Deel 25-27 : De gelijkenissen van ‘De zaaier’ – ‘Het mosterdzaadje’ – ‘De zuurdesem’

Gebaseerd op: www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis en preek van Ernie Arnold, voorganger

Markus 4:26-30: Weer zeide Hij: Het gaat met het koninkrijk Gods als met een mens, die het zaad in de aarde werpt; dan gaat hij slapen des nachts, en staat op overdag. En het zaad ontkiemt en groeit op; zelf weet hij niet, hoe. Want vanzelf brengt de aarde vruchten voort, eerst de halmen, dan de aar, daarna het volle graan in de aar. En als het koren rijp is, slaat hij er aanstonds de sikkel in; want het is tijd voor de oogst. Nog sprak Hij: Waarmede zullen wij het koninkrijk Gods vergelijken, of onder welke parabel het brengen?

Uitleg

Markus vertelde ons dat onze geestelijke groei als individuen en als Kerk meer te maken heeft met een goddelijk mysterie, dan menselijke tussenkomst. We moeten geduld oefenen, geestelijke discipline betonen en ons overgeven aan Jezus. Dat wil niet zeggen dat we niet de zaden moeten zaaien en Jezus’ boodschap kenbaar maken, maar het is onze verantwoordelijkheid om met de H. Geest samen te werken en Hem in ons te laten werken. We moeten begrijpen dat er zaken zijn dat we in de hand hebben, en zaken dat we niet in de hand hebben. We moeten bidden om onderscheidingsvermogen om de zaken uiteen te houden.

We moeten gewoon de volgende zaken doen als een discipel van God. Dat hebben wij in handen:

·        Trouw blijven aan ons geloof in God.

·        Trouw blijven aan dagelijks gebed, de H. Mis en de Biecht en aanbidding.

·        Blijf positief en vol hoop.

·        Blijf streven naar een leven van heiligheid met je geest, hart en ziel.

·        Ons lichaam en onze geest behandelen als de heilige tempel van God.

·        Ons niet door wereldse zaken laten overspoelen, we moeten plaats maken in onze geest voor God en Zijn zaken.

·        Onze emoties ordenen en ons niet laten meesleuren met zaken die tegen Gods Wet ingaan.

·        Onze ziel zuiver houden. We hebben een vrije wil gekregen om toe te laten dat God ons redt, verlost en ons vernieuwt. Ons geestelijke leven moet boven ons vleselijk leven staan.

·        We hebben controle over onze relaties.

·        We kunnen goede daden stellen met het gebruik van onze vermogens en talenten. We kunnen anderen aanzetten om het goede te doen.

Maar er zijn ook zaken die we niet in handen hebben en waar we ons moeten verlaten op Gods belofte. We moeten wachten en vertrouwen op God. Wij moeten toelaten dat de mysteries van God plaatsvinden. Het is zo gemakkelijk om ongeduldig te worden. De boer wachtte af en ondertussen maakte hij de zaken klaar voor de oogst. Wij moeten onze wil in overeenstemming brengen met Gods Wil. God weet precies wanneer, waar, en hoe de zaken moeten gebeuren. Wij moeten vertrouwen op Hem.

Gebaseerd op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis, voorganger en de preek van Freddy Fritz, voorganger

Markus 4:31-32 (ook Mattheus 13:31-32, Lucas 13:18-19): Het is gelijk aan een mosterdzaadje; wanneer men het zaait in de aarde, is het ‘t kleinste van alle zaden op aarde. Maar wanneer het eenmaal gezaaid is, groeit het op, en wordt groter dan alle tuingewas; het schiet grote takken, zodat de vogels in de lucht kunnen nestelen onder zijn lommer.

Mattheus 13:33 (ook Lucas 13:20-21): Nog een andere gelijkenis sprak Hij tot hen: Het rijk der hemelen is gelijk aan zuurdeeg, dat een vrouw onder drie maten meel mengde, totdat het meel geheel was gegist.

Uitleg van het mosterdzaadje en de zuurdesem:

De parabel van het mosterdzaadje illustreert de groei van het Koninkrijk van God van buiten. De parabel van de zuurdeeg de groei vanbinnen. Het Koninkrijk van God betekent de ultieme nederlaag van het koninkrijk van Satan en de overwinning van God en Zijn Rijk. Het is de bevrijding van de schepping van de slavernij van het kwaad en de zonde en de glorierijke vrijheid van Gods kinderen, en de veiligheid, geluk en vreugde onder Zijn heerschappij.

Een mosterdzaadje was het kleinste zaadje dat de boeren zaaiden in het oude Israel. Het was minder dan een millimeter diameter. En toch groeide het tot een grote boom. Jezus bedoelt hier dat het Koninkrijk van God zal groeien van iets kleins en onbeduidends tot iets groots dat voedsel en een woonplaats biedt aan al degenen die er binnenkomen.

God schiep de wereld perfect, prachtig en goed. Hij schiep Adam en plaatste hem op een perfecte plaats om te heersen over de hele schepping. Helaas, gehoorzaamde hij niets Gods bevel om niet van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. Bekoord door satan at Adam van de vrucht en dompelde de hele mensheid in chaos, aftakeling en zonde. Van die tijd af verwoeste zonde leven na leven op de hele aarde. De straf die op zonde staat is de dood en alle mensen zijn nu gevangenen van satans koninkrijk.

God zorgde in Zijn barmhartigheid voor een uitweg. Hij zond Zijn eigen Zoon Jezus om het koninkrijk van satan te verslaan. Jezus’ komst op aarde leek zo onbeduidend in het begin. Hij werd geboren in een stal, groeide op in een klein dorpje Nazareth. De mensen zeiden zelfs: “Kan er iets goeds komen uit Nazareth?” (Joh 1:46) Toen hij ongeveer 30 jaar was kwam Hij op de voorgrond in Israel omwille van Zijn prediking en mirakels. De mensen in Israel verwachtten in die dagen dat God Zijn Gezalfde zou zenden – de Christus – om hen te bevrijden van de Romeinse overheersing. Ze verwachtten een Rijk van God dat onmiddellijk in volle machtsontplooiing kwam. De mensen verwachtten een militair en politiek Koninkrijk zoals met Koning David. Wanneer Jezus hun verwachtingen niet evenaarde, sloegen ze Hem op het Kruis in Jeruzalem. Zijn weinige, trouwe volgelingen waren ontzet wanneer Jezus werd gedood. Ze renden allen weg of ontkenden dat ze Jezus kenden. Maar drie dagen later liet God Jezus verrijzen, een teken dat Hij in Zijn missie was geslaagd. Wie kon ooit denken dat het zaad zo weelderig zou bloeien in het machtig Koninkrijk van God?

Het zaad groeide omdat het leven heeft, omdat het alle macht van God in zich draagt. Het groeit omdat niets of niemand het Koninkrijk van God kan tegenhouden met groeien. Ondanks vervolging, tegenstand en geweld verspreidde de Christenheid zich en nam toe. Er kwamen steeds meer volgelingen. Stad na stad, land na land ontving het nieuwe geloof. Kerk na kerk werd gebouwd in bijna elke hoek van de aarde. Priesters, predikers, missionarissen kwamen naar voor om de plaats te vullen van degenen die waren gestorven. En ook nu nog zijn er plaatsen waar de Christenheid enorm groeit: vooral in China en Afrika. 

Zuurdesem

Zuurdesem is een rijsmiddel. Een rijsmiddel is een product dat aan deeg of beslag wordt toegevoegd om het baksel luchtiger te maken. De eerste gerezen broden die mensen aten, waren zuurdesembroden. In de achttiende eeuw nam biergist de functie van zuurdesem over. Dit biergist evolueerde in de afgelopen eeuwen tot het bekende, verpakte biergist wat we nu kunnen kopen bij de bakker of speciaalzaak. Ook kan brood worden gebakken van bakpoeder.

Gist is het meest gebruikte rijsmiddel. Gist wordt gemaakt door een geïsoleerde gistcel op een steriele voedingsbodem te kweken, zodat men een uniform product krijgt dat altijd dezelfde eigenschappen heeft (oplosbaarheid in water, snelle groei, goede bewaarbaarheid). Gist kan ongeveer veertien dagen worden bewaard.

Zuurdesem is een veel ouder rijsmiddel dan gist. Ook de bereiding vergt meer voorbereiding dan gistbrood. De bereiding van zuurdesem duurt zes dagen. Zuurdesem is niets anders dan verzuurd deeg (zuurdeeg).

De broodsoorten van gist en zuurdesem verschillen nogal in smaak en structuur en houdbaarheid. Gistbrood is ongeveer vier tot vijf dagen houdbaar en droogt snel uit.

Zuurdesembrood is ongeveer een week houdbaar. Er is ook een verschil in verteerbaarheid.
Tijdens de langere rijstijd van zuurdesembrood worden de voedingsstoffen afgebroken (voorverteerd) tot makkelijker opneembare stoffen. Dat is gezonder, omdat de natuurlijke enzymen langer kunnen inwerken. Zo komen er meer stoffen vrij uit het meel: meer calcium bijvoorbeeld. Zuurdesembrood moet langer rijzen dan een met klassieke gist. Daarom is zuurdesembrood duurder. In biologische speciaalzaken vind men vaak een ruim assortiment zuurdesembrood.)

Dieper ingaan op de aard en het effect van zuurdesem

1.Zuurdesem zet altijd een proces van gisting of fermentatie in gang. Gisting is het proces waarbij suiker, in een zuurstofloze omgeving, wordt afgebroken in alcohol en koolzuurgas. Het koolzuurgas doet het deeg rijzen. Er zit weinig beweging in het brood tot het gist wordt toegevoegd.

2. Zuurdesem doet het deeg rijzen. Het deeg wordt groter dan het van nature is, op dezelfde wijze als het mosterdzaadje zich ontwikkelt tot een boom met een grootte die het van nature niet is.

3. Zuurdesem breekt af. Er verschijnen gaten in het brood en de suikers worden afgebroken.

4. Zuurdesem maak het brood smakelijker en appelleert aan onze natuurlijke smaak.

Het werk van genade in een zondaar begint in het klein, het is zoals de mengeling van gist met deeg. Er moet eerst een startpunt gegeven worden opdat iemand Christen wil worden. Het eerste handelingen van het spiritueel leven zijn dikwijls klein. Het kan starten met een gespek tot God, het lezen in de Bijbel, eens de H. Mis bijwonen, een gesprek met een priester, een artikel over geloof, een katholieke site, enz. Het kan het geweten zijn dat knaagt, een gesprek met een collega, een inzicht in het zondig gedrag en het verlangen ermee te kappen. Dit is gist van genade die in het hart werkt.

Bisschop Ryle zegt het als volgt: het werk van genade dat eens begonnen in een ziel, nooit stopt. Het zal geleidelijk het geheel gisten. Zoals gist in een brood, nooit kan gescheiden worden eens het gemengd is in het geheel. Het zal geleidelijk het geweten, de geest, en de wil beϊnvloeden tot de hele mens geraakt is door zijn kracht en er een diepe bekering plaatsvindt. De vooruitgang in de ene mens gaat vlugger dan in de andere mens. Maar wanneer het echte werk van de H. Geest in het hart begint, dan wordt het hele karakter vroeger of later gegist en veranderd. De verlangens van de mens worden veranderd. De kompas van de mens gaat zich naar God richten. “Oude dingen gaan voorbij, en alle dingen worden nieuw.” (2 Kor 5:17) De Heer Jezus zei dat het zo zou worden, en alle ervaring toont aan dat het zo is.

De gelijkenis van de zuurdesem is de laatste gelijkenis voordat de Heer “naar het huis ging” (Matt. 13:36). Dit betekent dat de gelijkenis van de zuurdesem de situatie rond het woord van het koninkrijk beschrijft in de Eindtijd.

Het woord van het koninkrijk (Matt. 13:19), is het aanbod aan christenen om het koninkrijk der hemelen binnen te gaan (Matt. 5:20). Het "binnengaan van het koninkrijk der hemelen" is een uitdrukking voor de toekomstige deelname aan de heerschappij vanuit de hemelen over de aarde als mede erfgenaam met Christus dé Erfgenaam. Deze heerschappij wordt niet automatisch verkregen, maar als gevolg van het succesvol lopen van de geestelijke wedloop (vgl. 1 Cor. 9:2427; 2 Thess. 1:5).

Het woord van het koninkrijk is de boodschap dat we ernst moet maken met onze toekomstige erfenis. De werkwoord “ernst maken” in Hebr. 2:3 is in de Griekse tekst ameloo en betekent “verwaarlozen, veronachtzamen”. We komen het werkwoord ook tegen in Matt. 22:5 en 2 Petr. 1:12. In Matt. 22:5 wordt het werkwoord verbonden met de gelijkenis van het koninklijke bruiloftsmaal, en daarom ook met het woord van het koninkrijk. Men “sloeg geen acht” op de bruiloft. Men verwaarloosde en veronachtzaamde het belang van de bruiloft (Matt. 22:4,5). Het gevolg hiervan was dat men als “zoon niet tot heerlijkheid wordt gebracht” (Hebr. 2:10), omdat men onverschillig is geweest ten aanzien van het eerstgeboorterecht (Hebr. 12:16,17).

De uitdrukking “hèt geloof”, gebruikt door de Heer, staat ook heel centraal in de brieven van Paulus. Vlak voor zijn dood, schreef Paulus: “Ik heb hèt geloof behouden” (2 Tim. 4:7). Hij verbond dit met zijn (geestelijke) (wed)loop die hij ten einde had gebracht. Hiermee gaf Paulus aan dat sommige christenen hèt geloof zullen behouden en andere christenen niet.