We zitten met drie in een cel. Er wordt gefluisterd dat zich diep onder het gebouw een witgekalkte kelder bevindt. Klein, helder verlicht en met één enkele stalen deur. De veroordeelden worden er aan vleeshaken opgehangen tot ze dood zijn. Het is een hardnekkig gerucht dat onder de gevangenen de ronde doet. Ik ga er niet op in, hunnentwege. Ik weet maar al te goed dat het waar is. Ik was er eerder als bezoeker, getuige, (...) Het licht is er schel en hoe zwaarder het lichaam des te korter de eindstrijd. Als de beul, die ook de dood moet vaststellen, goede luim heeft of toevallig diezelfde dag een andere dringende afspraak moet nakomen, kan het gebeuren dat hij het lijden voortijdig met een kogel beëindigt. (...) De vraag waarom mij dit overkomt, stel ik niet meer. Het moet zo zijn. Ik wil u dit verduidelijken. Boeken verbranden... wij, ik, de waffen-SS verbrandden Polen. Dan bedoel ik niet het land. Maar Polen: Joden, intellectuelen, zigeuners, communisten, militairen, gehandicapten. Vul maar aan, iedere Pool viel wel in één of andere categorie. [
] Ik vroeg mijn overste: "wat gaan we doen als die allemaal op zijn?" Het was niet ironisch bedoeld. Het werd ook zo niet begrepen. "Dan is het land van ons" zei [
]. Zo was dat. Helder en eenvoudig. (...) We lieten mensen hun eigen graf graven: een gat in de aarde. Ik kon er toen niet bij waar ze die kracht vandaan haalden. Nu wel: louter uit hun lichaam: "Niet nu. Seffens, seffens. Nog één minuutje.Geef me nog even. Leef nog heel even..." Soms snokten hun lichamen ongecontroleerd: spasmen uit doodsangst. Maar ze spitten. "Nog één minuutje, meneer de beul, nog één minuutje!" Ik denk aan niets anders meer, broeder. (...) Gisteren voelde ik me nog verantwoordelijk voor mijn daden. Vandaag, in het licht van mijn nieuwe inzichten, niet meer. Wel schuldig. Schuldig voor leed dat ik onder het goedkeurend oog van het gezag heb toegebracht! Het gezag is onbesproken en onaantastbaar. Het leed heeft de instemming van het Duitse Volk. [
] Zijn de Polen schuldig? Neen. Ik, ik heb schuld. (...) Vroeger gaf men de beulen een zilverstuk, niet de schuld. Of stel: de beul twijfelde aan de schuld van de ter dood veroordeelde... zou het vonnis zijn gewijzigd indien hij had geweigerd het uit te voeren? Wie dat gelooft, is nog dommer dan ik. [
] Wanneer is het doden van een mens moord en wanneer een loutere executie? Alsof het hier om een woordspelletje gaat. (...) Woedend ben ik. [
] Maar hoe schuldig ben ik? Was het verzuim of kan ik onwetendheid inroepen? [
] Onwetendheid inroepen,... voor wie, voor welke instantie? Voor mezelf? Voor u? Men heeft mij misleid. Men heeft mij met valse argumenten overtuigd. Had ik het moeten doorzien? Welke God zal mij dit ooit aanrekenen? Dezelfde God die dit eerst heeft toegestaan? God,... mensen!,... doe mij maar zonder God! [
] Ik ben toch geen roofdier dat onwetend doodt om te leven. Of ben ik dat wel? Ik ben geen machine die blindweg bevelen opvolgt. Of ben ik dat wel? Ik ben toch maar een mens.
http://jf-age.skynetblogs.be/post/6410358/de-fundamentele-twijfel
|