De idee van de mens die zichzelf veredelt via implantaten van nanomonitoren schrikt nogal wat mensen af.
Tijdens gesprekken hierover doemen dan wel eens Frankenstein-achtige doemscenarios op.
In een doortimmerd stuk in NRC Handelsblad van 1 augustus 2008 schrijft de filosoof Marcel Zuijderland hierover.
Ik probeer het stuk samen te vatten.
De nieuwe biotechnologische middelen zouden kanker, AIDS en Alzheimer kunnen voorkomen, en wie zou daar tegen kunnen zijn?
Van alles wat zelfbehoud en welzijn verhoogt, is er immers nooit te veel. Als de mogelijkheden van de gentechnologie eindeloos zouden zijn, komen we dan niet tegen een natuurlijke grens aan die aangeeft dat we moeten ophouden?
Waarschijnlijk niet.
We staan vrij om de regie van ons zelfbehoud en welzijn zèlf te voeren en te vergemakkelijken, omdat de menselijke genenkaart fundamenteel toevallig is.
De genenkaart is het resultaat van toevallige mutaties en op die manier zijn we aan geen enkel voorschrift gebonden om de kaart in zijn huidige vorm te bewaren.
En al helemaal niet waar het onze biologische beperkingen - ziekte, veroudering en dood - betreft.
We zijn ook aan geen enkel voorschrift gebonden wat betreft om ons menselijk niveau van mentaal en fysiek presteren betreft.
Evolutionair gezien hebben we carte blanche om het ontwerp van onze genenkaart zelf ter hand te nemen. De technologie moet het natuurlijk wel mogelijk kunnen maken .
Er is het degelijk gefundeerd rapport Converging Technologies for Improving Human Performance uit 2003 dat door de Amerikaanse NSF(National Science foundation) en het DOC (Department of Commerce) is samengesteld en volgens dit rapport lukt dit steeds beter.
Het rapport doet voorspellingen over resultaten die de integratie van bio-, nano-en informatietechnologie de komende twintig jaar kunnen geven.
Ze hebben het in hun rapport over implantatie van bv. naomonitoren die ziektes in een vroeg stadium detecteren en behandelen.
Over moleculaire protheses voor cellen , maar ook over brain-to-brain communicatie.
Het is een kleine greep uit een breed scala aan revolutionaire toepassingen.
NSf en DOC zijn gerespecteerde instellingen en van hen hoef je geen loze en wilde speculaties te verwachten.
De ontwikkelingen die zij schetsen zijn reële mogelijkheden waarvan de economische, medische voordelen zo groot zijn dat ze niet meer kunnen afgeremd worden.
Nu al bestaan er privéklinieken voor cel-en gentherapie.
Er zullen er nog volgen! Eerst alleen betaalbaar voor miljonairs. Later ook voor de gewone man.
De zich veredelende mens is de toekomst, maar tegen welke prijs?
Moeten ingrepen die veroudering tegengaan, die mensen met insomnia helpen te slapen dan ook moeten worden aangemoedigd ?
Of ingrepen waarvan je slimmer en sterker wordt, waar je scherper zintuigen van zou krijgen?
Waarschijnlijk wel.
Toen de mens voor het eerst een werktuig ter hand nam om zijn vermogens te verbeteren en gebreken te compenseren ( denk eens aan de bril), zette hij al een eerste stap naar symbiose met techniek.
Door het toeval uit te schakelen, verbond hij zich aan de techniek.Nu zitten we in een fase waarin mens en techniek zo sterk met elkaar zijn verweven dat we ze als een co-existente levensvorm kunnen gaan beschouwen.
Mensen die de Frankenstein-achtige scenarios zien, lijden aan de angstvisioenen van vooruitgangspessimisten.
Zuijderland ziet vooral de toegenomen vrijheid.
Hij besluit :
Met ons streven naar zelfverbetering en zelfbeschikking zullen we met zijn allen langer, gezonder en beschaafder worden.
We zitten hierdoor in een avontuur dat nooit zal eindigen.
Wie gelooft in het oplossend en aanpassend vermogen van de mens, ziet zijn versmelting met de techniek in goed vertrouwen tegemoet.
Mijn besluit : Als ik met behulp van de nanotechnologie eindelijk beter zou slapen, sta ik op de eerst rij voor een ingreep!
En dan dit nog:
'De eerste half mens, half robot ter wereld': zo noemt de Britse professor Kevin Warwick zich.
Hij liet al twee keer een chip implanteren, zodat hij zijn gedachten en gevoelens kan overbrengen op een computer.
'Ik wil het licht kunnen aandoen of mijn auto kunnen starten, gewoon door eraan te denken', zegt de eerste menselijke cyborg.
Wie denkt dat professor Warwick een knotsgekke fantast is, vergist zich.
Kevin Warwick is professor in de Cybernetics aan de Universiteit van Reading in Engeland en geniet internationaal aanzien.
Hij doet onderzoek naar artificial intelligence, robotica en biomedical engineering.
Hij startte zijn academische loopbaan aan Aston University en heeft sindsdien baanbrekend werk verricht in onder andere London en Oxford.
Hij ontving diverse eredoctoraten en academische prijzen.
Hij liet tien jaar geleden voor het eerst een chip inplanten.
Hoe kwam hij op dat idee?
Hij wou een zesde zintuig, zoals dolfijnen en vleermuizen dat hebben. Zij kunnen ultrasonische signalen opvangen. Warwick liet een chip met sensor aanbrengen en hij kon zich via een draadje - dat uit zijn arm kwam - in de computer inpluggen.
Als een voorwerp dicht bij hem kwam, ontving zijn brein een impuls.
Hij voelde het kriebelen en kon het voorwerp detecteren. Dit kan handig zijn om in het donker je weg te vinden. Zijn zenuwstelsel werd dus op een computer aangesloten.
Hij kon ook zijn gedachten overbrengen op de computer.
Als hij zijn hand wou openen, dan opende de robothand die op de computer was aangesloten zich ook -zelfs aan de andere kant van de wereld.
Standaardbewegingen, maar wel spectaculair.
Voor iemand die een hand verloren heeft, is het systeem heel handig. Die persoon kan een artificiële hand hebben die hij direct kan bewegen via zijn brein. En als iemand die artificiële hand aanraakt, dan kan hij dat ook voelen.
Irena, de vrouw van Warwick, liet ook een chip inplanten.
Zij was wel bang dat het zou infecteren of dat de computer foute informatie naar haar hersenen zou sturen en dat ze gek zou worden. Dat is niet gebeurd.
Het was namelijk mogelijk dat een halve gare via de computer hun breinen zou beschadigen.
Warwick wou dat Irena zijn gedachten kon lezen.
Dat lukte niet helemaal.
Maar wanneer zij dacht: ik knijp drie keer mijn hand dicht, dan voelde Warwick drie trillingen. Je kan het vergelijken met elektrische schokken.
Een persoonlijk voordeel: mijn geliefde en ik zouden niet meer naar elkaar moeten bellen om iets te vertellen. En apparaten besturen: als ik hier in Maaseik wil dat het licht uitgaat in Aldeneik, dat ik dat dan kan door eraan te denken
Toelichting bij de start van mijn project imagooh! anno 2008:
Het is me de afgelopen jaren steeds vaker opgevallen dat steden en regios in Europa zich bij het publiek promoten door een logo tot vervelens toe te herhalen.
Jongens en meisjes uit de afdeling marketing noemen het branding.
Een eenvoudig beeld of een slogan moet bij de kijker onmiddellijk het product oproepen.
Die visie wordt echter niet alleen toegepast op bier en zeep, maar ook op geografisch afgebakende streken en hun bewoners.
De reductie van het Hageland of de Kempen tot een product en tot een steriel logo - is me een huiver. Een regio heeft veel verborgen facetten die in zon benadering niet alleen vergeten worden, maar zelfs definitief in de vergeetput verdwijnen.
Daar hoop ik de Maaskant met imagooh! voor te behoeden.
Ter gelegenheid van FantasMa 08 wil ik daarom het Zeer Hoog Instituut voor Maaslandse Identiteit oprichten, verder ZHIMI genoemd. Dat instituut heeft de opdracht om de culturele identiteit van het Maasland en haar bewoners eigenzinnig te onderzoeken. Op basis van die kennis kan het imago van de streek tussen Lanaken en Kessenich dan verrijkt en verdiept worden. Het ZHIMI is gevestigd in de kaduke schuur aan de Leugenbrugweg 20 te Aldeneik.
Het organigram heeft een simpele structuur: ik ben directrice, secretaresse, poetsvrouw, en doe het economaat.
Kortom, ik, M.H.I. Clemens, bén het instituut.
Ook de basis voor het onderzoek is simpel en kan terug gebracht worden tot drie vragen, waarin de kern van het Maasland en haar bewoners vervat zit :
Woeë kómme wieë van aaf?
Waem zeen wieë?
Woeë goeën wieë noa tów?
Zoals vaker blijkt, kunnen de vragen eenvoudig worden geformuleerd, maar zijn de antwoorden verre van voor de hand liggend. Terugvallend op de oude vorm van de triptiek, ach wat waren die duistere Middeleeuwen toch helder en inzichtelijk, probeer ik een voorlopig antwoord te formuleren.
De installatie imagooh! is samengesteld uit drie kamers die zich naast elkaar bevinden in de binnenlocatie van Fantasma 08.
In de eerste ruimte zullen vele parafernalia te bekijken zijn die verwijzen naar het verleden van het Maasland. Het moet een lieu de mémoire worden van de regio.
In al de attributen en kleinodiën die daar kriskras gestapeld liggen, een herinnering aan eeuwen Mosaanse geschiedenis, zit het cultureel geheugen van de streek verweven en gegoten.
Misschien zou men in deze kamer een voorzichtige aanzet kunnen zien van de Maaslandse canon, een kabinet met onderdelen waar de regionale identiteit uit geconstrueerd is.
Dat onderdeel vormt ook het eerste luik van de Maaslandse eigenheid.
In de tweede ruimte heeft het ZHIMI, eigenlijk een kenniscentrum, onderdak gevonden.
Vanuit het instituut zullen diverse initiatieven genomen worden om de hedendaagse identiteit van de regio te onderzoeken.
Daarin kunnen de bewoners een belangrijke en ondersteunende rol spelen.
Aan de hand van affiches, waarop de drie vragen in het dialect als karbonkels oplichten, wordt de thematiek in het hele Maasland onder hun aandacht gebracht.
De affiche effent het pad naar een bijzondere vragenlijst waem zeen wieë? die iedereen kan, mag, zou moeten invullen.
De antwoorden van die lijst worden in het ZHIMI verwerkt tot een overzichtelijk eindresultaat waarin culturele en psycho-logische eigenschappen van de Maaslander tot uiting komen.
Ik omschrijf dit onderdeel van imagooh! als een sociale sculptuur.
Andere initiatieven van het ZHIMI worden later op een weblog en op de site van Elementum vzw meegedeeld.
De derde kamer tenslotte zal volledig gewijd zijn aan de toekomst van het Maasland en haar bewoners.
Waarschijnlijk zal hier de eerste transhumane inwoner van de regio worden voorgesteld.
Met dat beeld én het ZHIMI én de canon geeft dit seculiere drieluik een volledig overzicht van de Maaslandse identiteit.
Verder hoop ik met imagooh! een tipje van de sluier op te heffen die over de trits ik, wij en zij hangt.
Rond die drie persoonlijke voornaamwoorden, en de Tijd zweeft de identiteit als een vage nevel boven de Maasvallei.
Maar misschien is alles slechts een fantasma?
Of staan we toch aan het begin van een tweede Renaissance in het Maasland?
M.H.I.Clemens
Maaseik, 18 maart 20008
Korte biografie
Clemens is een pseudoniem, maar ook de familienaam van mijn moeder.
Als Latijns begrip betekent clemens zacht, mild, toegeeflijk...
De voorletters M., H. en I. worden niet ingevuld.
Imagooh! is mijn eerste installatie in de wereld der kunsten. Noem me dus gerust een outsider.
In de gewone wereld probeer ik op werkdagen tussen 8 en 16 uur kinderen voor dislectio te behoeden.
Oh ja, ik ben een inwijkeling, geine echte Maeslènjer...