Een dagboek over een (wellicht) onvergetelijke ervaring
05-06-2016
Dag 17 - Van Santo Domingo de La Calzada naar Belorada - 22 km
Gisteravond zijn we naar de gebedsdienst geweest in de kathedraal. Al de kerken zijn in barok rococo, fabelachtig mooi. Na de mis een concert van 'Tubala Uxoa de Tafalla' één van de bekendste koren in Navarra met een internationale faam. Hebben zelfs ook al in België opgetreden. Heel indrukwekkend. Spijtig dat ik geen videofilmpjes op mijn blog kan zetten.
Na het avondeten nog een glaasje wijn gedronken met Ingrid en Karin. Ingrid heeft nieuwe wandelschoenen gekocht. Haar twee kleine tenen staan vol bloedblaren. Zij stoppen donderdag met wandelen en vliegen zaterdag terug naar huis. Volgend jaar komen ze het resterende traject tot in Santiago wandelen. Hun mannen zullen ook volgend jaar de was en de plas moeten doen.
Vandaag heb ik het erg lastig gehad. Deze nacht praktisch niet geslapen wegens een zich ontwikkelende ontsteking van de luchtwegen. Heel veel moeten hoesten. Nu was het mijn beurt om de kamergenoten wakker te houden.
Bij het eerste dorpje ligt Fausto languit op een bank. Zijn enkel is serieus gezwollen. Hij heeft pijn. Ik vrees dat hij (een tijdje) zal moeten stoppen. Ik denk dat het weten dat hij z'n vrienden zal moeten laten gaan, veel meer pijn doet dan de enkelblessure op zich. Zijn stapmaat Roberto, die geen Engels spreekt, probeert het ons op een nogal oneerbiedige en plastische wijze duidelijk te maken: Fausto tilt! Game over! Niemand kan er mee lachen.
We stappen voorbij een groot bord met de camino doorheen Castillia y Leon. We verlaten Rioja. Een foto moment.
Onderweg passeer ik drie dames uit Brazilië. Ze zijn samen al stappend een rozenkrans aan het bidden in het Portugees. Er zijn echt heel veel devote mensen op de Camino.
Bij het tweede dorpje van de dag slaag ik erin om telefonisch in het Spaans een kamer voor drie te reserveren in een pension in Belorada. Dank je wel, Gitte! ( Gitte is onze lerares spaans in het kcst avondonderwijs in Sint-Truiden).
Ik ben blij als ik Belorado binnen wandel. Het waren 20 lastige kilometers onder een brandende zon. Eddy en Jonathan zijn intussen het stadje verkennen. Ik probeer wat te rusten op de kamer.
Morgen zoek ik een dokter op als het niet beter is.
Het wordt een lange klimetappe van bijna 28 km naar 'Alto de La Predaja' op 1150 m boven de zeespiegel!
Dag 16 - Van Nájera naar Santa Domingo de La Calzada - 20 km
Gisteravond het verkeerde restaurant genomen. Het eten was gewoon niet te eten. Ik had het kunnen weten. Geen locals aanwezig!
Nadien nog een lekker glaasje wijn gedronken met enkele jonge Franse pelgrims. Omstreeks tien uur breekt er een hels onweer los. We zijn net op tijd op onze kamer voor het gaat stortregenen. Eddy zit een half uur voor het raam naar de bliksems te staren. In Schotland regent het veel maar onweert het zelden. Hij is onder de indruk.
Vanmorgen na het traditionele ontbijt (3 voor vers geperst sinaasappelsap, een koffie en twee tostadas met boter en confituur!) om halfacht op weg.
Een gemakkelijke etappe van slechts 20 km door de glooiende Rioja heuvels. Langzaam maken de wijngaarden plaats voor onmetelijke graanvelden. Ongelooflijke vergezichten weer. En dan die kleurschakeringen! Wel 50 tinten groen! ( geen grijs)
Langs de weg ontmoeten we weer vele nieuwe gezichten. De twee Italiaanse stapvriendinnen Bruna en Graziella. Fausto, Aldo en Roberto uit Bergamo en Milaan. Alberto met zijn lieve echtgenote Luciella. Na de Spanjaarden zijn de Italianen de grootste groep op deze weg. Het mooie is dat je met iedereen zo gemakkelijk aan de praat geraakt. Allemaal mensen met het zelfde doel: in Santiago geraken!
Na de middag lopen we uit mekaar. Eddy een 50tal meter voor mij. Hij heeft zijn gebedsboekje en paternoster in de hand. Jonathan een 50 meter achter mij. Hij is al een tijdje luid en fel gesticulerend aan het zingen. Zet die man op dit gegeven moment op bv de Grote Markt in Sint-Truiden en wellicht denken de meeste terrasjesmensen dat hij mogelijk is ontsnapt uit een instelling zoals Zikkeren of zo. Maar hier op de camino is dit doodnormaal.
Vanavond slapen we in een hospitum van de Cysteriëncen zusters. Een zuster uit India verwelkomt ons en stempelt ons pelgrims boekje. We betalen met z'n drie 80 voor een nette kamer met een private badkamer. Wat een luxe!
Wat later in de namiddag bezoeken we de stad, Santo Domingo de la Calzada. Één van de bekendste plaatsjes op de Camino, genoemd naar zijn weldoener Domingo. De man leefde in de 11de eeuw, werd door twee verschillende kloosterordes geweigerd om toe te treden en heeft dan maar zijn hele leven gewijd aan de verzorging van pelgrims. Bouwde bruggen, wegen en hospitalen. Hij zou 93 jaar geworden zijn.
In de kathedraal zitten in een kooi een kip en een Haan. Een eeuwenoud gebruik. De legende zegt dat een Duitse vader en moeder met volwassen zoon in een herberg in het stadje zouden overnacht hebben. Omdat de zoon niet wilde ingaan op de avances van de herbergiersdochter, beschuldigde deze de zoon valselijk van diefstal. De zoon werd veroordeeld tot de dood door ophanging. De ouders vervolgden diepbedroefd hun weg naar Compostella. Toen ze terug kwamen merkten ze dat hun zoon aan de galg nog leefde. Domingo dad de hele tijd de voeten van de zoon ondersteund. De ouders gingen naar de rechter om te melden dat hun zoon nog leefde. Deze zei: jullie zoon is zo dood als deze kip op mijn bord. En raad wat er gebeurde: de kip kwam tot leven. De zoon werd bevrijd en mocht met zijn ouders mee. Vandaar de kooi in de kathedraal.
Gisteravond hebben we samen gegeten met de Duitse Ingrid en Karin. Omwille van een extra fles lekkere Rioja-wijn is het wat later geworden dan gewoonlijk. Om 23 uur (licht) beschonken in bed.
Deze morgen, na een ontbijt in een bar in de stad, om half acht op weg gegaan. Bij het verlaten van de stad zien we Alesandro, een beer van een vent, die wellicht 5 dagen per week in de fitness zit. Hij heeft pijn. Hij heeft beide voeten van teen tot hiel doorboord met naald en draad. Overal steken gele draadjes uit zijn voeten. Niet mooi om te zien. Hopelijk gaat dit niet ontsteken. Maar hij wil verder...
Vandaag lopen we op een vrij gemakkelijk glooiend pad praktisch de hele dag door de wijngaarden van Rioja. Zover we kunnen zien links en rechts van ons (oude) wijnstokken. Hier en daar een bodega (=wijnhuis).
We lopen een tijd langs de autostrade. Een 'bekaert' omheining scheidt ons van de drukke weg. In het metaalgaas zijn honderden houten kruisjes gestoken. Pelgrims zoeken een stokje, breken het en steken het in de draad. Heel indrukwekkend.
Na 13 km het eerste dorpje Navarrete. Gezellige terrasjes. We beslissen om hier iets te eten. Tijdens de lunch gaan de schoenen uit. Om de verhitte voeten wat koeling te geven. We bezoeken de parochiale kerk. Het interieur dateert van de 16de eeuw, barok en rococo. Ongelooflijk mooi. Hier zie je dat Spanje ooit een machtige en rijke natie is geweest.
Weer op weg. Opnieuw kilometers langs eindeloze wijngaarden. Ergens in de schaduw van een olijfboom spelen twee veldmuzikanten (= twee straatmuzikanten in het veld) op een gitaar. Een aangenaam en welgekomen rustmoment.
Onderweg komen we Makoto tegen. Een sympathieke Japanner van rond de dertig in kimono en met een plat strooien lampekaphoedje op (ik weet echt niet hoe hoe ik dit anders kan beschrijven). Een ongelooflijk vriendelijke jongen.
Stilaan verliezen we vrienden van de eerste dagen. Ze nemen een rustdag of stappen een kortere etappe. Gelijk zien we nieuwe gezichten. Mensen die één en twee dagen voor ons in Saint-Jean zijn vertrokken en die we nu inhalen.
Het volgende dorp Ventosa op 8 km. Daar ontmoet ik Alex, een 23 jarige Franstalige Brusselaar die 124 dagen geleden thuis is vertrokken met rugzak, tent en een paar zware rollerblades. Zonder 1 euro op zak! Ik vraag hem hoe hij overleeft. Wild kamperen zegt hij, water vind je overal en voor eten ga ik winkels binnen en vraag naar voedsel waarvan de bewaardatum is overschreden. Hij is van plan om na Santiago de hele weg terug te voet af te leggen.
Nog 10 lastige kilometers in de brandende zon voor we Nájera bereiken.
Vannacht slapen we in een hostel. Op de vierde verdieping. Een kamer met 9 bedden. Een frisse badhanddoek op elk bed. Ongelooflijk hoe je kleine dingen als een badhanddoek gaat appreciëren!
Het leven op de Camino wordt steeds goedkoper. Gisteren 6 betaald voor een bed en 11 voor een eenvoudige maar lekkere driegangen maaltijd, inclusief een halve liter wijn.
Gisteravond is het vierde bed op onze kamer nog ingenomen door een (zeer) zwaarlijvige Amerikaan. Hij heeft slaapapneu en slaapt met een toestel op het gezicht dat hem constant zuurstof geeft om zijn ademhaling te regelen. 'Be assured', zegt Jonathan, ''this man will not snor (=snurken). En effectief, hij snurkt niet. Maar Jonathan daarentegen... Om het op zijn Luciano's te zeggen: ' WAAUUW....'
Een heel korte nachtrust dus. Om half vijf ben ik wakker. Om half zes uit het bed en om half zeven op stap. We vertrekken zoals we gisteren aangekomen zijn: een lang recht pad dwars door groene korenvelden met links en rechts aan de horizon een massief gebergte. Na ca 8 km, in Torres del Río, nemen we een ontbijt. We bezoeken ook het 12 de eeuwse achthoekige romaanse kerkje, één van de meest authentieke kerkjes op de Camino. Gebouwd in opdracht van de Orde van de Tempeliers, maar uitgevoerde door Moorse vakwerklui. Nu is het een museum.
Vanaf Torres del Río volgen 10 lange aartsmoeilijke kilometers. Een paternoster van steile hellingen.Op en af gaat het. Op en af. Naar boven in slowmotion, de paslengte gehalveerd, het volledige plat van de voet op de grond voor maximale grip op de weg. Naar beneden zigzaggend over het pad om de steilheid wat te breken. Bij elke pas schuiven de tenen tegen het front van de schoen. Ik heb er een blauwe (eerder zwarte) teennagel aan overgehouden.
In Viana eten we enkele 'bocadillos', broodjes met heerlijk beleg. Ik heb zin in een pintje. Ze hebben alleen maar Heineken. Wat de Camino met een mens kan doen! Na enkele uren afzien begin ik zelfs Heineken een lekker bier te vinden!
Nog 10 moeilijke kilometers tot in Logroño, de hoofdstad van Rioja. De zon brandt en werpt harde schaduwen die ons vooruitlopen. We lopen nu tussen de wijngaarden. Sommigen stokken zijn zeer oud te zien aan hun omtrek. Juist voor de stad passeren we de grens tussen Navarra en Rioja.
Vanavond slapen we in een pension. Waar ik in september 2014 heb geslapen. 25 voor een dubbele kamer.
Ik ben vandaag 14 dagen aan het stappen. Ze zijn voorbij gevlogen. Het was soms moeilijk maar o zo mooi. Eddy zegt : 'we should thank our wifes that they let us go for such a long time!' Hij heeft gelijk. Bij deze publiek op deze blog: merciekes Maryske dat je me hebt laten gaan om deze fantastische reis te maken. Echt merci!
En aan de lezers van mijn blog: dank je wel voor de reacties. Ik kan wegens tijdsgebrek niet iedereen persoonlijk een antwoord sturen. Maar weet dat ik ze lees en dat ze veel deugd doen!
Deze morgen onmiddellijk een 'panadería' binnen gestapt voor een broodje met een 'café con leche'. Gelijk een stokbrood gekocht met wat kaas voor onze lunch.
Bij het buitenstappen zien we Kate en Patrick, een jong 'stap'koppel uit Ierland, die mekaar op de Camino hebben ontmoet. Patrick woont nu in de VS. Zijn ouders zijn recent geëmigreerd. Kate mankt. Ze heeft een enkelblessure. Ze heeft gisteren een dokter bezocht. Die raadde haar aan om te stoppen. Maar ze gaat door. De tranen staan in haar ogen. Ze wil niet stoppen. Later op de dag zie ik haar terug. Ze heeft doorgebeten. Het gaat veel beter zegt ze. Maar ze zit onder de pijnstillers.
Nog geen kwartier later kruisen we het Duitse meisje waarmee ik enkele dagen geleden van bed ben gewisseld omdat ze niet op het bovenste bed geraakte. Nog een beetje aangedaan zegt ze dat ze haar stap vriendin gisteren naar de kliniek heeft moeten brengen. Daar blijkt acute blindedarmontsteking. Ze wordt vandaag geopereerd.
De Camino maakt vele slachtoffers. Ik zie steeds meer mensen met voet en knie problemen.
Het is een mooie wandeldag vandaag. Blauwe lucht, 26 C, een beetje wind.
Bij het verlaten van het stadje onmiddellijk omhoog. Een klein uur. En dan krijgen we weer een onbeschrijfelijk mooi panorama voorgeschoteld. Een diepe groene vallei met daarachter een ruw massief hooggebergte.
En dan plots het Monasterio de Irache, één van de oudste kloosters van Navarra. In de tiende eeuw was hier al een hospitum voor pelgrims. Achter het Monasterio een Bodega (wijnhuis). Met een fontein. Een speciale fontein. Eentje die rode wijn geeft in plaats van water.
In het volgende dorp Azqueta zit op het marktpleintje een oude grijze man op een bank. Het is Pablito, één van de bekendste mensen op de Camino. Pablito heeft heel zijn leven, op momenten dat hij niet werkte, een houten stok gegeven aan passerende pelgrims die nog geen wandelstok hadden. Nu kan hij niet meer. Te oud. Hij neemt ons mee naar zijn huis en stempelt onze credencial en geeft ons zijn zegen. Een moment om te onthouden.
Even voorbij het dorp een Moorse waterput uit de twaalfde eeuw. Daar gaan we samen op de foto met vrienden van de laatste dagen. Naast Eddy en Jonathan, Bruno de Siciliaan, Alberto uit Rome en Kony en Suzy, een sympathiek jong Zuid-Koreaans koppel.
En dan volgen 14 lange kilometers door ferm glooiende korenvelden. De zon brandt. Geen schaduw. Het is stil. Een fluisterende wind door het nog groene graan, een eenzaam fluitende vogel en onze voetstappen op het gruis van het pad.
Omstreeks half drie bereiken we Los Arcos. We slapen vannacht in de albergue Isaac Santiago. De hospitaleros zijn Vlamingen. Een Vlaams koppel uit Genk ontvangt ons hartelijk. Hun nichtje woont in de gerestaureerde molen in Attenhoven, op nog geen 300 meter van thuis. Wat kan de wereld toch klein zijn!
Vanavond hebben we afgesproken op de Plaza Mayor om samen iets te eten. Bruno, de ongelooflijk sympathieke Alberto en zijn vrouw Luciana, de Duitse meisjes Ingrid en ... (Ik ben haar naam vergeten), Graciella en haar vriendin...Het wordt een gezellige avond samen, na weer een vermoeiende stapdag.
Morgen wacht ons een lange wandeldag van 28 km naar Logroño!
Gisteravond genoten van een heerlijke buffet maaltijd. 13 ! Daarna lange tijd samen gezeten in het gezelschap van twee Duitse dames uit de buurt van Frankfurt. Zij zijn op stap (letterlijk) zonder de mannen. Die passen thuis op de kinderen. Ze spreken weinig engels, dus haal ik mijn beste (=belabberd) duits boven en vertaal ik voor Eddie. 'Is there any language that you don't speak' zegt hij verbaasd.
De méteo voorspelt droog weer. Dus loopt Eddie in zijn kilt. Alle caminogangers binnen een dag wandelafstand kennen intussen Eddie (en dus ook mij!). 'The fast Scot and Belgian', omdat we iets sneller lopen dan de gemiddelde pelgrim en dus mensen meermaals voorbij steken in functie van onze rustpauzes. Iedereen wil op de foto met Eddie. Ik ben dan fotograaf van dienst. Ik zeg hem dat op het einde van de Camino wellicht ik de enige pelgrim ben die niet met hem op de foto ben gegaan. Hij lacht hartelijk.
Het wordt langzamerhand een hele klus om de voornamen te blijven onthouden van alle mensen die we ontmoeten. Het zijn er zoveel uit zoveel verschillende landen. Soms is het piekeren: waar hebben we die nog gezien? Van welk land is hij? Hoe noemt hij weer?
Vandaag weer enkele keren serieus moeten klimmen. Voldoende steil om om de 50 m te moeten stoppen om hart- en ademhalingsritme terug op een normaal peil te brengen. Voldoende lang om in een drijfnatte T-shirt boven te komen.
We lopen door het dorpje Cirauqui. Heel mooi boven op een heuvel gelegen, omringd door wijngaarden. Het zijn de eerste wijnranken die we op onze tocht tegen komen.
We passeren onderweg een vrouw afkomstig van 'Island of Man', een belastingparadijs tussen Schotland en Ierland. Zij loopt met haar hondje de Camino! Ik beklaag dat diertje! Ergens in een dorp onder een brug zit Luciano met zijn voeten in het koude water van een rivier. 'Bellissimo' roept hij enthousiast.
We kruisen een jonge Duitser. Hij is vanuit Hannover naar Compostela gelopen en is nu op terugweg naar Saint Jean. Van daaruit wil hij de Jeruzalem route gaan lopen. 'That guy is really crazy', zegt Eddie. Ik vraag me af hoe hij dit financiert. Hij is al zes maanden onderweg en daar komt wellicht nog een jaar bij.
Het is goed wandelweer. Bewolkt en niet meer dan 15 °C. Tegen de middag gaat het regenen en worden de ponchos boven gehaald.
Rond drie uur bereiken we Estella. We slapen vannacht in 'Hostal Christina'. 45 voor een dubbele kamer. Dat is per persoon 7 meer dan voor een albergue. Eddie is gelukkig dat we niet in een dortoir slapen. Om eerlijk te zijn, ik ook!
Wanneer we de stad verkennen, lopen we Jonathan tegen het lijf. Hij is gisternamiddag toch nog uit Pamplona vertrokken en heeft ons ingehaald. Morgen wandelen we weer samen.
Later op de avond Skype ik nog even met Maryse. Om half tien gaat het licht uit. Letterlijk en figuurlijk!
Dag 11 - Van Pamplona naar Puenta de La Reina - 25 km
Vannacht weer geen oog dicht gedaan. Luciano, die beneden mij lag, heeft gesnurkt als een ... (zelf in te vullen). Een Amerikaan uit de Midwest was tot laat in de nacht samen met zijn zoon de voortgebrachte geluiden van Luciano aan het becommentariëren. Ik hoor op een gegeven moment de zoon zeggen: 'if I wasn't at the camino, I would kill him!' Ik ga er van uit dat hij een grapje maakte!
Jonathan, de Canadees, gaat vandaag niet met ons mee. Hij neemt een rustdag in Pamplona. De laatste dagen te weinig geslapen, zegt hij. Daar zit een waarheid in. Maar...volgens mij heeft hij ook een kapitale fout gemaakt om de avond voordien een Schot te willen volgen, die zich per sé wilde bezatten. Niemand kan drinken zoals een Schot!
Zelfs Eddie zag er gisteren niet fris uit. Maar vandaag opnieuw de oude.
Gisteravond met hem nog de oude stad bezocht. In kilt, zoals alle avonden. Straten vol met 'Pamplonezen' (of hoe noem je de inwoners van Pamplona?). Je moest die gezichten kunnen zien. Verwonderd, lachend, ongeloof, zelfs afkeurend en misprijzend in de kathedraal. Die mensen zien immers geen Schot, maar een inmiddels stevig bebaarde man met een 'rok'. Zeg nooit tegen een Schot dat hij een 'skirt' (rok) draagt. Dan affronteer je hem. Eddie zegt: 'women wear skirts, man wear kilts!'
Vergeefs naar een restaurant gezocht dat open was! Restaurants openen tenvroegste om half tien. Dat is zo ongeveer het uur dat pelgrims gaan slapen... Daarom onze honger gestild in een goede tapasbar. Daar zie ik nog even de meisjes uit Hakendover. Zij stoppen hier en keren morgen met spijt in het hart terug naar België.
Vandaag opnieuw moeten klimmen naar een hoogte van 780 meter, naar de 'Alto de Perdón'. Bijna drie uur omhoog! Maar het is (zoals steeds) de moeite. Een fantastisch vergezicht over Pamplona en de vallei. Aan de andere kant idem. Vier gescheiden dorpen in een uitgestrekte vlakte. Op de top van de berg een monument: in plaatstaal uitgesneden silhouetten van pelgrims op weg naar Santiago. En 40 grote windmolens...
Onderweg weer heel wat mensen gesproken: een Pools koppel, een Hongaars koppel, drie jonge Amerikaanse vriendinnen, een Australische, Bruno uit Sicilië, een jonge Ierse, een man uit Capetown uit Zuid -Afrika, die zich op de dorpel van een huis na drie dagen nog steeds zat af te vragen waarom hij naar hier is gekomen!
Tijdens de afdaling passeren we een gedenkteken van een Vlaming, die daar ter plaatse is overleden. Het is al het achtste gedenkteken van overleden mensen op de Camino sinds we Saint-Jean hebben verlaten. De Camino eist zijn tol...
Eddie en ik beslissen om een kamer te nemen in 'Hotel Jakue'. Het doet ongelooflijk deugd om nog eens te kunnen slapen zonder een snurker in de buurt.