Imagooh! kaderde in de kunstenroute FantasMa 08. Vanaf november 2008 wil ik mijn blog op onregelmatige basis een ruimere invulling geven.Veel leesplezier gewenst! Reacties zijn altijd welkom.
Toevallig las ik vandaag een kort
gedichtje van Leo Vroman dat een facet belicht van de verwevenheid die
kenmerkend is voor de begrippen ik- en wij-identiteit. Uit schemas, zoals
gisteren voorgesteld, lijkt een zekere objectiviteit naar voor te komen die de
indruk geeft dat het model samenvalt met de werkelijkheid. Niks is minder waar
natuurlijk. Het model blijft een krakkemikkige poging om het echte leven in
een statisch beeld te vangen. Het is misschien daarom niet overbodig om te
vertellen dat ik de identiteit niet vaststaand interpreteer, maar wel dynamisch, dus
veranderlijk en wisselend. Nu eens tracht een mens zichzelf te bekijken vanuit
een quasi objectief standpunt, dan voelt hij of zij de blik van de Ander als
een taxatie. Dat standpunt wisselt voortdurend. Zoals Arthur Rimbaud schrijft: je est
un autre.
Hier het gedicht Hulp gevraagd van Leo Vroman als een paralipomena - toevoeging - op het stukje van gisteren:
Eén ding weet ik zeker:
ik heb een grote neus,
want als ik een nauwe beker
wil leegdrinken moet ik heus
helemaal achterover hellen.
Maar of ik een engel ben, een
genie,
of een schurkje, of wel alle drie,
dat zal jij me moeten vertellen.
18-01-2012
wij-identiteit
2. Voordat ik de vraag over de
constructie van een identiteit probeer te beantwoorden, wil ik er eerst een
kleine analyse van maken. Daarbij baseer ik me op het boek Das kulturelle
Gedächtnis van Jan Assmann, hoogleraar
Egyptologie aan de universiteit van Heidelberg. Ik vrees dat ik zijn
indrukwekkende tekst niet helemaal begrijp, maar zal toch pogen om enkele
facetten van zijn theorie toe te passen op mijn interpretatie van het thema
regionale identiteit.
Assmann maakt uiteraard een
onderscheid tussen een ik- en een wij-identiteit. Het eerste lid van dat
verschil splist hij dan nog eens op in een individuele en persoonlijke
identiteit. Het individuele element slaat dan op de contingente momenten van
iemands leven, zoals geboorte en dood, maar ook zijn of haar eigenzinnige noden
en verlangens. De persoonlijke identiteit interpreteert Assmann in een sociale
context: in welke mate is een individu erin geslaagd om zich in een gemeenschap
te integreren en te ontvouwen? Uit deze omschrijving volgt dus dat de ik-identiteit
cultureel en socio-genetisch is bepaald. De wij-identiteit is dat sowieso, want
zij wortelt in en steunt op een gemeenschap. Waar kan dan het onderscheid
liggen tussen de ik- en wij-identiteit? Wel, simpelweg in het feit dat de
ik-identiteit verwijst naar een concreet lichaam, naar een brein dat gevormd is
door een levensgeschiedenis. De collectieve identiteit verwijst naar naar wat
Assmann noemt, een Sozialkörper, een
fictief lichaam dat niet zichtbaar, ongrijpbaar, niet meetbaar en immatrieel is.
Toch heeft het een vorm, weliswaar etherisch, die steunt op een sociale en
culturele geschiedenis. Of anders gezegd, de collectieve identiteit is een
constructie die gevormd wordt door het verleden en de symbolische invulling
ervan. Twee belangrijke randbemerkingen van deze visie: geen ik-identiteit
zonder wij-identiteit en omgekeerd. En verder volgt daaruit dat mijn identiteit
wordt uitgebouwd in de mate ik interactief en communicatief deelneem of me
spiegel aan het zelfbeeld van de regio.
Schematisch ziet het dan uit als
volgt:
Identiteit
Ik Wij'
Individueel Persoonlijk
Collectief
Volgende week probeer ik de
collectieve identiteit in te vullen.
PS: lijnen van Identiteit naar 'Ik' en 'Wij' zijn weggevallen. Idem dito van 'Ik' naar individueel en persoonlijk. Er loopt een stippellijn van 'Wij' naar collectief.
13-01-2012
Waalse haan...
Waalse identiteit
1. Donderdag een interessant artikel
gelezen in De Standaard dat naadloos aansluit bij mijn vorige bijdrage over
identiteit. De oud-hoofdredactrice van Le Soir, Beatrice Delvaux, beschrijft daarin dat de Walen terug zijn. Ze
bedoelt daarmee dat de afgelopen maanden het begrip Waal of beter gezegd, de
Waalse identiteit, aan belang heeft gewonnen. Heel wat franstalige
intellectuelen willen samenwerken aan een project dat de autonome Waalse
toekomst moet realiseren. De invloedrijke vaksbondsman Thierry Bodson van de
FGTB zegt heel duidelijk: Ik voel me Waal. Jammer genoeg is dat gevoel
tegenwoordig te vaak afwezig. Uit deze laatste zin blijkt de Waalse identiteit
nog lang niet voldoende ingeprent is bij onze zuiderburen. En laat die
wij-identiteit nu net een voorwaarde zijn voor zelfvertrouwen, dat op zijn
beurt een sterke basis vormt om gezamenlijk de hand aan de ploeg te slaan.
Soeverein en autonoom hun eigen weg zoeken en gaan, dat lijkt de Waalse
opdracht te zijn voor de komende jaren.
Misschien is een vergelijking met
onze geschiedenis aangewezen. Ik kan me herinneren dat zon dertig jaar geleden
door Vlaanderen met beate bewondering naar Nederland werd gekeken. Holland was
een gidsland, vooral op cultureel gebied. Veel Vlamingen keken uitsluitend naar
de tv-zenders van de Noorderburen, en en werd nogal wat gejijd en gejouwd erg
geaffecteerd dan nog - tijdens gesprekken in Leuven of Gent. Want weg met de ge
en gij, wegens te platvloers. Beschaafd Nederlands was Noord-Nederlands.
Intussen heeft zich een hele ommezwaai voltrokken. Vlamingen praten nu op de
Hollandse tv simpelweg in de ge- en gijvorm. Het lijkt wel of ons
zelfbewustzijn explosief is toegenomen, zeker ten aanzien van de Hollanders.
Ten tweede male hebben we de Bataven opzij gezet. De Stomme van Portici is een vlotte bavardeur geworden...
Ik heb de indruk dat Wallonië nu
een land in de kering is. Men prakkezeert over een denktank die misschien zou
gaan werken aan een Manifeste du Cercle Wallon, een publicatie die vergelijkbaar is met het
Warandemanifest (gratis te lezen op internet). In die tekst wijzen de auteurs
met veel aplomb op de noodzaak van een zelfstandig Vlaanderen, want, ik citeer,
onafhankelijkheid zal het zelfbewustzijn en het zelfvertrouwen stimuleren,
zodat Vlamingen zich beter zullen ontwikkelen tot tegemoetkomende en open
Europeanen en wereldburgers. De
onderliggende premisse van deze redenering komt op de volgende visie neer:
regionale identiteit is een constructie. Ze is niet gegeven,
maar wordt opgebouwd, samengesteld
of geconstrueerd. Voor de hand liggende vraag: hoe kan men zon constructie
realiseren?
Die vraag zal ik volgende week
proberen te beantwoorden.
09-01-2012
Regionale identiteit
Jeanne dArc, Peguy en de Maas
De afgelopen weken is er in
Frankrijk een kleine ideeënstrijd los gebarsten onder de leden van enkele
rechtse politieke partijen over Jeanne dArc. Dit simpele boerenmeisje, ze werd
600 jaar geleden geboren in Domrémy aan de boorden van de Maas, krijgt veel
aandacht omdat ze een icoon is geworden van de identité nationale.
Zowel president Sarkozy als Marine
Le Pen van het Front Nationale proberen de moedige vrouw in te lijven als
ultiem bewijs van de Franse identiteit. Ze kan immers als het perfecte
voorbeeld gelden van moeder van de natie. Een eenvoudig symbool dat veel
stemmen kan opleveren...
Toen ik het verhaal van de
annexatie las, moest ik aan het gedicht van Charles Péguy denken dat tijdens
FantasMa 08 werd opgesteld langs de kunstroute in Aldeneik. Die tentoonstelling
zou men ook kunnen karakteriseren als een poging tot onderzoek naar de
Maaslandse identiteit. Bestaat er zoiets als een Maaslandse identiteit of is
het louter een waanbeeld dat de inwoners hoog houden om bij een bepaalde regio
te horen? Iech ben eine Maaslenjer,
daarmee wordt de regionale identiteit omschreven. Maar hoe dat begrip verder moet
worden geduid, is een probleem waarover de volgende jaren nog veel inkt zal vloeien.
Ik citeer hieronder het gedicht van
Charles Péguy (1873-1914):
Adieu à la Meuse
Adieu, Meuse endormeuse et douce à
mon enfance
Qui demeure aux prés, où tu coules
tout bas
Meuse adieu: jai déjà commencé ma
partance
En des pays nouveaux où tu ne
coules pas.
Voici que je men vais en des pays
nouveaux:
Je ferrai la bataille et passerai
les fleuves;
Je men vais messayer à de
nouveaux travaux,
Je men vais commencer là-bas des
tâches neuves.
Et pendant de temps-là, Meuse
ignorante et douce,
Tu couleras toujours, passante
accoutumeé
Dans la vallée heureuse où lherbe
vive pousse;
O Meuse inépuisable et que javais
aimée.
Het gedicht is een ode aan de Maas,
maar het drukt ook de gevoelens van Jeanne dArc uit wanneer ze haar geliefde
Maasvallei verlaat om te gaan vechten tegen de Engelse bezetter. Er wordt
gestreen en gevreen - dit laatste evenwel niet in het geval van Jeanne dArc - , soms staat
de wereld even stil, maar de Maas, die stroomt steevast verder...
08-01-2012
Sabina Spielrein
Beste bezoeker,
De film" A dangerous method" van David Cronenberg is vanaf 4 januari
2012 te zien in de zalen.
Het verhaal speelt zich af aan het begin van de 20ste eeuw.
Sabina Spierlrein is een jonge vrouw van rijke komaf.
Zij lijdt aan depressieve gevoelens en emotionele uitbarstingen. De
diagnose is: hysterie.
Ze laat zich in Zürich behandelen door Carl Gustav Jung voor wie ze
een hartstocht opvat.
Jung gaat een intieme relatie aan met zijn patiënte.
Sigmund Freud, de leermeester van Jung, is het hier niet eens.
De affaire van Jung met Spielrein leidt tot de definitieve breuk
tussen Freud en Jung,
de twee grondleggers van de moderne
psychologie.
De Noorse schrijver Karsten Alnaes heeft 5 jaar onderzoek gedaan in
verschillende Europese steden om materiaal te verzamelen
over Sabina
Spielrein.
Aanleiding hiervoor was een krantenartikeltje.
De schrijver raakte gefascineerd door haar bijzonder aangrijpend
levensverhaal en schreef het boek ' Sabina' in 1994.
Het boek is gebaseerd op feitelijke documenten. Wat niet uit
biografische gegevens was te halen, vulde hij zelf aan.
Sabina studeert later, na de breuk tussen Freud en Jung, medicijnen
en specialiseert zich tot psychiater.
Ze vertrekt naar Wenen waar ze gaat horen tot de kring rond S.
Freud.
Na de Russische revolutie keert ze met haar man, een Russische arts,
naar Rusland terug.
Tijdens de bezetting van Rostov in 1941 worden Sabina en haar twee
dochters door Duitse soldaten vermoord.
Het boek en de film zijn een complementair eerbetoon aan deze unieke
vrouw die de geschiedenis
van de psychoanalyse veranderde.
Aanraders!
03-01-2012
gelezen: Persepolis van Marjane Satrapi
Mijn schoondochter verraste me met de complete Persepolis van Marjane Satrapi tijdens onze Kerst 2011.
Onmiddellijk vielen me de zwart-wittekeningen op.
Dat Marjane Satrapi voor deze haast kinderlijke stijl gekozen heeft wordt helemaal duidelijk
als je eenmaal de graphic novel begint te lezen: de tekeningen mogen je niet afleiden van de inhoud!
Het album vertelt over het leven van Satrapi na de Islamitische Revolutie in Iran, 1979.
Satrapi vertelt over haar leven vanaf haar 14de tot haar 24ste jaar.
Ze verhaalt over de moeilijkheden die een jong meisje en vrouw ondervindt
in een maatschappij waar het dagelijks leven gedomineerd wordt door
de godsdienst en de machteloosheid die zij hierbij ondervindt.
Elke periode in haar leven wordt gekenmerkt door steeds nieuwe problemen.
Dit wordt op een schitterende wijze in het verhaal verteld.
Satrapi slaagt er in ons te laten meevoelen met het onderdrukte deel van het Iraanse volk.
Je kan niet anders...
Nadenken over fundamentalisme doe je na het lezen van dit prachtig album zeker!
Dank je Sara voor dit prachtig geschenk.
Ik ga het opnieuw lezen, dit keer voor de inhoud alleen!
13-12-2011
Gelezen: Tirza van Grunberg
Beste bezoeker,
Grunberg heeft volgens mij noch in Vlaanderen noch in Nederland concurrenten.
Niemand anders dan hij weet
de visie dat het laagje beschaving maar heel dun is, zó pakkend te
verwoorden.
Dat lukt hem ook weer in de roman
'Tirza'
Sinds
zijn verbluffende debuut in 1994, 'Blauwe
maandagen' heeft
hij ruim vijftien boeken geschreven, verhalen, romans,
columns,
essays, wat gedichten, plus twee romans onder het pseudoniem
Marek van der Jagt.
De
belangrijkste
literaire prijzen heeft hij geïncasseerd, hij heeft
een televisieprogramma verzorgd, kortom, Arnon Grunberg is van
wonderkind allang een gevestigd schrijver en cultureel
fenomeen
geworden, met een voorbeeldwerking voor andere jonge
schrijvers.
Opmerkelijk
is
trouwens dat je zijn directe invloed vooral in Vlaanderen
terugziet, en dan nog wel bij vrouwen, zoals Annelies Verbeke
en
Saskia de Coster, die gedreven, fantasievolle vertelkunst
combineren
met een krachtig wereldbeeld.
Echte
concurrentie
voor de pakkend uitgevoerde levensvisie van Grunberg zie
ik vooralsnog niet opdagen.
Grunbergs
kernkracht,
in eigenlijk al zijn boeken, is een grondige twijfel aan
de beschaafde staat van de moderne mens, die in feite wordt
gedreven
door liefde, pijn en woede. Het is denk ik ook de actuele
vraag van
de huidige maatschappij.
Zijn
onze
afspraken en instellingen bestand tegen de menselijke
oerinstincten? Samen met zijn andere handelsmerk- zijn soms
onthutsende dan weer hilarische stijl, - maakt zijn kijk op
mensen
Grunberg tot de optimale schrijver van onze tijd, zoals in
Frankrijk
zijn geestverwant Houellebecq dat is.
Nu
eens
bedt hij zijn visie in in een realistische
'Gesellschaftsroman',
dan weer slaat hij de meer fantasievolle, mythische toon aan,
die hij
vroeger leek te reserveren voor zijn
Marek
van
der Jagt-alter ego.
Zijn
voorlaatste
roman 'De asielzoeker' (2003) had onmiskenbaar een
maatschappijkritische strekking, 'De joodse messias' uit 2004
daarentegen had weer meer weg van een groteske allegorie,
culminerend
in een scène waarin de Israëlische premier en Arafat zitten te
sjacheren over het aantal doden dat ze elkaar gunnen.
Zo
kent Grunbergs schrijverschap twee kanten, borend realisme
en
grillige fantasie, die elkaar met enige regelmaat, soms om
het
boek, dan weer binnen
een
boek, afwisselen.
Zijn
roman 'Tirza'
dient
zich aan als een ultrarealistisch product dat je, met al die
authentieke namen uit Amsterdam Oud-Zuid, zelfs precies kunt
lokaliseren.
Hoofdpersoon
Jörgen
Hofmeester is een vader van het ouderwetse soort. Trots op
zijn dochters Tirza en Ibi, maar bevreesd voor de grote
veranderingen
in het leven.Tirza zou 'hoog-hoogbegaafd' zijn, zijn
oogappel
Ibi is enigszins uit de gratie geraakt omdat ze met een
allochtoon
een Bed en Breakfast in Frankrijk runt in plaats van iets
moeilijks
te studeren.
Zelf
is
Jörgen intussen maar matig geslaagd. Op de avond van het
eindexamenfeestje voor Tirza, als de trotse vader zijn cursus
'Zelf
sushi en sashimi maken' uitprobeert, keert zijn weggelopen
echtgenote, na een jarenlange buitenechtelijke affaire, terug
en
drukt hem met z'n neus op z'n tekortkomingen. Hun huwelijk was
een
vergissing, ze wilden elkaar helemaal niet, maar nu, na haar
escapade, zijn ze te oud om er nog wat van te maken en moeten
ze maar
illusieloos bij elkaar blijven.
Jörgen
blijkt
intussen door zijn werkgever, een literaire uitgeverij, allang
op non-actief te zijn gesteld. Om zijn omgeving niks van die
vernedering te laten merken, rijdt hij elke dag naar Schiphol,
waar
hij doelloos rondhangt met het laatste manuscript van een
auteur in
zijn tas.
Jörgens
met
veel krenterigheid bijeengeschraapte kapitaal, waarmee hij
zijn
dochters een onbezorgde toekomst wilde geven,
blijkt na 11
september
in hedge-funds te zijn verdampt.
Als
Tirza
vervolgens met een Marokkaans vriendje thuiskomt ziet hij in
hem Mohammed Atta, de hoofddader van de 9/11-aanslagen, en
daarmee de
oorzaak van zijn financiële teloorgang.
Tirza zelf is trouwens,
hoogbegaafd of niet, zo anorectisch als ik weet niet hoe en op
zoek
naar een heel ander leven dan haar ambitieuze vader heeft
uitgestippeld.
Ook zij zet zo haar vader in z'n hemd.
'Tirza'
is
een roman zoals we er intussen meer van Grunberg kennen, over
losers die in de gaten krijgen dat de wereld meedogenlozer is
dan ze
hadden verwacht, en dat succes, intelligentie en liefde
overstemd
worden door de krachten van het instinct. Maar het is ook een
roman
waarin de intellectuele maar falende hoofdpersoon zijn eigen
kwaal
onder ogen ziet, zonder hem te kunnen helen.
In een
notitieboekje
schrijft hij: ,,Eén woord: controle. Tweemaal onderstreept.
Hij keek
naar zijn eigen handschrift, naar het woord zelf, alsof in dat
woord,
in de twee onderstrepingen, de verklaring zat voor alles. Voor
zijn
leven, de ziekte van zijn dochter, de ziekte van de blanke
middenklasse, de ziekte die hij was en die hij niet meer wilde
zijn.''
Met
de gedachte dat controle-dwang het belangrijkste motief van
de
hedendaagse beschaafde mens vormt, raken we geloof ik de
kern van
Grunbergs nieuwe boek.
De vrolijke anarchist van 'Blauwe
maandagen'
heeft zich via zijn romans en essays ontpopt als een
rasechte
cultuurpessimist die de vinger op de zere plek van de
westerse
beschaving legt, haar hysterische hunkering naar orde.
Herhaalde
malen wordt ook het credo van Tolstoi uit zijn laatste jaren
instemmend geciteerd, over kunst als 'Eitle
Kurzweil müßiger Menschen'( ijdel
tijdverdrijf van nutteloze mensen).
Wat
overigens
het soelaas voor onze scheefgegroeide, overgeorganiseerde
wereld is, is niet zo een-twee-drie duidelijk.
In vorige
boeken zoals
'Gstaad 95-98' en 'De asielzoeker' kreeg je nog wel eens het
gevoel
dat Grunberg een soort oerstaat vol seksuele vrijheid en
ongebreidelde driften propageerde, bijvoorbeeld wanneer zijn
onmaatschappelijke hoofdpersonen elkaar ongeremd besnuffelen
en
bespringen.
Ook
in
'Tirza' laat hoofdpersoon Jörgen zich verleiden tot een
seksueel
avontuurtje met een vriendin van zijn dochter, maar hier is
het meer
de troosteloze mislukking die belicht wordt, de absurditeit
van een
man in zijn midlifecrisis. De scène heeft overigens veel weg
van
soortgelijke scènes in Houellebecqs roman 'Elementaire
deeltjes' en
de film 'American Beauty'.
Ik
krijg
steeds meer de indruk dat Grunberg de hedendaagse burgerman
weinig hoop laat.
Zoals
gezegd,
Tirza ziet er lange tijd uit als een realistische roman over
een loser en zijn langzamerhand weggeslagen illusies. In zijn
bekende
priemende stijl zet Grunberg zijn antiheld neer, nadat deze
zijn Ibi
betrapt heeft op seks met een huurder van hem:
,, 'Maar dat is
haar vriend niet,' riep Hofmeester. 'Dat is de huurder.
Begrijpen
jullie dat dan niet? Begrijpen jullie dan niets? En ze is nog
geen
vrouw. Ze is niet volwassen. Ze is een kind, een kind. Het is
mijn
fout. Ik had haar nooit naar boven moeten sturen voor de
huur.' Hij
keek zijn eigen familie aan, zoekend naar iets van
verstandhouding,
maar hij zag niets wat daarop leek. Hij sprak een andere taal.
Hij
kwam uit een ander land. Hij was een ander mens dan de rest
van zijn
familie, een Fremdkörper in dit gezin.Een
overblijfsel,
maar van wat? Van de bevruchting. Van het feit dat hij
zijn vrouw tot twee keer toe had bevrucht. Daarvan was hij het
restant, zoals een navelstreng. En maar één ding maakte aan
die
overbodigheid een einde: het
geld.''
Maar
ten
slotte kan Grunberg het toch weer niet laten andere registers
uit
te trekken.
Tirza
vertrekt
met vriendje naar Namibië, of althans dat is de bedoeling,
en laat vervolgens niks van zich horen. Op zoek naar zijn
vertrokken
dochter pikt ongeruste Jörgen in Windhoek een negenjarig
gezelschapsmeisje op, niet voor de seks, en zwerft met haar
van hotel
naar hotel. Bijna lijkt het of deze ongelijke verbintenis hem
het
opperste geluk brengt.
Tirza
vindt
hij intussen niet, geen wonder, hijzelf heeft haar en haar
vriendje aan de vooravond van hun vertrek vermoord: het kind
dat hij
niet kwijt wilde raken. Maar hij lijkt het zichzelf niet goed
meer te
herinneren of heeft het verdrongen.
Zoals
wel
vaker bij Grunberg het geval is, ontstijgt naar het einde toe
de
geschiedenis haar realistische gronden, en krijgt ze
droomachtige,
hallucinante trekjes.
Hoe mooi en zuigend beschreven ook, ik
beschouw het toch als een relatieve zwakte van de schrijver,
dat hij
zijn slothoofdstukken vaak zo theatraal inkleedt.Hij is een
alleskunner en hij weet het maar hij heeft ook wat weg van een
pianist die aan het eind van een Beethoven-sonate een coda van
Liszt
breit.
Maar
het
laat ook zien dat Grunberg zich niet aan de geijkte regels
houdt
en zijn eigen gang gaat, zoals hij overigens ook het 'Eitle
Kurzweil', zelf geopperd, aan z'n laars lapt.
Romans
mogen
dan onzinnige bezigheden zijn, hij bedient zich er toch maar
van om zijn product, het failliet van onze cultuur, aan de man
te
brengen.
Indringend en onontkoombaar.
28-02-2010
Toelichting
Mijn blog maakte onderdeel uit van het kunstproject FantasMa 08, een tentoonstelling die in Aldeneik plaats vond tijdens de zomer van 2008. Aan dat project nam ook Jan Winkels deel. Hij stelde toen een grote roos op. Dat kunstwerk wordt nu te koop aangeboden en Jan heeft een korte toelichting geschreven voor mogelijke kopers. Uit sympathie plaats ik zijn vraag op mijn blog. Adresgegevens van Jan Winkels zijn te vinden op zijn site.
Verder kan ik u nog meedelen dat ik op zeer onregelmatige basis mijn blog zal aanvullen.
Verkoop de stille rose van Jan Winkels
Inleiding
In 2008 nam ik deel aan de tentoonstelling FantasMa 08 die georganiseerd werd door Elementum vzw. Het thema van de expositie werd door de organisatoren simpelweg omschreven als Het Maasland. Iedere kunstenaar kreeg de opdracht om zijn of haar visie op de regio en haar bevolking uit te drukken in woorden of beelden. De kunstwerken werden opgesteld in de oude dorpskern te Aldeneik, een klein gehucht in de buurt van Maaseik. Gedurende de hele zomer hebben duizenden toeschouwers uit het Maasland maar ook uit de ruime Euregio kunnen genieten van gedichten, fotos en hedendaagse installaties. In de meest diverse creatieve vormen kwamen het verleden, heden en toekomst van de smalle strook land langs de Maas tot uiting. Hoe ik het onderwerp heb benaderd en uitgewerkt, leest u in de volgende paragraaf.
I Persoonlijke interpretatie van het thema
De afgelopen jaren ben ik steeds meer geboeid geraakt door de ideeën van de Franse historicus Pierre Nora. In zijn monumentale studie Les lieux de mémoire probeert hij een volledig nieuw terrein van geschiedkundig onderzoek te openen. Anders dan de klassieke historiografie, die gebaseerd is op een chronologische weergave van koningen, hun veldslagen en de gevolgen, werkt hij voorbeelden uit van specifieke plaatsen. Nora interpreteert het begrip lieux nogal ruim: het zijn niet alleen fysieke locaties, maar ook voorwerpen, uitdrukkingen en ideeën. Al die elementen roepen levendige herinneringen op bij mensen. Plekken en dingen zetten ons geheugen aan het werk en door dat raadselachtige proces wordt het verleden gevormd en geconstrueerd in het heden. Geschiedenis is mensenwerk, niet alleen van hogerman maar ook van lagerman.
Die visie stimuleert en prikkelt me als kunstenaar sterk, omdat hier creativiteit in het geding is. De omgang met de geschiedenis is voor iedereen een persoonlijke en scheppende daad, die steeds opnieuw moet uitgevoerd worden. Het verleden ligt immers niet als een blauwdruk vast, maar krijgt contouren door interpretaties op grond van herinneringen. Vanuit die houding ben ik begonnen aan de opdracht om een kunstwerk te creëren rond het thema Maasland. Tijdens mijn wandelingen in de buurt van de prachtige Romaanse kerk van Aldeneik eeuwen geleden lag daar de oorsprong van Maaseik - kwamen brokken van verhalen en legendes, die zich afspeelden op die locaties, opnieuw tot leven. Uiteindelijk raakte ik méér dan geboeid door het verhaal van de heiligen Harlindis en Relindis die een leugentje om bestwil gebruikten om hun vader te misleiden bij de bouw van het kerkje. Het volledige verhaal over de rozen kan u lezen aan het eind van dit dossier. Ik zag er ook een goed voorbeeld in van een lieu de mémoire die uiteraard niet mag vergeten worden, maar telkens om een andere, persoonlijke interpretatie vraagt. Het rozenwonder, ken-merkend voor de culturele geschiedenis van het Maasland, mag niet in het Grab des Vergessens belanden. Mijn reactie moest helder en groots zijn. Ik heb dan ook een monumentale roos in keramiek gemaakt en opgesteld, niet zo ver van de historische plek waar het verhaal zich afspeelde. Die kunstzinnige uitdrukking is dus mijn visie of mijn herinnering aan een legende die al decennialang een sluimerend, stil gangetje leidt in het gehucht.
Voor wie de roos ook als een milieu de mémoire wil bekijken, voor hen krijgt ze nog een andere betekenis, namelijk als geheugenboei. Het kunstwerk de stille rose, referend naar een bijna vergeten verhaal, kan men ook interpreteren als een baken uit het verleden waarbij toeschouwers even kunnen verwijlen om zich in alle rust de gebeurtenis te her-inneren. In een tijd die volgens de filosoof Paul Virilio niet beter kan gekarakteriseerd worden dan door het begrip snelheid of dromologie ook op cultureel vlak holt alles en iedereen als gek is mijn kunstwerk een bron van traagheid en rust. Dat is voor mij als kunstenaar een vorm van engagement waar ik veel belang aan hecht.
II Algemene betekenis van de roos
Alhoewel de stille rose dus vooral gekoppeld is aan het rozenwonder te Aldeneik, gaat er ook een algemener appèl van uit. Mag ik summier wijzen op enkele symbolische verklaringen voor de roos uit twee perioden van onze westerse cultuurgeschiedenis, de klassieke oudheid en de christelijke tijd. Uit mythologische verhalen blijkt dat de godinnen van de liefde, Aphrodite en Venus, en de drie Gratiën vaak rozen als wijgeschenk ontvingen. De bloem gold toen al als een symbool voor eeuwige liefde, trouw en verlangen. In de Goddelijke Komedie van Dante uit de veertiende eeuw speelt de roos een indrukwekkende rol. De Italiaanse dichter beschrijft een reis, met Vergilius als begeleider, door de hel en het vagevuur naar de hemel. Ze vertrekken op witte donderdag en even later stappen ze door de poort van het inferno, waarop de zin staat: laat alle hoop varen, gij die hier binnentreedt. Na een verschrikkelijke tocht in de diepste krochten van de aarde bereiken ze de louteringsberg en uiteindelijk op woensdagmiddag na Pasen - het aards paradijs. Vanaf daar krijgt Dante het gezelschap van Beatrice. Zij begeleidt hem tot aan het empyreum, de woonplaats van de gelukzaligen. Dat hemels amfitheater heeft de vorm van een grote roos waarin de heiligen zitten die van enige betekenis zijn geweest bij de verlossing. Tijdens een visioen ziet Dante in het hart van de roos het mysterie van de heilige drie-eenheid. Een lichtflits maakt een einde aan die mystieke ervaring en Dante sluit zijn gedicht af met de verzen: zo werden mijn gevoel en wil bewogen, door Liefde, die de zon en de sterren drijft.
De roos door de eeuwen heen als symbool, als zinnebeeld, als embleem, als logo, met één voorname onderliggende betekenis in al zijn diverse interpretaties, met name de liefde. Zij is het vitaal elan van het universum. In die zin is de stille rose een universeel beeld vol van ratio en emotie.
III Materiaal en afmeting van de stille rose
Het kunstwerk is samengesteld uit staal, beton en keramische bladen. De roos heeft een breedte en een hoogte van vijf meter, een diepte van drie meter. Als fundering dienen zware betonnen balken, die de constructie tijdens guur weer en strakke wind in het lood houden.
IV Duurzaamheid
In een tijd dat het begrip duurzaamheid steeds meer aan belang wint, heb ik geprobeerd om mijn kunstwerk te produceren met respect voor milieu en natuur. De keramische bladen van de roos zijn gebakken op een zeer hoge brandtemperatuur, waardoor een garantie ontstaat op lange duurzaamheid. Bovendien werden al die onderdelen met glazuur behandeld, zodat ze niet poreus zijn en dus ook niet kunnen kapot vriezen. Over de houdbaarheid van de kleur van de bladen kan ook geen twijfel bestaan. Niet alleen mijn ervaring, maar ook de archeologie bewijzen dat keramische objecten hun kleur zeer goed bewaren in het licht van de tijd.
De stalen constructie waar de roos op rust, is gegalvaniseerd waardoor ze voor tachtig jaar bestand is tegen roest. Dat materiaal kan eventueel nog vervangen worden door inox. De duurzaamheid zou daardoor aanzienlijk worden verlengd. Ook de draad waarmee de bladen aan de constructie zijn bevestigd, is uit roestvrij materiaal vervaardigd.
Bij de opbouw van de roos is in de mate van het mogelijke rekening gehouden met de kans op vandalisme. Alle onderdelen zijn stevig, hard en degelijk met elkaar verbonden. Om de kans op beschadiging te verminderen lijkt me een goede verlichting tijdens de nacht zinvol.
V Mogelijke locaties voor inplanting
Gelet op de monumentale omvang van de roos, is een grote open locatie onontbeerlijk. Het kunstwerk moet vanop een ruime afstand, én vanuit alle hoeken kunnen bekeken worden om tot haar recht te komen.
De stille rose zou natuurlijk een definitieve plek kunnen vinden in Aldeneik op grond van mijn persoonlijke interpretatie. Maar in het licht van de algemene visie op de roos als symbool, is het evenwel voor de hand liggend en goed aanvaardbaar om het kunstwerk ook in andere gemeenten een plaats te geven.
VI Opbouw van het kunstwerk
De installatie van de roos neemt tenminste twintig werkdagen in beslag. Niet alleen moet de fundering degelijk verzorgd worden en de raamwerk stevig geïnstalleerd, maar ook ieder rozenblad dient precies en nauwkeurig vastgemaakt op de matrix. Voor het vervoer van de materialen, de machines om te graven en de hulp die nodig is bij de opbouw, sta ik in.
VII Plaats van de stille rose in mijn creatieve biografie
Toen ik de roos voor het eerst kant en klaar zag staan in een weide te Aldeneik, besefte ik dat mijn creatief leven een nieuwe wending had genomen. Na een lange periode van eerder bescheiden in omvang keramische objecten, was ik er nu in geslaagd om een monumentaal project tot een goed einde te brengen. Bovendien sluit dit werk aan bij een traditie in de beeldhouwkunst, waaruit blijkt dat kunst meer is dan lart pour lart. Mijn beeld is esthetisch, maar er zit ook een inhoud aan vast. De roos stijgt boven het materiële uit, of iets genuanceerder uitgedrukt, is meer dan louter vorm. Vorm en inhoud houden elkaar in evenwicht. De roos staat in het midden van een verhaal over liefde, kan verbonden worden met de raadselachtige werking van het geheugen en het begrip lieux de mémoire. Kortom, het beeld noodt uit tot bespiegeling en reflectie. In mijn artistiek parcours beschouw ik deze benadering als een verrijking.
Tijdens mijn opleiding keramiek aan de hogescholen te Hasselt en Gent, werd het accent van het onderwijs vooral gelegd op de technische kwaliteiten als kunstenaar. Vakmanschap, luidde het adagium. Probeer een goede ambachtman te zijn, of wat trivialer uitgedruk, wees een goede pottenbakker. Dat was dan ook tijdens mijn beginjaren de opdracht die ik perfect probeerde te vervullen. Als snel vond ik daarin geen creatieve voldoening meer en begon ik te onderzoeken hoe ik kon losgeraken van de zuivere bewerking van klei tot vorm. Het hobbelig en kronkelig parcours dat ik heb afgelegd op weg naar het punt waar ik nu sta, wordt gemarkeerd door tentoonstellingen als Terra Sigillata, Hemel en Aarde en Ecce Corpus. In al deze exposities is goed merkbaar dat ik het materiaal keramiek veel speelser gebruik. Bovendien getuigen de projecten ook van een diepere inhoudelijke betekenis dan mijn eerste ondernemingen. Die visie past beter bij mijn aard. Misschien kan ik die houding nog het best omschrijven met twee begrippen van de Franse filosoof Blaise Pascal: esprit de finesse en esprit de géométrie. De laatste jaren probeer ik intuïtief, met finesse, te werken zonder de ratio - die meet, rekent en analyseert te verwaarlozen. Ook daarvan is de roos een mooi voorbeeld. Het raamwerk waar de roos in rust is volkomen geometrisch, ruimtelijk en onbeperkt, het beeld zelf is een fantasierijke creatie van ontwerp tot uivoering. Een evenwicht van verstand en hart probeer ik ook in mijn beelden tot uitdrukking te brengen.
VIII De stille rose en de openbare ruimte
De afgelopen decennia wordt het begrip openbare ruimte steeds vaker in een nauw verband gebruikt met kunst. Wat is hier aan de hand? In het kort gezegd komt het hier op neer. Vroeger werd kunst louter en alleen gebruikt om landschappen of pleinen te onderbreken op een nogal losse manier. Een kunstenaar kon om het even welk werk neerpoten in de vrije natuur of in de hoek van een openbaar plein. Intussen is men zich ernstige vragen gaan stellen hoe de openbare ruimte - markten, rotondes en parken zinvol kan opgevuld worden met kunstwerken. Men heeft vastgesteld dat de obligate bronzen kip of koperen hannes door iedere burger of wandelaar na verloop van tijd als staal zonder waarde wordt voorbij gelopen. Kunst als vervelende sta-in-de-weg prullaria, dat kan toch ook niet de bedoeling zijn.
Misschien is er een andere interessante mogelijkheid. Men zou kunstwerken, gebaseerd en voortbouwend op het begrip lieux de mémoire, op welbepaalde plaatsen kunnen opstellen. Die visie houdt echter een engagement in voor de kunstenaar. Hij moet namelijk proberen om een onderzoek uit te voeren naar de geschiedenis van de buurt en de plek waarvoor het kunstwerk geconcipieerd wordt. Indien hij of zij die kennis op een intuïtieve manier tracht te verwerken in de realisatie van zijn of haar werk, ontstaat een oproep tot herinnering uit het cultureel geheugen van de regio. Dat zou dan weer kunnen resulteren in de ontwikkeling van een culturele identiteit van dat gebied. Geheugen en identiteit hangen uiteraard nauw met elkaar samen. Vervolgens ontlenen de bewoners dan via de kunst, geënt op de geschiedenis van de streek, een regionale identiteit. Die eigenheid is uiteraard een geconstrueerde, tijdelijke identiteit die zich in de loop van de jaren wijzigt. Maar steeds opnieuw zal de vraag terugkomen: wie zijn we?
Die opdracht lijkt me op dit moment een mooi project waarvoor ik me met hart en verstand wil inzetten. Een creatief antwoord zal dan ook niet meer zolang uitblijven.
IX Prijs
De prijs van het kunstwerk wordt bepaald in onderling overleg.
Bijlage de stille rose Jan Winkels
De stille rose
Fraaie historie ende alwaer?
In de achtste eeuw voltrekt zich in Aldeneik een wonder. Twee novicen, de zussen Harlindis en Relindis, willen in het sanctuarium van de kerk in opbouw een vloer aanleggen zonder medeweten van hun vader Adelhart. Als ze hem onverwachts ontmoeten, met kleine Maaskeien in hun voorschoot, geven ze op zijn vraag wat verbergen jullie het simpele antwoord: rozen. En het blijken ook rozen te zijn...
Dit verhaal interesseert me sterk. Ik zie er een belangrijk thema in dat misschien kenmerkend is voor de Maaslandse volksaard: een spel van waarheid en leugen, met twijfel als gevolg. Stenen en rozen of waarheid en leugen, ze lijken wel inwisselbaar te zijn, met als resultaat onzekerheid. Die teneur ontdek ik in andere sagen en legenden aan de Maaskant. Vandaar mijn conclusie: Maaslanders twijfelen aan de waarheid.
In de eenentwintigste eeuw is er ook vaak sprake van twijfel op diverse vlakken, maar als kunstenaar ben ik vooral geboeid door de impasse in de hedendaagse beeldende kunst. Ook hier heerst twijfel, maar dan niet over de waarheid. Dat thema is immers al enkele decennia niet meer aan de orde. De twijfel heeft voornamelijk betrekking op de interpretatie van het kunstwerk. Wat zou de betekenis kunnen zijn, in welke verhouding staat het werk tot de omgeving? Is het wel een roos of ook weer niet?
De realisatie van De Stille Rose is voor mij een klein wonder dat, net zoals het verhaal rond de beide zussen, meer vragen dan antwoorden oproept.
Het zijn fraaie historieën, maar wat is er van waer?
03-02-2010
Alles van waarde is weerloos
Beste bezoeker,
Deze tekst werd geschreven door co-auteur Dixerat. Het artikel verscheen in 'De Maaseikenaar', jaargang XL, 2010, nr.1 Foto's zijn van de Willibrorduskapel, de oude scheepskade en het beeldhouwwerk Kubus.
Alles van waarde is weerloos
De titel van dit artikel komt uit het gedicht de zeer oude zingt van Lucebert, gepubliceerd in de bundel Verzamelde Gedichten uit 1974. In Nederland is de versregel zo populair dat hij intussen bijna tot de categorie van de gemeenplaatsen behoort. Te pas en onpas wordt het zinnetje dan ook als cliché zelfs als reclameslogan - geciteerd. Lucebert formuleert het bijna aan het eind van een gedicht waarin hij vermoedelijk een ode brengt aan de denkbeelden van de Griekse filosoof Parmenides uit de vijfde eeuw voor onze tijdrekening, met recht en reden dus de zeer oude genoemd. Deze wijsgeer beschrijft met een scherp inzicht zijn visie op de werkelijkheid, waarin hij onverbiddelijk wijst op het hemelsbreed verschil tussen de schijn en het wezen van alles wat bestaat. Lucebert parafraseert die gedachten en verwerkt ze in het eerste gedeelte van zijn gedicht. We kunnen nooit zeker weten, zo beweert de dichter, waar de oorsprong en de toekomst liggen van de dingen en het leven. Slechts in een benadering hier en nu van alles wat is, ligt de enige mogelijkheid om waarde te geven aan ons bestaan. Maar dan volgen de zinnen
alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk
als het hart van de tijd
als het hart van de tijd
Alles wat waardevol is, kan zich niet weren of verdedigen, is teder en wankelbaar, maar wordt rijk door aanraakbaarheid. Die beweging verrijkt het leven en geeft het glans, onder één voorwaarde: indien we alles maar bewust beleven in het hier en nu. Dat kan de betekenis van de twee laatste regels zijn.
Ik wil het vers alles van waarde is weerloos nu uit zijn context losmaken en Parmenides verder laten prakkezeren over de zin van het zijn. Dan ontstaat de mogelijkheid om de inhoud in de afgeleide betekenis toe te passen op enkele versteende monumenten in het Maasland. Achtereenvolgens bekijk ik de Willibrorduskapel, de oude scheepskade en enkele beeldhouwwerken.
IDe Willibrorduskapel
Deze kapel ligt in Aldeneik, niet zo ver verwijderd van de parochiekerk kerk Sint-Anna. Ze werd gebouwd in opdracht van het kapittel van kanunniken rond 1680. Een jaar later volgde de inwijding ter ere van de heiligen Harlindis en Relindis en Sint-Antonius van Padua. De culturele waarde van de kapel zal wel door niemand in twijfel worden getrokken. Toch heb ik het gebouwtje in de decennia die ik door Aldeneik wandel en fiets, steeds verder zien afbrokkelen. Alles van waarde is weerloos. Een kleine stand van zaken. De glasramen van de kapel zitten op verschillende plaatsen vol met gaten, zodat wind en regen vrij spel krijgen. De leien boven het afdakje van de voordeur lijken ieder moment naar beneden te vallen en de dakrand rafelt steeds verder af. De voordeur rot traag maar zeker weg. Dit cultureel erfgoed zal men zonder twijfel straks een kaduke kapel kunnen noemen. Op het informatiebord aan de rechterkant van de ingang wordt vermeld dat de kapel beschermd werd op acht december 2000. Verder staat er zwart op wit geschreven: onlangs besliste het stadsbestuur om een restaturatiedossier voor deze kapel op te starten. Dat bijwoord van tijd onlangs kan ik ongeveer concretiseren en invullen, het was namelijk in 2002. Weet er eigenlijk iemand hoeveel bladzijden dat dossier intussen telt, en waar en in welke toestand het zich bevindt? Misschien is de tijd aangebroken het is immers nog niet te laat - om eens met héél veel aandacht én ondernemingszin naar de kapel te kijken. De huidige minister van cultuur, Joke Schauvliege, zal de stedelijke overheid zeker niet tegenspreken. Ze heeft in haar beleidsplan een rubriek bewaring en ontsluiting van het erfgoed opgenomen. Misschien kan de sclerose aan de kapel met vereende handen dan gestopt worden. Want alles van waarde is weerloos.
IIDe oude scheepskade
Ik kan me nog vaag herinneren dat de oude scheepskade aan Labaer met veel tromgeroffel werd ingehuldigd aan het eind van de jaren tachtig. De stad Maaseik kon immers opnieuw een toeristisch ankerpunt aan haar mooie lijst toevoegen. Het is bovendien een plek waar men naar hartenlust kan fabuleren en dromen. Er zouden in de 18de eeuw schepen uit verre oorden hebben aangemeerd, het lossen en laden van de goederen zorgde voor een boeiend leven rond de kade en jonge mannen uit de stad kozen voor een beroep als schipper. Maar niet te vergeten, langs die kade werden scheepsbeschuiten Maaseiker knapkoek! aan boord gebracht. Die verhalen mogen dan misschien historisch niet correct zijn, ze werken wel op de fantasie. Net zoals mythen en legenden, behoren volksverhalen tot het collectieve geheugen van een gemeenschap. Voor Maaseik is dat de site van de oude scheepskade. Wie wil luisteren en kijken, hoort en ziet in dat stille gebied schippers tieren, hijsen en vloeken. Daarom is die oude scheepskade waardevol. Dat moeten ook de verschillende overheden hebben gedacht. Want op een roestig stalen plaatje, ergens tot verleden jaar tussen het onkruid opgesteld maar intussen spoorloos verdwenen, stond genoteerd: aanlegkade aan de oude Maasoever, gebouwd in het begin van de 18de eeuw gerestaureerd in 1988 op initiatief van de werkgroep voor stadskernvernieuwing Leefstadskern in samenwerking met de stad Maaseik met steun van de Koning Boudewijstichting en de Nationale Loterij.
Wie nu gaat kijken naar de oude scheepskade treft er een grote rotzooi aan. Onkruid tiert welig, hier en daar brokkelen de muur en trappen af, de kaai ligt er unheimlich bij. Eens te meer: alles van waarde is weerloos. Misschien wordt het tijd om de kade in eer te herstellen en zelfs op te nemen in een toeristisch project. Ik neem aan dat er heel wat geld geïnvesteerd is in de renovatie van 1988 en dat men andere bedoelingen had dan de site na verloop van tijd te laten verkommeren. Mij lijkt het zinvol om opnieuw creatief na te denken hoe de scheepskade een plaats kan krijgen in de rijke geschiedenis van Maaseik. Het is immers een lieu de mémoire die moet gekoesterd worden. Alles van waarde is weerloos.
IIIBeeldhouwkunst
Op het gebied van hedendaagse kunst heeft het Maasland geen grote traditie. Het gebeurt niet zo vaak dat de overheden een mogelijkheid in de regio creëren voor kunstenaars om hun artistieke kijk op mens en maatschappij tentoon te stellen. Een van de uitzonderingen was het project Beeldhouwen aan de Maas uit 2005. Toen kregen acht kunstenaars de kans om een beeld te vormen uit een blok ruw arduin. Onder het goedkeurend oog van een nieuwsgierig publiek en echte kunstkenners hakten en polijstten de beeldhouwers op het binnenplein van Nuchelenhof onverwachte vormen uit grillige steen. Drie organisaties sloegen de handen in elkaar voor de realisatie van het evenement: Leader+ vzw, de gemeentelijke overheid en de vereniging Ontwikkeling Binnenstad Maaseik. Zij investeerden er samen flink wat geld en moeite in. Iedereen die een beetje in en rond het project betrokken was, had de overtuiging dat hier eindelijk een voorzichting begin was gemaakt met de erkenning van kunst in het Maasland. Kijkers lieten meer dan hun goedkeuring blijken over de mogelijkheid die ze kregen om kunstenaars live aan het werk te zien. Met andere woorden: een waardevol project. Maar wat is er intussen met de beeldhouwwerken gebeurd? Wandelend door de regio stel ik vast dat sommige kunstwerken plompverloren in het land staan. Ik geef een voorbeeld. Het werk Monoliet van Lambert Rocour staat in een strook niemandsland langs de Koningin Fabiolalaan tegenover het koopcentrum. Ik verwed er mijn hoofd op dat slechts een kleine minderheid van wandelaars het werk ziet staan. Het is bovendien bijna onmogelijk om even rustig te kijken of te genieten van het kunstwerk. Tweede geval. Het werk Kubus in bladmotief van Veerle Achten is aan de kerk van Aldeneik geplaatst vlak tegenover een woonhuis. Wie het werk vanop enige afstand wil bekijken moet nolens volens de achtergrond van het huis mee bekijken. Bovendien staat heel vaak een zware zitbank voor het beeldhouwwerk, blijkbaar sleuren en slepen toeristen het lompe ding gewoon voor de Kubus. En om het kunstzinnig beeld compleet te maken: op twee meter afstand staat een vuilbak die tijdens de zomer doorgaans meer dan vol zit. Ach, ik zocht de kunst, maar vond de chaos! Eens te meer geldt hier ook het adagium: alles van waarde is weerloos. Over de andere kunstwerken spreek ik me niet uit, ik herinner me vaag dat ze over het Maasland zijn verspreid. Het is ook niet de bedoeling om een exhaustieve lijst te maken van alle malheuren op cultureel gebied, maar simpelweg even te roepen dathet waardevolle en weerloze in Maaseik moet behoed worden voor de ondergang.
Coda
Op zondag 1 februari 2009 presenteerde Yasmine in de Ancienne Belgique haar nieuwe CD. Als laatste song kwam de zeer oude zingt van Lucebert aan bod. Het gedicht werd op muziek gezet door Jo Mahieu.
Alles van waarde is weerloos...
19-08-2009
Apologie
Beste bezoeker,
Op 17augustus 2009 woonde ik in Maastricht een indrukwekkende theatervoorstelling bij: de Apologie van Socrates. Het stuk werd gebracht door theatergezelschap Epidauros uit Brasschaat.
Luc Pay bracht een rationele Socrates, doorleefd en vol wijsheid. Hij wàs Socrates. Het stuk werd opgevoerd in een kleine binnenplaats, boven op een heuvel van Maastricht. De duisternis, de wind en ook de koude waren bijzondere figuranten die de monoloog nog meer kracht bijzetten. Ik ben van plan dit gezelschap te blijven volgen en u kan dit ook via de site www.epidauros.be.
20-12-2008
Terugblik
Beste bezoeker,
De tekst die u hieronder te lezen vindt, is toegevoegd door de co-auteur dixerat.
Terugblik
Soms kan het wel zinvol zijn om eens even terug te kijken naar een handeling of gebeurtenis die voltooid verleden tijd is. Misschien reveleert zon beperkte analyse, want veel meer is hier niet in het geding, inzichten die er toe bijdragen om in de toekomst doodlopende wegen te vermijden of zelfs onontgonnen gebieden met frisse moed te verkennen.
FantasMa 08, daar wil ik mét en zonder vergrootglas naar kijken, is intussen bijna twee maanden afgelopen, alle kunstwerken zijn opgeruimd met uitzondering van De stille roos van Jan Winkels, de resterende catalogi zitten diep opgeborgen in dozen op zolder en de binnenlocatie is zoals vanouds weer paardenstal geworden. Waar een zomer lang naar het verleden, heden en de toekomst van het Maasland werd gepeild, vallen nu weer drollen op vers hooi. Alleen een paar fotos gelden nog als bewijs dat in de kaduke schuur enkele creatievelingen de resultaten tentoon stelden van een maandenlange kwelling waaraan ze hun geheugen en fantasie hadden onderworpen. Aber, hat es sich gelonht? Dat is de moeilijke vraag waarop ik hier een antwoord probeer te geven. Heeft het allemaal wel zin gehad, veroorzaakte FantasMa 08 een blijvend slenkje in de Aldeneiker ondergrond of was het slechts een klein oppervlakkig schokje dat intussen al niet meer traceerbaar is met welk alaam dan ook?
1. Een poging, let op het onbepaald lidwoord, om die kwestie grondig aan te pakken kan niet anders dan vertrekken van het thema dat de organisatoren aan de kunstenaars hadden voorgesteld. Dat onderwerp was, kort samengevat, het Maasland. Toegegeven, het begrip klinkt bij een eerste lezing triviaal en leeg, maar wie even wat wil onderzoeken of speculeren komt zeker bij kleinodiën uit die een creatieve bron kunnen vormen voor een nieuwe artistieke kijk. De kunstenaar die zulke methode volgt, hanteert als het ware een ladder om op de schouders van zijn voorganger te klimmen. Hij positioneert zich even, gooit de ladder weg en tracht dan vanuit een andere hoek naar dezelfde einder te kijken. Hiermee wil ik zeker geen beeld oproepen van vooruitgang in de kunsten, iedere kunstenaar kijkt beter en ziet meer dan zijn of haar voorganger, maar wel dat alle kunsten variaties zijn op een oeroude bron. Laat ik eens een voorbeeld nemen uit de literatuur. Enigszins overdrijvend en grof schematiserend kan men zeggen dat alle verhalen na Homerus varianten zijn op inhoud en vorm van de Ilias en de Odysseia. De blinde bard heeft in de 8ste eeuw voor Christus met zijn epos de toon gezet van de West-Europese literatuur. Wie daarna schrijft, staat op zijn schouders. Toen we het programma voor FantasMa 08 in september 2007 voorstelden, ging ik er impliciet vanuit dat kunstenaars later in het jaar met een loupe, hamer, spatel, verrekijker en penseel door het Maasland zouden trekken om het beeld van de grote roergangers af te stoffen en op te poetsen. Daarna konden ze eenvoudigweg de ladder plaatsen die wij hen aanboden. Vanuit dat perspectief terugkijkend, meen ik toch tot de voorzichtige conclusie te komen dat de kunstenaars vele mogelijkheden uit het thema Maasland als ongeschikt links hebben laten liggen. Maar misschien moet ik eerst even toelichten wat voor mij allemaal onder het onderwerp Maasland valt.
2.
01-11-2008
Co-auteur
Beste bezoeker,
Mijn project Imagooh! was een onderdeel van mijn deelname aan de kunst-en poëzieroute FantasMa 08. Ik beschouwde het als afgesloten.
Veel mensen blijven ook nu nog mijn blog bezoeken en hebben me gevraagd mijn blog verder te zetten. Ik zal dit doen op onregelmatige basis, met andere inhouden en met de assistentie van een co-auteur.
U zal dus in de toekomst verscheidene bijdrages kunnen lezen over de meest verschillende onderwerpen, van anekdotes tot beschouwende stukjes over kunst, cultuur, het Maasland....
Binnenkort zal ik ook de naam van de co-auteur bekendmaken.
Commentaren en suggesties kan u steeds blijven geven door me te mailen of een bericht achter te laten in het gastenboek.
In beide gevallen wordt uw mailadres niet bekendgemaakt en wordt uw privacy beschermd. Ik wens u alvast veel leesplezier!
07-10-2008
Het einde van mijn blog
Beste bezoeker,
Uit de verwerking van de vragenlijsten van het ZHIMI blijkt dat er van de 290 respondenten ongeveer evenveel mannen als vrouwen hebben deelgenomen.
De interesse voor mijn project is dus gelijk verdeeld, waarvoor dank!
Het grootste deelnemersaantal zit bij de 50- tot 70jarigen.
Ofwel hebben mijn leeftijdsgenoten meer tijd genomen dan jongere mensen, ofwel beviel het thema hen meer?
De meeste beantwoorders zijn in het Maasland geboren, hebben er school gelopen, wonen samen met een Maaslander of Maaslandse en woont ook in het Maasland. Dit Maasland is vertegenwoordigd van Lanaken tot Kessenich aan de Belgische zijde van de Maas, en het sterkst door de regio Maastricht aan de Nederlandse zijde.
Het merendeel voelt zich een echte Maaslander.
Voor het bepalen van de Maaslandse identiteit blijkt het dialect de grootste marker te zijn, gevolgd door de regionale en familiale afkomst.
Voor het overgrote deel van de respondenten staat de identiteit vast, is ze niet maakbaar, niet verwerfbaar, niet te verdienen.
In het begin van de verwerking van de vragenlijsten leek dit niet zo; toen scheen de tendens te worden dat de identiteit niet vaststaat.
Later is gebleken dat de meeste mensen vinden dat dit wel zo is.
Naar mijn aanvoelen zijn mijn discussies met de bezoekers zijn op dit vlak enigszins mislukt.
Wat de items taal en dialect betreft verstaat bijna 100% de taal van de woonplaats. De helft van de deelnemers spreekt dialect met de partner. Er wordt nog veel dialect gesproken met de ouders maar minder met de kinderen.
En hier zie ik een tendensverschuiving.
Kinderen in het Maasland worden anno 2008 steeds meer in het AN opgevoed.
Om een gesprek met de huisarts te voeren is de drempel groter dan met de kapper.
Alle respondenten boven de 70 jaar spreken dialect met hun huisarts. Dit vind ik een bijzonder compliment voor de artsen.
Ik denk daarbij aan mijn schoonvader die in zijn eigen moedertaal onbelemmerd kan praten met zijn dokter!
De meeste deelnemers zijn opgevoed in het dialect en deze vaststelling is niet verwonderlijk gezien de gemiddelde leeftijd.
Of de mensen in het AN of het dialect is opgevoed; bijna iedereen is tevreden over zijn of haar taalbad.
Nog enkele opinies : dialect is gezelliger, het Maaslands dialect is mooier dan andere, dialect is helemaal geen slordig taaltje en het wordt zeker niet gesproken door wie niet beter kan.
Beste bezoeker aan mijn blog en beste bezoeker aan FantasMa 08 en vooral beste invullers van mijn vragenlijst en deelnemers aan de sociale sculptuur, ik dank u met mijn Kempische ziel en mijn Maaslands hart. Dank ook aan mijn geliefde, mijn zonen Jan en Wim en mijn familie voor hun hulp, interesse en ondersteuning bij de uitvoering van mijn project Imagooh!
Zonder uw deelname zou mijn deelname er niet geweest zijn.
Ik neem virtueel afscheid van u allen
en groet u met een welgemeend :Glück Auf!
M.H.I. Clemens
06-10-2008
Deel vier
Beste bezoeker,
Hier volgt het vierde en laatste onderdeel van de verwerking van de vragenlijst in het ZHIMI. Dit onderdeel gaat over de opinies over dialect en dialectsprekers.
Schept het dialect een gezelliger sfeer dan het AN?
79% vindt van wel.
Is het Maaslands dialect mooier en rijker dan het AN?
77% is hiervan stevig overtuigd.
Als je je dialect verliest, ben je ook je eigenheid kwijt?
Voor 71% is dat zo.
Wie naast het AN ook het dialect beheerst is tweetalig?
66% is het hiermee eens.
Dialect is de taal die mijn dorp of stad onderscheidt van alle andere plaatsen?
80% zegt JA.
Dialect is een plat slordig taaltje?
98% is het hiermee oneens.
Dialect wordt gesproken door wie niet beter kan?
2% is het hiermee eens.
Morgen geef ik mijn persoonlijke commentaar op deze resultaten en probeer ik een voorzichtige conclusie te trekken.
05-10-2008
Deel drie
Beste bezoeker,
Deel drie van de vragenlijst in het ZHIMI gaat over taal en dialect.
97% van de respondenten verstaat het dialect van de woonplaats. De mensen die het dialect niet verstaan zijn nieuwkomers in Maaseik en Maasmechelen.
Evenveel mensen spreken dialect als AN met hun partner,
7O% spreekt dialect met de ouders en evenveel spreekt AN met de kinderen.
Op het werk wordt evenveel dialect als AN gesproken. Op school spreekt een derde dialect.
8O% van de beantwoorders spreekt dialect met andere dialectsprekers.
Ongeveer de helft van de mensen spreekt dialect met de kapper. Eén respondent spreekt uitsluitend dialect met de kapper van zijn hond dag Wimpie!
Driekwart spreekt AN met de huisarts.
68% is thuis in het dialect opgevoed en deze dialecten zijn zeer verscheiden :
Italiaans,Antwerps, Hasselts, Sittards, Maasbrachts, Maaslands, Maastrichts, Westvlaams, Bocholters, Frans, Grieks, Kempisch, Limburgs uit diverse regios, Kleverlands, AN en Frans, Turks
De meeste mensen spreken meestal AN.
93% is tevreden met de taal waarin men opgevoed is.
Een jonge deelnemer was liefst in het Engels opgevoed.
04-10-2008
Deel 2
Beste bezoeker,
Hier volgt deel twee van de verwerking van de vragenlijst in het ZHIMI.
Op de vragen Wat bepaalt volgens u de Maaslandse identiteit?
hebben in het totaal 230 mensen geantwoord.
Er waren ook 152 virtuele stemmers op mijn blog.
Volgens de respondenten is desterkste identiteitsbepaler het dialect.
Voor de virtuele stemmers is dat voor 34% van de keuzemogelijkheden het geval.
95% van de schriftelijke beantwoorders hebben hier ja geantwoord.
Verder spelen voor de meeste mensen de familale en regionale afkomst een belangrijke rol bij het bepalen van de Maaslandse identiteit.
In tegenstelling met mijn eerdere, voorlopige resultaten die ik publiceerde, vindt uiteindelijk slechts 28% van de invullers dat men de Maaslandse identiteit kan verwerven door huwelijk of samenwonen met eenMaaslander, alhoewel 78% het eengraadmeter vindt dat men in een Maasgemeente wóónt..
Dit vind ik een boeiend gegeven waarover ik met verscheidene mensen heb mogen discussiëren.
Vaak stelde ik de vraag of ik, die al meer dan 30 jaar in het Maasland woon en werk, al langer dan 30 jaar zorg draag voor hun kinderen, gehuwd ben met een Maaslander, zelf kinderen heb die hier school hebben gelopen, die elders fier vertellen zeggen dat ze van Maaseik afkomstig zijn, of ik dan geen Maaslander gewórden kan zijn?
Sommigen zeiden na het gesprek :
Ge zijt en ge blijft voor altijd een Kempenaar
Gij kunt nooit een Maaslander worden
Ik denk wel dat ge het verdient een Maaslander te zijn..
03-10-2008
Eerste gegevens over de vragenlijst.
Beste bezoeker,
Hieronder vindt u de eerste verwerking van de vragenlijst in het ZHIMI in verband met de algemene vragen.
In het totaal hebben 290 mensen de vragenlijst beantwoord. Hiervan zijn er ongeveer evenveel mannen ( 49%) als vrouwen (51%).
De meeste deelnemers zijn tussen 50 en 70 jaar (63%).
De jongste deelnemer is 12 jaar.
7% is ouder dan 70 jaar.
64% is geboren in het Maasland, waarvan 30% in Maaseik.
Een aantal deelnemers kwamen van verderweg en hebben tijdens hun verblijf in het Maasland FantasMa 08 bezocht.
Ze zijn geboren in Sittard, Maasbracht,Stramproy, Roermond, Maastricht, Antwerpen,Hasselt, Heerlen,Lommel, Genk, Afrika, het Waasland.
De meeste respondenten wonen ook in het Maasland (79%). Dit betekent ook dat 1 op 5 buiten het Maasland woont en heeft meegewerkt aan de sociale sculptuur.
56% van de deelnemers woont samen met een Maaslander en drie op vier heeft hier school gelopen.
Bijna driekwart (72%)voelt zich ook Maaslander.
Enkele mooie opmerkingen bij de vraag : Voelt u zich Maaslander? waren
Nee, deze jas is me te klein
Ja,deze week wel
Nee, wel wereldburger Volgende keer komt deel 2!
01-10-2008
Nieuwe directeur
Beste bezoeker,
Zondagavond hebben we met FantasMa 08 afgesloten.
De deelnemers aan de zomerse kunst-en poëzieroute hebben een deel van hun werk in de flessenpost gedoneerd. We hebben afscheid genomen van de familie Cremers en hen een nieuwe bloem, de fantasmaroos, overhandigd.
Met een stemmige muziekband zijn we met zijn allen naar de Maas gelopen, waar mijn geliefde de flessenpost in het water heeft gegooid. "Fles is in de Maas, fles is in de Maas' werd toen door de band gezongen en gespeeld.
Daarna hebben we met zijn allen lekker gegeten,gedronken en genoten van Jan en zijn band.
De afgelopen twee dagen ben ik druk bezig geweest met het fysiek opruimen van de drie kamers. Met gemengde gevoelens heb ik de bokalen weer ingepakt en het ZHIMI ontmanteld. De cyborg inpakken en wegbrengen was een laatste klus.
Deze week nog breng ik u de resultaten van de vragenlijsten.
Zoals Nero ooit een paard als consul aanduidde, heb ik vanavond de nieuwe directeur van het ZHIMI verwelkomd!