Deel 20 : De gelijkenis van 'De twee schuldenaren'
Gebaseerd
op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis, en preek van Marc Bertrand,
voorganger

Lukas
7:36-50 : Een der farizeën verzocht Hem eens bij zich ten
eten. Hij ging het huis van den farizeër binnen, en lag aan tafel aan. En zie,
daar was een vrouw, die in de stad als zondares bekend stond. Toen ze vernam,
dat Hij in het huis van den farizeër aan tafel was, ging ze er heen met een
albasten kruik vol balsem. Wenend ging ze achter Hem staan, bij zijn voeten, en
begon zijn voeten met tranen te besproeien, en met het hoofdhaar af te drogen.
Dan kuste ze zijn voeten, en zalfde ze met balsem. Toen de farizeër, die Hem
genodigd had, dit zag, zeide hij bij zichzelf: Als Hij een profeet was, zou Hij
weten, wie en wat voor een vrouw het is, die Hem aanraakt; een zondares! Nu nam
Jesus het woord en sprak tot hem: Simon, Ik heb u iets te zeggen. Hij zeide:
Spreek, Meester.
Een geldschieter had twee
schuldenaars; de een was hem vijfhonderd tienlingen schuldig, de andere
vijftig. Daar ze niet konden betalen, schold hij het beiden kwijt. Wie van de
twee zal nu het meest van hem houden? Simon antwoordde: Ik vermoed: hij, wie
hij het meest heeft kwijtgescholden. Jezus zei hem: Ge hebt juist geoordeeld.
Nu keerde Hij Zich naar de vrouw,
en sprak tot Simon: Ziet ge die vrouw? Ik ben in úw huis gekomen; gij goot geen
water op mijn voeten, maar zij heeft mij voeten met haar tranen besproeid en met
de haren afgedroogd. Gij hebt Mij geen kus gegeven; maar zij heeft, sinds Ik
binnenkwam, niet opgehouden, mijn voeten te kussen. Gij hebt mijn hoofd niet
met olie gezalfd, maar zij heeft mijn voeten met balsem gezalfd. En daarom zeg
Ik u: Haar zonden, haar vele zonden zijn haar vergeven; want zij heeft veel
liefde getoond. Wie weinig vergeven wordt, toont weinig liefde. Nu sprak Hij
tot haar: Uw zonden zijn u vergeven. De disgenoten begonnen bij zichzelf te
zeggen: Wie is Hij, dat Hij zelfs zonden vergeeft? Maar Hij zei tot de vrouw:
Uw geloof heeft u gered, ga heen in vrede.
Simon was een Farizeeër en met
deze gelijkenis wilde Jezus zijn geheime vooroordelen vermanen die hij had
tegen een zondares die vergeving wilde voor haar zondige daden. De vrouw wist
wie Jezus was en ze had spijt over haar zonden. Ze wist dat Jezus haar zonden zou
vergeven. Ze geloofde in Hem en ze was Hem oneindig dankbaar om de vergeving
van haar zonden. Jezus ziet niet naar de zonden, de persoon of het aanzien van
iemand, maar naar oprecht berouw. Hij is verheugd als een zondaar oprecht
berouw heeft en tot inkeer komt.
Jezus gaf ook te kennen dat Simon
Jezus niet de gewone verwelkoming had betoond. Geen kus als begroeting, geen
olijfolie om het hoofd van de gast te verfrissen, en geen minzaamheid. Simon twijfelde
er zelfs aan of Jezus wel een profeet was. De vrouw had in tegenstelling Jezus
voeten gekust, de olie uit de kruik over Jezus hoofd gegoten en op die manier
haar liefde voor Jezus betoond. In de gelijkenis was degene die weinig werd
vergeven, degene die weinig liefde had betoond.
In de gelijkenis hadden de twee
schuldenaren allebei geen geld om hun schulden te betalen. Wij als zondaren
hebben ook geen verdiensten om God voor onze zonden schadeloos te stellen, wij
moeten een beroep doen op Jezus die onze zonden heeft gedelgd. We zijn Hem
oneindige dankbaarheid, liefde en lofprijzing verschuldigd voor Zijn offer.
De twee schuldenaren hadden zoals
de Farizeeers zich aan de wet hielden, maar ze waren gedoemd verloren te gaan
zonder vergeving. Zij als Farizeeers moesten ook om vergeving vragen om vrede
te kennen. Maar hun trots en hoogmoed verblindden hen en ze zagen niet in dat
ze niet beter waren dan de zondares en vergeving nodig hadden. Ook wij moeten
geen oordeel vellen over anderen, want we zijn ook zondaars.
|