Hoe komt de ziel tot aanbidding van God? Waaruit bestaat aanbidding?
1. Het verlangen om tot
het Hart van God door te dringen. Word U ervan bewust dat de kern
van Uw ziel niets anders verlangt dan God te kennen en in Hem over te vloeien.
2. De Liefde tot God: Deze opent Uw
hart voor de overvloeiing tussen Uw ziel en God, in beide richtingen. Liefde
moet gegrondvest zijn op inwendige rust, en brengt op haar beurt ook diepere
rust in de ziel.
3. De ontlediging van Uw
geest: U moet trachten, aan niets meer te denken. U kijkt alleen nog maar
inwendig naar het Licht, het Kruis (symbool voor Gods oneindige Liefde voor U),
Maria met het Kind Jezus (de Menswording van Gods Zoon) of elk Hemels beeld dat
U vervult van Liefde, Vrede en rust.
4. De verheerlijking van
God. U prijst God inwendig voor Uw leven, alle genaden, de natuur, het
vooruitzicht op het Eeuwig Leven, enzovoort.
5. De uitnodiging aan
God. wellicht de grootste vrucht die aanbidding Uzelf kan opleveren, is
het bezoek van God in Uw ziel. Door Uw ingesteldheid kunt U mee bepalen of Hij
U slechts voor de tijd van de aanbidding bezoekt, dan wel voor onbepaalde tijd
bij U intrekt met bagage (genaden die U blijvend veranderen). Een werkzame
aanroeping om God in U uit te nodigen, kan bijvoorbeeld zijn: "God
van Licht en Liefde, ik bemin U. Ik geef mij aan U. Vervul mij met Uzelf".
Welke zijn de vruchten die God in de aanbiddende ziel tot rijping
brengt?
1. Aanbidding doet de
ziel openbloeien als een bloem die zich ontvouwt, blaadje voor
blaadje, in het besef van Gods Tegenwoordigheid. God is de Bron van Leven. Zijn
aanraking schept, verlost, heiligt en herschept (geneest). De
realiteit van dit gegeven blijkt bij het mystiek contact: De voelbare (soms
zichtbare en/of hoorbare) Aanwezigheid en aanraking van Maria (Gods Gezante)
lijkt de ziel, het hart, de geest, en in zeker opzicht zelfs het lichaam 'open
te gooien', en maakt onvermoede krachten vrij. Aanbidding kan een enigszins
gelijkaardig effect krijgen in de ziel: Zij kan vervuld worden met genaden, en
kan dit ervaren als een bevrijding. Wanneer de bloem van Uw ziel zich onder
invloed van deze Goddelijke kracht opent, kunnen hierdoor haar kleur
(bovennatuurlijke schoonheid) en geur (heiligheid) gewekt worden, wat nieuwe
impulsen van aanbidding in werking kan stellen.
2. Aanbidding stort
intense gevoelens van dankbaarheid in de ziel, in het besef
van het vele mooie waarvan zij getuige mag zijn omdat God er is. De
aanbiddende ziel begrijpt dat God Bron, Oorzaak en Bestemming van alle dingen
is. Dit besef baart dankbaarheid, dankbaarheid schept vreugde, en deze vreugde
baart het ware Geluk omdat zij van Hemelse oorsprong is. Dankbaarheid is een
emotie die vaak verstikt wordt onder het gewicht van het leven. Waarom zou men
God danken terwijl men ten prooi is aan tegenslagen en lasten? De aanbiddende
ziel voelt dat God niet verantwoordelijk is voor het negatieve in haar leven,
maar dat Hij integendeel de enige waarborg vormt voor de inlossing van de
belofte van het ware Geluk na het leven op aarde. Alle lasten van Uw leven
worden door God opgetekend als aanleidingen voor een honderdvoudige vergoeding
in Zijn Rijk. Dat is ook wat Hij U tijdens aanbidding in het verborgene kan
laten voelen.
3. Aanbidding levert
gevoelens van diepe zaligheid, intense vreugde, stil geluk, omdat het hart
in aanbidding Gods Aanwezigheid voelt. Deze Aanwezigheid is even onhoorbaar of
onzichtbaar als radiogolven, maar is even reëel als radiogolven: De atmosfeer
is vervuld van radiosignalen, die U noch kunt zien noch kunt horen tenzij U Uw
radiotoestel aanzet. Iets gelijkaardigs geldt voor Gods Aanwezigheid: God is er
altijd en overal, maar U kunt Hem pas aanvoelen zodra U het 'radiotoestel' van
Uw ziel in werking laat komen. Aanbidding is één van de wijzen bij uitstek om
dit contact tot stand te brengen. Aanbidding schept in de ziel de rust en Vrede
die U in staat stellen om U totaal te laten gaan in de zaligheid van het
Hemelse.
4. Aanbidding schept de
spontane behoefte van diepe overgave aan God in het bewustzijn dat Zijn heiligheid U
omgeeft als een wolk van bloemenparfum op een zomeravond: een atmosfeer van
gelukzaligheid die uitnodigt om U totaal aan God over te geven. Dit is de meest
natuurlijke emotie die de ziel kan opbrengen, want zo is zij oorspronkelijk ook
gemaakt: met een inwendig, natuurlijk vermogen om alles los te laten en
zichzelf zonder de geringste weerstand in Gods Hart uit te storten.
5. Aanbidding schenkt de
ziel het gevoel dat zij reeds ondergedompeld is in een stuk Hemelse werkelijkheid. Dit gevoel is
het natuurlijk gevolg van de aanraking met Gods Wezen. Vele zielen laten God
vergeefs bij zich aankloppen (onbeantwoorde ingevingen). God, daarentegen, doet
steeds open wanneer U bij Hem aanklopt. De wijze waarop Uw pogingen tot contact
beantwoord worden, is onvoorspelbaar. Vaak worden in Uw ziel genaden gestort
die voor onbepaalde tijd in het verborgene blijven en U eventueel pas na Uw
aardse leven geopenbaard worden, want voor God is slechts het Eeuwig Leven van
belang. Niettemin kan de aanbiddende ziel een gevoel ervaren dat zij niet kan
vergelijken met gevoelens die haar bekend zijn uit het dagelijks leven. Zo
worden nieuwe wegen geopend naar een rijkere ervaringswereld die het wereldse
sterk in belang doet verminderen.
6. Aanbidding zet het
hart, de geest en de ziel ertoe aan, zich totaal te ontledigen in golven van
ontembare, brandende Liefde, en elke herinnering aan het
wereldse in Gods Hart te begraven. De ziel die ooit door de Hemel aangeraakt
is, stelt steeds minder prijs op wereldse dingen, want de ervaring van het
Hemelse is met niets op aarde te vergelijken. In deze gesteldheid verdwijnen
ook vele beperkingen op het vermogen om uitdrukking te geven aan de Liefde:
Aanbidding leert U, Ware Liefde te ervaren en te geven. Dit
kan voor Uw hart en ziel een ware genezing brengen en de deur openen naar een
veel vrijere belevingswereld: Uw leven wordt doordrongen van de Ware Liefde,
die in de werkelijke zin van het woord een Goddelijke eigenschap is en U leert
begrijpen waar het in het leven werkelijk om gaat.
7. Aanbidding schept het
verlangen om Uw hele leven op te offeren als brandhout voor het Hemels Vuur dat
uitgaat van Gods Tegenwoordigheid, in een verlangen naar wedergeboorte in
een Hemels leven. In deze ervaring wordt de ziel reeds hier en nu
geraakt door de gesteldheid van de engelen, en verwerft zij nooit vermoede
inzichten in de onbelangrijkheid en nietigheid van elke wereldse gesteldheid.
U begrijpt dan dat dit leven slechts zin heeft als offerande ten bate van Gods
Rijk.
8. Aanbidding wakkert
het geloof in Gods Aanwezigheid aan, dat in de ziel versterkt wordt
door gevoelens waarvan men de bovennatuurlijke oorsprong moet aannemen omdat
zij niet met het verstand verklaard kunnen worden.
9. Aanbidding versterkt
in de ziel de nederigheid. De ziel ervaart de behoefte om zich in alle
eenvoud in God te laten opnemen, zich te laten overvloeien in het oneindige,
het ongrijpbare. Het bewustzijn van Gods Tegenwoordigheid ontsluit in de ziel
een groter bewustzijn van de menselijke kleinheid, en een behoefte om 'kind te
zijn' teneinde zich te kunnen laten dragen op deze golven van zaligheid, die de
gesteldheid van aanbidding in werking blijkt te zetten.
10.
Aanbidding is zowel oorzaak als gevolg van een
gesteldheid van verering. 'Verering' betekent in feite 'diep eerbetoon
bewijzen'. Dit kunt U pas zodra U begrepen hebt dat God Bron is van alle goeds,
ondanks het feit dat de wereld om U heen ogenschijnlijk onder de heerschappij
van slechte invloeden staat. Zodra U beseft dat het niet God maar het verkeerd
gebruik van de vrije wil van de mens is die alle ellende over de wereld
afroept, zult U in staat zijn tot een volkomen verering van God.
In de aanbidding doorleeft de ziel meer bewust wat zij onbewust
verlangt, namelijk de eenwording met God te benaderen. Dit verlangen heeft God
in elke ziel gelegd. Het is alsof God elk maaksel van Zijn handen voorziet van
een ingeplant element dat (bij de meeste mensen totaal onbewust) een leven lang
tot God aangetrokken wordt. Men zou bij vergelijking kunnen zeggen dat God een
magneet is, en elke ziel een blokje ijzer in zich draagt waardoor zij constant
naar de magneet toe getrokken wordt.
Hoe kunt U God aanbidden?
God kan aanbeden worden bij het uitgestald Heilig Sacrament, in de
Heilige Communie, bij een beeltenis, door diepe verering van Maria, engelen of
heiligen (omdat al deze verheerlijkte zielen als Gods gezanten beschouwd kunnen
worden en tot op zekere hoogte dragers zijn van Zijn eigenschappen; dit geldt
zeker voor Maria). God kan echter ook aanbeden worden in de natuur: Wanneer U
Gods Tegenwoordigheid verheerlijkt in Zijn Schepping, leert U Zijn heerlijkheid
voelen terwijl U een bloem, een boom, een dier of een landschap waarneemt
(ziet, hoort, ruikt, betast...).
In Gods ogen is de meest lovenswaardige vorm van aanbidding deze in en
door Uw dagelijkse activiteiten. Waarom? Omdat, wanneer U in Uw
dagelijks leven de gesteldheden betracht die hierboven zijn beschreven, U
daarmee God op volkomen wijze in Uw leven inbouwt, en bijvoorbeeld niet alleen
diep contact met Hem zoekt in het kader van een uitstalling van het Heilig
Sacrament.
Verheerlijking van God door Uw hele doen en laten, spreken, denken en
voelen, in een gesteldheid van blijmoedigheid, is een bloesem die bloeit op de
tak van de ware heiligheid. Het is weinig zielen gegeven, maar het is de
edelste betrachting die in een hart kan ontstaan. De ideale toestand die U kunt
nastreven, is deze waarbij U het punt bereikt waarop Uw hele leven één
onophoudelijke akte van aanbidding wordt. U kunt God verheerlijken door wat U
doet, zegt of denkt, maar U kunt Hem ook aanbidden door wat U bent.
Naarmate het proces van de heiliging dat God in Uw ziel is begonnen door
het Vuur waaruit zij bij de bronnen van Gods Rijk is gemaakt, vordert, wordt de
ziel steeds méér gevoed door een steeds bredere schakering van het Goddelijk
Licht, tot zij als het ware gelijkt op een volmaakte regenboog. Dat is de staat
van genade, de toestand waarin Uw hele wezen zo vervuld wordt van Gods eigen
Wezen dat U om zo te zeggen heiligheid begint uit te stralen. Dat
kan bijvoorbeeld het geval zijn in de verenigingsmystiek, waarbij het
instrument van Maria spontaan begint te handelen, te spreken, te denken en te
voelen zoals Maria, en Haar lijkt uit te ademen door zijn/haar hele
verschijning, zijn/haar hele manier van voorkomen of optreden. In dit stadium
wordt het wezen zelf tot één onophoudelijke aanbidding van God. Dit komt
doordat Maria dan Haar eigen Wezen in Haar instrument laat overvloeien, tot
zijn/haar hart van het Hare doordrongen is zoals een spons van water. Zij kan
Haar instrument zodanig beheersen dat deze ziel Haar woorden spreekt, Haar
gebaren maakt, Haar gevoelens, voor- en afkeur deelt, enzovoort.
Marias leven was één en al aanbidding van God. Zij wil dit ook in Haar
instrumenten herhalen, mits deze zich volkomen voor Haar invloed openstellen.
Om deze reden kan dus de totale en onvoorwaardelijke Mariatoewijding beschouwd
worden als een koninklijke weg van aanbidding tot God. Wanneer de overvloeiing
tussen Maria en Haar geroepene de hoogst mogelijke graden begint te bereiken,
kunnen wij spreken van een vereniging of eenwording met Maria. Tot deze weg
zijn heel weinig zielen geroepen, maar ook buiten de mystiek is het voor de
ziel niet onmogelijk om tot een volkomen aanbidding van God te komen, indien
zij zich met vastberadenheid oefent in alle deugden en zo haar leven zelf tot
een aanhoudende verheerlijking van God maakt.
Heel vaak wordt aanbidding beschouwd als een geschenk van de ziel aan
God, doch de ware aanbidding is een ervaringstoestand waarbij de geschenken van
God aan de ziel de geschenken van de ziel aan God ver overtreffen. Aanbidding
is een gesteldheid van de ziel die tussen God en de ziel een uitwisseling tot
stand brengt die bron is van Licht. Een ziel die haar hele leven tot aanbidding
weet te maken, schept hierdoor om zich heen een aura van Hemels Licht dat tot
een schild tegen bekoring en zonde wordt. Wanneer zielen via deze weg het Licht
van God in en om zich heen verspreiden, vormen zij hierdoor een Ketting van
Licht. Hoe talrijker de zielen worden die een leven van aanbidding leiden, des
te groter en krachtiger wordt deze Ketting.
Dit is de Ketting van Licht die door de Heilige Maagd zo vurig wordt
verlangd: Door deze structuur van bovennatuurlijk Licht zal het kwaad verblind
worden. De satan kan in zijn hoogmoed niet meer vatten dat uit het zozeer
verdorven mensengeslacht nog zielen kunnen opstaan die de heiligheid bezitten
om zijn werken te onthullen door het Licht dat zij in Gods Genade om zich heen
verspreiden. Dit zal hem verblinden en onder Marias voeten leggen. Bid daarom
om gelegenheden tot uitstalling van het Heilig Sacrament, en om de genade dat
Uw ziel een levende aanbidding zou worden, want zo wordt U tot bouwsteen in de
fundering van Gods Rijk op aarde. Om Gods Rijk op aarde te vestigen, moet dit
Rijk eerst in een aantal harten gevestigd worden. Slechts een
hart dat bereid is tot een leven van aanbidding, bezit een bodem met de
gesteldheid die noodzakelijk is om Gods Rijk in zich te ontvangen en tot vrucht
te laten komen.
Gebed van
aanroeping tot aanbidding
Aanbeden zij de allerheiligste Wil van
God, die alles bezielt.
Aanbeden zij Zijn onovertroffen Liefde, die alles voedt.
Aanbeden zij Zijn onvergelijkbare Wijsheid, die alles bestuurt.
Aanbeden zij de Drie-Ene God in de Schepping, Verlossing en Heiliging van alle
zielen.
Aanbeden zij de Bron der heiligheid, die mijn ziel zal wassen voor de Bruiloft
in het hoogste der Hemelen.
Gebed van
aanbidding
Mijn Drie-Ene God, in Uw
Tegenwoordigheid leg ik mijzelf in de handen van Maria, de Parel van Uw
Schepping, die mij tijdens de voltrekking van het groot Verlossingsmysterie tot
Moeder is gegeven.
Moge Zij mij onderdompelen in de Bron der Genaden, en Haar Mantel om mijn ziel
heen slaan, opdat deze in zuiverheid met U alleen kan zijn.
Mijn God, wat kan ik zeggen. Welke woorden doen geen afbreuk aan de heilige
gloed die mijn hart bezielt?
Kom, o Lam Gods, ik weet dat U hier bent, dichter dan ik durf dromen. Wie kan
de zalige geur van Uw Tegenwoordigheid voor mij verborgen houden?
In mijn hart welt de wierook van de lofprijzing op uit het Vuur van de Liefde.
Voor mijn ogen wijkt het gordijn van de onwetendheid op de vleugels van Uw
Geest, die mij bestraalt met het Licht van het geloof.
In mijn oren weerklinkt de zang van de hoop op Uw zachte stem die mijn hele
wezen omhelst, en mij op al mijn wegen zal leiden en bemoedigen.
U hebt mij geschapen, U hebt mij eindeloze heerlijkheden bereid,
U hebt mij een leven op aarde gegeven om de Hemel te verdienen, U hebt de
Kruisdood aanvaard om mij in Uw Rijk te verwelkomen, nu stort U Uw Geest over
mij uit opdat ik waarlijk een kind van het Licht moge zijn.
O Drie-Ene God van Liefde, wil hier en nu mijn verlangen naar vereniging met U
aanvaarden als een bede van verzoening tot redding van zielen uit de greep van
de duisternis.
Maak mij tot een heilig tabernakel dat Uw Tegenwoordigheid in zich kan bergen,
opdat wij één blijven.
Druk Uw Aanschijn onuitwisbaar in mijn hart, opdat ik de zin van mijn aardse
leven moge begrijpen en mijn ware roeping binnen Uw Heilsplan voor de
eeuwigheid mij geopenbaard moge worden, vandaag en tot in het uur van mijn
terugkeer naar U.
Dank U, mijn God, ik mag U aanbidden, omdat mijn ziel door U is gemaakt.
Ik kan U aanbidden, omdat Maria mij voor de ontmoeting met U in de Tuin der
Hemelse bloemen voorbereidt.
Ik wil U aanbidden, omdat mijn hart niet anders kan dan U beminnen.
Wees geprezen, o Vader, in Uw scheppende Liefde die mij tot zaad in het hart is
gestort.
Wees geprezen, o Jezus, in Uw verlossend Kruis dat mij het Eeuwig Geluk zal
geven.
Wees geprezen, o Heilige Geest, in de Wijsheid en het Licht die mijn ziel
besturen, en in Maria, Uw Bruid die de Tuin van Haar heerlijkheden voor mij
heeft ontsloten, opdat ik U, mijn God, voor eeuwig moge toebehoren.
Wat is de aanbidding als levenshouding?
De christen kent de aanbidding gewoonlijk als een devotionele oefening
die wordt volbracht bij het uitgestald Allerheiligste, de Christus in de Heilige
Hostie, zoals deze in de monstrans op het altaar aan de christenen wordt
vertoond. Maria, de Meesteres van alle zielen heeft er reeds meermaals op
gewezen dat aanbidding slechts de volheid van het in haar aanwezig Licht kan
voortbrengen zodra de ziel komt tot aanbidding doorheen haar hele zijn, doen en
denken. Zij schenkt de zielen nu de volgende vijf wegen om deze gesteldheid in
zich te verwezenlijken:
1 Het Kruis van Jezus Christus is het hart van ons
geloof.
God had het zo beschikt, dat de mensenzielen de aarde in stand zouden
houden als een spiegel van het Rijk der Hemelen. Door de erfzonde werd de ziel
verwond en hierdoor vatbaarder voor verdere overtredingen tegen Gods Wet. De
ziel verloor haar 'aangeboren' heiligheid en hierdoor de gelegenheid om na de
voltooiing van haar aardse levensreis het Eeuwig Leven in de Hemel binnen te
gaan. Jezus Christus moest de Kruisdood sterven opdat elke mensenziel de kans
zou krijgen om zich de sleutel te verdienen waarmee zij de gesloten Hemelpoort
zou kunnen openen. Deze sleutel werd de zielen ter beschikking gesteld door de
Verlossingswerken van de Christus.
Maria beklemtoonde reeds bij herhaling dat de Verlossingswerken geen
eindpunt zijn en derhalve de Hemel niet automatisch voor de ziel
ontsluiten. Elke ziel moet de Verlossingswerken van Christus in zichzelf
voltooien, door een onwankelbaar geloof en de toepassing van de Ware Liefde in
de vorm van een concrete beleving van alle deugden op elk ogenblik en in alle
situaties van haar leven. Doordat het aardse leven wegens de verwondingen van
de zielen door de erfzonde en alle verdere overtredingen tegen Gods Wet van
Liefde een leven van beproevingen is, draagt de ziel de verplichting, haar
leven te leiden in volkomen navolging van het Leven van de Christus: met
beleving van de volheid der deugd, en met liefdevolle aanvaarding van de
kruisen van al haar beproevingen.
De christenziel vereert het kruis als symbool voor haar geloof omdat het
Kruis van Jezus het instrument en symbool van haar Verlossing uit de macht van
de duisternis over haar eeuwig lot is. Essentieel is echter, dat de ziel de
kruisen van haar leven verheft, door de beproevingen toe te wijden en in
Liefde te dragen. Hierin ligt een eerste element van de ziel als levende
aanbidding, die een groot tegengewicht zal vormen tegen de duisternis, die de
zielen ertoe inspireert, alle kruisen van het leven te maken tot bronnen van
vervloeking jegens God (die de schuld krijgt voor alle ellende) en van
ongebreidelde ondeugd als reacties op een steeds groeiende ontevredenheid.
Zodra de ziel haar levensweg van harte kan beschouwen, en wil beleven, als een
herhaling van de verlossende Kruisweg van Christus, verandert haar leven in één
doorlopende aanbidding.
2 Elke dag worden
over de hele wereld miljoenen kaarsen aangestoken.
De ziel beschouwt dit ritueel als een handeling waardoor Licht wordt
ontstoken tot bestrijding van duisternis. Dit ritueel krijgt echter pas
waarlijk deze uitwerking in de mate waarin het wordt voltrokken vanuit een hart
dat intens op het Eeuwig Licht (God) is georiënteerd en door zijn hele
ingesteldheid zelf een straal van Licht doorheen de Schepping stuurt.
Een brandende kaars is een symbool. Zij is niet bij machte om uit
zichzelf enige uitwerking van duisternis in het leven van een ziel of in de
wereld als geheel teniet te doen. Het aansteken van de kaars geeft jegens God
een signaal voor het verlangen naar de verandering van een toestand of
ontwikkeling. De enige verandering die God Zelf verlangt, is deze, dat de
wereld stap voor stap moge naderen tot de voltooiing van Zijn Heilsplan, dat
hieruit bestaat dat de hele Schepping een weerspiegeling zou zijn van Zijn
Hemelrijk: een Rijk van volmaakte Vrede en van Ware Liefde. Alles wat daartoe
kan bijdragen, brengt Licht in de duisternis. Daarom wijst de Maria erop, dat
elke ziel zelf een brandende kaars moet zijn: De ziel kan haar bestemming als
volkomen instrument voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan slechts bereiken
in de mate waarin zij Licht en warmte verspreidt.
Licht verspreidt de ziel in de mate waarin zij in alle situaties van het
leven Gods Tegenwoordigheid waarneembaar maakt en een levend teken voor de
volheid van de Waarheid is. Levend teken voor de volheid van de Waarheid wordt
de ziel wanneer zij in al haar doen en laten en al haar innerlijke gesteldheden
bijdraagt tot de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken.
Warmte verspreidt de ziel in de mate waarin zij in alle situaties van het
leven onvoorwaardelijke en onzelfzuchtige Liefde laat doorstromen naar al haar
medeschepselen, naar de Schepping als geheel en naar God en al Zijn Werken en
Plannen.
De ziel wordt zelf een brandende kaars in de mate waarin zij zichzelf
helemaal geeft voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan, en bij deze
'zelfverbranding' het Licht van Gods Waarheid en de warmte van Zijn vlekkeloze
Liefde om zich heen verspreidt. De kaars van de ziel gaat dan helemaal op in
het Vuur van Gods Werking in haar en door haar heen.
3 Over de hele wereld
worden dagelijks vele Heilige Missen opgedragen.
De Heilige Mis is in de jonge Kerk van Jezus Christus, en in navolging
van Zijn gebod, gegrondvest als het hoogste eerbetoon aan God en Zijn
Verlossingswerken. Zij is van nature draagster van een gouden sleutel tot
opening van de Schatkamers der Genaden. Zij behoort tot de machtigste wapens
tot bestrijding van de duisternis in de wereld. Om deze reden is het Heilig
Misoffer ononderbroken ten prooi aan verwoede pogingen van de duisternis om
haar inherente waarde aan te tasten. Vele Heilige Missen worden dagelijks
opgedragen op verzoek van christenen die via deze weg genaden afsmeken voor de
verwezenlijking van een door hen verlangde verandering van een situatie of
ontwikkeling in hun leven of in het leven van een medemens. De volle waarde
krijgt deze intentie voor God echter slechts in de mate waarin de ziel in haar
eigen leven en gesteldheden zelf tot een doorlopende Heilige Mis wordt.
Helaas verzoeken vele christenen om het opdragen van Heilige Missen in
de veronderstelling dat deze uit zichzelf hun intenties zullen verwezenlijken.
Dit is echter in strijd met Gods Wet, die het zo heeft voorzien dat alles in
de Schepping slechts kan worden beïnvloed volgens de actieve bijdrage van
de zielen tot de verwezenlijking ervan. Bijvoorbeeld: Een ziel die Heilige
Missen laat opdragen voor haar Eeuwig Heil of het Heil van een medemens, zal
weinig resultaat kunnen oogsten zolang zij niet tevens zelf actief aan haar
heiliging en de concrete beleving van de Ware Liefde werkt.
Heiliging, Heil en de overwinning van het Licht in een individuele ziel
evenals in de Schepping als geheel worden in de eerste plaats bewerkt door de
actieve inzet van de ziel voor de ontsluiting van Gods Licht.
De Heilige Mis gedenkt in de eerste plaats de Zelfofferande van Jezus
Christus aan Gods Heilsplan voor de ontsluiting van de Verlossing der zielen
uit de zegevierende greep van de duisternis op hun eeuwig lot. De ziel wordt
zelf tot een doorlopende Heilige Mis door een levensgesteldheid waardoor zij zichzelf
in alle situaties van het leven aanbiedt als offerlam voor de ontsluiting van
de Verlossing in zichzelf en in haar medemensen.
Deze gesteldheid krijgt haar absolute bekroning in de totale,
onvoorwaardelijke en levenslange, in elke levenssituatie concreet beleefde
toewijding van de ziel en haar hele leven aan God via de Heilige Maagd Maria.
Hierdoor offert de ziel zichzelf volkomen onzelfzuchtig op als werktuig (of
grondstof) voor Gods Bouwwerken aan Zijn Rijk op aarde. Door deze gesteldheid
beleeft de ziel volkomen de rol die God voor elke ziel heeft voorzien: dat zij
haar leven niet leidt voor zichzelf, doch voor de verwezenlijking van Gods Plannen
en Werken. Volkomen beleefde toewijding maakt de ziel voor God tot een levend
Misoffer.
4 Voor de christen maakt het gebedsleven een vast
bestanddeel uit van het dagelijks leven.
Gebed is niet slechts spreken tot God, het is in de brede zin van het
woord elke handeling waardoor de ziel zich met God of met een Hemels Wezen in
verbinding stelt. Door gebed communiceert de ziel in de breedste zin van het
woord met God. God luistert niet met de oren, Hij luistert met het Hart. Dit
betekent dat God geen klanken beluistert die Hij via een soort logisch verstand
analyseert om hen een betekenis te geven. God vangt alles op
met het Hart. Dit betekent dat alles door Hem wordt bekleed met een
waardecijfer (positief of negatief), dat Hij toekent volgens:
- de
mate van Ware Liefde die Hij waarneemt in datgene wat Hij ziet, hoort en
voelt, en
- de
mate waarin de biddende ziel blijkt te verlangen naar eenheid van haar wil
met Zijn Wil.
Dit betekent dat het ware gebed, datgene wat door God
wordt waargenomen als een verlangen naar communicatie van de ziel met Hem, niet
bestaat uit een veelheid van woorden die niet of nauwelijks in het hart worden
gevoeld, doch uit vlammen van Liefde. Dit mag niet zo worden beschouwd alsof de
ziel voelbaar moet 'branden van Liefde', want gesteldheden van zogenaamd Vuur
in het Hart worden in vele gevallen door de duisternis gemanipuleerd en
vervormd tot dweperij, waarbij de ziel zichzelf (en haar medemens) misleidt tot
de 'vaststelling' dat haar Liefde volkomen zou zijn. Het ware Liefdesvuur
ontwikkelt de ziel in de eerste plaats vanuit een waarachtig en oprecht
verlangen om haar wil één te maken met Gods Wil. Dit betekent dat het gebed dat
God welgevallig is, een communicatie is vanuit een ziel naar God toe, waarbij
de ziel verlangt om haar hart één te maken met Gods Hart, en om vanuit die
eenheid Gods concrete tussenkomst te verkrijgen voor ontwikkelingen die de
overwinning van het Licht over de duisternis een stap dichterbij brengen.
In wezen behoort elke gebedsintentie derhalve neer te komen op het
uitsturen van een signaal dat zegt: "Mijn God, ik wil mijn hele wezen en
mijn hele leven volkomen in de dienst van de verwezenlijking van Uw Plannen en
Werken stellen, en verlang ernaar dat elke ontwikkeling binnen de hele
Schepping op deze verwezenlijking zou zijn gericht. Daarom verlang ik naar
eenheid met Uw Hart, opdat dit verlangen met het Zegel van Uw Liefde en Uw
almacht moge worden bekleed".
Een gebed dat niet vanuit deze gesteldheid vertrekt, is niet een heilige
handeling, doch een menselijke handeling, met andere woorden: het brengt weinig
Heil, wegens gebrek aan zuiverheid van hart. De ware zuiverheid van hart
bereikt de ziel immers slechts in de mate van haar verlangen dat Gods Hart
in haar zou kloppen en haar hele innerlijke gesteldheid richting zou geven.
"God en Ikzelf luisteren niet in mono, doch steeds in stereo. Dit
betekent dat Wij steeds luisteren via twee geluidssporen tezelfdertijd: de
woorden zelf, en de stroming van de Liefde die tijdens deze woorden uit het
hart komt. Bij talloze zielen blijft dit tweede spoor leeg, zodat de ware,
diepe, spirituele inhoud van de gebedswoorden Ons nauwelijks bereikt. Hetzelfde
geldt voor verheerlijking, aanbidding, zelfvernedering jegens God en Mij:
Wanneer tezelfdertijd niets uit het hart stroomt, is dit alles inhoudsloos,
zowel voor Ons als voor het Levensboek van de ziel zelf".
5 Door de erfzonde beleeft de mens zijn leven op aarde meer zintuiglijk en door het verstand, dan vanuit
het hart.
Hierdoor kijkt de ziel doorgaans voorbij aan al het essentiële, alles
wat voor God van doorslaggevend belang is. God stelt talloze tekenen in alle
situaties van het leven, ook de schijnbaar meest banale, doch het vermogen van
de mensenziel om Gods werkingen te merken en te voelen, is door haar verwonde
natuur zeer verzwakt en wordt bovendien zwaar geremd door de talloze werken van
duisternis die in de wereld alle tekenen van Gods Tegenwoordigheid systematisch
tracht uit te roeien.
De ziel kan haar vermogen om God in alles te voelen, slechts herstellen
door het verlangen om Hem te herontdekken. De verwezenlijking van dit verlangen
moet beginnen met het verlangen om de oppervlakkigheden en de valse
verlokkingen van het werelds leven te leren ontdekken. Hoe meer de ziel
de schijn der dingen om zich heen en de valse waarheden in het
werelds denken leert ontdekken, des te beter wordt zij in staat om alle
elementen van duisternis en dwaallichten uit haar waarneming weg te
filteren, waardoor zij steeds méér op het Licht wordt afgestemd en zij in alles
geleidelijk aan God, Zijn Werken en Plannen en Zijn ware bedoelingen leert
zien, evenals de listige strategieën der duisternis die voor misleiding,
dwaling en vertekende waarneming van de Waarheid zorgen.
De Maria wees er reeds vroeger op, dat voor de ziel geen betere weg
bestaat om God te herontdekken dan door zich erin te oefenen om de natuur om
zich heen op een andere wijze waar te nemen. De immense pracht en de ontelbare
wonderen die zijn verborgen in de wereld van dieren en planten, berusten op de
oneindige Liefde van God voor Zijn Schepping. In de natuur klopt het Hart van
God beter voelbaar dan in de elementen der 'beschaving' die door mensenhand
zijn omgevormd. De tekenen van onvrede en disharmonie die ook in de natuur
waarneembaar zijn (bijvoorbeeld in het gedrag van roofdieren) zijn gevolgen van
de erfzonde en dus van menselijke beïnvloeding, zij zijn niet oorspronkelijk
door God zo voorzien. Deze Tegenwoordigheid en Werkingen van God echter, zitten
dieper onder de oppervlakte verscholen, en de ziel die de natuur niet langer
waarneemt vanuit het analyserend verstand doch vanuit het hart, kan
Gods Hartslag en de diepere zin van Zijn Plannen leren voelen in elk contact
met een dier, boom, bloem, struik of plant, en nog méér in de waarneming van
elk van deze elementen in het geheel van hun leefwereld.
De mensenziel die de natuur benadert vanuit het hart, kan
hierdoor haar hart herprogrammeren tot een bron van levende aanbidding, waarbij
elke waarneming voedsel zal geven aan gevoelens van verrukking over Gods
Liefde, en over de intense beleving ervan in het eigen hart. De ziel die de
wonderen van elk individueel dier of elk individueel element van de vegetatie
op aarde leert aanvoelen, diep in het hart, kan het punt bereiken waarop zij
zich één voelt met het geheel van de Schepping en daardoor volledig overvloeit
in Gods Hart. De gesteldheid die daarbij het hart beheerst, maakt de ziel tot
een levende aanbidding. Het is de gesteldheid waarin de ziel tevens haar ware
rol en plaats binnen Gods Werken en binnen de Schepping leert ontdekken, en zo tot
de spirituele vruchtbaarheid kan komen, die God voor haar had voorzien en van
haar verwacht.
Samengevat: Wat maakt de ziel tot een levende aanbidding?
- de
protestloze aanvaarding van alle kruisen van het leven als volmaakte
navolging van Christus;
- de
betrachting van een vlekkeloze, onvoorwaardelijke toepassing van
onzelfzuchtige Liefde jegens alle medeschepselen en jegens God en Zijn
Werken en Plannen;
- de
beleving van totale, onvoorwaardelijke en levenslange toewijding, die
concreet wordt toegepast in alle situaties van het leven;
- een
leven waardoor de ziel in alle situaties God met al Zijn gesteldheden
zoekt te vertegenwoordigen jegens al haar medeschepselen;
- de
betrachting om de eigen leefwereld en de Schepping om zich heen louter
waar te nemen en te benaderen vanuit het hart, om aldus de Hartslag van
God in alles te leren voelen en over te vloeien met Zijn Hart en Zijn Wil.
Opmerking : God doet weinig dingen rechtstreeks. Hij werkt graag via mensen.
Waarom? Omdat de Liefde de brandstof van al Zijn Werken is. God
schept er meer behagen in wanneer Zijn goede dingen via mensenhanden tot
stand worden gebracht. Deze daden zijn in feite Gods werk, doch doordat Hij ze
aan mensen inspireert, bevordert Hij de Liefde (Zijn eigen brandstof) tussen de
mensen. Zo wil Hij bekomen dat de hele schepping de Liefde ervaart en
doorgeeft, tot alles doordrongen is van Zijn eigen adem en klaar wordt voor
de vestiging van Zijn Rijk van Liefde op aarde. Gods werking wordt
dus slechts zichtbaar via mensen. Zoals Jezus zegt: "Ik
ben de Wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft terwijl Ik blijf in hem,
die draagt veel vrucht", zo geldt eveneens het volgende: Wat in de
wijnstok omgaat, wordt pas duidelijk via de druiven die men eraan ziet rijpen.
welnu, de verworvenheden van mensen brengen in feite aan het licht wat
God in hen tot stand heeft gebracht. Indien God de ziel niet voedt met
Zijn genaden, kan de ziel niet rijpen, en kan zij niet op haar beurt andere
zielen voeden.
Heiligheid van Jezus en Maria
Maria is naast Jezus het voorbeeld bij uitstek van
een leven in uitmuntende heiligheid.
Maria werd als enige mens onbevlekt ontvangen, wat betekent dat Haar
ziel niet de erfzonde in zich draagt.
God had
de mens geschapen met de bedoeling een dat hij een heilig leven zou leiden. Onze stamouders, Adam en Eva, gaven
echter toe aan de influistering van de satan om ongehoorzaam te zijn aan God. (Genesis
3:1-5) Deze eerste zonde van de mensen wordt de erfzonde genoemd: het gif van de satan werd in de
ziel van de eerste mens gegoten en zou alle verdere generaties belemmeren om te leven naar Gods
beeld en gelijkenis. God heeft de H. Maagd Maria voorzien als de Overwinnares van Satan. Aan Haar
is alle macht gegeven
om de duivel aan de ketting te leggen. Zij is de Uitverkorene die JEZUS,
het LICHT DER WERELD aan de mensen moest
geven om de wortels te
leggen van het Rijk van Christus
op aarde. Maria is door God uitverkoren om Satan te onderwerpen (zoals
de Bijbel zegt: Zij is de Vrouw die de
kop van de slang onder Haar voet zal verpletteren- Genesis 3:15).
|