ik wel eens dat werklozen beter kunnen blijven doppen, gewoon om de tegenstanders van de sociale zekerheid mateloos te ergeren. Werknemers kunnen ze uitbuiten, ontslaan en minachten. Doppers kunnen ze ook minachten, maar dat bevrijdt hen niet van de verplichting belastingen te betalen voor al die mensen die niet werken. Naar het schijnt vergroot constante ergernis de kans op hartklachten. Ik blijf dan ook hoopvol mijn bijdragen aan de sociale zekerheid betalen.
[1] Dit stukje is trouwens echt een aanrader. Ik wacht op de dag waarop onze officiële komieken, van Hoste tot Deprez of Agnew, zich in staat zullen tonen dit niveau te halen.
[2]Ik ken er een aantal. Het zijn allemaal zelfstandigen.
Het ABVV heeft zopas een persbericht verspreid waarin wordt gereageerd op de uitlatingen van Bart De Wever in Der Spiegel en op de algemene houding van de N-VA tijdens deze fase van de regeringsonderhandelingen[1]. De volledige tekst vindt men op http://www.abvv.be/web/guest/press-releases-nl/-/press/62192/&p_l_id=13635
Hoewel ik deze tekst inhoudelijk volledig correct en zelfs, zeker voor syndicalistische pamfletten, zeer vlot en toegankelijk geschreven vind, voel ik me toch verplicht een kleine bemerking naar voren te brengen.
De media concentreren zich enkel op de tegenstelling tussen de partijen over concrete dossiers, zoals de splitsing van een kiesarrondissement, een herziening van de financieringswet of de economische toestand van het land. Ze peilen nooit naar de redenen die achter de verklaringen schuilgaan.
De N-VA is enkel in die paar randgemeenten rond Brussel tegen de Franstaligen omdat ze Frans spreken. Die communautaire discussies over het taalgebruik in de faciliteitengemeenten hebben niets met de grote discussies over de algemene koers van een potentiële nieuwe regering te maken. In essentie gaat het om symbooldossiers die enkel voor de krimpende Vlaamse bevolking in de betrokken gemeenten van praktisch belang zijn. De N-VA is vooral tegen de Franstaligen omdat ze zo massaal op de echte vijand stemmen, de socialisten, de verdedigers van de welvaartstaat, van de sociale zekerheid en van de rechten van de mensen die hun vrijemarktidolatrie niet blindelings onderschrijven.
Margaret Thatcher zei ooit Wie niet werkt, zal niet eten[2]. De N-VA, zelfverklaard woordvoerder van de hardwerkende Vlaming en tegenstander van de profiterende Waal, mag dat wel eens uitleggen aan al die mensen die niet zozeer uit de boot vallen, maar vooral uit de boot worden geschopt. Als de rijken nog rijker willen worden, kunnen ze zich geen onproductieve ballast permitteren. De sociale zekerheid moet eraan en om dat te kunnen verwezenlijken, moet de PS eraan. Alleen kan dat niet in een Belgische staat, hoe gefederaliseerd ze ook moge zijn.
[1]Of wat daarvoor moet doorgaan, natuurlijk. Ik wil me hier echter onthouden van goedkope kritiek op de onderhandelaars. Ten eerste, het is nooit of voor niemand gemakkelijk een ploeg te vormen als de kiezer dergelijke uiteenlopende groepen als overwinnaars naar voren schuift. Ten tweede, het is gewoon te gemakkelijk de kritiek te zeer te focussen op iets dat alle aandacht opzuigt en zodoende andere belangrijke elementen van het geheel uit het oog te verliezen. Voor mij blijven de standpunten van de partijen belangrijker dan wat er tijdens onderhandelingen wordt gezegd. De echte beslissingen worden uiteindelijk pas later genomen. Vraag het maar aan de kiezers van de liberal-democrats, die voor de verkiezingen hadden beloofd dat de inschrijvingsgelden voor Engelse studenten zeker niet zouden stijgen en nu gewoon het tegendeel hebben beslist.
Lang geleden dat we dit stokpaardje nog eens van stal hebben gehaald. Op dit ogenblik kan natuurlijk geen verbod worden afgevaardigd. Tijdens de besprekingen van de uiteindelijk goedgekeurde wet[1] is afgesproken dat aan een eventuele invoering een koninklijk besluit zou voorafgaan. In dit KB zou onder meer de concrete datum van inwerkingtreding worden vermeld. Zo lang we enkel over een regering van lopende zaken beschikken, kan de koning echter geen KBs ondertekenen[2]. Dit dossier leidt tegenwoordig dan ook een sluimerend bestaan. Reden te meer om nog eens een in mijn ogen relevant aspect uit de discussie te lichten.
Een punt dat tijdens mijn bijdragen over het geplande rookverbod in de horeca nog niet aan bod is gekomen, is de vraag waar bepaalde mensen zich eigenlijk mee moeien. Zijn er dan geen ernstiger problemen die de aandacht opeisen? Men zou natuurlijk kunnen beweren dat een goede overheid erin slaagt alle problemen tegelijkertijd aan te pakken en dat een internationale financiële crisis geen excuus is om niet langer aandacht voor de volksgezondheid te hebben. Ik wil er echter op wijzen dat een goede overheid ook moet weten waar ze haar prioriteiten legt. Van een aanpak van de financiële crisis heb ik nog niet veel gemerkt en dit al zeker niet in het eerste Europese land dat voor een rookvrije horeca heeft gekozen en nu mag blij zijn nog ergens een lening vast te krijgen. Anders gezegd, in plaats van haar aandacht op de dringendste en belangrijkste problemen in onze samenleving te focussen, proberen heel wat aan tunnelvisie lijdende lobbyisten en door persoonlijke kruistochten geobsedeerde volksvertegenwoordigers de bevolking de indruk te wekken dat er wel degelijk een beleid wordt gevoerd door eisen te stellen die niemand toekomstige welvaart of wereldwijde harmonie garanderen. Economische gelijkheid is blijkbaar minder belangrijk dan het eren van het nieuwe gouden kalf van de gezondheidspsychose.
De laatste zin van de vorige paragraaf staat daar niet omdat de auteur dezes vindt dat hij wel mooi klinkt. Het gaat hier namelijk om de essentie van heel de discussie. De tegenstanders van nicotinegebruik wijzen steeds op de gezondheidsrisicos, de verhoogde kans op kanker en de haast altijd dodelijke afloop van de ernstige aandoeningen die een roker zoal kan oplopen. Ik zou daar graag eens een andersluidende vraag tegenover plaatsen.
Beste, tegenstanders van het roken in de horeca, waaraan worden wij eigenlijk verondersteld wel te sterven? Het eeuwig leven is ons niet gegeven. Ons lichaam is er niet op gemaakt ouder te worden dan we nu gemiddeld al worden. De medische wetenschap boekt jaarlijks vooruitgang, waarvoor overigens dank, maar ook dit kan niet verhinderen dat mensen op een bepaalde leeftijd overlijden, simpelweg omdat hun lichaam te versleten is om zich op celniveau te blijven vernieuwen. Ooit komt voor ons allen de laatste dag en we moeten daar psychologisch mee leren leven[3].
Dit laatste ligt blijkbaar zeer moeilijk. Ik verdenk veel anti-rokers ervan zich niet met de eigen sterfelijkheid te kunnen verzoenen. Het miniemste gevaar voor de eigen gezondheid of die van hun naasten is er te veel aan, van plastic in papflessen tot fluor in tandpasta, alles is potentieel dodelijk. Uit onwil de mentale confrontatie met de eigen vergankelijkheid aan te gaan, moet alles wat in welke mate dan ook een risico zou kunnen vormen uit hun[4] wereld verdwijnen[5].
Maar goed, laten we er even van uitgaan dat al die rokers er effectief mee stoppen. Ik kan daar enkel uit afleiden dat die mensen na een bepaalde periode toch zullen overlijden. Hoe minder mensen roken, hoe minder mensen aan longkanker zullen overlijden. Op zich klinkt dat mooi, maar ik blijf toch bij de vraag waaraan al die mensen dan wel zullen sterven. Mogen ze dat dan zelf kiezen? Moeten ze wachten op een wetsvoorstel van senator D. Claes waarin duidelijk staat opgesomd welke doodsoorzaken voor de politieke meerderheid aanvaardbaar zijn? Mogen ze bij hun huisarts aangeven welke terminale ziektes voor hen aanvaardbaar of bespreekbaar zijn? Is sterven aan longkanker erger dan sterven aan leverkanker? Is een rokershoest een ergere ouderdomskwaal dan Alzheimer?
Als al die anti-rokers dan toch dan en nacht klaar staan om over onze gezondheid te waken en om ongezond gedrag te veroordelen, moeten ze maar eens beslissen waaraan alle mensen mogen overlijden die op hun aanraden niet roken.
[1]In casu de wet betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook.
[2]Deze en de voorgaande zinnen staan al sinds juni 2010 in een kladwerkje voor deze tekst en ik moet helemaal niets aanpassen. Wat leven we toch in een stabiel land.
[3]Ja, ik weet dat deze zin wat melodramatisch klinkt, maar uiteindelijk telt de inhoud en niet de vorm. Zodra ik eens een mooie zin heb geformuleerd die niet helemaal binnen een redenering past, zal ik uiteraard het omgekeerde beweren.
[4]Het gaat dan wel degelijk om hun wereld. Ik heb er nog geen enkele voor de sluiting van Fabrique National in Herstal horen pleiten. Wapens zijn, in de handen van een getraind gebruiker,nochtans vrij dodelijk. Alleen worden die wapens bijna uitsluitend geëxporteerd en worden er vooral in andere landen mensen mee neergeschoten.
[5]Wat dit streven betreft, waarschuw ik iedereen al dat volgend jaar de discussie over de verstrenging van de geluidsnormen tijdens concerten zal losbarsten. Tja, luide muziek kan nu eenmaal plezant zijn en dat moet natuurlijk ook verdwijnen. Alles wat het leven smaak of kleur geeft, is namelijk slecht voor de gezondheid. Daarom dat zo veel mensen er plezier in vinden. Het gaat in tegen het instinct enkel met het overleven bezig te zijn.
Ongeveer een maand geleden, op 7 november 2010, hebben enkele mensen de idee gelanceerd zo veel mogelijk mensen te overtuigen op 7 december 2010 al hun geld van hun bankrekening te halen. Ondertussen zijn in zestien landen websites opgericht en krijgen de initiatiefnemers de steun van een vooraanstaand Frans filosoof, de heer E. Cantona. Bedoeling is de banken een flinke financiële dreun te verkopen en de overheden duidelijk te maken dat het eens gedaan moet zijn met het buigen en kruipen voor de internationale speculanten en hun als legitieme entiteit vermomde misdaadorganisatie, het Internationaal Monetair Fonds.
Ik hoop dat niemand zich blind staart op de afstand tussen ons eigen land en, pakweg, Portugal, Griekenland of Ierland. Speculanten zijn niet anti-Grieks. Ze viseren de Ieren niet. Ze zijn zelfs niet tegen mij. Hun systeem is gebaseerd op blinde wiskunde en signaleert gewoon elke kans om winst te maken, zelfs als dit ten koste van hele gemeenschappen gaat. Ons land zal binnenkort ook wel aan de beurt zijn, al was het maar omdat nog niet al onze overheidsbedrijven zijn geprivatiseerd en er in ons land nog sociale voorzieningen zijn die kunnen worden afgebouwd. Een kei kan men niet stropen, maar het Belgisch model zeker wel.
Ik hoop ook dat niemand hoopt dat er ergens enige vorm van democratische, politieke of juridische controle op speculatie is. De zeldzame mensen die nog snappen hoe het systeem precies werkt, staan natuurlijk al lang op de loonlijst van banken als Goldman Sachs en denken enkel nog aan hun eigen jaarlijkse premies. België heeft sinds jaar en dag een vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het IMF, een positie die nu trouwens wordt gecontesteerd[1], maar die man heeft nog nooit een klap uitgevoerd om eender welke geïnstitutionaliseerde roofoverval op eender welke staatskas tegen te houden.
Ik hoop tot slot dat niemand het mechanisme achter een kapitalistisch financieel systeem verkeerd inschat. In theorie is dit economisch model heel eenvoudig. Iedereen denkt aan zijn eigen belangen en door de wet van vraag en aanbod blijft de markt in evenwicht. In de praktijk draait het natuurlijk altijd anders uit. Kapitalisme betekent eenvoudigweg dat geld van arm naar rijk stroomt. Daar is alles op gebaseerd en daarom maken de marionettenbedieners achter het IMF van elke door henzelf uitgelokte crisis gebruik omoverheidsinterventies, overheidsbedrijven en solidariteit onderuit te halen.
Ik weet niet of de oproep, overigens in zijn volledigheid terug te vinden op http://www.bankrun2010.com/ , iets fundamenteels zal uithalen, maar ik zie toch een paar voordelen.
Ten eerste, de banken liggen er wakker van. Volgens hen kan dit ons fragiele systeem doen wankelen. Wel, mij niet gelaten. Liever allemaal arm dan lijdzaam toe te zien dat er een paar steeds rijker worden. Rijker worden ten koste van mij en van alle mensen die dit nu lezen, wel te verstaan.
Ten tweede, de topmensen in de banksector dreigen hun laatste beetje geloofwaardigheid te verliezen. Zij zullen immers nooit tolereren dat zij enkele weken later, op het einde van het boekjaar, hun premies zouden verliezen omwille van de actie van wat gauchistische onruststokers. Alleen roepen die vette premies niet enkel bij radicale splintergroeperingen weerzin op. Telkens zij de overheid een crisis laten oplossen en vervolgens zichzelf dubbel en dik uitbetalen, stijgt de ontevredenheid bij de bevolking[2].
Ten derde, de overheid krijgt een duidelijk signaal. In ons land, dat qua regeringstabiliteit de naoorlogse Italiaanse dieptes begint te naderen en waar zowat de sfeer van de permanente verkiezingscampagne hangt, is dit niet zo irrelevant als het lijkt. Wie de banken nog verdedigt, maakt zich onmogelijk. Maar wat is het alternatief? Wie zal de onvrede het best kunnen verwoorden? Iedereen kan proberen de problemen te minimaliseren, maar als er eentje[3] de andere weg opgaat, wordt het al snel een opbod en moeten ze elk op zich maatregelen in het vooruitzicht stellen om de macht van de banken te beperken.
Dit wil natuurlijk niet zeggen dat banken geen enkel praktisch nut hebben. In de eerste plaats bieden ze ons de gelegenheid ons geld op een veilige plek te deponeren. Geldt dat op een bankrekening staat, kan niet worden gestolen en als de bank zelf het slachtoffer van een misdaad wordt, is ze nog verplicht ons onze centen terug te geven. Er zijn, met andere woorden, een paar praktische bezwaren die de Bankrun-actie hypothekeren.
Tijd om die bezwaren van de tafel te vegen. Hier volgt onze handleiding voor 7 december.
1) Verwittig uw bankfiliaal op voorhand dat u een belangrijke som in baar geld wil afhalen. Anders loopt u het risico dat de bediende aan het loket u doodleuk vertelt dat in het gebouw niet zo veel geld aanwezig is.
2) Kies op voorhand het bedrag dat u wilt afhalen. U hoeft uw rekening natuurlijk niet af te sluiten. U hoeft ze zelfs niet helemaal leeg te maken. Integendeel, u kunt beter iets laten staan, zodat even over het hoofd geziene domiciliëringen of onverwacht noodzakelijk blijkende afhalingen aan de automaat u niet met verwijlinteresten opzadelen.
3) Voor u uw geld afhaalt, huurt u een kluis[4]. Dit biedt u het bijzonder aantrekkelijke voordeel dat u al het geld dat u afhaalt gewoon 3 tot 4 meter verder in een metalen doos kunt stoppen. U hoeft er niet mee rond te lopen. U hoeft zich niet onveilig te voelen. De bank draait nog steeds voor de bewaking van uw centen op. Voor de huurprijs van de kluis moet u het in elk geval niet laten.
4) Beslis niet op voorhand hoe lang u het geld van uw rekening wilt laten. Laat dit afhangen van het succes van de Bankrun en van de reacties van de diverse actoren, met inbegrip van de banken zelf. Laat ze eerst maar wat zweten.
5) Uiteindelijk zult u het geld terug op uw rekening moeten storten, al was het maar om uw eigen transacties tot een goed einde te kunnen brengen. We hebben tenslotte allemaal facturen te betalen. Vergeet het personeel van de bank op dat ogenblik niet met een superieure blik op hun plaats te zetten. Dat zij over ons geld mogen beschikken, is geen afgedwongen recht, maar een gunst die we op elk ogenblik kunnen intrekken.
6) Geniet van uw welverdiende euros.
[1]Niet omwille van onze kritische houding of gebrek aan corrumpeerbaarheid, maar omdat bepaalde snelgroeiende economieën hun plaats aan de tafel beginnen op te eisen.
[2]Ik wil hieraan toevoegen dat de belangrijkste oppositiepartij en spreekbuis van de ontevredenheid in Ierland Sinn Fein is. Jawel, Sinn Fein, nog maar 20 jaar geleden zowat de best bewapende paramilitaire eenheid van het continent. Zouden die nu echt al hun wapens hebben ingeleverd? Ik denk het niet.
[3]Al is het maar om opportunistische redenen, bijvoorbeeld om zich van de rest te onderscheiden zonder de communautaire kaart te moeten trekken of te blijven spelen.
Dit artikel vergt geen verdere commentaar en mijn pessimisme met betrekking tot het voortbestaan van de menselijke soort behoeft geen verdere argumentering.
Hoewel het eigenlijk al vijgen na Allerheiligen zijn, voel ik me, zeker na mijn tirade van vorig jaar, toch verplicht nog een korte reactie te geven op de recentste editie van het Sinner's Day Festival. Al bij al lijkt het erop dat de organisatie in sterke mate rekening heeft gehouden met de opmerkingen die ikzelf en een boel anderen vorig jaar hebben gemaakt. Laten we even een overzichtje bekijken.
2009: mensen mochten niet terug buiten. Wie binnen was, moest binnen blijven.
2010: probleem opgelost. Goed, men moest tot 15.00 uur wachten, maar de meeste mensen zijn toch niet om 11.30 uur stipt binnengestapt. Wie terug buiten wilde, kon een bandje krijgen om te bewijzen dat hij of zij al had betaald.
2009: de wachtrijen bij de toiletten waren extreem lang.
2010: de wachtrijen vielen goed mee, zeker omdat de toiletten ook beter waren aangeduid. Het is zelfs mogelijk dat er meer toiletten in gebruik waren genomen, maar dat kan ik hier niet bevestigen.
2009: iedereen die de toiletten wenste te gebruiken, moest daarvoor eerst een bandje kopen en dit vervolgens elke keer opnieuw tonen, wat natuurlijk een vreselijk tijdverlies betekende.
2010: dit probleem werd volledig opgelost door het gebruik van de toiletten gratis te maken.
2009: de drank was vrij snel op, zodat tijdens de afterparty uiteindelijk enkel nog Hoegaarden en plat water te krijgen was.
2010: voor zover ik weet, was er voldoende drank en bovendien was er ook geen afterparty.
2009: volgens de site werden de tickets enkel verkocht door een paar bedrijven die daar ook handling-kosten voor aanrekenen, maar in de praktijk bleken ook anderen tickets aan te bieden.
2010: aangezien ik zelf ben vergeten rond te vragen waar allemaal tickets te krijgen waren, kan ik hier weinig over zeggen. Ik had er zelf maar aan moeten denken, bijvoorbeeld voor ik mijn eigen ticket in de Fnac ging kopen...
2009: vanuit organisatorisch oogpunt was de beurs geen geweldig succes. De stands sloten niet echt aan bij de voorkeur of behoeften van het publiek, de timing was fout en er waren problemen met de elektriciteit.
2010: er waren enkel stands die daar hoorden te staan. Ik heb niemand over problemen met de elektriciteit of de andere voorzieningen horen klagen. De locatie was ideaal, zodat de stands nooit in de weg stonden en er toch voldoende ruimte voor geïnteresseerde bezoekers was.
2009: de tickets waren vrij duur, maar de affiche was wel geweldig.
2010: de tickets waren vrij duur, maar de affiche was toch iets minder overtuigend dan het jaar voordien. De organisatoren kunnen er natuurlijk zelf niets aan verhelpen dat maar liefst twee acts uiteindelijk hebben afgezegd en nog in laatste instantie moesten worden vervangen.
Conclusie: nu de organisatorische problemen zijn opgelost, heeft Sinner's Day bvba toch zijn goede wil laten zien om rekening te houden met terechte opmerkingen van het publiek. Ik kan bijgevolg enkel hopen dat ze er volgend jaar in slagen een goede affiche samen te stellen en een goed festival op poten te zetten. Maar dit klinkt natuurlijk wat te soft. Een bijdrage op mijn blog moet natuurlijk eindigen met een punt van kritiek1.
Eigenlijk is zeventien bands toch wat veel. Wie alle concerten wilde zien, moest eigenlijk elk concert voortijdig verlaten om op tijd in de volgende zaal te geraken. De overlappingen maakten het soms moeilijk een keuze te maken. Persoonlijk zou ik ervoor opteren in dezelfde tijdsspanne slechts vijftien groepen te programmeren en de overlappingen tot een minimum te beperken. Met een groep per zaal minder, moet dit mogelijk zijn.
Aangezien ik niet altijd moet pretenderen het warm water opnieuw te kunnen uitvinden, voeg ik hier gewoon een tekst toe die anderen hebben geschreven. Geen nood, er staat geen copyright op en iedereen mag er vrijelijk uit citeren. Onderwerp is een analyse van en reactie op de voorstellen van de N-VA betreffende een staatshervorming, in het bijzonder dan een hervorming van de financieringswet die voor de geldstromen van de federale staatskas naar de gewesten en de gemeenschappen zorgt.
Ondanks alle slogans die vooral dienen om onze woede te ventileren, is kapitalisme trouwens geen misdaad. Kapitalisme is een economisch systeem dat misdaad mogelijk maakt, stimuleert en beloont. Hebzucht is de misdaad. Het zit in ieder van ons, maar we moeten onze slechte eigenschappen maar eens leren beheersen. Als we dat van pedofiele pastoors verwachten, moeten we van ceo's en speculanten ook niet tolereren dat hun gedrag anderen in de ellende stort.
Aangezien ik niet in overbodige herhalingen wil vervallen, zal ik me tot een korte inleiding beperken. Uit een recente reportage is nogmaals gebleken dat de uitzendsector actief en bewust allerlei mensen discrimineert. Ik hoop dat niemand denkt dat het enkel om de uitsluiting van allochtonen gaat. Als de vacature iemand betreft die dicht bij een directeur met een alfamannetjesmentaliteit staat, zal een man of een te oude vrouw de job niet krijgen. Als de vacature een positie betreft die haast zeker tot een vaste betrekking zal leiden, zal een te oud iemand, ondanks zijn ervaring, te duur blijken en geen kans maken.
De mensen die deze wantoestanden aanklagen, zijn echter niet bereid hun eigen redenering door te trekken en tot een fundamentele conclusie te komen. Ze blijven hameren op de overtredingen van de wet en van het charter1 dat de uitzendsector zelf heeft opgesteld.
De mensen die deze wantoestanden trachten te minimaliseren, al dan niet omdat ze deze discriminaties eigenlijk wel willen ondersteunen of zelf toepassen, verwijzen steeds naar de wettelijk ingeperkte vrijheid van de ondernemer. Omdat een ondernemer zich aan allerlei regels en voorschriften moet houden, kan hij niet eens zelf beslissen wie de juiste persoon is om een bepaalde job uit te oefenen. Bij de selectie van nieuw personeel moet een ondernemer in het belang van zijn bedrijf echter streng kunnen zijn.
De uitzendkantoren verdedigen zich met de stelling dat ze discriminaties nooit zelf propageren. Het gaat steeds weer om individuele acties van consulenten die enkel op vragen van de klant ingaan. Blijkbaar zijn de begrippen klant en werkgever in de ogen van de uitzendkantoren meer synoniem dan de begrippen klant en ingeschreven werkzoekende, maar dat is een heel andere discussie waar we nu even niet op zullen ingaan.
In mijn ogen dringen zich een paar conclusies op die veel mensen, inclusief de belanghebbenden in deze economische transacties, niet graag lezen.
Ten eerste, de uitzendkantoren moeten zich niet achter hun consulenten verschuilen. De consulenten begaan misschien de invididuele inbreuken en zijn misschien zelfs regelrechte racisten, maar hun handelwijze wordt in de eerste plaats bepaald door de druk waaronder zijn door hun eigen werkgever worden geplaatst. In veel uitzendkantoren en vergelijkbare werkomgevingen wordt personeel niet beoordeeld op basis van de kwaliteit van het door hen geleverde werk, maar op basis van de kwantiteit, in het bijzonder de mate waarin ze nieuwe klanten werven en oude klanten behouden. In veel gevallen hangen de premies die ze nodig hebben om hun loon enigszins aanvaardbaar te maken rechtstreeks af van de omvang van het door hen beheerde klantenbestand en van de verhouding tussen deze omvang en de omvang van de klantenbestanden van hun collegas. Ik vraag me dan ook af waarom het iemand zou verbazen dat die mensen ingaan op vragen van ondernemers om discriminerende criteria te hanteren.
Misschien is het niet gezond voor de samenleving dat werknemers binnen eenzelfde bedrijf met elkaar in competitie moeten treden?
Ten tweede, de uitzendkantoren opereren binnen een zeer concurrentiële sector. Indien ze niet kunnen leveren wat een klant wenst, kan die met zijn vragen onmiddellijk bij een van de talrijke andere spelers op dezelfde markt terecht. De uitzendkantoren zetten hun personeel onder druk om hun rol in dit spelletje te spelen. Ze zijn bereid mensen te ontslaan enkel omdat ze zich hier vragen bij stellen.
Ik wil er trouwens op wijzen dat de uitzendsector in principe een delegatie van verantwoordelijkheid inhoudt. De bedrijven wijzen niet enkel de verantwoordelijkheid voor de invulling van kortdurende van de hand. Ze gebruiken de uitzendkantoren zelfs als recruteringsbureaus voor hun eigen toekomstig personeel. Interimarbeid is al lang geen oplossing meer om mensen die onverwacht veertien dagen ziek vallen goedkoop en vlot te vervangen. Het is een mogelijkheid om potentieel personeel voor onbepaalde duur in proeftijd te laten, waarbij hen soms gedurende jaren de wortel van een vast contract wordt voorgehouden.
Misschien gaat de competitie tussen bedrijven wel ten koste van de maatschappelijke wenselijkheid van de resultaten van hun inspanningen?
Ten derde, de ondernemers zijn nog steeds van mening dat hun eigen zakelijke belangen harder doorwegen dan de belangen van de hele samenleving. Wij hebben er allemaal belang bij dat al die kansengroepen, niet in het minst de allochtonen, een betere toegang tot de arbeidsmarkt krijgen. De ondernemer is echter niet zinnens hier zijn rol in te spelen. Hij doet liever zijn eigen zin, zelfs als dit ten koste van anderen gaat. Een uitzendkantoor vragen op een discrimenerende wijze mensen te selecteren, is nog niet eens het ergste dat hij op zijn geweten heeft. Als de overheid hen in het algemeen belang regels wil opleggen, is hij in staat iemand te betalen om een veterinaire keurder neer te kogelen.
Misschien moet de bestraffing van betrapte overtreders eens anders worden geconcipieerd? Ondernemers die op overtredingen van de antidiscriminatiewetgeving worden betrapt, krijgen nu een geldboete. Misschien moeten ze gewoon het verbod krijgen nog een leidinggevende functie uit te oefenen? Die beperking van hun grenzeloze eerzucht zal hen allicht meer afschrikken dan eender welk financieel gericht vonnis.
Ten vierde, de ondernemers verschuilen zich vaak achter het argument dat hun klanten liever niet door allochtone personeelsleden worden bediend2. Als zij die klanten niet willen verliezen of voor het hoofd stoten, zijn ze wel verplicht enkel betrouwbare en vooral er vertrouwd uitziende autochtonen aan te werven. Enig cijfermatig bewijs voor deze stelling kunnen ze echter nooit voorleggen. Ze kunnen zelfs niet zeggen welke klanten ze zouden verliezen. Wie eens stevig doorvraagt, merkt dat ze het eigenlijk niet weten. Ze vrezen gewoon dat dit tot klantenverlies zou kunnen leiden.
Misschien moeten al die klanten zelf hun mening eens laten horen? Indien de werknemers te horen krijgen dat heel wat mensen geen klant willen worden of blijven van een bedrijf dat de antidiscriminatieregels schendt, komen ze tenminste eindelijk eens tussen twee vuren te staan. Op dat ogenblik zullen ze kleur moeten bekennen. Zullen ze rekening houden met de eerste groep, die geen klant van een discriminerend bedrijf wil zijn, of met de tweede groep, de racisten waarvan het bestaan enkel wordt verondersteld en niet door harde feiten kan worden bewezen?
2Dit was in elk geval het voornaamste argument van de firma Feryn, dat Noord-Afrikanen naar eigen zeggen absoluut niet om racistische redenen de toegang ontzegde.