Het
Offer van Jezus : het Kruis
Wat er niet zo duidelijk beschreven is in het Boek
Openbaring betreffende het Hemelse Jeruzalem en het Nieuwe Rijk is het belang
van Jezus Offer op het Kruis. Dit zal eeuwig de rode draad blijven. Het
Offer dat op het Kruis werd gebracht zal voor eeuwig gevierd worden. De
liturgie en de viering zal wel anders verlopen omdat in het Nieuwe Rijk niet
meer zal gezondigd worden, maar de lofprijzing en het Offer zal altijd blijven.
Jezus zal altijd de levende bron van Leven en Liefde blijven. Hij zal ons
eeuwig in stand houden. De wonden van Jezus zullen ook schitteren als de zon. Het
glorierijk Kruis is er een teken van, maar de Liefde is de kracht die allen zal
doordringen. Jezus zal de eeuwige zon zijn en de mensen zullen de Boom des
Levens hebben om eeuwig te leven. Op aarde kennen we de geconsacreerde hostie
om Jezus in ons op te nemen: het onbloedig offer van Golgotha. Dit doen we
opdat Jezus ons in stand zou houden met Zijn Liefde. Dit is een enorme gunst
die we gekregen hebben op het Laatste Avondmaal: Jezus Zelf in ons opnemen:
Zijn Lichaam en Zijn Kostbaar Bloed. Het is onnoemelijk hoe de H. Maagd Maria
en de H. Apostelen uitkeken naar het moment dat ze het geconsacreerde brood
kregen.
(Anna Katarina Emmerick : De mens werd geschapen om de lege
plaatsen (door de gevallen engelen die uit de Hemel vielen) in de engelenkoren
aan te vullen en in te nemen. Zonder de val in zonde zou de mens zich zolang
vermenigvuldigd hebben tot dit getal aangevuld was en dan zou de schepping
voltooid zijn geweest. Maar door de zondeval ontstond in de menselijke
voortplanting een beginsel van verdeeldheid en van dwaze, eigenzinnige
(zondige) versplintering (verspilling). De voortplanting ging met onreinheid,
duisternis en verblinding gepaard. Daarom is de dood een noodzakelijk gevolg en
weldaad geweest. Wat men van het einde van de wereld ook zegt, het is in elk
geval zeker dat ze niet eerder zal vergaan, dan nadat alle tarwe uit het kaf
zal verzameld en alle lege plaatsen van de gevallen engelen daarmee weer
aangevuld zullen zijn.
In de
dagen na de Verrijzenis
het cenakel te Jeruzalem
In het cenakel bevond zich het Allerheiligste. Als de
voorzaal gesloten was, dan was de middenzaal breder dan lang. Als de voorzaal
naar binnen openstond, geleek het hele huis op een kerk, want als het
Allerheiligste openstond, dat boven een nisvormig, toelopend geweld had, maakte
de indruk van een koor met zijn altaar.
In het cenakel moet een grote maaltijd zijn. Ook Lazarus is
daar. De apostelen zijn vroeg in Bethanië geweest en hebben hem afgehaald. Ook
de H. Vrouwen waaronder de Moeder van God en Veronika, zijn daar; ook
Nikodemus, Jozef van Arimatea en de zoon van Simeon, die het paaslam (voor het
laatste avondmaal) heeft geslacht. Ze hebben nu opnieuw een lam. De vrouwen,
behalve Maria, zijn bij het bereiden van de maaltijd. Het voltallig
apostelencollege en een twintigtal leerlingen zijn daar. Er is een feest op
handen.
In het cenakel zaten de apostelen en een twintigtal
leerlingen onder de lamp. Zij baden en dan gingen ze in twee groepen zitten.
Joannes sprak de apostelen en Petrus de leerlingen toe. Zij spraken op een
diepzinnige wijze over de verhouding tot de Moeder van de Heer en over hetgeen
zij voor hen te betekenen had en zijn moest.
Petrus
had
het gezag over de lijdende Kerk, de zielen in het Vagevuur en ook de strijdende
Kerk hier op aarde. Petrus werd in zijn opvolgers voor eeuwig met de zorg
belast voor het bestuur van de Kerk en het weiden van de kudde gelovigen. De
werking van Petrus was meer in de tijd, in de uitwendige organisatie en daarom
op zijn opvolgers overging. Petrus is meer een vaste rots, een gebouw.
Joannes had
de opdracht om eeuwig aan de waterbron te staan, waardoor de weide verfrist en
besproeid en de schapen verkwikt moeten worden. De werking van Joannes was meer
in het innerlijke, in het wezen, in de bezieling en ontvlamming, in het
uitzenden van geestdriftige boden. Joannes is meer het aandrijven, bezielen en
bevruchten. Een levenwekker, een uitzender van stemmen (geloofsverkondiging).
Katarina zag toen het volgende: de verschijning van de H.
Maagd over hen zweven in een schitterende uitgebreide mantel, die hen als
omvatte, vanuit de boven haar geopende hemel en uit de H. Drie-eenheid, werd
een kroon op haar hoofd gezet, en Katarina had het gevoel als was Maria van hen
allen het hoofd, hun ganse tempel en omvang.
plattegrond
Maria zelf was toen buiten de zaal in gebed. Later kwamen
de H. Vrouwen en de H. Maagd zat alleen aan de tafel van de apostelen en zat
tussen Petrus en Joannes. Zij zaten met het aangezicht naar de binnendeur van
het huis (deur tussen voorzaal en middenzaal). De andere vrouwen en leerlingen
zaten links en rechts aan gescheiden tafels. Nikodemus en Jozef dienden de
tafels. Petrus sneed het lam, juist zoals Jezus het paaslam gesneden had. Aan
het einde van de maaltijd had ook het breken en rondgeven van het brood en de
beker plaats, maar dit was niet het lichaam van de Heer, maar brood en wijn die
slechts gezegend waren en Petrus deed er ook een lering bij.
Katarina zag daarna de H. Maagd met de apostelen in het
huis van het avondmaal (in de middenzaal); zij stond tussen Petrus en Joannes
onder de lamp. Bij deze maaltijd hadden alle gasten feestkleren aan en Maria
haar bruiloftskleed; gedurende het gebed onder de lamp droeg zij een schone
witte mantel en sluier. Het Allerheiligste werd geopend en dan knielden en
baden zij nog voor het Allerheiligste.
Wanneer het reeds middernacht voorbij kon zijn, zag ik de
H. Maagd uit de handen van Petrus het H. Sacrament geknield ontvangen; hij had
in de hand boven het schoteltje van de kelk een stukje (H. Hostie) dat door
Jezus zelf van het geconsacreerde brood afgebroken was, en reikte haar dit toe
in de mond.
Op hetzelfde ogenblik zag ik de Heer Jezus aan haar, doch
onzichtbaar voor de anderen, verschijnen en weerom verdwijnen. Maria was geheel
van licht en glans doordrongen. Daarna baden zij nog en gingen uiteen. Ik zag
de apostelen zich in de plechtigheid eerbiediger jegens Maria gedragen.
Daarbuiten waren zij jegens haar, zoals vroeger ook met Jezus, vertrouwelijk,
doch ernstig.
Na om middernacht het H. Sacrament ontvangen te hebben,
begaf de H. Maagd zich met de andere vrouwen naar haar logies in het huis van
Joannes Markus. Maria was in haar kamer in staande houding haar gebed aan het
voortzetten. Zij bad het Magnificat, de lofzang van de 3 jongelingen in de
vuuroven en psalm 131.
Psalm 131 : Jahweh, mijn hart is niet trots, niet
hovaardig, mijn ogen, ik ga niet op in grootse plannen, in dingen die te hoog
voor mij zijn. Nee, ik voel mij zo klein en beeld mij niets in. Zoals de
zuigeling aan de borst van zijn moeder, ben ik een klein kind voor U! Israël,
stel uw hoop op de Heer, van nu af tot in eeuwigheid.
De dag begon reeds te lichten, toen Jezus door de gesloten
deur bij haar binnentrad en lang tot haar sprak. Hij zei haar dat zij de
apostelen moest bijstaan en verklaarde wat zij voor hen was (natuurlijk ook
voor alle gelovigen). Dit geschiedde op een geheel geestelijke wijze (zonder
mondelinge woorden) en had een mystieke betekenis en uitwerking.
Hij gaf haar inderdaad met en tijdens deze mededeling ook
een macht over de Kerk, een kracht en beschermingsambt, en Zijn licht stroomde
in haar binnen, als doordrong Hij haar volkomen. Nadat Hij door de gesloten
deur weer verdwenen was, bad Maria nog en legde zich dan te rusten op haar bed.
Telkens als de H. Maagd communiceerde zal Katarina dat de
heilige gedaanten van de ene H. Communie tot de andere onverteerd in haar
bleven, zodat zij de Godmens onder de sacramentele gedaanten in haar hart
ononderbroken aanbad.
Wanneer onder de vervolging, na de steniging van de H.
Stefanus, de apostelen een tijdlang niet consacreerden, is de Kerk nooit zonder
het allerheiligste Sacrament geweest, aangezien het in het hart van de H. Maagd
gestadig bewaard bleef; zij beoefende dus ook de gedurige aanbidding.
Er werden ook al vieringen gedaan tussen 4 en 5 uur in de
morgen in het cenakel. Het Allerheiligste was dan geopend en de wand tussen de
middenzaal en de voorzaal was dan geopend. In de voorzaal stonden wel 30
leerlingen. Er werd koorsgewijze gezongen en gebeden. Het leek op de Metten dat
hoofdzakelijk uit psalmen en lessen bestaat).
Ook Maria woonde die regelmatig bij. Zij stond voor de
middelste opening van de voorzaal, maar vooraan in de middenzaal en helemaal alleen en met het aangezicht naar het
allerheiligste Sacrament gekeerd. Het voorhangsel was open maar het tabernakel
dicht. De H. Maagd was in haar lange, witte mantel gehuld en gesluierd. Zij
scheen een zinnebeeldige kroon op het hoofd te hebben, door haar waardigheid.
De wijze van bidden (in koor) is door Jezus zelf ingesteld.
Hij heeft hun het geheim van deze godsdienstoefening bij of onder het eten van
de vis bij het Meer van Tiberias geopenbaard en ook tijdens zijn verschijning,
waardoor Tomas overtuigd werd van Jezus Verrijzenis.
Katarina ziet de H. Drie-eenheid zo: God de Vader geeft aan
de Zoon het kruis en Hij heeft het voorkomen van een hogepriester. Uit beiden
komt de H. Geest, maar niet als een duif; de vleugels zijn eerder armen en de
figuren staan meer in een driehoeksvorm.
Tegen de avond zag Katarina velen ten sabbat in het cenakel
bijeenkomen, zij waren allen in hun feest- en gebedskleren. Het bidden en
koorsgewijs zingen duurden van de avond tot in de nacht. Alle zijzalen rondom
de middenzaal waren open en vele leerlingen waren tegenwoordig. De H. Maagd
stond op haar gewone plaats (in de middenzaal) en de vrouwen achter haar, in de
voorzaal.
Op de sabbat zal Katarina de apostelen bidden. Nu zijn ze
gezeten, dan staan zij rechtop. Het leek op de Vespers.
Als Jezus verscheen en aan een maaltijd deelnam bij de
apostelen alleen, had deze plaats in het cenakel. Bij de maaltijd werden een
lam, salade en brood opgediend. De vrouwen aten buiten de middenzaal in de
voorzaal en de leerlingen in de zijzalen of gangen. Het was een liefdemaal.
Jezus brak en verdeelde het gezegend brood en hield een toespraak.
Tussen de Verrijzenis en de Hemelvaart lagen slechts 33
dagen in plaats van de 40 dagen van het H. Evangelie van Lukas. De H. Lukas
plaatst Jezus Hemelvaart met opzet 40 dagen na de Verrijzenis om symbolische
reden, om Pinksteren 50 dagen na de Verrijzenis te krijgen en zo een
overeenkomst van tijd te bekomen met het Pinksterfeest van het Oude Testament,
de nederdaling van God op Sinaï voor de wetgeving, die plaats vond 50 dagen na
de eerste Joodse pasen, de uittocht uit Egypte. De 3 synoptici zagen er ook
geen erg in om Jezus te laten sterven op Pasen, terwijl Hij historisch gezien,
en ook volgens de H. Joannes daags voor Pasen is gestorven. Goede Vrijdag was
de voorbereidingsdag, en stille zaterdag was de Joodse Pasen en sabbat.
Jezus verheerlijkt en onlijdelijk leven heeft 33 dagen en
enige uren geduurd, net zoals zijn menselijk en lijdend leven 33 jaar en enige
maanden heeft geduurd.
In de laatste dagen verkeerde Jezus bijna voortdurend met
de apostelen en vertoonde zich op zeer natuurlijke en menselijke wijze. Hij
heeft met hen gegeten en gebeden en hen onderricht. Hij heeft vele wegen met
hen bewandeld en hun alles herhaald. Alleen in de nacht was Hij dan op andere
plaatsen, zonder dat zij wisten waar.
De
avond voor Hemelvaart
Jezus is met een 5-tal leerlingen naar Bethanië gekomen.
Ook Maria kwam met de ander H. Vrouwen erheen. Zij kwamen bij Lazarus tezamen,
waar ook Marta en Magdalena waren. Rondom het huis was veel volk verzameld. Die
mensen hadden gehoord dat de Heer hen wilde verlaten. Zij wilden Hem een
laatste keer zien om afscheid te nemen.
Jezus en de leerlingen aten al staande een kleine maaltijd.
De leerlingen weenden zo smartelijk, omdat Jezus hen wilde verlaten. Waarom
weent gij, lieve broeders, sprak Jezus, ziet deze vrouw daar, deze weent niet!
Dit zei Hij tot zijn leerlingen, die om zijn aanstaande heengaan van droefheid
weenden en Hij wees meteen op zijn Moeder, die niet weende! Maria en de vrouwen
stonden volgens een uiterst zedig gebruik, geheel op de achtergrond. Jezus gaat
buiten tot de talrijke vreemdelingen, voor wie in het voorhof een lange tafel
is aangericht. Hij zegent kleine broodjes en deelt ze onder hen uit.
Nadat de mensen vertrokken waren, naderde de H. Maagd
deemoedig tot Jezus met het verzoek om na Jezus Hemelvaart spoedig te mogen
sterven om bij Hem in de hemel te zijn. Maar Jezus had met Maria andere plannen
en daarom kon Hij deze bede niet toestaan. Maar omdat er geen enkel gebed
onverhoord bleef deed Hij haar de een of ander belofte of verzekering met
betrekking tot haar dood en gaf haar ook te kennen wat zij op haar sterfbed tot
de apostelen moest zeggen. Maria onderwierp zich onmiddellijk aan Jezus wil.
Ze dankte Hem ootmoedig, zelfs voor deze weigering en trok zich achteruit.
Nadien ging Jezus naar Jeruzalem met de apostelen, leerlingen
en de vrouwen. De Heer stak met zijn hoge gestalte boven de anderen uit. Zij
konden zich niet realiseren dat Hij hen zou verlaten en sommigen zeiden onder
elkaar: Hij is reeds dikwijls voor ons verdwenen!
|