SERIE:
OFFERZIELEN deel 12
Het vasten in het Nieuwe Testament
Het Nieuwe Testament staat ook
vol met vele verwijzingen naar het vasten, met inbegrip van degene de Onze Heer
gemaakt heeft, die de intentie had de traditie van de Oude Wet verder te zetten
in het Nieuwe Verbond. Dit is betekenisvol omdat onder de duizenden gewoonten
van het Oude Testament, het vasten door Christus zelf werd voorgeschreven. De
H. Leo bevestigt: De voorafbeeldingen van toekomstige zaken zijn weggevallen,
wat betekent dat ze voltooid waren. Maar het vasten is in het Nieuwe Testament
niet weggevallen; men heeft bemerkt dat het vasten altijd gunstig is voor zowel
het lichaam als de ziel.
Marcus 9:29 Hij antwoordde hun:
Dit soort (van demon) kan door niets anders uitgedreven worden dan door bidden
en vasten. Net als in het Oude Testament, moet gebed vergezeld zijn van vasten
om een grotere doeltreffendheid te hebben voor God.
Matth 6:16-18 Wanneer gij vast,
zet dan geen somber gezicht zoals de schijnheiligen; zij verstrakken hun
gezicht om de mensen te tonen dat zij aan het vasten zijn. Voorwaar, Ik zeg u:
Zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als gij vast, zalft dan uw hoofd en wast
uw gezicht, om niet aan de mensen te laten zien dat gij vast, maar vast
voor uw Vader die in het verborgene is en uw Vader die in het verborgene ziet,
zal het u vergelden.
Matth 4:1,2 Daarna werd Jezus
door de Geest naar de woestijn gevoerd om door de duivel op de proef gesteld te
worden. Nadat Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, kreeg Hij
honger.
Paus Benedictus heeft het
volgende commentaar hierop: Zoals Mozes, die vastte vooraleer hij de tafels
van de Wet in ontvangst nam (cf. Ex 34:28) en het vasten van Elia voor hij de
Heer ontmoette op de Berg Horeb (cf. 1 Koningen 19:8) bereidde Jezus zich ook
voor, door gebed en vasten voor de missie die voor Hem lag, en die startte met
een serieuze strijd met de verleider."
Matth 9:14,15 Op zekere dag kwamen de leerlingen van
Johannes tot Hem met de vraag: Waarom vasten wij en de Farizeeën wel, maar uw
leerlingen niet? Jezus sprak tot hen: De vrienden van de bruidegom
kunnen toch niet bedroefd zijn, zolang de bruidegom bij hen is? Er zullen dagen
komen, dat de bruidegom van hen is weggenomen; dan zullen zij vasten."
Hier beveelt Onze Heer ons te vasten tot de Bruidegom terugkomt.
Hoe moet ik vasten? Wat is de beste formule
voor te vasten?
In de geschiedenis van de Kerk,
kunnen we een gouden draad vinden van gewone vastenpraktijken, het meest
prominente is een brood en water vasten op woensdag en vrijdageen praktijk die
zelfs terugvoert naar de vroege Kerk en het vroege monnikenleven. Een dergelijk
vasten lijkt extreem voor ons, die gewoon zijn om een volle buik te hebben elke
dag. Maar vόόr de 20ste eeuw was deze vorm van vasten
niet ongewoon in de Kerkpraktijk. En in feite, hebben sommige oosterse kerken
het vasten op woensdag en vrijdag zelfs tot op vandaag verdergezet.
We moeten onszelf kennen, en enkel
uitvoeren wat ons in leven kan houden, dan worden we niet ontmoedigd en geven
we de weg van de ascese niet helemaal op. Omwille van die reden is het
gewoonlijk het beste om het vasten in fases te doen.
Didache (ca. 100 n. Chr.): "Maar
laat je vasten niet zijn zoals de hypocrieten; want ze vasten op de tweede en
de vijfde dag van de week; maar vast op de vierde dag (woensdag) en de
Voorbereiding (vrijdag)."
Apostolische Constituties: "Maar
Hij beval ons te vasten op de vierde en zesde dag van de week (woensdag en
vrijdag); de eerste omwille van Zijn verraad, en de laatste omwille van Zijn
lijden."
H. Petrus de Hieromartelaar: Laat
ons niet de fout maken dat we vasten op woensdag en vrijdag volgens een
gewoonte alleen door de traditie ingesteld: op woensdag omwille van de
beproeving van de Joden voor het verraad van de Heer; en op vrijdag voor al wat
Hij geleden heeft. Hieromartelaar : volgens de Oosters Orthodoxe Kerk een priester of
bisschop die een martelaar werd
H. Faustina: "Op drie dagen
in de week, woensdag, vrijdag en zaterdag, zal er een stricte vasten zijn (op
brood en water) Gedurende de twee grote vasten, quatertemperdagen en vigilies,
zal het voedsel bestaan uit een stuk brood en wat water, één keer op een dag. De
H. Faustina maakte een gedetailleerd voorschrift voor het vasten voor de nieuwe
gemeenschap dat ze oprichtte. De heilige vroeg dikwijls toelating aan haar
overste om te vasten op brood en water.
OLVrouw van Medjugorje: "Vast
strikt op woensdagen en vrijdagen." De beste vasten is op brood en water.
Door het vasten en gebed kan men oorlogen stoppen, kan men de wetten van de
natuur opheffen. Iedereen behalve de zieken, moeten vasten. Hoewel het nog
niet goedgekeurd is, sluiten we dit citaat in voor degenen die geϊnteresseerd zijn in verdere studie.
H. Alfonsus van Liguori: Religieuzen
mogen, zonder het gevaar van ijdele glorie, nu en dan zeer strenge
verstervingen uitvoeren. Bijvoorbeeld, door op water en brood te leven op dagen
van devotie, op vrijdagen en zaterdagen, op de vigilies van de H. Maagd, en op
gelijkaardige gelegenheden; een dergelijk vasten wordt gewoonlijk gepraktiseerd
door fervente religieuzen.
H. Teresa van Los Andes: Onze
Heer vraagt me om verstervingen te doen in alle dingen. Niet alleen door niet
toe te geven aan mijn smaak, maar zelfs in het eten; dat ik maar een beetje van
alles eet."
H. Franciscus van Sales: De
eerste Christenen hielden dagen van onthouding op woensdag, vrijdag en
zaterdag. De oude monniken, zoals de H. Jeroom zegt, dachten dat het een groot
tekort was om voedsel op te dienen dat bereid was op het vuur. Hun dagelijks
voedsel bestond uit een stuk brood. De H. Aloysius, die hoewel hij ziek was,
vastte drie keer in de week op brood en water.
Aloysius
Aloysius Gonzaga (wikipedia): (Castigilone delle Stiviere (bij Mantua), 9 maart 1568
Rome, 21 juni 1591) (eigenlijk Luigi Gonzaga) is een
jonggestorven katholieke heilige.
Luigi was de oudste zoon van Ferdinand
Gonzaga, markgraaf van Castiglione. Reeds als kind legde hij onder invloed van
zijn moeder een grote vroomheid aan de dag. Als tienjarige werd hij aan
het hof van de Medici te Brescia als page aangesteld.
Vervolgens verbleef hij aan het hof van Filips II van Spanje.
De heilige kardinaal Carolus Borromeus,
de aartsbisschop van Milaan, maakte op de jonge Luigi een grote indruk. In
het jaar 1585 deed hij ten gunste van zijn broer Rudolf afstand van
zijn rechten op het markgraafschap Castiglione. Tegen de wil van zijn familie
in trad hij toe tot de Sociëteit van Jezus. Daar studeerde hij filosofie
en theologie. Tevens had hij veel zorg voor de zieken en voor het
waardig begraven van de armen. Toen in Rome een pestepidemie woedde,
liet Aloysius niet na de zieken te helpen. Hij was 23 jaar oud toen hij zelf
ziek raakte en stierf.
Direct na zijn dood werd Aloysius al als
een heilige beschouwd. Spoedig werd hij in de San Ignazio te Rome
begraven. Zijn hoofd werd later naar de Aloysius-basiliek in Castiglione delle
Stiviere overgebracht. Reeds 14 jaar na zijn dood werd hij zalig verklaard.
In 1726 werd hij door paus Benedictus XIII heilig
verklaard. In 1729 werd hij door dezelfde paus tot patroon van jonge
studenten uitgeroepen. Als symbool van de kuisheid wordt hij ook in het
bijzonder tegen seksuele verzoekingen aangeroepen. Ten slotte is hij patroon
van de stad Mantua. Zijn feestdag is 21 juni.
De H. Franciscus Xaverius was
gedurende zijn missies tevreden elke dag met een paar granen van geroosterde
rijst.
Franciscus
Franciscus Xaverius (wikipedia) : (Javier, 7 april 1506 Shangchuan, 3 december 1552),
eigenlijk Francisco de Yasu de Azpilicueta y Xavier, was een Spaanse jezuϊeten-missionaris uit Navarra
die een belangrijke rol speelde in de opbouw van de missie in Zuid- en
Oost-Azië.
Xaverius werd geboren in het kasteel
van Javier. Hij verliet Navarra en studeerde in Parijs filosofie en
theologie aan het College van Navarra. In Parijs maakte hij kennis
met Ignatius van Loyola. Op 15 augustus 1534 was hij een van de
eerste zes die de gelofte deden waarop later de jezuïetenorde zou worden
gebaseerd. In 1539-1540 speelde Xaverius een belangrijke rol in de
bijeenkomsten die leidden tot de stichting van de Sociëteit van Jezus.
Xaverius kreeg de opdracht van Ignatius,
op verzoek van koning Johan III en paus Paulus III, om het geloof te
verspreiden in Indië. In 1540 vertrok hij daartoe naar Lissabon, en
in 1541 vertrok hij met Martin de Sousa naar Goa, waar hij
een jaar later aankwam. De volgende jaren deed hij kerk- en missiewerk in
diverse delen van India, en maakte naar verluidt meer dan 30.000 bekeerlingen.
In 1545 vertrok Xaverius verder
oostwaarts, naar Malakka, en in 1546 reisde hij rond door
de Molukken, waarbij hij de christelijke gemeenschappen bezocht en
trachtte meer mensen te bekeren.
Terug in Malakka hoorde Xaverius
over Japan, dat kort tevoren voor het eerst door Portugezen was bezocht.
Hij vergezelde Yajiro, een Japanner, naar Goa, en besloot dat Japan zijn
nieuwe werkterrein zou worden. In 1549 arriveerde hij met een aantal
metgezellen in Kagoshima op het eiland Kyushu. Dat werd de
aanvang van de missie van de jezuϊeten in Japan.
Terug in Goa in 1552, vertrok hij
meteen weer op zijn volgende reis: China was zijn nieuwe doel. Hij kwam tot
aan Shangchuan, een eiland nabij Kanton, waar hij drie maanden
wachtte op een mogelijkheid naar het vasteland over te steken. Xaverius werd
ziek, en overleed op 3 december van dat jaar. Zijn lichaam werd
overgebracht naar Goa, en aldaar in de kathedraal begraven.
De H. Johannes Franciscus Régis nam
in de grote missies geen ander voedsel dan een beetje meel in water gedoopt.
Johannes
Johannes Franciscus Régis (wikipedia): (31 januari 1597, Fontcouverte (Aude) 31 december 1640,
Lalouvesc) was een rooms-katholieke Franse volksprediker en jezuϊet uit
de tijd van de contrareformatie. Jean François Régis kwam uit een adellijk geslacht.
Hij trad toe tot de jezuϊetenorde en werkte vanaf 1632 als
volksmissionaris in Le-Puy-en-Velay. Voor gevallen meisjes en vrouwen liet
hij opvanghuizen bouwen. Men noemde hem de apostel van Velay en Viverais (de
omgeving van Le Puy).
De dagelijkse maaltijd van de H.
Petrus van Alcantara was maar een kleine hoeveelheid van bouillon. We lezen in
het leven van de Eerbiedwaardige Broeder Johannes Joseph van het Kruis, die in
onze dagen leefde, en met wie ik goed bevriend was, dat hij 24 jaar dikwijls
vastte op brood en water, en nooit iets ander at dan brood en wat kruiden en
fruit. Wanneer hij door zijn lichamelijke zwakheden gedwongen was om warm
voedsel te nuttigen, nam hij enkel brood dat gedoopt was in bouillon. Wanneer
de dokter hem beval om een beetje wijn te drinken, mengde hij het met zijn
bouillon om de smaakloosheid van zijn schaarse maaltijd te verhogen. Ik wil
niet zeggen, dat om heiligheid te bereiken het voor zusters noodzakelijk is
deze voorbeelden na te volgen; maar degene die gehecht is aan de pleziertjes
van de tafel, en niet let op de versterving van de eetlust, zal nooit een
aanzienlijke vooruitgang boeken in perfectie. In religieuze gemeenschappen zijn
er over het algemeen verschillende maaltijden overdag: vandaar wie de
versterving van de eetlust verwaarloost zal dagelijks duizend fouten plegen.
Hoe ken ik mijn grenzen?
De heiligen herinneren ons eraan
dat we nooit boetedoening zouden mogen praktiseren die onze mogelijkheid om
onze plichten in het leven te vervullen, aantast. Vele heiligen hadden zelfs
spijt dat ze hun lichamen in hun jeugd hadden bestraft met strenge vasten (H.
Johannes Maria Vianney, Ignatius van Loyola, enz) en hen achterlieten met
gezondheidsproblemen later in het leven. Toch herinneren ze ons er
tegelijkertijd ook aan dat hoe meer het lichaam wordt gegeven, hoe meer het
vraagt (vooral degenen die in westerse landen leven, omdat we de neiging hebben
onze lichamen in de watten te leggen).
H. Teresa van Avila: Onze
menselijke natuur vraagt dikwijls voor meer dan het nodig heeft, en soms helpt
de duivel om vrees te veroorzaken over de praktijk van boetedoening en vasten. Mijn
gezondheid is veel beter geworden sinds ik ben gestopt om te kijken naar mijn
gemak en comfort.
Als we de gewone kost van de
Apostelen bekijken, bestond die voornamelijk uit oudbakken brood, vis, geitenmelk,
groenten, olijven en kaas. We zouden beschaamd moeten zijn wat we tegenwoordig
als noodzakelijk zien. Het menselijk lichaam is veerkrachtiger dan de meesten
zich realiseren. Het is algemeen aanvaard da een persoon kan leven zonder
voedsel (enkel water) voor ongeveer 40 dagen. We weten ook dat vele
wereldlijken die vasten uit gezondheidsredenen alleen, gewoonlijk vloeistoffen-alleen
vasten voor drie, tien en zelfs twintig dagen (onder supervisie). We vermelden
dit omdat er zijn die nerveus worden over vasten op brood en water voor een of
twee dagen per week. We willen duidelijk maken dat deze vrees niet
gerechtvaardigd is. De meeste mensen zouden gemakkelijk moeten kunnen vasten op
water en brood voor een dag (als ze gezond zijn), en nog steeds hun
noodzakelijke taken moeten kunnen vervullen. Het vasten zou ons niet moeten
doen vrezen voor onze gezondheid, maar zou ons moeten vervullen met grote
vreugde, omdat we door het vasten een geestelijke burcht optrekken rond ons
huis en de bekering verdienen van talrijke zielen. Degenen die een grootmoedig
hart hebben, is het vasten dikwijls een zaligheid, die de beste dagen van gebed
en klaarheid teweeg brengt.
Als algemene regel zoals vasten
moet het enkel gedaan worden wanneer men gezond is. De H. Alfonsus zegt
hierover: Als lichamelijke zwakte ons niet in staat stelt om lichamelijke
verstervingen te doen, laat ons dan tenminste met vreugde de zwakheden
aanvaarden, waarmee de Almachtige God ons bezoekt. Als ze gedragen worden met
geduld, leiden ze ons naar perfectie, meer dan vrijwillige boetedoeningen. Als
laatste punt, is het ook belangrijk te herinneren dat de doelstelling van het
vasten niet het vernietigen van het lichaam is, maar het onderwerpen ervan door
niet aan alle grillen toe te geven, en het voortdurend te beperken zodat de
geest bevrijd is. De buik maar gedeeltelijk vullen is bijvoorbeeld een
boetedoening van enorme verdienste. Zoals de H. Augustinus en H. Jeroom zeggen,
is het een mindere wilsdaad om helemaal voedsel te vermijden, dan met eten te
stoppen als men er al van geproefd heeft.
H. Alfonsus: O, hoe dikwijls is
lichamelijke zwakheid een excuus om onnodig toe te geven aan genoegens."
H. Alfonsus: "Als men
tengevolge van lichamelijke zwakheid geen strenge vasten kan praktiseren, zou
men tenminste niet mogen klagen over de gewone kost; en zou men moeten tevreden
zijn met wat er op tafel komt. De H. Thomas vroeg nooit om bijzonder voedsel,
maar hij was altijd tevreden met wat voor zijn neus stond en hij at ervan met
grote mate. Over de H. Ignatius lezen we dat hij nooit een gerecht weigerden en
nooit klaagde dat het voedsel niet genoeg gebakken, gekookt of gekruid was. Het
is de plicht van de Overste om de gemeenschap te voorzien van gezond voedsel,
maar een religieuze zou nooit mogen klagen dat het schraal, aangebrand,
smaakloos, of te zout is.
Het vermijden van overdaad op gewone dagen
Dit is een zeer belangrijk punt. De
H. Alfonsus: Sommige religieuzen vasten een dag, en eten overdadig de volgende.
De H. Jeroom zegt dat het beter is om altijd een sobere maaltijd te houden dan
soms te vasten en erna overdaad te plegen." Dit is vooral van toepassing
op ons vandaag. We geven ons meer dan ooit over aan overdaad. De H. Alfonsus gaat verder: "Dit is de beste en
moeilijkste soort van versterving; want het is gemakkelijker om volledig af te
zien van vlees, dan na het geproefd te hebben, een beetje te eten. Hij die
verlangt mate toe te passen in het eten zou er het best aan doen geleidelijk
zijn maaltijden te verminderen. Zo ontdekt hij door ervaring het minimum
voedsel dat hij nodig heeft om nog goed te kunnen functioneren." Het doel
van vasten is de hartstochten van het vlees te onderwerpen. Dus overdaad op
niet-vasten dagen is vruchteloos. Genieten van een goede maaltijd is niet
verkeerd, maar het moet onderworpen zijn aan het feit dat God het schiep voor
ons voedsel.
|