Een dagboek over een (wellicht) onvergetelijke ervaring
12-06-2016
Dag 24 - Van CARRION naar Ledigos - 23,5 km
Gisteren in de late namiddag zien we Brendan terug. Hij is toch nog vertrokken! Maar zijn schoenzool is intussen gebarsten. Hij moet noodgedwongen op zoek naar nieuwe schoenen.
Om 19 uur speelt er een gitarist in de kerk Spaanse melodieën. Een moment van bezinning.
Als we later op de avond op een terras op onze paella zitten te wachten, komt Veronica binnenstappen en vraagt of we het al weten van de diefstal. Nee dus. Eergisteren ochtend stelde een pelgrim in de albergue waar zij verbleef vast dat zijn geld uit zijn portefeuille verdwenen was. Meer dan 200 . Raul, een vriendelijke jongen, met wie ik enkele dagen geleden even heb samen gewandeld, mist zijn tablet. Terwijl de meerderheid van de pelgrims de herberg verlaat en op stap gaat, wordt de politie erbij gehaald. Die vraagt naar recent genomen foto's door verschillende pelgrims. Binnen enkele minuten wordt er iemand uitgehaald. Het is Raul. Hij is bij de politie gekend als een professionele dief. Hij loopt elk jaar de camino, wint het vertrouwen van een pelgrim en besteelt hem dan. Gister ochtend hebben ze hem in een albergue opgepakt! Er zijn dus toch slechteriken op de Camino!
We kijken naar de match Engeland-Rusland. In de bar schenken ze Blonde Leffe. 2,5 inclusief een lekkerre tapas. Voor Brendan en Jonathan was de wedstrijd just op tijd gedaan.
Vandaag was een zware wandeldag. Vooral mentaal. 23 km doorheen een monotone vlakke zee van graanvelden. Af en toe onderbroken door enkele hagen of bosjes.
Het is nochtans uitstekend wandelweer. Een gesluierde zon, 23 graden, een koele bries.
Jonathan zingt weer. Ik weet niet wat het is maar het lijkt precies op èèn of ander Indiaans klaaglied. Hij woont in Ottawa in Canada!
Onderweg ontmoet ik Hans, een Noord-Nederlander. Er lopen niet zoveel Nederlanders de Camino. Holland is een gereformeerd land. Maar Hans is een echte. Helemaal in het oranje. Wanneer hij hoort dat ik Vlaming ben, begroet hij me op die typisch Hollandse nederige ingetogenheid... Ik kan het niet laten. Ik vraag hem wanneer Oranje zijn eerste wedstrijd speelt. Hij glimlacht zuur...
Op onze tweede rustplaats zeggen we geen woord tegen elkaar. We hebben het alle drie moeilijk. Zelfs Eddy zit letterlijk met de handen in het haar, het hoofd naar beneden gebogen.
Nog 7 km te gaan. Bij de eerste albergue in Ledigos gaan we binnen. Ze hebben een kamer met drie bedden. Geen stapelbedden maar ook geen handdoeken en slechts 1 douche annex wc in de gang voor 40 mensen. Maar we zijn content met wat we krijgen.
Beneden in de bar speelt een TV. We vragen of we de match Turkije-Kroatië mogen zien. De barman valt uit de lucht. Europees Kampioenschap! Weet niet wat dat is. En nog erger, vindt de zender niet waar de match wordt uitgezonden!
Ledigos is een verlaten gat. Enkele lemen huizen - specifiek voor deze streek- en twee albergues. Dat is het. We gaan deze avond vroeg slapen, denk ik. En eigenlijk is dat goed. Want ik voel dat mijn lichaam rust nodig heeft.
We eten in de albergue. 9 voor een noedelsoep, een bord met twee dikke koteletten met frietjes en verse salade, een ijsje als dessert, inclusief een fles wijn en een fles water! Het leven is hier spotgoedkoop!
Dag 23 - Van Fromista naar Carion de Los Condes - 19,7 km
Brandon is gisteravond nog een apotheker gaan opzoeken. Die heeft meer dan een halfuur zijn voeten verzorgd. Met een wonderzalf, zegt hij. Het wonder moet mijn inziens nog gebeuren want Brandon beslist deze morgen om een dag rust te nemen. Zijn voeten zijn te gehavend door de blaren.
Om half negen gaan Eddy en ik op stap. Even buiten het stadje halen we Daniel in. Hij is gisteravond na 9 uur toegekomen. De albergue was volzet maar een pelgrim heeft zijn bed afgestaan en heeft zelf op de grond geslapen. Een andere heeft nog een maaltijd bereid voor Daniel. Deze jonge man moet mentaal ongelooflijk sterk zijn om met een zware rugzak en half verlamde benen heel alleen deze tocht te maken! Dit illustreert nog maar eens hoe belangrijk deze Camino kan zijn voor bepaalde mensen!
Een tijdje later passeren we Daisy uit Denver, Colorado. Zij loopt met haar grootvader de Camino. Voor hem gaat een nieuwe wereld open, zegt ze. Daisy heeft juist haar University Degree gehaald. Nu gaat ze proberen haar ''grade' te halen, de master van bij ons. Een jaar universiteit kost gemiddeld tussen de 30 000 en 40 000 . Wat leven wij toch in een gezegend land! Eddy zegt terloops dat universitaire studies in Schotland gratis zijn voor studenten afkomstig uit alle Europese landen, uitgezonderd Engeland! Engelse studenten moeten tot 8000 per jaar betalen! Schotland heeft echt een probleem met Engeland, veel groter dan wij ons kunnen voorstellen.
Het is ongelooflijk hoeveel Amerikanen en Canadezen de Camino lopen. Na de Spanjaarden, de Italianen en de Ieren, de vierde groep. Reden hiervoor is de film 'The Way' waarin Martin Sheen als vader zijn vermiste zoon gaat zoeken en zo kennis maakt met de Camino. De film is wel enigszins geïdealiseerd zodat vele stappers uit de VS zich verslikken in de moeilijkheidsgraad.
De tocht vandaag beleef ik met een dubbel gevoel. Enerzijds gemakkelijk omdat het vlak is als een biljarttafel. Anderzijds wat onaangenaam omdat we de ganse dag op een grindweg hebben gelopen, parallel met de provinciale weg. Maar steeds omgeven door tot aan de oneindige horizon reikende graanvelden, de 'tierra de campos'!
Na 10 km onze eerste rustpauze. De lommerrijke tuin van een gezellige albergue in Villarmentero de Campos. Alle dorpen eindigen hier op 'de Campos'...Tussen de tuinmeubelen op het gazon lopen kippen, eenden, ganzen, enkele honden en...twee ezels! Zij worden gevoed door de rustende peregrinos. Zij komen rustig uit de uitgestoken handen eten.
In Villalcazar de Sirga bezoeken we de laatromaanse kerk Santa Maria La Blanca. Een mastodont van een kerk die van ver boven het dorp uitsteekt. Een moment om ook een stempel in onze credencial te laten zetten.
Onderweg passeren we een verkeersbord dat zegt: Santiago 463 km. Nog maar 463 km te gaan en we zijn er!
Na nog 6 km stappen langs de monotone weg bereiken we Carrion de Los Condes. Een gezellig stadje dat in de middeleeuwen erg belangrijk was voor pelgrims met niet minder dan 12 kerken en evenveel hospitums.
Na de gebruikelijke verfrissende douche en het wassen van onze stapkleren gaan we het stadje verkennen.
Op de tweede foto nog enkele sfeerbeelden van dagen geleden die Eddy heeft genomen: een jong hondje ergens op de weg tussen Lourdes en Saint-Jean die mij als speelmaatje ziet, even proeven van de wijn bij het Monasterio de Irache, even uitrusten in een hangmat in de bossen nabij Ortega...
Gisteravond gegeten voor 10 . Een frisse pastasalade met alles erop en eraan, brood à volontè, stoofvlees met frietjes en als dessert een roomijs, inclusief een fles water en twee flessen Rioja (voor vier personen!) Ik blijf me afvragen hoe ze dit doen.
Brendan murmelt Iers. Hij doet geen moeite om een verstaanbaar Engels te spreken. Omdat ik het moe ben om hem telkens te vragen te herhalen en om te doen alsof ik hem begrepen heb, en gewoon ook omdat ik moe ben, ga ik slapen.
Ik val als een blok in slaap. Om half vier gewekt door het gesnurk van Eddy. Omdat het blijft duren zoek ik mijn oordopjes. Dit zijn de meest nuttige en meest gebruikte hulpjes op mijn Camino! Wanneer we om zeven uur wakker worden, vraag ik hem hoe hij geslapen heeft. 'I slept like baby', zegt hij. 'No snorrers' (snurkers). Ik weet even niet welke kant op te kijken.
Bij het verlaten van het stadje doemt er aan de overkant van de vallei een heuvel op. Een muur! Op die muur een slingerend pad omhoog. En op dat pad kleine gekleurde stipjes. Het zijn stappers die proberen de top te bereiken. Snel is het aan ons. Het is weer naar adem happen. Na een halfuur is mijn T-shirtje drijfnat. Maar wat een panorama als we achterom kijken. Een diepe brede groene vallei. Het stadje Castrojeriz dat we een uur geleden verlaten hebben (en waarvan de hoofdstraat toch 1,5 km lang is) is verschrompeld tot een minuscule nederzetting!
Over de top aan de andere kant hetzelfde schouwspel. Een brede diepe vallei, gekleurd door de rijpende graanvelden. Dit is de laatste heuvel voor de komende dagen. Het landschap verandert snel. De heuvels worden afgevlakt, een beetje zoals de Hespense berg thuis.
Na 10 km bereiken we onze eerste rustplaats, een aangenaam terras van een albergue in het dorpje Itero de La Vega. Daar zitten ook de Zuid-Afrikaanse Lindsey, de Duitser Stephan en de Texaan Roland. Roland is een reus van een vent. Meer dan twee meter groot. Schoenmaat 54. Hij heeft in Saint-Jean een hele dag rondgelopen, op zoek naar sandalen, zegt hij. Uiteindelijk heeft iemand hem in contact gebracht met een basketbalspeler. Die heeft hem verder geholpen.
Terug 9 km lopen. De heuvels zijn verdwenen. Alleen nog graanvelden die tot aan de horizon reiken.
We lopen weer samen apart. Op de kop Eddy met zijn gebedsboekje en paternoster. Daarna de waggelende Brendan. Zijn voeten staan vol blaren en hij kan met moeite lopen. Daarachter Jonathan en Lauridiana. Laura is intussen zo een beetje 'gecrasht' voor Jonathan. Er groeit iets moois tussen die twee. Een camino-romance! Meer mag ik niet zeggen. Ook de Camino geeft sommige geheimen niet prijs!
We passeren Daniel uit London. 27 jaar. De jongeman loopt op krukken, die aan zijn onderarmen zijn vastgemaakt. Hij trekt als het ware zijn hele onderlichaam met zijn twee slepende benen achter zich aan. Hij kan maximaal 10 km per dag doen, zegt hij, zolang de pijn draaglijk blijft. Ik moet onwillekeurig aan Marieke Vervoort denken!
In het volgende dorp Boadilla del Camino nemen we een lunchpauze.
Nog 6 km te lopen! Langs het kanaal van Castilla.
Wanneer we in Fromista toekomen, lopen we Alberto en zijn vrouw tegen het lijf waarmee we een week geleden (het lijkt een eeuwigheid) hebben samen gewandeld. Zij stoppen vandaag. Morgen naar huis. We gaan later op de avond samen iets eten en nemen afscheid. Altijd een klein beetje emotioneel op de Camino!
Gisteravond na het avondmaal op het warme terras van de gezellige bar blijven hangen. We moesten van de uitbaatster een lokale likeur proeven: crema de arojo (als ik het goed heb begrepen). Proefde een beetje als baileys. Waarop Brendan zegt dat hij dat thuis in Ierland drinkt met een goeie whiskey! Dus hebben we crema de arojo met whiskey gedronken. Minstens èèn te veel.
Eddy werd er zowaar emotioneel van. En dat is niet zijn gewoonte. Hij heeft me een paar dagen geleden toevertrouwd dat Schotten moeilijk hun emoties kunnen tonen. Koel zoals het weer, zei hij. 'I love very much my wife but I will not very often say it to her', zegt hij. Ik denk dat ik wat Schots bloed in mij heb!
De Nieuw-Zeelandse Annie zit bij ons. Zij vertelt dat ze samen met drie vriendinnen deze reis gedurende meer dan een jaar voorbereid heeft. Na drie dagen stappen hebben haar vriendinnen het opgegeven. De Camino was niet wat ze er van verwachtten! Wat dachten die dames dan? Dat ze even een zondagnamiddags uitstapje gingen maken? Annie is erg teleurgesteld!
Deze morgen om half acht vertrokken. Het was redelijk fris met een koele wind. 10 km langs glooiende graanvelden tot in Hontanas. Daar hebben we op een inmiddels zonnig terras een uitgebreide rustpauze genomen, tientallen passerende peregrinos een 'buen Camino' toewensend. Laudiana blijft hier achter. Zijn wacht op haar Italiaanse vrienden die een dag achterop zijn.
Ik mis ten andere nogal wat stapvrienden van de eerste weken. De supervriendelijke Japanner Makoto, de Chinese Helena en Grace uit Hongkong, de romein Alessandro en zijn vriendin, maar vooral Luciano met wie we de eerste week van Lourdes naar Saint-Jean hebben gestapt. Allemaal achterop geraakt.
Ik vergeet bijna dat we vandaag drie weken onderweg zijn. 21 dagen ononderbroken stappen. Elke dag tussen de 20 en de 25 km. Nog maar 18 dagen te gaan! Hoewel ik mijn familie toch een beetje mis, zie ik op tegen de dag dat dit mooie verhaal zal eindigen.
De volgende tien kilometer zijn gewoon adembenemend mooi. Èèn aanhoudend groot wilde bloementapijt langs de berm en in de velden. De rode klaprozen zijn bij ons thuis praktisch verdwenen, maar hier staan ze met duizenden in de groene korenvelden. Daarnaast grote paarse distels, gele boterbloempjes en diverse anderen bloemen waarvan ik de naam niet ken.
Na een kilometer of acht passeren we de resten van wat ooit een machtig klooster is geweest, het 'Convent de San Anton'. Hier werden in de middeleeuwen mensen met 'Antoniusvuur'verzorgd, een soort wondroos die zoals lepra de ledematen aantaste.
In de verte ligt Castrojeriz, aan de voet van een heuvel met hoog op de top de resten van een Visigotische burcht. We hebben een gezellige hostal gevonden waar we twee dubbele kamers boeken. 18 per persoon.
Ik wil wat spullen uit mijn te zware rugzak, die ik tot heden niet heb gebruikt (GPS, camera, hondenafschrikker + opladers, wat overbodige kleren, een gids e.d.) vooruit naar Santiago sturen om ze daar later op te halen. Maar het lokale postkantoor is slechts open van 10u55 tot 11u15 (echt waar!) En dat is een moment dat wij aan het wandelen zijn. Ik ga dus nog enkele dagen met die spullen moeten blijven zeulen.
Dag 20 - Van Burgos naar Hornillos del Camino - 20,2 km
Toen we deze morgen de stad verlieten, was het nog 17C. '17 degrees, this is for us a hot summer day', zegt Eddy. Bij zeventien graden gaan de Schotten naar het strand!
Brendan is een half uur voor ons vertrokken. Ik denk dat hij deze avond niet bij ons zal slapen. Jonathan heeft deze nacht weer enkele serieuze bomen doorgezaagd!
We gaan op stap zonder ontbijt. Fout! Bijna 9 km stappen voor het eerste dorp waar we iets kunnen eten. Geen van ons drieën voelt zich goed in zijn vel. Er wordt niks gezegd op de weg.
Na het ontbijt gaat het veel beter. Fysiek en mentaal.
De omgeving verandert snel. We lopen nu op de Castiliaanse meseta, een hoogvlakte die varieert tussen de 800 tot 1000 m boven de zeespiegel. Rondom ons graanvelden, niks dan graanvelden die aan de horizon uitlopen op kale krijtachtige heuvels. We lopen op een breed lichtglooiend pad. Af en toe klimmen. Af en toe dalen. Het is niet de weg die het ons moeilijk maakt, wel de brandende zon - het is intussen 30 graden - zonder enige mogelijkheid om te schuilen onder een schaduwrijke boom. Er zijn hier gewoonweg geen bomen. Dus geen schaduw!
Dit is wat we komende 6 dagen voorgeschoteld krijgen. De onmetelijke meseta!
We ontmoeten op de weg weer wat nieuwe mensen. Zoals de siciliaanse Lauridiana, de Madrileen Raul, Annie uit Nieuw-Zeeland, de Texaan Roland en de Zuid-Afrikaanse Lindsey. 23 jaar en helemaal alleen naar hier gekomen om de Camino te lopen.
Rond 12 uur 30 bereiken we Hornillos. Genoeg gestapt. Het is echt te warm geworden. We boeken een kamer in een 'casa rural', eigenlijk een veredelde albergue. Een kleine kamer met twee stapelbedden. Later op de namiddag zal Brendan ons toch noch vervoegen.
Er is een 'lavadora', een wasmachine. We maken er graag gebruik van. Om de drie dagen. Want ondanks dagelijks spoelen van onze stapkleren, komt er inmiddels een nare zweetgeur uit de rugzakken.
Ik schrijf dit verslag onder een afdak in de tuin van ons verblijf. Rond de grote tafel mensen van 8 verschillende nationaliteiten. Eddy valt bijna van zijn stoel als ik met de Zuid-Afrikaanse Lindsey in het nederlands een gesprek begin.
Op de foto's: de fantastische kathedraal van Burgos, groepsfoto met de moedige Fausto (en met Jonathan en Eddy) en de'Duitse meisjes Ingrid en Karin.
Dag 19 - Van San Juan de Ortega naar Burgos - 29,5 km
Het eten was een beetje 'plat' gisteravond. Grootkeuken selfservice. Maar als je 24 km gezeuld hebt met een zware rugzak, dan zou ik van de honger zelfs aan mijn leren schoenen gaan zitten knabbelen!
Even voor het vertrek zien we Marco gaan. Hij is een 16 jarige jongeman die via een Duits 'tweede kans' programma de Camino loopt met een sociaal begeleider. Is in het verleden door slechte vrienden op het verkeerde spoor geraakt en heeft een tijdje in een jeugdinstelling doorgebracht. Een vriendelijke gast. Moeilijk in te beelden dat hij snel op de vuist gaat.
Deze morgen vertrokken zoals we gisteren geëindigd zijn: door de bossen van Ortega. In het eerste dorp Ages een ontbijt genomen in een heel gezellig barretje. Dan stijl omhoog. Mijn boekje spreekt over een 'Alto', een heuvel zonder naam, over een moeilijk begaanbaar stenen pad. Maar eenmaal boven, wat een zicht weer! In een diepe en wijde groene vallei zien we heel in de verte Burgos liggen, schitterend in de zon. Maar de stad is nog 20 km stappen verwijderd van ons.
In de afdaling passeren we de Italiaanse vrienden Aldo, Fausto en Francesco. Fausto loopt nog steeds. Zonder rugzak evenwel. Die geeft hij mee aan een taxidienst. Hij wil kost wat kost de Camino uitlopen. Fausto spreekt geen Engels. Hij probeert me uit te leggen dat hij in België is geweest! In de jaren 80. In 'mékele'. Na een tijdje begrijp ik het.! Hij is supporter van Atalanta Bergamo en die hebben in die tijd de halve finale gespeeld in de Europabeker tegen KV Mechelen. Mechelen won en werd later ook Europees kampioen. Hij is er blijkbaar nog altijd niet goed van.
Ik denk dat de doktores mij straffe antibiotica heeft gegeven. Slechts drie pillen, om de 24 uur èèn te nemen. Dit is de tweede namiddag dat ik mij even moet terugtrekken in de bosjes wegens buikkrampen. Gelukkig zijn er veel bossen in de omgeving!
Ik weet niet of het aan mij ligt of de zon of de camino, maar terwijl we stappen maak ik me de bedenking dat ik tot op heden alleen maar 'mooie' mensen heb ontmoet. Mensen met een goeie inborst. Vriendelijke mensen, lieve mensen, opgewekte mensen. Ik vraag aan Eddy of hij ook dat gevoel heeft. Hij geeft me volmondig gelijk. 'It is a special type of people who are walking the camino', zegt hij diplomatisch. Het is alsof er geen slechteriken op deze wereld zijn.
10 km voor Burgos komen we op een lange, brede en drukke viervaksrijweg terecht. Deze moeten we volgen tot in het centrum. Zwaar vrachtverkeer. Langs industriezones, distributiecentra, sociale woning blokken... Een verschrikking na bijna drie weken in de wijdse natuur. Langs weiden, heuvels, korenvelden. Langs loslopende schapen, koeien en wilde paarden...
In het eerste pension dat we passeren in het oude centrum boeken we een kamer. Brendan, een Ier van rond de zeventig, die de hele dag met ons heeft meegestapt, deelt de kamer. Later op de avond blijkt dat Jonathan het vierde bed inneemt. Heel toevallig.
Dag 18 - Van Belorada naar San Juan de Ortega - 24,5 km
Deze morgen om 9. uur naar het 'Centro de Salud'. Ik heb een afspraak met de vrouwelijke dokter om 10 uur. In het Spaans. Zelfs de dokters spreken hier geen woord Engels of Frans. Maar ik denk dat ze me begrepen heeft...en ik haar. Kostprijs consultatie : 0 . Wordt rechtstreeks verrekend met het ziekenfonds. Ik moet naar de apotheek voor antibiotica. Eddy is met een voorwendsel, dat hij ook naar de apotheek moest, blijven wachten. Ik apprecieer dat. Ik hoef het hem niet te zeggen. Hij weet het.
De eerste twaalf km zijn zoals de voorgaande dagen. Stappen tussen glooiende groene korenvelden. Na Villafranca een bergpad omhoog. Ca 500 meter. En plots zijn de velden verdwenen en zitten we midden in de bossen. In de heuvels. Een totaal andere streek.
Het worden 12 lange eenzame kilometers omhoog. Dit zijn de momenten waarop je je begint af te vragen waarom ik hier ben, waarom ik dit per sé wilde doen. Geen antwoord op die vraag.
Halfweg de beklimming een stalletje met wat fruit en frisdranken. Een meer dan welgekomen rustmoment. In de hangmatten tussen de bomen liggen peregrinos uit te rusten. Onder meer het jonge Ierse koppel Rachel en Colin. Zij genieten volop van deze tocht.
We passeren een jong Braziliaans koppel. Ze zijn pas getrouwd. Deze pelgrimstocht is hun huwelijksreis!
San Juan de Ortega is een plaatsje op een berg midden in de bossen. Een Monasterio, een albergue en twee huizen. Eddy en ik besluiten om hier te overnachten. Het is een eenvoudige albergue. 4 kamers met telkens 10 stapelbedden. Wanneer we de slaapkamer om halfvijf binnenkomen, liggen er zeker 10 slapende mensen op hun bed. De vermoeidheid begint zijn tol te eisen!
We gaan naar de gebedsdienst in het Monasterio. Nadien worden de pelgrims gezegend. We krijgen allen een kruisje omgehangen, dat een duplicaat is van het kruis dat gebeiteld is in de 12 eeuwse graftombe van San Juan, een rijke priester die tijdens zijn leven zijn hele fortuin heeft gespendeerd aan de aanleg van wegen door deze woeste streek, die onveilig werd gemaakt door rovers. Een mooi moment.
Tijdens het avondmaal stel ik vast dat mijn 40 belkrediet op mijn nieuwe Spaanse telefoon is opgebruikt. Blijkt dat Vodafone mij continue te betalen berichtjes stuurt met beursinformatie. Wie is er nu verdorie geïnteresseerd in spaanse beursinfo als hij een berg probeert omhoog te klauteren?
Intussen vernemen we dat Jonathan in Ages is, zowat 4 km verderop. Morgen zien we mekaar wellicht weer in Burgos, de volgende grote stad die we aandoen.