Net als Christus tijdens het Laatste Avondmaal consacreert
de priester brood en wijn afzonderlijk. Hij combineert de twee niet in 1
handeling door brood en wijn samen op te nemen. Hij scheidt brood en wijn,
lichaam en bloed.
Waarom? Wel: wat gebeurt er als iemands lichaam gescheiden
wordt van zijn bloed? Hij sterft. Hij bloedt dood. De afzonderlijke consecratie
van brood en wijn vertegenwoordigt de scheiding van lichaam en bloed, die
plaatsvond aan het kruis op die eerste Goede Vrijdag. Jezus stierf.
Maar katholieken ontvangen in de communie geen dood vlees
en bloed, want Christus is uit de doden opgestaan. Ze ontvangen in de communie
Zijn levende en verrezen vlees en bloed, omdat na Goede Vrijdag Paaszondag is
gekomen. Na de dood kwam de verrijzenis. Laten we weer terugkeren naar de mis.
Onmiddellijk na de herdenking van Zijn dood (de scheiding van lichaam en bloed)
door middel van de gescheiden consecraties, wordt de anamnese gesproken. Dit is
het onderdeel van de mis waarin het leven, lijden, sterven en verrijzen van
Jezus in het heden worden opgeroepen: Christus is gestorven, Christus is
verrezen, Christus zal wederkeren.

Tijdens de mis worden lichaam en bloed dus verenigd, net
zoals bij de verrijzenis. Na de consecratie zijn zowel lichaam als bloed van
Christus verenigd in de ene hostie, en Christus lichaam en bloed zijn ook
beide aanwezig in elke druppel van de geconsecreerde wijn. Na de verrijzenis
zijn het lichaam en bloed van Christus verenigd. Latijnse (westerse)
katholieken ontvangen normaal gesproken alleen de hostie, en geen wijn.
Daarna volgt de rest van het eucharistisch gebed, en de priester
sluit af met de woorden: Door Hem, en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen
zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier
en nu en tot in eeuwigheid. De mensen zeggen Amen. Dan wordt het Onze Vader
gebeden.
Daarna kan de priester zeggen: Laten we elkaar een teken
van vrede geven, waarop iedere parochiaan andere kerkgangers in de buurt een
eenvoudige handdruk geeft ten teken van solidariteit en eenheid tussen de
geloofsgenoten, vlak voor het werkelijke en intiemste teken van eenheid, de
heilige communie.
Het Agnus Dei (Lam Gods) wordt gesproken: Lam Gods, dat
wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons. Lam Gods, dat wegneemt de
zonden der wereld, ontferm U over ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, geef ons de vrede. De woorden over het Lam Gods zijn afkomstig van
Johannes de Doper.
De
communie ontvangen : De priester eet eerst de geconsecreerde
hostie en drinkt daarna de geconsecreerde wijn uit de kelk. Als er een diaken
bij is, biedt de priester hem een geconsecreerde hostie aan en daarna de kelk
om uit te drinken. Wanneer katholieken ter communie gaan, vormen ze een rij en
lopen zo naar de priester. Dan ontvangen ze een geconsecreerde hostie. Maar
voordat ze deze gaven ontvangen, moeten ze een teken van eerbied voor de
werkelijke tegenwoordigheid geven: een buiging van het hoofd, een kruisteken,
een kniebuiging of een knieling. Het is hoe dan ook verboden iemand die knielt
de communie te weigeren.
Wanneer een gelovige eerst de geconsecreerde hostie krijgt
aangeboden, zegt de priester: Het lichaam van Christus, waarop de gelovige
antwoordt: Amen, waarmee hij bedoelt: Ja, ik geloof dat dit Jezus is.
Katholieken moeten de communie toegediend krijgen door een daartoe bevoegde
bedienaar (priester of diaken).
Nadat hij de communie heeft ontvangen, gaat de gelovige
terug naar de kerkbank, knielt neer en bidt enkele minuten in stilte. Daarna
mag hij gaan zitten.
Katholieken kunnen deelnemen aan de communie als ze in
goede verstandhouding met de Heer zijn. Dat houdt het volgende in:
·
Ze zijn zich niet bewust van enige doodzonden
waarvoor ze nog geen absolutie hebben ontvangen, je moet je in staat van genade
(geen zonden op je ziel) bevinden.
·
Ze keuren niet openlijk de leerstellingen van
de Kerk, bijvoorbeeld de opvattingen over abortus, af.
·
Ze mogen een heel uur voor het ontvangen van de
communie niets eten of drinken.
De Kerk verzoekt de volgende personen niet ter communie te
gaan:
·
Niet-katholieken
·
Katholieken met een ongeldig huwelijk
·
Katholieken die niet een uur hebben gevast
(tenzij ze onder medicatie staan, ziek of bejaard zijn of in een ziekenhuis
liggen)
·
Katholieken die nog niet eerste biecht en hun
eerste communie hebben gedaan

Je moet in gemeenschap zijn om de communie te ontvangen. In
gemeenschap zijn betekent dat je verenigd bent met alles wat de Kerk leert,
bidt en doet. Niet-katholieken zijn bijvoorbeeld niet volledig in gemeenschap,
want anders waren zij wel katholiek. Als je als katholiek gescheiden en buiten
de Kerk hertrouwd bent of als je je niet in een staat van genade bevindt omdat
je voor een doodzonde geen absolutie hebt gevraagd en gekregen, mag je eigenlijk
ook niet ter communie gaan. Wanneer je de eucharistie in de staat van doodzonde
ontvangt, verviervoudig je het negatieve effect van de doodzonde op je ziel
doordat je heiligschennis pleegt, doordat je iets wat heilig is onteert.
Het katholicisme vereist dat iemand eerst in gemeenschap
met de Kerk is, voordat hij de vruchten van die gemeenschap, de heilige
communie, kan plukken. Katholieken zien de communie als het resultaat van die
gemeenschap. Katholieken mogen ter communie gaan, maar ze moeten ook de paus
gehoorzamen, ieder weekend naar de mis gaan, alle leerstellingen van de Kerk
aanvaarden enz.
Wegzending : Bij
de afsluiting van de mis zegt de priester : Nu de aanwezigen het Woord van de
Schrift hebben gehoord en zij door de communie hebben gedeeld in het Woord dat
vlees is geworden, worden ze nu de wereld in gezonden om dat woord van God te
verspreiden en in praktijk te brengen. De missluiting is een begin, en geen
einde. De wil van God gehoorzamen en je geloof in de praktijk brengen, eindigt
pas als je in je graf ligt.
Het woord katholiek komt van het Latijnse catholicus, dat
zelf weer komt van het Griekse katholikos, dat universeel of algemeen betekent.
De zaterdagavond telt als zondag op grond van de oude
Hebreeuwse gewoonte om de nieuwe dag te laten beginnen bij zonsondergang en
niet bij zonsopgang. Zodra dus de zon op zaterdagavond ondergaat is het
liturgisch gesproken, zondag.
De mis op zondag (of zaterdagavond) is voor alle
katholieken verplicht, de dagelijkse mis is facultatief.
De zondagsmis is de parochiemis, waarbij de hele parochie
aanwezig hoort te zijn. De zondagsmis bevat een lezing uit het Oude Testament,
een lezing uit het Nieuwe Testament, een psalm en een evangelielezing. Tijdens
de dagelijkse mis is er, naast de psalm en de evangelielezing, maar 1
bijbellezing.
Hier volgen een paar feiten over de heilige
eucharistie:
·
Het woord eucharistie komt van het Griekse
eucharistein, dat dankbaar zijn betekent. Katholieken zijn God dankbaar dat hij
het hemels brood, de eucharistie, verschaft om de ziel te voeden.
·
Het woord communie komt van het Latijns woord
communio, dat gezamenlijk deelname of gemeenschap betekent. Katholieken geloven
dat de gelovige tijdens de communie in gemeenschap met het lichaam en bloed van
Christus treedt.
·
Bij de eucharistie mogen alleen tarwebrood en
druivenwijn worden gebruikt. Het moment waarop de priester of bisschop de
woorden van de consecratie uitspreekt de woorden die Christus tijdens het
Laatste Avondmaal heeft gezegd: Dit is mijn lichaam en Dit is mijn bloed
(Matteus 26:26-29) geloven katholieken dat het brood en de wijn veranderen in
het lichaam en bloed, de ziel en goddelijkheid van Christus.
·
In de Latijnse (westerse) Kerk gebruikt men
ongedesemd brood, dat uitsluitend van tarwemeel en water wordt gemaakt en sterk
lijkt op het ongedesemde brood dat Christus bij het Laatste Avondmaal heeft
gebruikt.
·
Op zuiver natuurlijk niveau wordt datgene wat
we eten een deel van ons. Op bovennatuurlijk niveau, wanneer katholieken het
lichaam en het bloed van Christus eten, gaan ze meer op Christus lijken wat
betreft gehoorzaamheid aan de Vader, nederigheid en naastenliefde.
·
Het katholicisme beschouwt de eucharistie net
als het doopsel en het vormsel als een initiatiesacrament, omdat nieuwe leden
worden aangemoedigd regelmatig en vaak aan de communie deel te nemen.
Eerste heilige communie
Wanneer jongens en meisjes (meestal rond hun zevende
levensjaar) hun eerste heilige communie doen, is dit in katholieke gezinnen een
grote gebeurtenis. Net als bij het doopsel komen bij de eerste communie
familieleden en vrienden bij elkaar om na afloop van de kerkdienst feest te
vieren.
De kinderen zijn in het algemeen te jong om alle
theologische fijnzinnigheden van de transsubstantiatie, de gebeurtenis waarbij
de substanties van brood en wijn veranderen in substanties van het lichaam en
bloed van Christus, op waarde te schatten. Maar zolang ze weten en geloven dat
ze geen brood en wijn ontvangen, maar het werkelijke lichaam en bloed van Jezus
Christus, zijn ze oud genoeg om de communie te ontvangen.
Net als de biecht en de ziekenzalving kun je de heilige
eucharistie meer dan eens ontvangen. Het doopsel, het vormsel en de
priesterwijding zijn echter eenmalig.
De eerste biecht moet voor de eerste heilige communie
plaatsvinden.
Verplichte feestdagen
Dagen waarop de katholieken naar de mis moeten gaan, naast
de regulieren zondagsmis volgens het Wetboek van Canoniek Recht van 1983:
·
8 december : Maria Onbevlekte Ontvangenis
·
25 december : Kerstmis
·
1 januari : Maria, Moeder van God
·
6 januari : Driekoningen
·
19 maart : St Jozef
·
29 juni : St Petrus en St Paulus
·
15 augustus : Maria-Tenhemelopneming
·
1 november : Allerheiligen
·
Veertig dagen na Pasen : Hemelvaart
·
Zestig dagen na Pasen : Sacramentsdag

Kleuren van de gewaden :
·
Groen : is de kleur van de gewaden tijdens de
gewone dagen
·
Paars : wordt gebruikt tijdens de advent en de
vasten; de priester mag deze kleur, samen met wit en zwart, ook bij
begrafenismissen dragen
·
Wit en goud : zijn de passende kleuren voor
Kerstmis en Pasen
·
Rood : is de passende kleur voor feesten van
het lijden van Jezus en voor feesten van de heilige Geest, omdat de kleur staat
voor de rode vuurtongen; daarnaast dragen priesters rode gewaden voor de
feesten van gemartelde heiligen, die hun rode bloed voor Christus hebben
vergoten
·
Roze : is de kleur die op de derde
adventszondag en de vierde vastenzondag mag worden gedragen als teken van
vreugde voor wat komen gaat. Als je de sombere kleur paars opheldert met wat
wit, krijg je roze. Vandaar dat deze kleur geldt als een zichtbaar teken dat
Kerstmis of Pasen eraan zit te komen. De derde adventszondag heet ook wel
gaudetezondag (gaudete is Latijn voor verheug u) en de vierde vastenzondag heet
ook wel laetarezondag (laetare is ook Latijn voor verheug u)
Uit : Katholicisme voor dummies
U
|