Een dagboek over een (wellicht) onvergetelijke ervaring
13-06-2016
Dag 25 - Van Ledigos naar Bercianos del real Camino - 25,5 km
Eddy is 'pissed-off' (ik weet niet of dit correct geschreven is) deze morgen. Heeft geen oog dicht gedaan deze nacht door het gesnurk van Jonathan. Ik gelukkig wel, omdat ik al in een diepe slaap was toen de anderen naar bed kwamen. Om half zes evenwel wakker en dan geraak je niet meer in slaap, zelfs niet met de oordopjes.
Eddy gaat wellicht in Leon en dag rust nemen. Zijn vrouw heeft 5 dagen geboekt in Malaga vanaf 7 juli. Aan ons tempo zijn we op 27 juni in Santiago. Hij gaat dus wat 'temporiseren' en wellicht verder naar Finisterra. Dat is na Compostela nog 3 à 4 dagen stappen tot aan de Atlantische Oceaan. De 'Finis-terrae' was voor de middeleeuwse pelgrim effectief het einde van de wereld. Daar werden de kleren afgegooid en verbrand als symbool voor het achter zich laten van het verleden.
Om kwart na acht gaan we op stap. Hemelsblauwe lucht met hier en daar wat stapelwolken, die snel oplossen. Er steekt een stevige koele wind op die de temperatuur tempert tot maximum een 25 graden.
Onderweg op het pad een versleten schoen met wat bloemen in. Het is alsof de vroegere eigenaar de schoen wil eren voor de geleverde diensten.
Het wandelen begint zwaar door te wegen. Vooral in de namiddag. Het wordt elke dag wat lastiger. De afstand tussen de dorpen. De monotone vlakte met overal tot aan de horizon rijpende granen. De relatief drukke steenweg langs de kant. De zon. De wind. Het is alsof er geen eind aan komt.
Eigenlijk wandel ik een beetje op automatische piloot. Zonder nadenken. Men zegt dat de Camino je hoofd leeg maakt. Ik probeer in mezelf gekeerd 10 namen op te noemen van spelers van ons nationaal elftal. Het lukt me niet. Ik vind er geen tien. Een lichte paniek maakt zich van mij meester. Zou het kunnen dat de Camino je hoofd echt zó leeg maakt, of moet ik mij beginnen ongerust te maken?
Omstreeks 15 uur bereiken we Bercianos. Ik ben opgelucht. Eddy ook. In het enige hostal van het dorp boeken we een dubbele kamer. In de bar is een groot TV scherm. Deze avond kan ik België-Italië zien. De Italiaanse stapvriendinnen van intussen al twee weken geleden, Graziëlla en Bruna zijn ook in het dorp. We gaan samen supporteren.
Zij stoppen woensdag in Leon. In september komen ze al terug om het resterende traject tot Santiago te lopen. Ze kunnen niet wachten tot volgend jaar. Ze hebben hun mannen al ingelicht.
Jonathan heeft intussen laten weten dat hij is doorgelopen tot in het volgende dorp. Wellicht zien we hem morgen of overmorgen in Leon.
Gisteren in de late namiddag zien we Brendan terug. Hij is toch nog vertrokken! Maar zijn schoenzool is intussen gebarsten. Hij moet noodgedwongen op zoek naar nieuwe schoenen.
Om 19 uur speelt er een gitarist in de kerk Spaanse melodieën. Een moment van bezinning.
Als we later op de avond op een terras op onze paella zitten te wachten, komt Veronica binnenstappen en vraagt of we het al weten van de diefstal. Nee dus. Eergisteren ochtend stelde een pelgrim in de albergue waar zij verbleef vast dat zijn geld uit zijn portefeuille verdwenen was. Meer dan 200 . Raul, een vriendelijke jongen, met wie ik enkele dagen geleden even heb samen gewandeld, mist zijn tablet. Terwijl de meerderheid van de pelgrims de herberg verlaat en op stap gaat, wordt de politie erbij gehaald. Die vraagt naar recent genomen foto's door verschillende pelgrims. Binnen enkele minuten wordt er iemand uitgehaald. Het is Raul. Hij is bij de politie gekend als een professionele dief. Hij loopt elk jaar de camino, wint het vertrouwen van een pelgrim en besteelt hem dan. Gister ochtend hebben ze hem in een albergue opgepakt! Er zijn dus toch slechteriken op de Camino!
We kijken naar de match Engeland-Rusland. In de bar schenken ze Blonde Leffe. 2,5 inclusief een lekkerre tapas. Voor Brendan en Jonathan was de wedstrijd just op tijd gedaan.
Vandaag was een zware wandeldag. Vooral mentaal. 23 km doorheen een monotone vlakke zee van graanvelden. Af en toe onderbroken door enkele hagen of bosjes.
Het is nochtans uitstekend wandelweer. Een gesluierde zon, 23 graden, een koele bries.
Jonathan zingt weer. Ik weet niet wat het is maar het lijkt precies op èèn of ander Indiaans klaaglied. Hij woont in Ottawa in Canada!
Onderweg ontmoet ik Hans, een Noord-Nederlander. Er lopen niet zoveel Nederlanders de Camino. Holland is een gereformeerd land. Maar Hans is een echte. Helemaal in het oranje. Wanneer hij hoort dat ik Vlaming ben, begroet hij me op die typisch Hollandse nederige ingetogenheid... Ik kan het niet laten. Ik vraag hem wanneer Oranje zijn eerste wedstrijd speelt. Hij glimlacht zuur...
Op onze tweede rustplaats zeggen we geen woord tegen elkaar. We hebben het alle drie moeilijk. Zelfs Eddy zit letterlijk met de handen in het haar, het hoofd naar beneden gebogen.
Nog 7 km te gaan. Bij de eerste albergue in Ledigos gaan we binnen. Ze hebben een kamer met drie bedden. Geen stapelbedden maar ook geen handdoeken en slechts 1 douche annex wc in de gang voor 40 mensen. Maar we zijn content met wat we krijgen.
Beneden in de bar speelt een TV. We vragen of we de match Turkije-Kroatië mogen zien. De barman valt uit de lucht. Europees Kampioenschap! Weet niet wat dat is. En nog erger, vindt de zender niet waar de match wordt uitgezonden!
Ledigos is een verlaten gat. Enkele lemen huizen - specifiek voor deze streek- en twee albergues. Dat is het. We gaan deze avond vroeg slapen, denk ik. En eigenlijk is dat goed. Want ik voel dat mijn lichaam rust nodig heeft.
We eten in de albergue. 9 voor een noedelsoep, een bord met twee dikke koteletten met frietjes en verse salade, een ijsje als dessert, inclusief een fles wijn en een fles water! Het leven is hier spotgoedkoop!
Dag 23 - Van Fromista naar Carion de Los Condes - 19,7 km
Brandon is gisteravond nog een apotheker gaan opzoeken. Die heeft meer dan een halfuur zijn voeten verzorgd. Met een wonderzalf, zegt hij. Het wonder moet mijn inziens nog gebeuren want Brandon beslist deze morgen om een dag rust te nemen. Zijn voeten zijn te gehavend door de blaren.
Om half negen gaan Eddy en ik op stap. Even buiten het stadje halen we Daniel in. Hij is gisteravond na 9 uur toegekomen. De albergue was volzet maar een pelgrim heeft zijn bed afgestaan en heeft zelf op de grond geslapen. Een andere heeft nog een maaltijd bereid voor Daniel. Deze jonge man moet mentaal ongelooflijk sterk zijn om met een zware rugzak en half verlamde benen heel alleen deze tocht te maken! Dit illustreert nog maar eens hoe belangrijk deze Camino kan zijn voor bepaalde mensen!
Een tijdje later passeren we Daisy uit Denver, Colorado. Zij loopt met haar grootvader de Camino. Voor hem gaat een nieuwe wereld open, zegt ze. Daisy heeft juist haar University Degree gehaald. Nu gaat ze proberen haar ''grade' te halen, de master van bij ons. Een jaar universiteit kost gemiddeld tussen de 30 000 en 40 000 . Wat leven wij toch in een gezegend land! Eddy zegt terloops dat universitaire studies in Schotland gratis zijn voor studenten afkomstig uit alle Europese landen, uitgezonderd Engeland! Engelse studenten moeten tot 8000 per jaar betalen! Schotland heeft echt een probleem met Engeland, veel groter dan wij ons kunnen voorstellen.
Het is ongelooflijk hoeveel Amerikanen en Canadezen de Camino lopen. Na de Spanjaarden, de Italianen en de Ieren, de vierde groep. Reden hiervoor is de film 'The Way' waarin Martin Sheen als vader zijn vermiste zoon gaat zoeken en zo kennis maakt met de Camino. De film is wel enigszins geïdealiseerd zodat vele stappers uit de VS zich verslikken in de moeilijkheidsgraad.
De tocht vandaag beleef ik met een dubbel gevoel. Enerzijds gemakkelijk omdat het vlak is als een biljarttafel. Anderzijds wat onaangenaam omdat we de ganse dag op een grindweg hebben gelopen, parallel met de provinciale weg. Maar steeds omgeven door tot aan de oneindige horizon reikende graanvelden, de 'tierra de campos'!
Na 10 km onze eerste rustpauze. De lommerrijke tuin van een gezellige albergue in Villarmentero de Campos. Alle dorpen eindigen hier op 'de Campos'...Tussen de tuinmeubelen op het gazon lopen kippen, eenden, ganzen, enkele honden en...twee ezels! Zij worden gevoed door de rustende peregrinos. Zij komen rustig uit de uitgestoken handen eten.
In Villalcazar de Sirga bezoeken we de laatromaanse kerk Santa Maria La Blanca. Een mastodont van een kerk die van ver boven het dorp uitsteekt. Een moment om ook een stempel in onze credencial te laten zetten.
Onderweg passeren we een verkeersbord dat zegt: Santiago 463 km. Nog maar 463 km te gaan en we zijn er!
Na nog 6 km stappen langs de monotone weg bereiken we Carrion de Los Condes. Een gezellig stadje dat in de middeleeuwen erg belangrijk was voor pelgrims met niet minder dan 12 kerken en evenveel hospitums.
Na de gebruikelijke verfrissende douche en het wassen van onze stapkleren gaan we het stadje verkennen.
Op de tweede foto nog enkele sfeerbeelden van dagen geleden die Eddy heeft genomen: een jong hondje ergens op de weg tussen Lourdes en Saint-Jean die mij als speelmaatje ziet, even proeven van de wijn bij het Monasterio de Irache, even uitrusten in een hangmat in de bossen nabij Ortega...
Gisteravond gegeten voor 10 . Een frisse pastasalade met alles erop en eraan, brood à volontè, stoofvlees met frietjes en als dessert een roomijs, inclusief een fles water en twee flessen Rioja (voor vier personen!) Ik blijf me afvragen hoe ze dit doen.
Brendan murmelt Iers. Hij doet geen moeite om een verstaanbaar Engels te spreken. Omdat ik het moe ben om hem telkens te vragen te herhalen en om te doen alsof ik hem begrepen heb, en gewoon ook omdat ik moe ben, ga ik slapen.
Ik val als een blok in slaap. Om half vier gewekt door het gesnurk van Eddy. Omdat het blijft duren zoek ik mijn oordopjes. Dit zijn de meest nuttige en meest gebruikte hulpjes op mijn Camino! Wanneer we om zeven uur wakker worden, vraag ik hem hoe hij geslapen heeft. 'I slept like baby', zegt hij. 'No snorrers' (snurkers). Ik weet even niet welke kant op te kijken.
Bij het verlaten van het stadje doemt er aan de overkant van de vallei een heuvel op. Een muur! Op die muur een slingerend pad omhoog. En op dat pad kleine gekleurde stipjes. Het zijn stappers die proberen de top te bereiken. Snel is het aan ons. Het is weer naar adem happen. Na een halfuur is mijn T-shirtje drijfnat. Maar wat een panorama als we achterom kijken. Een diepe brede groene vallei. Het stadje Castrojeriz dat we een uur geleden verlaten hebben (en waarvan de hoofdstraat toch 1,5 km lang is) is verschrompeld tot een minuscule nederzetting!
Over de top aan de andere kant hetzelfde schouwspel. Een brede diepe vallei, gekleurd door de rijpende graanvelden. Dit is de laatste heuvel voor de komende dagen. Het landschap verandert snel. De heuvels worden afgevlakt, een beetje zoals de Hespense berg thuis.
Na 10 km bereiken we onze eerste rustplaats, een aangenaam terras van een albergue in het dorpje Itero de La Vega. Daar zitten ook de Zuid-Afrikaanse Lindsey, de Duitser Stephan en de Texaan Roland. Roland is een reus van een vent. Meer dan twee meter groot. Schoenmaat 54. Hij heeft in Saint-Jean een hele dag rondgelopen, op zoek naar sandalen, zegt hij. Uiteindelijk heeft iemand hem in contact gebracht met een basketbalspeler. Die heeft hem verder geholpen.
Terug 9 km lopen. De heuvels zijn verdwenen. Alleen nog graanvelden die tot aan de horizon reiken.
We lopen weer samen apart. Op de kop Eddy met zijn gebedsboekje en paternoster. Daarna de waggelende Brendan. Zijn voeten staan vol blaren en hij kan met moeite lopen. Daarachter Jonathan en Lauridiana. Laura is intussen zo een beetje 'gecrasht' voor Jonathan. Er groeit iets moois tussen die twee. Een camino-romance! Meer mag ik niet zeggen. Ook de Camino geeft sommige geheimen niet prijs!
We passeren Daniel uit London. 27 jaar. De jongeman loopt op krukken, die aan zijn onderarmen zijn vastgemaakt. Hij trekt als het ware zijn hele onderlichaam met zijn twee slepende benen achter zich aan. Hij kan maximaal 10 km per dag doen, zegt hij, zolang de pijn draaglijk blijft. Ik moet onwillekeurig aan Marieke Vervoort denken!
In het volgende dorp Boadilla del Camino nemen we een lunchpauze.
Nog 6 km te lopen! Langs het kanaal van Castilla.
Wanneer we in Fromista toekomen, lopen we Alberto en zijn vrouw tegen het lijf waarmee we een week geleden (het lijkt een eeuwigheid) hebben samen gewandeld. Zij stoppen vandaag. Morgen naar huis. We gaan later op de avond samen iets eten en nemen afscheid. Altijd een klein beetje emotioneel op de Camino!
Gisteravond na het avondmaal op het warme terras van de gezellige bar blijven hangen. We moesten van de uitbaatster een lokale likeur proeven: crema de arojo (als ik het goed heb begrepen). Proefde een beetje als baileys. Waarop Brendan zegt dat hij dat thuis in Ierland drinkt met een goeie whiskey! Dus hebben we crema de arojo met whiskey gedronken. Minstens èèn te veel.
Eddy werd er zowaar emotioneel van. En dat is niet zijn gewoonte. Hij heeft me een paar dagen geleden toevertrouwd dat Schotten moeilijk hun emoties kunnen tonen. Koel zoals het weer, zei hij. 'I love very much my wife but I will not very often say it to her', zegt hij. Ik denk dat ik wat Schots bloed in mij heb!
De Nieuw-Zeelandse Annie zit bij ons. Zij vertelt dat ze samen met drie vriendinnen deze reis gedurende meer dan een jaar voorbereid heeft. Na drie dagen stappen hebben haar vriendinnen het opgegeven. De Camino was niet wat ze er van verwachtten! Wat dachten die dames dan? Dat ze even een zondagnamiddags uitstapje gingen maken? Annie is erg teleurgesteld!
Deze morgen om half acht vertrokken. Het was redelijk fris met een koele wind. 10 km langs glooiende graanvelden tot in Hontanas. Daar hebben we op een inmiddels zonnig terras een uitgebreide rustpauze genomen, tientallen passerende peregrinos een 'buen Camino' toewensend. Laudiana blijft hier achter. Zijn wacht op haar Italiaanse vrienden die een dag achterop zijn.
Ik mis ten andere nogal wat stapvrienden van de eerste weken. De supervriendelijke Japanner Makoto, de Chinese Helena en Grace uit Hongkong, de romein Alessandro en zijn vriendin, maar vooral Luciano met wie we de eerste week van Lourdes naar Saint-Jean hebben gestapt. Allemaal achterop geraakt.
Ik vergeet bijna dat we vandaag drie weken onderweg zijn. 21 dagen ononderbroken stappen. Elke dag tussen de 20 en de 25 km. Nog maar 18 dagen te gaan! Hoewel ik mijn familie toch een beetje mis, zie ik op tegen de dag dat dit mooie verhaal zal eindigen.
De volgende tien kilometer zijn gewoon adembenemend mooi. Èèn aanhoudend groot wilde bloementapijt langs de berm en in de velden. De rode klaprozen zijn bij ons thuis praktisch verdwenen, maar hier staan ze met duizenden in de groene korenvelden. Daarnaast grote paarse distels, gele boterbloempjes en diverse anderen bloemen waarvan ik de naam niet ken.
Na een kilometer of acht passeren we de resten van wat ooit een machtig klooster is geweest, het 'Convent de San Anton'. Hier werden in de middeleeuwen mensen met 'Antoniusvuur'verzorgd, een soort wondroos die zoals lepra de ledematen aantaste.
In de verte ligt Castrojeriz, aan de voet van een heuvel met hoog op de top de resten van een Visigotische burcht. We hebben een gezellige hostal gevonden waar we twee dubbele kamers boeken. 18 per persoon.
Ik wil wat spullen uit mijn te zware rugzak, die ik tot heden niet heb gebruikt (GPS, camera, hondenafschrikker + opladers, wat overbodige kleren, een gids e.d.) vooruit naar Santiago sturen om ze daar later op te halen. Maar het lokale postkantoor is slechts open van 10u55 tot 11u15 (echt waar!) En dat is een moment dat wij aan het wandelen zijn. Ik ga dus nog enkele dagen met die spullen moeten blijven zeulen.
Dag 20 - Van Burgos naar Hornillos del Camino - 20,2 km
Toen we deze morgen de stad verlieten, was het nog 17C. '17 degrees, this is for us a hot summer day', zegt Eddy. Bij zeventien graden gaan de Schotten naar het strand!
Brendan is een half uur voor ons vertrokken. Ik denk dat hij deze avond niet bij ons zal slapen. Jonathan heeft deze nacht weer enkele serieuze bomen doorgezaagd!
We gaan op stap zonder ontbijt. Fout! Bijna 9 km stappen voor het eerste dorp waar we iets kunnen eten. Geen van ons drieën voelt zich goed in zijn vel. Er wordt niks gezegd op de weg.
Na het ontbijt gaat het veel beter. Fysiek en mentaal.
De omgeving verandert snel. We lopen nu op de Castiliaanse meseta, een hoogvlakte die varieert tussen de 800 tot 1000 m boven de zeespiegel. Rondom ons graanvelden, niks dan graanvelden die aan de horizon uitlopen op kale krijtachtige heuvels. We lopen op een breed lichtglooiend pad. Af en toe klimmen. Af en toe dalen. Het is niet de weg die het ons moeilijk maakt, wel de brandende zon - het is intussen 30 graden - zonder enige mogelijkheid om te schuilen onder een schaduwrijke boom. Er zijn hier gewoonweg geen bomen. Dus geen schaduw!
Dit is wat we komende 6 dagen voorgeschoteld krijgen. De onmetelijke meseta!
We ontmoeten op de weg weer wat nieuwe mensen. Zoals de siciliaanse Lauridiana, de Madrileen Raul, Annie uit Nieuw-Zeeland, de Texaan Roland en de Zuid-Afrikaanse Lindsey. 23 jaar en helemaal alleen naar hier gekomen om de Camino te lopen.
Rond 12 uur 30 bereiken we Hornillos. Genoeg gestapt. Het is echt te warm geworden. We boeken een kamer in een 'casa rural', eigenlijk een veredelde albergue. Een kleine kamer met twee stapelbedden. Later op de namiddag zal Brendan ons toch noch vervoegen.
Er is een 'lavadora', een wasmachine. We maken er graag gebruik van. Om de drie dagen. Want ondanks dagelijks spoelen van onze stapkleren, komt er inmiddels een nare zweetgeur uit de rugzakken.
Ik schrijf dit verslag onder een afdak in de tuin van ons verblijf. Rond de grote tafel mensen van 8 verschillende nationaliteiten. Eddy valt bijna van zijn stoel als ik met de Zuid-Afrikaanse Lindsey in het nederlands een gesprek begin.
Op de foto's: de fantastische kathedraal van Burgos, groepsfoto met de moedige Fausto (en met Jonathan en Eddy) en de'Duitse meisjes Ingrid en Karin.
Dag 19 - Van San Juan de Ortega naar Burgos - 29,5 km
Het eten was een beetje 'plat' gisteravond. Grootkeuken selfservice. Maar als je 24 km gezeuld hebt met een zware rugzak, dan zou ik van de honger zelfs aan mijn leren schoenen gaan zitten knabbelen!
Even voor het vertrek zien we Marco gaan. Hij is een 16 jarige jongeman die via een Duits 'tweede kans' programma de Camino loopt met een sociaal begeleider. Is in het verleden door slechte vrienden op het verkeerde spoor geraakt en heeft een tijdje in een jeugdinstelling doorgebracht. Een vriendelijke gast. Moeilijk in te beelden dat hij snel op de vuist gaat.
Deze morgen vertrokken zoals we gisteren geëindigd zijn: door de bossen van Ortega. In het eerste dorp Ages een ontbijt genomen in een heel gezellig barretje. Dan stijl omhoog. Mijn boekje spreekt over een 'Alto', een heuvel zonder naam, over een moeilijk begaanbaar stenen pad. Maar eenmaal boven, wat een zicht weer! In een diepe en wijde groene vallei zien we heel in de verte Burgos liggen, schitterend in de zon. Maar de stad is nog 20 km stappen verwijderd van ons.
In de afdaling passeren we de Italiaanse vrienden Aldo, Fausto en Francesco. Fausto loopt nog steeds. Zonder rugzak evenwel. Die geeft hij mee aan een taxidienst. Hij wil kost wat kost de Camino uitlopen. Fausto spreekt geen Engels. Hij probeert me uit te leggen dat hij in België is geweest! In de jaren 80. In 'mékele'. Na een tijdje begrijp ik het.! Hij is supporter van Atalanta Bergamo en die hebben in die tijd de halve finale gespeeld in de Europabeker tegen KV Mechelen. Mechelen won en werd later ook Europees kampioen. Hij is er blijkbaar nog altijd niet goed van.
Ik denk dat de doktores mij straffe antibiotica heeft gegeven. Slechts drie pillen, om de 24 uur èèn te nemen. Dit is de tweede namiddag dat ik mij even moet terugtrekken in de bosjes wegens buikkrampen. Gelukkig zijn er veel bossen in de omgeving!
Ik weet niet of het aan mij ligt of de zon of de camino, maar terwijl we stappen maak ik me de bedenking dat ik tot op heden alleen maar 'mooie' mensen heb ontmoet. Mensen met een goeie inborst. Vriendelijke mensen, lieve mensen, opgewekte mensen. Ik vraag aan Eddy of hij ook dat gevoel heeft. Hij geeft me volmondig gelijk. 'It is a special type of people who are walking the camino', zegt hij diplomatisch. Het is alsof er geen slechteriken op deze wereld zijn.
10 km voor Burgos komen we op een lange, brede en drukke viervaksrijweg terecht. Deze moeten we volgen tot in het centrum. Zwaar vrachtverkeer. Langs industriezones, distributiecentra, sociale woning blokken... Een verschrikking na bijna drie weken in de wijdse natuur. Langs weiden, heuvels, korenvelden. Langs loslopende schapen, koeien en wilde paarden...
In het eerste pension dat we passeren in het oude centrum boeken we een kamer. Brendan, een Ier van rond de zeventig, die de hele dag met ons heeft meegestapt, deelt de kamer. Later op de avond blijkt dat Jonathan het vierde bed inneemt. Heel toevallig.
Dag 18 - Van Belorada naar San Juan de Ortega - 24,5 km
Deze morgen om 9. uur naar het 'Centro de Salud'. Ik heb een afspraak met de vrouwelijke dokter om 10 uur. In het Spaans. Zelfs de dokters spreken hier geen woord Engels of Frans. Maar ik denk dat ze me begrepen heeft...en ik haar. Kostprijs consultatie : 0 . Wordt rechtstreeks verrekend met het ziekenfonds. Ik moet naar de apotheek voor antibiotica. Eddy is met een voorwendsel, dat hij ook naar de apotheek moest, blijven wachten. Ik apprecieer dat. Ik hoef het hem niet te zeggen. Hij weet het.
De eerste twaalf km zijn zoals de voorgaande dagen. Stappen tussen glooiende groene korenvelden. Na Villafranca een bergpad omhoog. Ca 500 meter. En plots zijn de velden verdwenen en zitten we midden in de bossen. In de heuvels. Een totaal andere streek.
Het worden 12 lange eenzame kilometers omhoog. Dit zijn de momenten waarop je je begint af te vragen waarom ik hier ben, waarom ik dit per sé wilde doen. Geen antwoord op die vraag.
Halfweg de beklimming een stalletje met wat fruit en frisdranken. Een meer dan welgekomen rustmoment. In de hangmatten tussen de bomen liggen peregrinos uit te rusten. Onder meer het jonge Ierse koppel Rachel en Colin. Zij genieten volop van deze tocht.
We passeren een jong Braziliaans koppel. Ze zijn pas getrouwd. Deze pelgrimstocht is hun huwelijksreis!
San Juan de Ortega is een plaatsje op een berg midden in de bossen. Een Monasterio, een albergue en twee huizen. Eddy en ik besluiten om hier te overnachten. Het is een eenvoudige albergue. 4 kamers met telkens 10 stapelbedden. Wanneer we de slaapkamer om halfvijf binnenkomen, liggen er zeker 10 slapende mensen op hun bed. De vermoeidheid begint zijn tol te eisen!
We gaan naar de gebedsdienst in het Monasterio. Nadien worden de pelgrims gezegend. We krijgen allen een kruisje omgehangen, dat een duplicaat is van het kruis dat gebeiteld is in de 12 eeuwse graftombe van San Juan, een rijke priester die tijdens zijn leven zijn hele fortuin heeft gespendeerd aan de aanleg van wegen door deze woeste streek, die onveilig werd gemaakt door rovers. Een mooi moment.
Tijdens het avondmaal stel ik vast dat mijn 40 belkrediet op mijn nieuwe Spaanse telefoon is opgebruikt. Blijkt dat Vodafone mij continue te betalen berichtjes stuurt met beursinformatie. Wie is er nu verdorie geïnteresseerd in spaanse beursinfo als hij een berg probeert omhoog te klauteren?
Intussen vernemen we dat Jonathan in Ages is, zowat 4 km verderop. Morgen zien we mekaar wellicht weer in Burgos, de volgende grote stad die we aandoen.
Dag 17 - Van Santo Domingo de La Calzada naar Belorada - 22 km
Gisteravond zijn we naar de gebedsdienst geweest in de kathedraal. Al de kerken zijn in barok rococo, fabelachtig mooi. Na de mis een concert van 'Tubala Uxoa de Tafalla' één van de bekendste koren in Navarra met een internationale faam. Hebben zelfs ook al in België opgetreden. Heel indrukwekkend. Spijtig dat ik geen videofilmpjes op mijn blog kan zetten.
Na het avondeten nog een glaasje wijn gedronken met Ingrid en Karin. Ingrid heeft nieuwe wandelschoenen gekocht. Haar twee kleine tenen staan vol bloedblaren. Zij stoppen donderdag met wandelen en vliegen zaterdag terug naar huis. Volgend jaar komen ze het resterende traject tot in Santiago wandelen. Hun mannen zullen ook volgend jaar de was en de plas moeten doen.
Vandaag heb ik het erg lastig gehad. Deze nacht praktisch niet geslapen wegens een zich ontwikkelende ontsteking van de luchtwegen. Heel veel moeten hoesten. Nu was het mijn beurt om de kamergenoten wakker te houden.
Bij het eerste dorpje ligt Fausto languit op een bank. Zijn enkel is serieus gezwollen. Hij heeft pijn. Ik vrees dat hij (een tijdje) zal moeten stoppen. Ik denk dat het weten dat hij z'n vrienden zal moeten laten gaan, veel meer pijn doet dan de enkelblessure op zich. Zijn stapmaat Roberto, die geen Engels spreekt, probeert het ons op een nogal oneerbiedige en plastische wijze duidelijk te maken: Fausto tilt! Game over! Niemand kan er mee lachen.
We stappen voorbij een groot bord met de camino doorheen Castillia y Leon. We verlaten Rioja. Een foto moment.
Onderweg passeer ik drie dames uit Brazilië. Ze zijn samen al stappend een rozenkrans aan het bidden in het Portugees. Er zijn echt heel veel devote mensen op de Camino.
Bij het tweede dorpje van de dag slaag ik erin om telefonisch in het Spaans een kamer voor drie te reserveren in een pension in Belorada. Dank je wel, Gitte! ( Gitte is onze lerares spaans in het kcst avondonderwijs in Sint-Truiden).
Ik ben blij als ik Belorado binnen wandel. Het waren 20 lastige kilometers onder een brandende zon. Eddy en Jonathan zijn intussen het stadje verkennen. Ik probeer wat te rusten op de kamer.
Morgen zoek ik een dokter op als het niet beter is.
Het wordt een lange klimetappe van bijna 28 km naar 'Alto de La Predaja' op 1150 m boven de zeespiegel!
Dag 16 - Van Nájera naar Santa Domingo de La Calzada - 20 km
Gisteravond het verkeerde restaurant genomen. Het eten was gewoon niet te eten. Ik had het kunnen weten. Geen locals aanwezig!
Nadien nog een lekker glaasje wijn gedronken met enkele jonge Franse pelgrims. Omstreeks tien uur breekt er een hels onweer los. We zijn net op tijd op onze kamer voor het gaat stortregenen. Eddy zit een half uur voor het raam naar de bliksems te staren. In Schotland regent het veel maar onweert het zelden. Hij is onder de indruk.
Vanmorgen na het traditionele ontbijt (3 voor vers geperst sinaasappelsap, een koffie en twee tostadas met boter en confituur!) om halfacht op weg.
Een gemakkelijke etappe van slechts 20 km door de glooiende Rioja heuvels. Langzaam maken de wijngaarden plaats voor onmetelijke graanvelden. Ongelooflijke vergezichten weer. En dan die kleurschakeringen! Wel 50 tinten groen! ( geen grijs)
Langs de weg ontmoeten we weer vele nieuwe gezichten. De twee Italiaanse stapvriendinnen Bruna en Graziella. Fausto, Aldo en Roberto uit Bergamo en Milaan. Alberto met zijn lieve echtgenote Luciella. Na de Spanjaarden zijn de Italianen de grootste groep op deze weg. Het mooie is dat je met iedereen zo gemakkelijk aan de praat geraakt. Allemaal mensen met het zelfde doel: in Santiago geraken!
Na de middag lopen we uit mekaar. Eddy een 50tal meter voor mij. Hij heeft zijn gebedsboekje en paternoster in de hand. Jonathan een 50 meter achter mij. Hij is al een tijdje luid en fel gesticulerend aan het zingen. Zet die man op dit gegeven moment op bv de Grote Markt in Sint-Truiden en wellicht denken de meeste terrasjesmensen dat hij mogelijk is ontsnapt uit een instelling zoals Zikkeren of zo. Maar hier op de camino is dit doodnormaal.
Vanavond slapen we in een hospitum van de Cysteriëncen zusters. Een zuster uit India verwelkomt ons en stempelt ons pelgrims boekje. We betalen met z'n drie 80 voor een nette kamer met een private badkamer. Wat een luxe!
Wat later in de namiddag bezoeken we de stad, Santo Domingo de la Calzada. Één van de bekendste plaatsjes op de Camino, genoemd naar zijn weldoener Domingo. De man leefde in de 11de eeuw, werd door twee verschillende kloosterordes geweigerd om toe te treden en heeft dan maar zijn hele leven gewijd aan de verzorging van pelgrims. Bouwde bruggen, wegen en hospitalen. Hij zou 93 jaar geworden zijn.
In de kathedraal zitten in een kooi een kip en een Haan. Een eeuwenoud gebruik. De legende zegt dat een Duitse vader en moeder met volwassen zoon in een herberg in het stadje zouden overnacht hebben. Omdat de zoon niet wilde ingaan op de avances van de herbergiersdochter, beschuldigde deze de zoon valselijk van diefstal. De zoon werd veroordeeld tot de dood door ophanging. De ouders vervolgden diepbedroefd hun weg naar Compostella. Toen ze terug kwamen merkten ze dat hun zoon aan de galg nog leefde. Domingo dad de hele tijd de voeten van de zoon ondersteund. De ouders gingen naar de rechter om te melden dat hun zoon nog leefde. Deze zei: jullie zoon is zo dood als deze kip op mijn bord. En raad wat er gebeurde: de kip kwam tot leven. De zoon werd bevrijd en mocht met zijn ouders mee. Vandaar de kooi in de kathedraal.
Gisteravond hebben we samen gegeten met de Duitse Ingrid en Karin. Omwille van een extra fles lekkere Rioja-wijn is het wat later geworden dan gewoonlijk. Om 23 uur (licht) beschonken in bed.
Deze morgen, na een ontbijt in een bar in de stad, om half acht op weg gegaan. Bij het verlaten van de stad zien we Alesandro, een beer van een vent, die wellicht 5 dagen per week in de fitness zit. Hij heeft pijn. Hij heeft beide voeten van teen tot hiel doorboord met naald en draad. Overal steken gele draadjes uit zijn voeten. Niet mooi om te zien. Hopelijk gaat dit niet ontsteken. Maar hij wil verder...
Vandaag lopen we op een vrij gemakkelijk glooiend pad praktisch de hele dag door de wijngaarden van Rioja. Zover we kunnen zien links en rechts van ons (oude) wijnstokken. Hier en daar een bodega (=wijnhuis).
We lopen een tijd langs de autostrade. Een 'bekaert' omheining scheidt ons van de drukke weg. In het metaalgaas zijn honderden houten kruisjes gestoken. Pelgrims zoeken een stokje, breken het en steken het in de draad. Heel indrukwekkend.
Na 13 km het eerste dorpje Navarrete. Gezellige terrasjes. We beslissen om hier iets te eten. Tijdens de lunch gaan de schoenen uit. Om de verhitte voeten wat koeling te geven. We bezoeken de parochiale kerk. Het interieur dateert van de 16de eeuw, barok en rococo. Ongelooflijk mooi. Hier zie je dat Spanje ooit een machtige en rijke natie is geweest.
Weer op weg. Opnieuw kilometers langs eindeloze wijngaarden. Ergens in de schaduw van een olijfboom spelen twee veldmuzikanten (= twee straatmuzikanten in het veld) op een gitaar. Een aangenaam en welgekomen rustmoment.
Onderweg komen we Makoto tegen. Een sympathieke Japanner van rond de dertig in kimono en met een plat strooien lampekaphoedje op (ik weet echt niet hoe hoe ik dit anders kan beschrijven). Een ongelooflijk vriendelijke jongen.
Stilaan verliezen we vrienden van de eerste dagen. Ze nemen een rustdag of stappen een kortere etappe. Gelijk zien we nieuwe gezichten. Mensen die één en twee dagen voor ons in Saint-Jean zijn vertrokken en die we nu inhalen.
Het volgende dorp Ventosa op 8 km. Daar ontmoet ik Alex, een 23 jarige Franstalige Brusselaar die 124 dagen geleden thuis is vertrokken met rugzak, tent en een paar zware rollerblades. Zonder 1 euro op zak! Ik vraag hem hoe hij overleeft. Wild kamperen zegt hij, water vind je overal en voor eten ga ik winkels binnen en vraag naar voedsel waarvan de bewaardatum is overschreden. Hij is van plan om na Santiago de hele weg terug te voet af te leggen.
Nog 10 lastige kilometers in de brandende zon voor we Nájera bereiken.
Vannacht slapen we in een hostel. Op de vierde verdieping. Een kamer met 9 bedden. Een frisse badhanddoek op elk bed. Ongelooflijk hoe je kleine dingen als een badhanddoek gaat appreciëren!
Het leven op de Camino wordt steeds goedkoper. Gisteren 6 betaald voor een bed en 11 voor een eenvoudige maar lekkere driegangen maaltijd, inclusief een halve liter wijn.
Gisteravond is het vierde bed op onze kamer nog ingenomen door een (zeer) zwaarlijvige Amerikaan. Hij heeft slaapapneu en slaapt met een toestel op het gezicht dat hem constant zuurstof geeft om zijn ademhaling te regelen. 'Be assured', zegt Jonathan, ''this man will not snor (=snurken). En effectief, hij snurkt niet. Maar Jonathan daarentegen... Om het op zijn Luciano's te zeggen: ' WAAUUW....'
Een heel korte nachtrust dus. Om half vijf ben ik wakker. Om half zes uit het bed en om half zeven op stap. We vertrekken zoals we gisteren aangekomen zijn: een lang recht pad dwars door groene korenvelden met links en rechts aan de horizon een massief gebergte. Na ca 8 km, in Torres del Río, nemen we een ontbijt. We bezoeken ook het 12 de eeuwse achthoekige romaanse kerkje, één van de meest authentieke kerkjes op de Camino. Gebouwd in opdracht van de Orde van de Tempeliers, maar uitgevoerde door Moorse vakwerklui. Nu is het een museum.
Vanaf Torres del Río volgen 10 lange aartsmoeilijke kilometers. Een paternoster van steile hellingen.Op en af gaat het. Op en af. Naar boven in slowmotion, de paslengte gehalveerd, het volledige plat van de voet op de grond voor maximale grip op de weg. Naar beneden zigzaggend over het pad om de steilheid wat te breken. Bij elke pas schuiven de tenen tegen het front van de schoen. Ik heb er een blauwe (eerder zwarte) teennagel aan overgehouden.
In Viana eten we enkele 'bocadillos', broodjes met heerlijk beleg. Ik heb zin in een pintje. Ze hebben alleen maar Heineken. Wat de Camino met een mens kan doen! Na enkele uren afzien begin ik zelfs Heineken een lekker bier te vinden!
Nog 10 moeilijke kilometers tot in Logroño, de hoofdstad van Rioja. De zon brandt en werpt harde schaduwen die ons vooruitlopen. We lopen nu tussen de wijngaarden. Sommigen stokken zijn zeer oud te zien aan hun omtrek. Juist voor de stad passeren we de grens tussen Navarra en Rioja.
Vanavond slapen we in een pension. Waar ik in september 2014 heb geslapen. 25 voor een dubbele kamer.
Ik ben vandaag 14 dagen aan het stappen. Ze zijn voorbij gevlogen. Het was soms moeilijk maar o zo mooi. Eddy zegt : 'we should thank our wifes that they let us go for such a long time!' Hij heeft gelijk. Bij deze publiek op deze blog: merciekes Maryske dat je me hebt laten gaan om deze fantastische reis te maken. Echt merci!
En aan de lezers van mijn blog: dank je wel voor de reacties. Ik kan wegens tijdsgebrek niet iedereen persoonlijk een antwoord sturen. Maar weet dat ik ze lees en dat ze veel deugd doen!
Deze morgen onmiddellijk een 'panadería' binnen gestapt voor een broodje met een 'café con leche'. Gelijk een stokbrood gekocht met wat kaas voor onze lunch.
Bij het buitenstappen zien we Kate en Patrick, een jong 'stap'koppel uit Ierland, die mekaar op de Camino hebben ontmoet. Patrick woont nu in de VS. Zijn ouders zijn recent geëmigreerd. Kate mankt. Ze heeft een enkelblessure. Ze heeft gisteren een dokter bezocht. Die raadde haar aan om te stoppen. Maar ze gaat door. De tranen staan in haar ogen. Ze wil niet stoppen. Later op de dag zie ik haar terug. Ze heeft doorgebeten. Het gaat veel beter zegt ze. Maar ze zit onder de pijnstillers.
Nog geen kwartier later kruisen we het Duitse meisje waarmee ik enkele dagen geleden van bed ben gewisseld omdat ze niet op het bovenste bed geraakte. Nog een beetje aangedaan zegt ze dat ze haar stap vriendin gisteren naar de kliniek heeft moeten brengen. Daar blijkt acute blindedarmontsteking. Ze wordt vandaag geopereerd.
De Camino maakt vele slachtoffers. Ik zie steeds meer mensen met voet en knie problemen.
Het is een mooie wandeldag vandaag. Blauwe lucht, 26 C, een beetje wind.
Bij het verlaten van het stadje onmiddellijk omhoog. Een klein uur. En dan krijgen we weer een onbeschrijfelijk mooi panorama voorgeschoteld. Een diepe groene vallei met daarachter een ruw massief hooggebergte.
En dan plots het Monasterio de Irache, één van de oudste kloosters van Navarra. In de tiende eeuw was hier al een hospitum voor pelgrims. Achter het Monasterio een Bodega (wijnhuis). Met een fontein. Een speciale fontein. Eentje die rode wijn geeft in plaats van water.
In het volgende dorp Azqueta zit op het marktpleintje een oude grijze man op een bank. Het is Pablito, één van de bekendste mensen op de Camino. Pablito heeft heel zijn leven, op momenten dat hij niet werkte, een houten stok gegeven aan passerende pelgrims die nog geen wandelstok hadden. Nu kan hij niet meer. Te oud. Hij neemt ons mee naar zijn huis en stempelt onze credencial en geeft ons zijn zegen. Een moment om te onthouden.
Even voorbij het dorp een Moorse waterput uit de twaalfde eeuw. Daar gaan we samen op de foto met vrienden van de laatste dagen. Naast Eddy en Jonathan, Bruno de Siciliaan, Alberto uit Rome en Kony en Suzy, een sympathiek jong Zuid-Koreaans koppel.
En dan volgen 14 lange kilometers door ferm glooiende korenvelden. De zon brandt. Geen schaduw. Het is stil. Een fluisterende wind door het nog groene graan, een eenzaam fluitende vogel en onze voetstappen op het gruis van het pad.
Omstreeks half drie bereiken we Los Arcos. We slapen vannacht in de albergue Isaac Santiago. De hospitaleros zijn Vlamingen. Een Vlaams koppel uit Genk ontvangt ons hartelijk. Hun nichtje woont in de gerestaureerde molen in Attenhoven, op nog geen 300 meter van thuis. Wat kan de wereld toch klein zijn!
Vanavond hebben we afgesproken op de Plaza Mayor om samen iets te eten. Bruno, de ongelooflijk sympathieke Alberto en zijn vrouw Luciana, de Duitse meisjes Ingrid en ... (Ik ben haar naam vergeten), Graciella en haar vriendin...Het wordt een gezellige avond samen, na weer een vermoeiende stapdag.
Morgen wacht ons een lange wandeldag van 28 km naar Logroño!
Gisteravond genoten van een heerlijke buffet maaltijd. 13 ! Daarna lange tijd samen gezeten in het gezelschap van twee Duitse dames uit de buurt van Frankfurt. Zij zijn op stap (letterlijk) zonder de mannen. Die passen thuis op de kinderen. Ze spreken weinig engels, dus haal ik mijn beste (=belabberd) duits boven en vertaal ik voor Eddie. 'Is there any language that you don't speak' zegt hij verbaasd.
De méteo voorspelt droog weer. Dus loopt Eddie in zijn kilt. Alle caminogangers binnen een dag wandelafstand kennen intussen Eddie (en dus ook mij!). 'The fast Scot and Belgian', omdat we iets sneller lopen dan de gemiddelde pelgrim en dus mensen meermaals voorbij steken in functie van onze rustpauzes. Iedereen wil op de foto met Eddie. Ik ben dan fotograaf van dienst. Ik zeg hem dat op het einde van de Camino wellicht ik de enige pelgrim ben die niet met hem op de foto ben gegaan. Hij lacht hartelijk.
Het wordt langzamerhand een hele klus om de voornamen te blijven onthouden van alle mensen die we ontmoeten. Het zijn er zoveel uit zoveel verschillende landen. Soms is het piekeren: waar hebben we die nog gezien? Van welk land is hij? Hoe noemt hij weer?
Vandaag weer enkele keren serieus moeten klimmen. Voldoende steil om om de 50 m te moeten stoppen om hart- en ademhalingsritme terug op een normaal peil te brengen. Voldoende lang om in een drijfnatte T-shirt boven te komen.
We lopen door het dorpje Cirauqui. Heel mooi boven op een heuvel gelegen, omringd door wijngaarden. Het zijn de eerste wijnranken die we op onze tocht tegen komen.
We passeren onderweg een vrouw afkomstig van 'Island of Man', een belastingparadijs tussen Schotland en Ierland. Zij loopt met haar hondje de Camino! Ik beklaag dat diertje! Ergens in een dorp onder een brug zit Luciano met zijn voeten in het koude water van een rivier. 'Bellissimo' roept hij enthousiast.
We kruisen een jonge Duitser. Hij is vanuit Hannover naar Compostela gelopen en is nu op terugweg naar Saint Jean. Van daaruit wil hij de Jeruzalem route gaan lopen. 'That guy is really crazy', zegt Eddie. Ik vraag me af hoe hij dit financiert. Hij is al zes maanden onderweg en daar komt wellicht nog een jaar bij.
Het is goed wandelweer. Bewolkt en niet meer dan 15 °C. Tegen de middag gaat het regenen en worden de ponchos boven gehaald.
Rond drie uur bereiken we Estella. We slapen vannacht in 'Hostal Christina'. 45 voor een dubbele kamer. Dat is per persoon 7 meer dan voor een albergue. Eddie is gelukkig dat we niet in een dortoir slapen. Om eerlijk te zijn, ik ook!
Wanneer we de stad verkennen, lopen we Jonathan tegen het lijf. Hij is gisternamiddag toch nog uit Pamplona vertrokken en heeft ons ingehaald. Morgen wandelen we weer samen.
Later op de avond Skype ik nog even met Maryse. Om half tien gaat het licht uit. Letterlijk en figuurlijk!
Dag 11 - Van Pamplona naar Puenta de La Reina - 25 km
Vannacht weer geen oog dicht gedaan. Luciano, die beneden mij lag, heeft gesnurkt als een ... (zelf in te vullen). Een Amerikaan uit de Midwest was tot laat in de nacht samen met zijn zoon de voortgebrachte geluiden van Luciano aan het becommentariëren. Ik hoor op een gegeven moment de zoon zeggen: 'if I wasn't at the camino, I would kill him!' Ik ga er van uit dat hij een grapje maakte!
Jonathan, de Canadees, gaat vandaag niet met ons mee. Hij neemt een rustdag in Pamplona. De laatste dagen te weinig geslapen, zegt hij. Daar zit een waarheid in. Maar...volgens mij heeft hij ook een kapitale fout gemaakt om de avond voordien een Schot te willen volgen, die zich per sé wilde bezatten. Niemand kan drinken zoals een Schot!
Zelfs Eddie zag er gisteren niet fris uit. Maar vandaag opnieuw de oude.
Gisteravond met hem nog de oude stad bezocht. In kilt, zoals alle avonden. Straten vol met 'Pamplonezen' (of hoe noem je de inwoners van Pamplona?). Je moest die gezichten kunnen zien. Verwonderd, lachend, ongeloof, zelfs afkeurend en misprijzend in de kathedraal. Die mensen zien immers geen Schot, maar een inmiddels stevig bebaarde man met een 'rok'. Zeg nooit tegen een Schot dat hij een 'skirt' (rok) draagt. Dan affronteer je hem. Eddie zegt: 'women wear skirts, man wear kilts!'
Vergeefs naar een restaurant gezocht dat open was! Restaurants openen tenvroegste om half tien. Dat is zo ongeveer het uur dat pelgrims gaan slapen... Daarom onze honger gestild in een goede tapasbar. Daar zie ik nog even de meisjes uit Hakendover. Zij stoppen hier en keren morgen met spijt in het hart terug naar België.
Vandaag opnieuw moeten klimmen naar een hoogte van 780 meter, naar de 'Alto de Perdón'. Bijna drie uur omhoog! Maar het is (zoals steeds) de moeite. Een fantastisch vergezicht over Pamplona en de vallei. Aan de andere kant idem. Vier gescheiden dorpen in een uitgestrekte vlakte. Op de top van de berg een monument: in plaatstaal uitgesneden silhouetten van pelgrims op weg naar Santiago. En 40 grote windmolens...
Onderweg weer heel wat mensen gesproken: een Pools koppel, een Hongaars koppel, drie jonge Amerikaanse vriendinnen, een Australische, Bruno uit Sicilië, een jonge Ierse, een man uit Capetown uit Zuid -Afrika, die zich op de dorpel van een huis na drie dagen nog steeds zat af te vragen waarom hij naar hier is gekomen!
Tijdens de afdaling passeren we een gedenkteken van een Vlaming, die daar ter plaatse is overleden. Het is al het achtste gedenkteken van overleden mensen op de Camino sinds we Saint-Jean hebben verlaten. De Camino eist zijn tol...
Eddie en ik beslissen om een kamer te nemen in 'Hotel Jakue'. Het doet ongelooflijk deugd om nog eens te kunnen slapen zonder een snurker in de buurt.
Eddy is gisternamiddag iets te lang in een bar blijven zitten! Hij vond het absoluut nodig om tijdens het avondeten in kilt en met de Schotse (vlag die hij al enkele dagen op zijn rugzak draagt), Schotse vrijheidsliederen te moeten zingen! De Ieren een tafel verder lieten zich ook niet onbetuigd! Het is een erg luidruchtige bedoening geweest, dat avondmaal.
Vannacht opnieuw geslapen in een albergue de peregrinos. 8 stapelbedden, 4 snurkers!
Vandaag opnieuw een relatief korte etappe doorheen de bossen van Navarra. Om te eindigen in de ommuurde stad Pamplona.
We slapen in een wat speciale albergue. De stapelbedden zijn als het ware tegen een muur aangebouwd. De open zijde kan worden afgesloten met een gordijn. Meer privacy en hopelijk ook minder geluidslast...
Ik heb wat sightseeing gedaan in de stad. Heb ook een GSM gekocht. 18 ! Nu nog even mee leren werken! Hopelijk houdt hij het 4 weken vol!
Ik heb vannacht een kamer gedeeld in de hostal 'La Posada' met Eddie en Jonathan, een Canadees uit Ottawa, die we gistermorgen hebben ontmoet. Zalig om eens niet in een rumoerige dormitorio van een albergue te moeten slapen.
Alle pelgrims die vannacht verblijven in het prachtig gerenoveerde Monasterio van de 11de eeuw, eten in het restaurant van onze hostal. In twee shiften. 2 keer 150 mensen! Onvoorstelbaar hoeveel talen je hoort spreken als je langs de tafels loopt!
Vandaag was een relatief gemakkelijke etappe. 23 km door de schaduwrijke bossen van Navarra. Op enkele stevige kuitenbijters na, vrijwel steeds bergaf op goed begaanbare grint- en bospaden.
Ik heb een tijdje samen gelopen met drie Vlaamse meisjes. Sarah is zes weken geleden vertrokken in Aalst! Op haar eentje helemaal alleen door Frankrijk. Nu nog vijf weken tot Santiago. Respect! De twee anderen zijn vertrokken ergens in Zuid-Frankrijk en stappen tot Pamplona. Zij wonen in Hakendover. Wat kan de wereld soms klein zijn!
Heb ook een tijdje samen gelopen met Fanny, een jonge Belgisch Luxemburgse. Zij heeft enkele maanden geleden haar dochtertje verloren. Ik ben even aangeslagen. Ze is pas geopereerd aan de knie en loopt met een verband. De dokter heeft het haar verboden, maar toch doet ze het. De hele weg naar Santiago!
Heb ook even samen gelopen met een jong Iers koppel. Ze willen later dit jaar trouwen en zien deze tocht als een soort relatietest...
Er zijn vele redenen om deze bizarre tocht te ondernemen!
De camino maakt ook zijn eerste slachtoffers. Mensen komen al mankend het dorp binnen. Blaren, pijnlijke knieën... Het zal er de komende dagen niet op verbeteren!
Mijn telefoon doet het nog steeds niet. Al drie winkels gedaan, Maryse heeft al enkele keren gebeld met Mobistar. Het probleem geraakt niet opgelost! Morgen lopen we naar Pamplona. Ik blijf er maandag tot de winkels openen. Dan koop ik me een toestel met een Spaans nummer.
Dag 8 - vrijdag 26 mei - Naar Roncesvalles - 25 km
Vannacht met zeven andere mannen geslapen in een muffe dortoir van de 'Auberge du Pélerin'. Vanavond ga ik voor een hostal met wat meer privacy!
Vandaag de Pyreneeën over gestoken. Naar een hoogte van 1450 meter boven de zeespiegel. 'That 's a lot of mountain', zegt Eddie.
Een prachtige dag is het geweest , weersgewijze althans! Om half acht vertrokken in Saint-Jean, met nog enkele honderden andere pelgrims. De eerste twee uur in de mist. Dan trok boven ons de hemel open. En plots realiseren we ons dat we eigenlijk in de wolken hebben gelopen die we nu onder ons hebben gelaten. En effectief, in de vallei ver beneden ons een fantastisch wit wolkendek. Naarmate we hoger klimmen gaat de zon meer branden. De wolken blijven ver beneden ons. Wie kan er zeggen dat hij vandaag een broodje kaas heeft gegeten boven de wolken boven op de top van een berg in het gezelschap van een Schot, een Canadees en een Japanner!
Zeven uur hebben we geklommen. Op bepaalde ogenblikken meer dan 20%. Vreselijk! Maar het was de moeite. De vergezichten zijn onbeschrijfelijk.
En dan het gezelschap! Tijdens die 20 km klimmen heb ik mensen ontmoet en gesproken uit minstens 20 verschillende landen. Ik vraag me constant af hoe het komt dat je op deze camino mensen ontmoet van alle continenten van deze wereld! Australië, Zuid-Amerika, Azië, de VS...
s' Avonds gaan we samen in het monasterio naar de mis en de pelgrimszegening. Daar ontmoeten we Luciano. Hij heeft het duidelijk moeilijk. Zijn stapmaat Sergio van de voorbije week is vertrokken. Ongelooflijk wat een week samen stappen kan teweegbrengen bij een mens. Ook dat is de camino!
Dag 7 - Saint Juste Ibarre - Saint Jean Pied de Port - 24 km
Gisteravond samen genoten van een heerlijke maaltijd. Een salade-mixte als voorgerecht, een half bord vol entrecôte met frietjes en kaas van het dorp als nagerecht. Met een halve liter wijn. Voor 16 ! ZESTIEN! Eddie vraagt zich hardop af: 'Does she make any profit out of it?'
Vandaag is het echt zwaar geweest. Na enkele kilometers bij een boerderij recht omhoog de heuvel op. Op handen en voeten op een bijna onbegaanbaar pad. Voorover gebogen om het zwaartepunt zo kort mogelijk bij de grond te houden. Eèn misstap en onherroepelijk val je enkele tientallen meters dieper. Na enkele honderden meters klimmen komen we op een karrenspoor dat steil omhoog naar de top van de heuvel leidt. Maar hoe hoger we klimmen, hoe verder die top komt te liggen. Geen bomen meer. Alleen nog graasweiden. De vogels zijn zelfs gestopt met zingen. We passeren op ons pad verschillenden kudden (is dit het goeie woord?) loslopende koeien, wilde paarden en honderden schapen. Op deze hoogte geen omheiningen meer.
Na meer dan twee uur klimmen bereiken we de top. Beneden ons trekken de wolken samen. De vallei achter ons verdwijnt in de wolken. De zichtbaarheid vermindert. Minder dan 50 meter. Ik realiseer me dat we in de wolken stappen.
We blijven lang op die grote hoogte. Van de ene heuvel naar de andere. En dan trekt plots de hemel open. Een diepe vallei - verschillende honderden meters lager- strekt zich voor ons uit.
Hier en daar een geïsoleerde boerderij. En heel in de verte iets wat op een dorp lijkt. We vragen ons af of dit Saint-Jean Pied-de-Port zou kunnen zijn.
Ja dus. Maar het blijkt nog 2 uur stappen en mijn energie is compleet opgebruikt. Het is 2 uur in de namiddag en we hebben nog niks gegeten. Tot mijn grote opluchting passeren we een gehucht met een bar. De uitbaatster is zo vriendelijk om een sandwich te maken. Gelukkig. Ik had het anders niet gehaald.
Omstreeks 4 uur bereiken we Saint-Jean. Het is er zoals te verwachten erg druk. Tientallen 'rugzakkers' zoeken een slaapplaats.
Eddie is een echte Schot. Elke avond bij aankomst na de verfrissende douche draagt hij zijn kilt. Voor wie het zich afvraagt: er wordt geen ondergoed onder gedragen. 'It is simply not done!' zegt hij. Er komen mijn inziens weinig Schotten de camino wandelen, in acht genomen de aandacht die Eddie krijgt van de locals... Ik vind het geweldig om naar de expressies op al die gezichten te zien wanneer wij voorbij wandelen...
Na een lekker avondmaal wandelen Eddie en ik nog even naar de gîte waar Sergio en Luciano verblijven. Sergio verlaat ons morgen. Hij rijdt terug naar Lourdes en gaat vervolgens nog twee tweeken wandelen op de 'Voie d'Arles'. Het wordt even emotioneel. Wat vijf dagen samen stappen op de Camino kan teweeg brengen!
Morgen wacht het echt serieuze werk. 24 km omhoog de Ibañeta-pas over. Bij leven en welzijn schrijf ik morgen een dagrapportje vanuit Spanje.