Beste bezoeker,
Wat is identiteit en wat is dan de Maaslandse identiteit?
Het is de grote vraag die mij bij mijn project bezighoudt. Hebben we wel een identiteit?
Staat ze vast of is ze veranderlijk?
Is het een eigenschap of een constructie?
In het tijdschrift Onze Taal uit 1998 ben ik een bijzonder artikel tegengekomen.
Jongeren uit de mijnbouwsteden, zoals Maasmechelen hebben een eigen identiteit gecreëerd door een smeltkroestaal uit te vinden,
het Algemeen Cités.
Het draagt de sporen van het Grieks, Spaans, Marokkaans, Turks, Italiaans, Nederlands en Limburgs.
Het is de taal van jonge trendsetters uit de cités.
Het is een bastaardtaal, rijk aan schuttingwoorden, met de grammatica van het Limburgs, de melodie van het Italiaans en de woordenschat van beiden; beperkt, maar vurig en zangerig.
En er is besmettingsgevaar : andere Limburgse jongeren nemen het gemakkelijk over.
Ik geef enkele voorbeelden die ik in mijn werkomgeving écht gehoord heb.
Mi, maak me geen eiers!
Goeie.
Ik zjweer u, die, die maak ik dood!
Hou uw lip, zwijg uw lip, zwijg uw mond.
Dit vind ik zo'n wonderbaarlijke vastelling én ontwikkeling dat ik deze kennis zeker ga gebruiken
|