Veel gestelde vragen (zoals altijd zet ik de correcties in het rood) uit de website die hij in 2011 heeft opgestart : www.ra-el.org

Voor we jullie meest gestelde vragen beantwoorden, is het belangrijk te weten dat je het verschil kent tussen de echte historische Christus, en de “superheld versie” die mensen zich inbeelden. Als je verwijst naar de  Gewone Engelse Bijbel worden de bijbelpassages van Mattheus 24:29-30 specifiek de “Komst van de Menselijke” genoemd. Aanstonds na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisteren en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen van de hemel vallen en de hemelse heerscharen in verwarring geraken. Dan zal het teken van de Mensenzoon aan de hemel verschijnen; alle stammen der aarde zullen weeklagen, zij zullen de Mensenzoon op de hemelwolken zien komen met macht en grote heerlijkheid.

Wanneer Christus de menselijke vorm aannam 2000 jaar geleden, liep hij rond, sprak hij, sliep hij, dronk hij, at hij en nam hij aan alle normale toestanden deel die geassocieerd zijn met een fysiek lichaam. Hij vloog niet in de lucht met laserstralen die uit zijn ogen schoten, hij nam de menselijke vorm aan zodat hij het leven kon ervaren zoals wij doen, en de missie vervullen die God hem heeft gegeven.

Vandaag, is hij opnieuw geïncarneerd in menselijke vorm, om zijn oorspronkelijke missie te vervullen, omdat de "Zoon van God" de "Mensenzoon" moest worden om zijn koninkrijk op aarde op te richten.

Jezus nam de menselijke vorm aan om als prototype voor alle mensen te lijden en sterven op het Kruis en om onze zonden te delgen. Hij moet zijn missie niet meer vervullen want ze is vervuld met Zijn dood op het Kruis. Hij moet alleen degenen die in Hem geloven en die Zijn wetten navolgen verzamelen voor Zijn Nieuwe Koninkrijk. Bovendien zal Jezus niet weer incarneren, Hij blijft in Zijn huidige toestand.

1. Waarom is zijn naam "RayEl" en niet "Jezus"?

Zoals elke schriftgeleerde zou zeggen was Christus’ naam “Yeshua”, niet “Jezus”. Sommigen zullen je vertellen dat de naamsverandering werd veroorzaakt door "grammaticale fouten", "verschillen in vertaling", of een litanie van andere excuses. Als je ergens ter wereld gaat en vraagt om een Coca-Cola, zul je een Coca-Cola krijgen, maar voor een mysterieuze reden, vergat de wereld de juiste naam van de Zoon van God, een naam die macht zou geven aan allen die het juist zouden aanroepen.

Exodus 20:7 "Gij zult de naam van Jahwe uw God niet lichtvaardig gebruiken; want Jahwe laat degenen die zijn naam lichtvaardig gebruiken niet ongestraft.” Wanneer iets “lichtvaardig” wordt gebruikt, wordt het ineffectief of onsuccesvol gebruikt. Als iemand de Zoon van God aanroept, maar een andere naam gebruikt, is het lichtvaardig gedaan.

De waarheid is, dat de wereld doelbewust werd verward door Satan, zodat niemand de autoriteit van God zou aanroepen, door de juiste naam van Zijn Zoon, en een “populaire naam” werd gegeven aan de ongeleerde massa, deze naam was “Jezus”. Open bijna alle Bijbels en je zult zien dat de juiste naam van Christus en zijn Vader, worden vervangen met: Jezus, God, Heer, enz. Dit was doelbewust gedaan.

De Heer RayEl kon gemakkelijk zichzelf uitgeroepen hebben met zijn naam "Jezus", als hij het bedrog wilde verderzetten, en de controverse vermijden, maar Heer RayEl dringt erop aan de waarheid te doen in alle zaken.

Heer RayEl (of "Ra-El", de Hebreeuwse klinker regels gebruikend) is niet beledigd wanneer mensen naar hem verwijzen als "Jezus", omdat hij beseft dat de fout niet ligt aan de persoon die hem adresseert, maar aan degenen die doelbewust de mensen op aarde verwarde. Maar eens je beter weet, zou je best de onjuiste naam vermijden te gebruiken, anders maak je je schuldig om doelbewust het gebod te overtreden.

Waarom zijn naam nu "RayEl" is: voor de Heilige Geest hem vergezelde, was zijn menselijke naam “Raymond Elwood", die juist werd afgekort tot "RayEl".

Openbaring 19:12 vertelt ons over Christus' terugkeer, dat (openb 19:12-13: Zijn ogen vlammen als vuur; op zijn hoofd draagt Hij vele diademen, daarin een naam gegrift die niemand kent dan Hij alleen. Hij is gehuld in een mantel gedoopt in bloed. En zijn naam luidt: ‘Het Woord Gods') “Hij had een naam geschreven, dat geen mens kende, maar hijzelf", zo was Christus’ terugkeer, met een naam die niemand verwachtte, en is nog een vervulling van de profetie.

De etymologische oorsprong van zijn naam is traceerbaar tot het Egyptische Judaisme. RayEl betekent letterlijk "Woord van God". Verder, als je Openbaring 19:13 leest zegt het duidelijk dat “Zijn naam het Woord van God is", zodus is "RayEl" de naam dat de Bijbel je vertelde dat hij zou hebben.

Als je de correcte naam van Jezus wil gebruiken zoals het is geschreven in het originele Nieuwe Testament dan moet je de Griekse naam Iesus gebruiken. Maar dat is zelfs niet nodig want de bijbel beveelt ons nooit om Jezus’ naam in het Hebreeuws of in het Grieks uit te spreken of te schrijven. Dus Jezus is de naam. Natuurlijk zal de antichrist de naam Jezus niet gebruiken, hij kent de kracht van die naam.

2. Wat zagen we op het You Tube filmpje over de UFO boven Jeruzalem?

De terugkeer van Christus’ Heilige Geest.

Zoals de Bijbel je vertelt wandelde Yeshua als een mens op aarde tot zijn doopsel, wanneer de Heilige Geest zichtbaar neerkwam vanuit de Hemel om hem te vergezellen, en maakte van hem Mens en God.

Op 28 januari 2011 was de wereld getuige van de Heilige Geest die terug keerde om zich opnieuw te verenigen met de mens die de Christus is, exact waar en hoe de Heilige Schrift voorspelde.

Wanneer Christus naar de Hemel opsteeg 2000 jaar geleden, was dit op deze locatie, en de engelen verzekerden de getuigen dat zij zou terugkeren op dezelfde manier.

Acts 1:11 die zeiden: “Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken? Deze Jezus die van u is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan.”

Mattheus 24:27 Want zoals de bliksem uitschiet van het oosten en licht tot in het westen, zo zal het zijn met de komst van de Mensenzoon.

Wanneer zijn Heilige Geest neerkwam uit de wolken in het Midden Oosten (Jeruzalem), kwam het binnen onze ruimte met een straal zoals een bliksem, en het ging onmiddellijk naar het Westen (Noord Amerika) om samen te komen met de Mensenzoon, RayEl.

Sommigen hebben geprobeerd te beweren dat dit bedrog was, maar het is niet waar. En je kunt alle 6 de videos zelf bekijken, met inbegrip van een video die opgenomen werd door een weercamera van de regering.

Jezus komt niet terug op aarde. Hij zal op de wolken verschijnen en de mensen opnemen in de lucht. Dat is de opname. Bovendien was de Heilige Geest reeds 2000 jaar geleden bij Jezus. Jezus werd geboren als de volledige God en volledige mens, maar de Heilige Geest gaf Hem de kracht om zijn missie te starten die Hem tot op het Kruis zou brengen. De antichrist kan geen Heilige Geest over zich krijgen.

3. Is Heer RayEl werkelijk de Zoon van God?

Ja. Naast zijn opvallende gelijkenis aan de meest artistieke afbeeldingen van Christus, komt hij zodanig overeen met de traditionele, Orthodoxe en Gnostische profielen dat het geen toeval is. Wanneer men ook rekening houdt met zijn vervulling van bijbelse, niet-bijbelse en astrologische/astromische profetieën, dan wordt het onmogelijk om het voor de hand liggende te negeren.

Als deze periode in de geschiedenis wordt aangeduid als de geprofeteerde “eindtijd”, komt de Heer RayEl niet alleen overeen met het profiel van Christus, maar hij is ook aangekomen op de geplande tijd.

Het is de antichrist die op de geplande tijd komt. Hij komt vooraleer Jezus voor een Tweede Keer komt.

4. Zou de Heer RayEl de bijbelse "Valse Profeet" of de "Anti-Christ" kunnen zijn?

Zeer zeker niet! Heer RayEl maakt heel duidelijk dat hij hier is "niet om te profeteren", maar om "profetie te vervullen".

Wat betreft de "Anti-Christ" is dit een verkeerd begrepen bijbels begrip door de meeste Christenen. De King James Bijbel gebruikt het woord "antichrist" exact 5 keer. De Bijbel probeert uit te leggen hoe mensen ertoe zouden komen de waarheid van Christus te ontkennen, en dat deze mensen in zich een "geest van de antichrist" hebben. De Bijbel sprak over een vals geloofssysteem, niet een persoon. Het woord “de” dat voor het woord “antichrist” komt, werd pas in latere Bijbels geplaatst, om de Christenen om de tuin te leiden zodat ze zouden geloven dat dit een persoon was. Velen die de Bijbel prediken beweren dat het “Beest”, of de “Goddeloze", of de "Man van Zonde", en anderen, zijn allen 1 persoon die "de Anti-Christ" is. Hun verdraaiing van Johannes woorden zijn een ketterij, en ze hebben veel verwarring veroorzaakt onder de Christelijke gelovigen.

Het is dit type van verkeerde interpretatie dat de Heer RayEl wil verbeteren. Zoals hij recentelijk heeft gezegd: “Terwijl de wateren rijzen tot aan de nek van mijn kinderen, zijn ze nog altijd aan het zoeken voor een druppel regen!”. Hij bedoelde hiermee dat in plaats van zich te beschermen tegen de gevaren van een groeiende wereldwijde anti-Christelijke filosofie, de meeste Christenen aan het kijken zijn naar 1 man die hen kwaad doet.

Dit "groot bedrog" werd doelbewust in de geest van de Christenen geplant, om zaden van twijfel en verwarring te zaaien, zodat bij Christus’ terugkeer, de gelovigen onraad zouden ruiken, in plaats van onmiddellijk hun verwachte Messias te herkennen en omhelzen. Want ze zouden er zeker van zijn dat de boze eerst zou komen.  Christenen zouden denken dat de ware Christus de Anti-Christ was, en ze zouden hem verwerpen (en hun verlossing verliezen in het proces).

Spijtig genoeg, zijn de meeste Christenen zo vervuld met trots, dat ze zich wel bewust zijn van een groot bedrog, maar er zeker van zijn dat ze er niet in trappen.

De antichrist doet hier veel moeite om te ontkennen dat hij de antichrist is. Hij noemt de Christenen die zich bewust zijn van dit grote bedrog “trots”. De antichrist is wel degelijk een persoon, die vergezeld is van zijn illuminati-aanhangers die zijn orders uitvoeren.

5. Ik dacht dat de "Valse Profeet" eerst zou komen?

Wie is het hoofd van de kerk die doelbewust de sleutelverzen van Christus heeft eruit gehaald, en die Christenen ertoe aangezet heeft om zijn “leerstelling” van de kerk te volgen boven wat er geschreven staat in de Schrift? De zetel van de Romeinse Katholieke Paus is de Valse Profeet.

De Valse Profeet komt inderdaad eerst om het pad te effenen voor de Anti-Christ. En dit zal hoogst waarschijnlijk Paus Franciscus zijn, die het katholieke geloof de grond inboort.

6. Worden de "Twee Getuigen" niet verondersteld vóór de verschijning van de Christus te komen?

Ja, en ze zijn er geweest.

Onthoud dat de Bijbel soms letterlijk op te vatten is en soms figuurlijk.

Harold Camping en Robert Fitzpatrick werden bekend om te getuigen dat de "Oordeelsdag zou beginnen op 21 mei 2011", en ze waren juist, want dat is de dag dat Heer RayEl verscheen aan de wereld, en het begin van het oordeel aankondigde.

Omdat de wereld geen vernietigingsniveau bereikte op die dag, werden de Twee Getuigen figuurlijk ‘neergeslagen’ in de media, om enkel terug te keren na drie dagen met opgeheven hoofden, en hun geloof intact.

De echte getuigen komen inderdaad vóór de tweede komst van Christus. Het zullen waarschijnlijk Enoch en Elia zijn die als de twee getuigen in de wereld komen om de mensen duidelijk te maken dat ze moeten Gods geboden volgen en niet mogen geloven in de antichrist.

7. Waarom aanvaard deze website giften en tienden?

Tienden betalen aan de Heer is bijbels bevolen. Alle fondsen die we ontvangen gaan naar het verspreiden van de waarheid, zodat meer mensen kunnen gered worden. De fondsen worden gebruikt door Heer RayEl's Ridders en Geestelijkheid om de Grote Boodschap van Matteus 28:20 te verkondigen. (de leerlingen worden naar de wereld gezonden)

Je moet in de mate van het mogelijke iets geven van je inkomsten/bezit aan armen of noodlijdenden. Hier in dit artikel wordt ingegaan op het geven van tienden.

Tienden geven, moet dat nog vandaag? – Henk Herbold 23/12/2014

Uit ervaring weten we, dat het helemaal niet verkeerd is als christenen die de Heer Jezus liefhebben, ook geleerd worden om regelmatig (b.v. maandelijks) te geven aan het werk van God. Een gemeente kan nu eenmaal moeilijk de rekeningen betalen als er geen regelmatige giften binnen komen. In die zin is het geven van tien procent van ons inkomen helemaal niet verkeerd, wij zelf hebben het altijd zo geleerd en we weten ook dat God het zegent. Vooral als men God niet met een fooi wil afschepen en men zich daarom afvraagt, ‘hoeveel is redelijk om te geven’, dan is tien procent een goede norm. Waarom? Omdat God dit in de Bijbel ook opdroeg aan Israël. Aan de andere kant willen we ook eerlijk zijn, er is  in de Bijbel geen wet die een Nieuw Testamentisch christen dwingt om tienden te geven.

Helaas zijn er toch nog steeds predikers die ons willen laten geloven dat we alleen financieel gezegend kunnen worden door de Heer, als we maar trouw tien procent van onze maandelijkse inkomsten, vooral aan hun kerk, gemeente of organisatie geven. Daarnaast heb je ook weer mensen die dit zo serieus nemen, dat ze vervolgens weer in de knoop raken, omdat ze niet weten of ze het van hun bruto of netto inkomsten moeten betalen en ook van hun vakantie geld of dertiende maandsalaris. Maar…de grote vraag is natuurlijk altijd wat de Bijbel ons feitelijk hierover zegt, want als het Bijbels niet te onderbouwen is, dan zijn het dus wetten van mensen en niet van God.

Daarom nu…wat zegt de Bijbel?
De eerste keer dat we in de Bijbel over tiende geven lezen is in Genesis 14. Daar lezen we hoe Abraham, Lot net had bevrijd en nadat hij een aantal koningen had overwonnen, ontmoette hij Melchizedek die genoemd wordt een priester van God. Deze Melchizedek zegende Abraham en vervolgens schonk Abraham hem een tiende deel van de buit die hij had veroverd op de koningen.

Feitelijk is dit niet zo’n sterk Bijbels argument voor het geven tiende, want we lezen maar één keer dat Abraham een tiende geeft en nog niet eens van zijn inkomsten, maar van de oorlogsbuit.

In Genesis 28:22 lezen we vervolgens weer van de tiende en wel van Jakob die God de belofte doet; ‘Van alles wat U mij geven zult, zal ik U zeker het tiende deel geven’. Hierbij kan men zich afvragen aan wie hij dat dan gegeven zal hebben. Er waren geen priesters, geen tempel. Misschien gaf hij het aan de armen en offerde hij er een deel van aan de Heer,  bijvoorbeeld van de oogst of het vee. Maar het belangrijkste is dat het hier duidelijk niet om een gebod van God gaat, maar om een belofte van Jakob aan de Heer. Men kan hier dus ook niet zeggen dat op basis van deze tekst, men verplicht zou zijn God een tiende van de inkomsten te offeren.

Hieruit kunnen we gerust concluderen dat, voordat de wet van Mozes was ingesteld, men nog helemaal niet verplicht was om de tiende te betalen.

De wet van Mozes.
Pas later als de wet kwam, werd ook de tiende een onderdeel van die wet. De tienden geven werd ingesteld onder de wet van Mozes en was dus toen wel een gebod voor de Israëlieten. Er werd toen tienden gegeven van de oogst, van de vruchten en van de eerstgeboren dieren. Daarvan moest men dan wel het beste geven wat men had. Het ging dus in eerste instantie feitelijk niet over geld. De reden echter waarom God dit gebod instelde, had te maken met het levensonderhoud van de Levieten. Zij diende in de Tabernakel en mochten van God geen bezittingen hebben zoals de andere stammen van Israël. Dus waren ze volledig van deze tienden afhankelijk. (Lees Deut.10:9 en Num.18:21)

Toen Jezus op aarde was werd er door de Israëlieten nog steeds tienden gegeven, om de eenvoudige reden dat Israël nog steeds onder de wet leefde en het geven van de tiende nog steeds beschouwd werd als een onderdeel van de wet.

Maar hier komt nu het misverstand.
Men kan nu niet zeggen dat dit dan ook maar automatisch geldt voor de Nieuw Testamentische gemeente die geboren is op de Pinksterdag. Want we zijn door Jezus vrij gezet van de wet en dus ook van de wet van de tienden. (Rom.7:6)

Dat verstaan we ook uit het volgende voorbeeld. Tijdens een vergadering van de apostelen te Jeruzalem, wat we kunnen lezen in Hand. 15. Hier wordt klaar en duidelijk gezegd dat de heilige Geest de heidense volkeren die tot het geloof in Jezus kwamen, geen andere lasten meer zal opleggen, dus ook niet de wet van de tiende. (Lees speciaal vers 28,29)

God beroven?
De mensen die zich toch nog aan de oud Testamentische wet van de tiende vasthouden, refereren vaak naar de volgende tekst uit Mal.3:8-10:

Zou een mens God beroven? Werkelijk, u berooft Mij! En dan zegt u: Waarvan beroven wij U? Van de tienden en het hefoffer! U bent door de vloek getroffen, omdat u Mij berooft, als volk in zijn geheel. Breng al de tienden naar het voorraadhuis, zodat er voedsel in Mijn huis is. Beproef Mij toch hierin, zegt de HEERE van de legermachten, of Ik niet de vensters van de hemel voor u zal openen, en zegen over u zal uitgieten, zodat er geen schuren genoeg zullen zijn.

Men stelt dan op basis van deze tekst, dat we God beroven als we geen tiende betalen en dat God ons aanmoedigt Hem op de proef te stellen (of uit te dagen), of Hij zich wel aan Zijn belofte zou houden.

Maar waar gaat dit Bijbelgedeelte nu werkelijk over? In het boek Maleachi roept God het volk van Israël op om weer teug te keren tot Hem. We hebben het hier nog steeds over de Oud Testamentische situatie, dus met alles wat hoorde bij de Joodse erediensten en wetten. Daarom zegt God hier dat Hij ze zal zegenen, als ze zich weer houden aan de wettische instellingen, zoals Hij die door Mozes aan hen heeft gegeven. Dus om Hem weer opnieuw te eren met hun tienden en hefoffers. Het gaat dus om het gehoorzamen van God, als teken van bekering.

De gemeente van de Heer is echter een heel nieuwe tijd binnen gegaan en is zelfs door de wedergeboorte, vrij gemaakt van de wet. Jezus heeft de wet voor ons vervuld en heeft ons binnen gebracht in de tijd van genade. Hij heeft Zijn wetten door de wedergeboorte, in ons hart geschreven en als we echt wedergeboren zijn, dan zullen we ook de vrucht van de Geest voortbrengen (Gal.5:22). Zo geeft God Zijn zegeningen wel aan ons, maar niet meer op basis van onze tienden of enig ander offer van ons, maar op basis van het offer van Jezus op Golgotha. (lees ook Rom. 6:14).

Onze offers, hoe zit dat dan?
In het Nieuwe Testament worden we als gemeente in de eerste plaats opgeroepen om geestelijke offers te brengen, namelijk onze lofoffers en uitingen van dankbaarheid aan de Heer (Lees 1 Petr.2:5). Deze offers zijn als een lieflijke geur voor God, Hij verlangt er dus intens naar. Maar ook hier, als we de Heer prijzen, gaat het niet in de eerste plaats om de uitingen zelf, maar om de gesteldheid van ons hart.

Zo ook mogen we de Heer in deze tijd van ons bezittingen offeren en Hij belooft ons daarvoor te zullen zegenen. Wat we de Heer brengen, moet echter altijd waardevol voor Hem zijn en dat is het alleen als het een echt offer is. Daarvoor kijkt God dus weer niet eerst naar de grote van ons offer, maar naar ons hart. Het wordt dus pas een offer als we met ons hart geven, dus uit liefde en het ons dus echt iets kost. Want als we iemand liefhebben en we willen hem of haar iets geven, dan gaan we ook niet op zoek naar waardeloos prul, maar we willen iets geven wat uitdrukking geeft aan onze liefde en genegenheid. Zo is het bij God, pas als we met de goede motivatie geven, zal Hij ons zegenen en ons uit liefde voor ons, ook weer terug geven. Het is dus wederkerig en God is een overvloedige God, Hij is beslist niet gierig. Alleen… zijn overvloedige zegeningen zijn niet altijd alleen in aardse goederen. Maar Hij wil ons ook zegenen in overvloedige blijdschap, vrede, geluk en diepe zalving van de heilige Geest etc.. (Lees Efeze 1: 3)

Laten we dus wel altijd geven vanuit de juiste motivatie, daar zal Hij Zijn zegen over geven. Dat deed bijvoorbeeld die arme weduwe uit Luk. 21:2. Haar gave was in absolute zin niet zo groot, het waren maar twee koperstukjes. Maar ze gaf ze met haar hart. Het was zelfs haar hele levensonderhoud, ze had dus alles voor God over. Dit is het praktische voorbeeld, dat Christus ons voorhoudt. Hij kijkt niet naar de gave op zichzelf, maar Hij kijkt naar de bron, waaruit die gave ontspringt.

Daarom, als ons hart echt bewogen is door de liefde van God, zullen we ook bereid zijn om Zijn werk ruim ondersteunen. Want het is Gods hartsverlangen dat Zijn werk doorgaat en op die manier dragen we ook indirect bij aan de grote zendingsopdracht van Jezus (Marc.16:15). We kunnen niet allemaal uitgaan naar verre plaatsen om mensen te winnen voor Jezus, maar we kunnen het wel voor anderen mogelijk maken door onze offers.

Ook is het uiteraard goed en Bijbels om uw gemeente, waar u geestelijk gevoed wordt te ondersteunen b.v. met een ruime maandelijkse financiële bijdrage (lees ook Gal.6:6). En natuurlijk, het werk van God kan onmogelijk voortgaan als er onvoldoende financiële middelen zijn. We moeten beseffen dat onze bijdrage wel als een offer aan de Heer moet zijn en niet een fooi, of iets dergelijks. Bijvoorbeeld het klein geld wat we in een collecte bus doen voor één of ander goed doel, wanneer die langs onze  deur komt. De collecte in een eredienst is absoluut niet hetzelfde als zo’n collecte bus. Natuurlijk, we kunnen ook op andere wijze onze bijdrage geven, maar hoe dan ook is het geven van geld, voor het onderhoud van Gods werk in de gemeente, ook een heilig offeren aan God. We zijn dus niet klaar met een fooi, ondanks dat er voor ons geen wettische norm van tien procent meer is.

Als het niet gaat om tien procent, om hoeveel zou het dan gaan? 
Wel feitelijk om alles! Misschien zou u zelfs wel meer dan tien procent kunnen geven? (lees Luc.14:33). Daar schrikt u misschien van. De Heer wil ons helemaal, heel ons leven dus, onze tijd, onze bezittingen. Ja zelfs alles wat we bezitten zou in principe beschikbaar moeten zijn, als God het van ons vraagt. Alles is feitelijk al van Hem (Haggaï 2:9), maar des ondanks wil Hij dat we het uit liefde aan Hem geven en niet uit dwang. Denk er even over na: mag God uw huis, uw auto, uw spaargeld gebruiken, als de Heer u kenbaar zou maken dat Hij dat nodig zou hebben??

Denk ook eens aan de ontmoeting van Jezus met die rijke jongeman. Deze man kwam bij de Jezus en zei dat hij alle geboden onderhield. Zeker gaf hij ook zijn tienden. En wat zei Jezus tegen hem, als hij vraagt wat hij moet doen om het eeuwige leven te beërven? Lees Luc.18:22 “Verkoop al wat u hebt en deel het uit onder de armen en u zult een schat hebben in de hemel. En kom dan en volg Mij “.

Rijk worden door tiende geven, kan dat wel?
Bij alles wat we aan God geven, gaat het dus altijd om de gesteldheid van ons hart en niet in de eerste plaats om wat wij terug zullen ontvangen. Aan de andere kant beloofd God ons wel, om ons overvloedig te zegenen als we Hem willen geven en dus niet alles alleen maar voor ons zelf willen houden. Lees daarvoor 2 Kor.9:6, 7

Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten. Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief.

Deze tekst wordt vaak gebruikt om mensen aan te moedigen, om maar steeds meer geld te geven, want ze krijgen hiervoor toch steeds meer terug. Je zou dit misschien uit deze tekst zo kunnen begrijpen, maar…en dat vergeet men vaak,  dit is beslist de verkeerde motivatie om iets aan God te geven. Natuurlijk kan God ons rijk zegenen en vaak ook in aardse goederen, maar daar gaat het de Heer niet in de eerste plaats om. Integendeel, Jezus waarschuwt juist dat we niet de mammon en God tegelijk kunnen dienen.  Als christenen moeten wij onze schatten juist verzamelen in de hemel en niet op de aarde. De uitleg dat God Zijn vensters zal openen, in de zin dat we rijk worden aan aardse goederen, omdat we tiende betalen is een verkeerde uitleg.

Natuurlijk zijn er die door de Heer zo overvloedig gezegend zijn in materiele goederen, dat ze rijk geworden zijn. Daar is helemaal niets mis mee. Alleen Hij doet dat niet opdat we daardoor nog meer voor ons zelf zouden leven. Maar Hij doet dat speciaal, opdat we instaat zullen zijn om andere te zegenen met onze goederen en in het bijzonder Zijn werk  meer kunnen gedenken.

Gebed: ‘Heer, hier is mijn leven, mijn alles, het is voor U. Leidt U me maar hoe ik om mag gaan met wat U hebt gegeven en leert U me hoe ik blijmoedig mag geven van alles wat ik bezit.’