imagooh!
Imagooh! kaderde in de kunstenroute FantasMa 08. Vanaf november 2008 wil ik mijn blog op onregelmatige basis een ruimere invulling geven.Veel leesplezier gewenst! Reacties zijn altijd welkom.
Archief per maand
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 09-2014
  • 05-2014
  • 02-2014
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 02-2010
  • 08-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 09-2005
    Inhoud blog
  • Jan van Eyck, een Maaseikenaar met wereldse allures.
  • Griet und so weiter
  • Vele hemels boven de zevende
  • AKO voor Stefan Hertmans
  • Elementaire deeltjes
  • Antwoord
  • Oorlog en terpentijn
  • Transhumanisme en identiteit
  • Elementaire deeltjes
  • Antigone
  • Koning Leopold I en de Gebroeders Van Eyck
  • Van Eyckjaar 2014
  • Wat is liefde?
  • Jeanne d'Arc en Jaqueline Harpman
  • Gelezen: Norwegian Wood van Haruki Murakami
  • Paralipomena
  • wij-identiteit
  • Waalse haan...
  • Regionale identiteit
  • Sabina Spielrein
  • gelezen: Persepolis van Marjane Satrapi
  • Gelezen: Tirza van Grunberg
  • Toelichting
  • Verkoop de stille rose van Jan Winkels
  • Bijlage de stille rose Jan Winkels
  • Alles van waarde is weerloos
  • Apologie
  • Terugblik
  • Co-auteur
  • Het einde van mijn blog
    Zoeken in blog

    Rondvraag / Poll
    Wat bepaalt volgens u de Maaslandse identiteit?
    Het dialect
    De familiale afkomst
    Het wonen in een Maasgemeente
    Gehuwd zijn met een Maaslander
    De culturele achtergrond
    De regionale achtergrond
    De geschiedkundige achtergrond
    Bekijk resultaat

    23-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jeanne d'Arc en Jaqueline Harpman

    De Belgische schrijfster Jacqueline Harpman is geboren op 5 juli in Etterbeek. Ze is de dochter van Andries Harpman, een zakenman van Joods-Nederlandse afkomst en van Jeanne Honorez, dochter uit een landbouwersgezin. Bij de inval van de nazi's in België in 1940 vlucht het gezin naar Casablanca, Marokko, waar Jacqueline van haar 11de tot aan haar 16de woont. In 1941 gaat Jacqueline moderne talen studeren in het collega van Casablanca. Daar leert ze Engels en Arabisch. Al op heel jonge leeftijd leest ze Balzac, Racine, Freud en Proust. Rond 1945-1946 keert ze terug naar Brussel waar ze in het lyceum van Vorst haar middelbare studies afmaakt. Daarna gaat ze medicijnen studeren aan de ULB, maar ze krijgt tuberculose en moet afhaken. In 1950 ondergaat ze een pneumo-thoraxbehandeling in een sanatorium in Eupen. Ze zal er 21 maanden verblijven. Dat geeft haar veel tijd om te lezen. In die periode zet ze zich ook aan het schrijven. Ze schrijft er het nooit uitgegeven “Les jeux dangereux”. In 1952 herbegint ze haar studie medicijnen. In november van dat jaar overlijdt haar vader. In 1953 mist ze haar examens door een appendix-operatie. In 1958 heeft ze haar eerste roman klaar: "L’aparition des esprits" die pas in 1960 zal verschijnen. Ondertussen ontmoet ze de uitgever René Juillard die "Brève Arcadie" publiceert. Voor dit werk ontvangt ze de Prix Rossel in 1959. Ze gaat zich nu voltijds toeleggen op het schrijverschap.  Ze schrijft zelfs voor de cinema, voor radio-uitzendingen, toneelrecensies en natuurlijk ook eigen literair werk.
    Jacqueline Harpman trouwt in 1953 met Pierre Puttemans, een architect en dichter. Ze krijgen samen een dochter, Marianne. Twee jaar later is ze klaar met haar derde roman, "Les bons sauvages" en wordt haar tweede dochter, Toinon, geboren.
    Na het overlijden van René Juillard in 1966 komt haar uitgeverij in handen van een nieuwe directeur, Christian Bourgois. Van deze nieuwe uitgever krijgt  "Les bons sauvages" geen aandacht. Ontgoocheld stopt Harpman met schrijven. In 1967 gaat ze opnieuw studeren aan de ULB en behaalt er een licentiaatsdiploma(master) in de psychologie. Ze werkt een aantal jaar als psychotherapeut in het ziekenhuis Fond’Roy. In 1976 wordt ze lid van de Belgische Vereniging van Psychoanalyse. Ze schrijft ook artikels voor het tijdschrift Revue belge de psychanalyse. Tussen  1985 en 1986, na een afwezigheid van twintig jaar, herneemt ze het schrijverschap en publiceert kort na elkaar verschillende romans. Zo verschijnt er achtereenvolgens "La mémoire trouble" (1987), "La fille démantelée" (1990), "La plage d’Ostende" (1991), "La lucarne" (1992), "Le bonheur dans le crime" (1993), " Moi qui n’ai pas connu les hommes " (1995), " Orlanda " (1996) en "L’orage rompu" (1998). Een aantal van haar romans werden vertaald in het Nederlands, het Engels, het Roemeens en het Lets. 

    In de meeste van haar romans baseert ze de intrige op de relaties tussen de personages. Je herkent er vaak de invloed van de psycholoog op de auteur. Ze heeft een zeer eigen stijl, met heel nauwgezette karakterschetsen. De gevoelens van haar personages worden uitvoerig en gedetailleerd geanalyseerd.Harpman won verschillende prijzen met haar boeken. De Prix Rossel voor "Brève Arcadie", de Prix Point de Mire voor "La plage d’Ostende", voor “Orlanda" kreeg ze de Prix Médicis en in 2006 mocht ze de Grand Prix de Littérature de la Société des Gens de Lettres in ontvangst nemen voor haar hele oeuvre. Op 15 oktober 2009 ontving ze op het Brusselse stadhuis de Prix Littéraire des bibliothèques de la Ville de Bruxelles voor haar roman "Ce que Dominique n’a pas su", verschenen bij Editions Grasset in 2008. Jacqueline Harpman woont en werkt nog altijd in Brussel.
    Ik leerde haar werk kennen door het lezen van "Récit de la dernière année"(2000). Sindsdien ben ik fàn.
    Haar eigengereide stijl, haar fantastisch goed en precies neergezette karakters zijn voor mij een revelatie geweest. Deze bijzondere 'ontmoeting' met Harpman zette mij aan de novellenbundel "La Lucarne" te gaan vertalen. Door de pen van Harpman nemen 10 vrouwen, waaronder Antigone, de heilige Maria en Jeanne d'Arc het woord om de gebruikelijke 'leugens' over hen te herstellen als contra-waarheid.
    De andere vrouwelijke stemmen doorzoeken hun familiegegevens tot ze bij de diepe en verborgen geheimen uitkomen. Als toeschouwer en lezer ga je ongewild ongeremd mee in deze verborgen fantasmen, een beetje voyeuristisch zelfs.
    De novelle 'Antigone' draagt de titel 'Comment est-on le père des enfants de sa mère? '; die van Maria 'En vérite, je vous le dis'.
    De twee vertalingen heb ik twee jaar geleden naar Jaqueline Harpman gestuurd als een Vlaams eerbetoon.
    Op dit moment probeer ik de novelle van Jeanne d'Arc te vertalen; ze is opgedragen aan haar man Pierre Puttemans en draagt de titel 'Au troisième degré'.

    Jeanne d'Arc werd waarschijnlijk geboren op 6 januari 1412 in een dorp van Barrois, Domremy. Haar ouders waren 'laboureurs', redelijk welgestelde boeren. De naam Jeanne d'Arc verscheen voor het eerst in een gedicht in 1576. Sinds haar 13e beweerde Jeanne stemmen te horen, van de heiligen Catharina en Margaretha, van de aartsengel Michaël en van God, die zeiden dat het land bevrijd moest worden van de Engelsen.
    In 1429 zocht ze de dauphin in Chinon op, onderweg gekleed als man om zich te beschermen tegen onkuise benaderingen, met als doel hem ervan te overtuigen de strijd op te voeren. De dauphin liet haar eerst ondervragen door kerkelijke gezagsdragers, die haar aanvankelijk van ketterij verdachten en stemde toen in met het voorstel het Engelse beleg van Orléans te breken. Gekleed als een man, in harnas, wist zij met haar vroomheid, zelfvertrouwen en enthousiasme de gedemoraliseerde Franse troepen in de stad nieuw vertrouwen te geven. Op 8 mei werden de Engelsen gedwongen het beleg op te geven. Dit succes ("17-jarig meisje verslaat Engelsen") sprak in heel het land tot de verbeelding en deed het Franse zelfbewustzijn veel goed, waarop de dauphin zich door Jeanne liet overtuigen dat het tijd was zich te laten kronen. Hiertoe moest Reims veroverd worden,de stad waar traditioneel de koning gekroond werd. Dit lukte de door Jeanne geleide Fransen zonder veel moeite en op 17 juli werd de dauphin gekroond tot koning Karel VII. Nadien bleven militaire successen uit. Karel VII was tevreden met het behaalde resultaat en stelde niet genoeg middelen beschikbaar voorverdere veroveringen. Een aanval op Parijs mislukte en bij een uitval uit het wel veroverde Compiègne werd Jeanne gevangengenomen door de Bourgondiërs '1430). Die verkochten haar aan het eind van het jaar aan de Engelsen.
    De Engelsen waren er erg op gebrand haar als heks en ketter neer te zetten, om zodoende het koningschap van Karel VII te ontkrachten.
    Ze brachten haar in februari 1431 in Rouen voor de Inquisitie. Jeanne werd beschuldigd van het weglopen uit het ouderlijk huis, het ontkennen van de kerkelijke autoriteit (haar eigen contact met God via de stemmen), poging tot zelfmoord (ze had geprobeerd uit de Bourgondische gevangenschap te ontsnappen door uit een toren te springen) en het dragen van mannenkleren.
    Aanvankelijk gaf ze niets toe, maar na dreiging met marteling trok ze haar verklaring over het horen van stemmen in.
    De Engelsen waren hier niet tevreden mee en wisten haar met een list ertoe te verleiden in de gevangenis weer mannenkleren te dragen.
    Het proces werd hierop heropend. De rechters constateerden dat Jeanne opnieuw in overtreding was en verklaarden haar nu tot ketter - een misdrijf dat tot de brandstapel leidde. Op 30 mei 1431 werd ze op de brandstapel verbrand op de oude markt in Rouen. Nadat men dacht dat ze overleden was, werd het vuur gedoofd en haar deels verkoolde lichaam aan de omstanders getoond, om te laten zien dat zij inderdaad een vrouw was. Daarna werd het vuur weer aangestoken. Omstanders beweerden dat haar hart niet brandde. Haar as werd in de Seine gestrooid om mythevorming te voorkomen.

    Sinds Napoleon is Jeanne d'Arc in Frankrijk een politiek symbool en icoon van nationale identiteit, ook vandaag nog!
    Daarover is een ingezonden stuk van dixerat te lezen op mijn blog, dd 09 01 2012.
    Haar persoon en leven heeft schrijvers, onder wie grootheden, door de eeuwen heen geïnspireerd, zoals Shakespeare, Voltaire, Schiller, Shaw, Brecht...Ook in de muziek is zij een inspiratiebron geweest. In de beeldende kunst wordt ze meestal afgebeeld als een man in harnas, gezeten op een paard.
    Jaqueline Harpman laat Jeanne d'Arc tijdens haar laatste levensuren vertellen:
    " ...Niemand heeft me bewonderd om wie ik was: een overmoedig meisje dat denkt als een màn...
     ...En nu zal ik moeten sterven in vrouwenkleren, ik die noch meisje noch vrouw ben geweest, die tot mijn grote spijt niet als
    jongen ben geboren...
    ...Op deze wereld is geen plaats voor iemand zoals ik, ik kan dus niet beweren dat ik met spijt zal sterven...
    ...Ik heb me niet kunnen onderwerpen aan de sombere geschiedenis die me was toegewezen. Ik wou mijn eigen leven uitvinden...
    J'ai tout manqué "



    ( bron over Jeanne d' Arc: Wikipedia)





     







    20-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelezen: Norwegian Wood van Haruki Murakami

    De Japanse auteur Murakami werd geboren in 1949 in Kyoto als zoon van een boeddhist en een zakenvrouw. Hij bracht een groot deel van zijn jeugd door met het lezen van Japanse literatuur. Zijn grootste belangstelling gaat echter uit naar de Amerikaanse literatuur, naar de spanning tussen Oost en West,die hij met elkaar verzoent. Murakami kreeg een opleiding toneel aan de Waseda Universiteit in Tokio. Daar ontmoette hij zijn later vrouw Yoko. Zijn eerste baan was in een platenzaak. Dit verklaart dat veel van zijn boeken een muzikaal thema hebben.
    De titel 'Norwegian Wood' verwijst naar een song van de Beatles, een melancholisch lied over een vreemde liefdesnacht met de beginzinnen:
    "I once had a girl
    or should I say
    she once had me"
    Tijdens een landing in Hamburg hoort de 37jarige Toru Watanabe dit nummer. Dit voert hem terug naar zijn studententijd: in 1969 is Watanabe een student in Tokio die zijn leven zo eerlijk mogelijk probeert te leiden, maar in wiens verleden een onverwerkt verdriet schuilt: ooit pleegde zijn beste vriend Kizuki zelfmoord. Voor Watanabe is dit nog altijd een pijnlijke herinnering en Kizuki's toenmalige vriendin, Naoko stort er zelfs door in en komt in een soort psychiatrische inrichting hoog in bergen, ver van de bewoonde wereld, terecht..
    Als Watanabe haar daar gaat opzoeken, is hij niet toevallig Thomas Manns De Toverberg aan het lezen.
    Net als in het sanatorium in de bergen waar de jonge Hans Castorp in Manns roman naartoe trekt, is de instelling waar Naobo verblijft een buitengewoon oord waar de patiënten hun dagen doorbrengen in de rust en zorgeloosheid die ze buiten niet vinden.
    Als Watanabe dan de zeer aardse, open en levendige Midori ontmoet, staat zijn half verliefde, half medelijdende houding tegenover Naoko hem zijn eigen geluk in de weg. Naoko deelt hoog in de bergen haar appartementje met de fascinerende Reiko, die gitaar speelt ('Norwegian Wood') en de steun en toeverlaat van Naoko wordt. Toch kan ook zij Naoko niet redden.

    Alle personen in het boek hebben hun eigen verhaal, staan lichtjes buiten de maatschappij en worstelen met keuzes maken.
    Murakami laat de figuren zo knap tot leven komen en hun gesprekken zijn zo vol van ideeën,
    energie en levenslust dat het boek als geheel toch een luchtige toon heeft, waardoor het redelijk optimistisch en
    verzoenende slot absoluut niet als onecht overkomt.

    Wereldwijd vallen Murakami's fans voor de ongebreidelde verbeelding waarmee hij hen ver van de werkelijkheid wegvoert.
    In deze bijna klassieke Bildungsroman maakt Murakami's surrealisme echter plaats voor hyperrealisme.
    Hij zit zijn personages erg dicht op de huid, de roman is bijna therapeutisch..

    Muzikale referenties drukken bij Murakami vaak gevoelens uit:
    in het liedje "Norwegian Wood" moet John Lennon in de badkuip slapen van de vrouw
    met wie hij een stuk in de nacht gedronken en gepraat heeft.
    Ook Watanabe krijgt tijdens zijn bezoek in de bergen aan Naoko een aparte slaapplaats toegewezen...
    In feite is de song 'Norwegian Wood' een samenvatting van het boek en dat maakt het nog meer bijzonder!

    Een literaire verwijzing naar De Toverberg van Mann: Madamme Chauchat die Hans Castorp het hoofd op hol brengt is in Norwegian Wood de complexloze Midori.

    Norwegian Wood is voor mij een prachtige, warme, wijze roman en Murakami een groot verteller!






    19-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paralipomena

    Toevallig las ik vandaag een kort gedichtje van Leo Vroman dat een facet belicht van de verwevenheid die kenmerkend is voor de begrippen ik- en wij-identiteit. Uit schema’s, zoals gisteren voorgesteld, lijkt een zekere objectiviteit naar voor te komen die de indruk geeft dat het model samenvalt met de werkelijkheid. Niks is minder waar natuurlijk. Het model blijft een krakkemikkige poging om het ‘echte leven’ in een statisch beeld te vangen. Het is misschien daarom niet overbodig om te vertellen dat ik de identiteit niet vaststaand interpreteer, maar wel dynamisch, dus veranderlijk en wisselend. Nu eens tracht een mens zichzelf te bekijken vanuit een quasi objectief standpunt, dan voelt hij of zij de blik van de Ander als een taxatie. Dat standpunt wisselt voortdurend. Zoals Arthur Rimbaud schrijft: ‘je est un autre.’

    Hier het gedicht Hulp gevraagd van Leo Vroman als een paralipomena - toevoeging - op het stukje van gisteren:

     

    Eén ding weet ik zeker:

    ik heb een grote neus,

    want als ik een nauwe beker

    wil leegdrinken moet ik heus

    helemaal achterover hellen.

     

    Maar of ik een engel ben, een genie,

    of een schurkje, of wel alle drie,

    dat zal jij me moeten vertellen.




    18-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wij-identiteit

    2.  Voordat ik de vraag over de constructie van een identiteit probeer te beantwoorden, wil ik er eerst een kleine analyse van maken. Daarbij baseer ik me op het boek Das kulturelle Gedächtnis van Jan Assmann, hoogleraar Egyptologie aan de universiteit van Heidelberg. Ik vrees dat ik zijn indrukwekkende tekst niet helemaal begrijp, maar zal toch pogen om enkele facetten van zijn theorie toe te passen op mijn interpretatie van het thema regionale identiteit.

    Assmann maakt uiteraard een onderscheid tussen een ik- en een wij-identiteit. Het eerste lid van dat verschil splist hij dan nog eens op in een individuele en persoonlijke identiteit. Het individuele element slaat dan op de contingente momenten van iemands leven, zoals geboorte en dood, maar ook zijn of haar eigenzinnige noden en verlangens. De persoonlijke identiteit interpreteert Assmann in een sociale context: in welke mate is een individu erin geslaagd om zich in een gemeenschap te integreren en te ontvouwen? Uit deze omschrijving volgt dus dat de ik-identiteit cultureel en socio-genetisch is bepaald. De wij-identiteit is dat sowieso, want zij wortelt in en steunt op een gemeenschap. Waar kan dan het onderscheid liggen tussen de ik- en wij-identiteit? Wel, simpelweg in het feit dat de ik-identiteit verwijst naar een concreet lichaam, naar een brein dat gevormd is door een levensgeschiedenis. De collectieve identiteit verwijst naar naar wat Assmann noemt, een ‘Sozialkörper’, een fictief lichaam dat niet zichtbaar, ongrijpbaar, niet meetbaar en immatrieel is. Toch heeft het een vorm, weliswaar etherisch, die steunt op een sociale en culturele geschiedenis. Of anders gezegd, de collectieve identiteit is een constructie die gevormd wordt door het verleden en de symbolische invulling ervan. Twee belangrijke randbemerkingen van deze visie: geen ik-identiteit zonder wij-identiteit en omgekeerd. En verder volgt daaruit dat mijn identiteit wordt uitgebouwd in de mate ik interactief en communicatief deelneem of me spiegel aan het zelfbeeld van de regio.

    Schematisch ziet het dan uit als volgt:

     

                                           Identiteit


     

                              ‘Ik’                                    ‘Wij'                                                                       

     Individueel                   Persoonlijk           Collectief

     

    Volgende week probeer ik de collectieve identiteit in te vullen. 

    PS: lijnen van Identiteit naar 'Ik' en 'Wij' zijn weggevallen. Idem dito van 'Ik' naar individueel en persoonlijk. Er loopt een stippellijn van 'Wij' naar collectief.







    13-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waalse haan...

    Waalse identiteit

    1. Donderdag een interessant artikel gelezen in De Standaard dat naadloos aansluit bij mijn vorige bijdrage over identiteit. De oud-hoofdredactrice van Le Soir, Beatrice Delvaux, beschrijft daarin dat de Walen ‘terug’ zijn. Ze bedoelt daarmee dat de afgelopen maanden het begrip Waal of beter gezegd, de Waalse identiteit, aan belang heeft gewonnen. Heel wat franstalige intellectuelen willen samenwerken aan een project dat de autonome Waalse toekomst moet realiseren. De invloedrijke vaksbondsman Thierry Bodson van de FGTB zegt heel duidelijk: ‘Ik voel me Waal. Jammer genoeg is dat gevoel tegenwoordig te vaak afwezig.’ Uit deze laatste zin blijkt de Waalse identiteit nog lang niet voldoende ingeprent is bij onze zuiderburen. En laat die wij-identiteit nu net een voorwaarde zijn voor zelfvertrouwen, dat op zijn beurt een sterke basis vormt om gezamenlijk de hand aan de ploeg te slaan. Soeverein en autonoom hun eigen weg zoeken en gaan, dat lijkt de Waalse opdracht te zijn voor de komende jaren. 

    Misschien is een vergelijking met onze geschiedenis aangewezen. Ik kan me herinneren dat zo’n dertig jaar geleden door Vlaanderen met beate bewondering naar Nederland werd gekeken. Holland was een gidsland, vooral op cultureel gebied. Veel Vlamingen keken uitsluitend naar de tv-zenders van de Noorderburen, en en werd nogal wat gejijd en gejouwd – erg geaffecteerd dan nog - tijdens gesprekken in Leuven of Gent. Want weg met de ge en gij, wegens te platvloers. Beschaafd Nederlands was Noord-Nederlands. Intussen heeft zich een hele ommezwaai voltrokken. Vlamingen praten nu op de Hollandse tv simpelweg in de ge- en gijvorm. Het lijkt wel of ons zelfbewustzijn explosief is toegenomen, zeker ten aanzien van de Hollanders. Ten tweede male hebben we de Bataven opzij gezet. De Stomme van Portici is een vlotte bavardeur geworden...

    Ik heb de indruk dat Wallonië nu een land in de kering is. Men prakkezeert over een denktank die misschien zou gaan werken aan een Manifeste du Cercle Wallon, een publicatie die vergelijkbaar is met het Warandemanifest (gratis te lezen op internet). In die tekst wijzen de auteurs met veel aplomb op de noodzaak van een zelfstandig Vlaanderen, want, ik citeer, ‘onafhankelijkheid zal het zelfbewustzijn en het zelfvertrouwen stimuleren, zodat Vlamingen zich beter zullen ontwikkelen tot tegemoetkomende en open Europeanen en wereldburgers.’  De onderliggende premisse van deze redenering komt op de volgende visie neer: regionale identiteit is een constructie. Ze is niet ‘gegeven’, maar  wordt opgebouwd, samengesteld of geconstrueerd. Voor de hand liggende vraag: hoe kan men zo’n constructie realiseren?

    Die vraag zal ik volgende week proberen te beantwoorden.

     

     

     

     




    09-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Regionale identiteit

    Jeanne d’Arc, Peguy en de Maas



    De afgelopen weken is er in Frankrijk een kleine ideeënstrijd los gebarsten onder de leden van enkele rechtse politieke partijen over Jeanne d’Arc. Dit simpele boerenmeisje, ze werd 600 jaar geleden geboren in Domrémy aan de boorden van de Maas, krijgt veel aandacht omdat ze een icoon is geworden van de identité nationale.

    Zowel president Sarkozy als Marine Le Pen van het Front Nationale proberen de moedige vrouw in te lijven als ultiem bewijs van de Franse identiteit. Ze kan immers als het perfecte voorbeeld gelden van ‘moeder van de natie’. Een eenvoudig symbool dat veel stemmen kan opleveren...

    Toen ik het verhaal van de annexatie las, moest ik aan het gedicht van Charles Péguy denken dat tijdens FantasMa 08 werd opgesteld langs de kunstroute in Aldeneik. Die tentoonstelling zou men ook kunnen karakteriseren als een poging tot onderzoek naar de Maaslandse identiteit. Bestaat er zoiets als een Maaslandse identiteit of is het louter een waanbeeld dat de inwoners hoog houden om bij een bepaalde regio te horen? Iech ben eine Maaslenjer, daarmee wordt de regionale identiteit omschreven. Maar hoe dat begrip verder moet worden geduid, is een probleem waarover de volgende jaren nog veel inkt zal vloeien.

    Ik citeer hieronder het gedicht van Charles Péguy (1873-1914):

     

    Adieu à la Meuse

    Adieu, Meuse endormeuse et douce à mon enfance

    Qui demeure aux prés, où tu coules tout bas

    Meuse adieu: j’ai déjà commencé ma partance

    En des pays nouveaux où tu ne coules pas.

     

    Voici que je m’en vais en des pays nouveaux:

    Je ferrai la bataille et passerai les fleuves;

    Je m’en vais m’essayer à de nouveaux travaux,

    Je m’en vais commencer là-bas des tâches neuves.

     

    Et pendant de temps-là, Meuse ignorante et douce,

    Tu couleras toujours, passante accoutumeé

    Dans la vallée heureuse où l’herbe vive pousse;

     

    O Meuse inépuisable et que j’avais aimée.

     

    Het gedicht is een ode aan de Maas, maar het drukt ook de gevoelens van Jeanne d’Arc uit wanneer ze haar geliefde Maasvallei verlaat om te gaan vechten tegen de Engelse bezetter. Er wordt gestreen en gevreen - dit laatste evenwel niet in het geval van Jeanne d’Arc - , soms staat de wereld even stil, maar de Maas, die stroomt steevast verder...

     

     




    08-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sabina Spielrein
    Beste bezoeker,

    De film" A dangerous method" van David Cronenberg is vanaf 4 januari 2012 te zien in de zalen.

    Het verhaal speelt zich af aan het begin van de 20ste eeuw.
    Sabina Spierlrein is een jonge vrouw van rijke komaf.
    Zij lijdt aan depressieve gevoelens en emotionele uitbarstingen. De diagnose is: hysterie.
    Ze laat zich in Zürich behandelen door Carl Gustav Jung voor wie ze een hartstocht opvat.
    Jung gaat een intieme relatie aan met zijn patiënte.
    Sigmund Freud, de leermeester van Jung, is het hier niet eens.
    De affaire van Jung met Spielrein leidt tot de definitieve breuk tussen Freud en Jung, 
    de twee grondleggers van de moderne psychologie.

    De Noorse schrijver Karsten Alnaes heeft 5 jaar onderzoek gedaan in verschillende Europese steden om materiaal te verzamelen 
    over Sabina Spielrein.
    Aanleiding hiervoor was een krantenartikeltje.
    De schrijver raakte gefascineerd door haar bijzonder aangrijpend levensverhaal en schreef het boek ' Sabina' in 1994.
    Het boek is gebaseerd op feitelijke documenten. Wat niet uit biografische gegevens was te halen, vulde hij zelf aan.

    Sabina studeert later, na de breuk tussen Freud en Jung, medicijnen en specialiseert zich tot psychiater.
    Ze vertrekt naar Wenen waar ze gaat horen tot de kring rond S. Freud.
    Na de Russische revolutie keert ze met haar man, een Russische arts, naar Rusland terug.
    Tijdens de bezetting van Rostov in 1941 worden Sabina en haar twee dochters door Duitse soldaten vermoord.

    Het boek en de film zijn een complementair eerbetoon aan deze unieke vrouw die de geschiedenis
    van de psychoanalyse veranderde.
    Aanraders!

     



    03-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gelezen: Persepolis van Marjane Satrapi
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Mijn schoondochter verraste me met de complete “Persepolis” van Marjane Satrapi tijdens onze Kerst 2011.
    Onmiddellijk vielen me de zwart-wittekeningen op.
    Dat Marjane Satrapi voor deze haast kinderlijke stijl gekozen heeft wordt helemaal duidelijk
    als je eenmaal de graphic novel begint te lezen: de tekeningen mogen je niet afleiden van de inhoud!
    Het album vertelt over het leven van Satrapi na de Islamitische Revolutie in Iran, 1979.
    Satrapi vertelt over haar leven vanaf haar 14de tot haar 24ste jaar.
    
    Ze verhaalt over de moeilijkheden die een jong meisje en vrouw ondervindt 
    in een maatschappij waar het dagelijks leven gedomineerd wordt door 
    de godsdienst en de machteloosheid die zij hierbij ondervindt.
    Elke periode in haar leven wordt gekenmerkt door steeds nieuwe problemen.
    Dit wordt op een schitterende wijze in het verhaal verteld.
    Satrapi slaagt er in ons te laten meevoelen met het onderdrukte deel van het Iraanse volk.
    Je kan niet anders...
    Nadenken over fundamentalisme doe je na het lezen van dit prachtig album zeker!
    Dank je Sara voor dit prachtig geschenk.
    Ik ga het opnieuw lezen, dit keer voor de inhoud alleen!
    
    



    Blog als favoriet !

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs