Het eerste deel van het examen staat op 130 punten.
A. 20 punten staan op de woordjes
(10 van die punten bestaan uit 10 woordjes die ik op de gewone manier van iedere dag opvraag, de andere 10 punten zijn andere woordjesvragen, bijvoorbeeld: tot welke klasse hoort een woordje? geef de aanvullende gegevens van de woordjes (= de tweede en de derde kolom), wat is het model van een werkwoord? amare, monere, audire, ire of esse? geef het noemwoord van een bepaalde vorm van een woord. Welk Latijns woord herken je in de Nederlandse woordjes bijv. murus --> muur)
B. 20 punten theorie
C. 90 punten oefeningen
Let goed op: voor die oefeningen moet je natuurlijk ook de theorie en de woordjes kennen! Zorg dat je weet wat er gevraagd wordt als de dominant van een woord gevraagd wordt, of het noemwoord of het genus of ... (alle andere moeilijke nieuwe termen die je leerde).
Nog belangrijke tips voor het examen:
- Schrijf niet te groot (anders heb je geen plaats genoeg en wordt het hele examen een boeltje). - Als je iets niet weet, laat het over. Verlies niet teveel tijd aan één vraag (anders kan je misschien vragen die je wel weet niet meer invullen omdat je tijd tekort hebt). - Herlees alles goed zodat je geen domme foutjes maakt!
1. Stel je vragen bij het vragenblokje (2 hieronder).
2. Verbeter alles op tijd tegen maandag.
3. Maandag dien je het toetsen- en huistakenmapje in. Belangrijk is dat je misschien fotokopies maakt van je huistaken... Of dat je je fouten opschrijft op een apart blad. Want hoe kan je anders die oefeningen hermaken voor het examen? Huistaakoefeningen zijn meestal wel belangrijke oefeningen...
4. Steun elkaar in de stresserige examenperiode. Toonde iemand bijvoorbeeld aan Joyce hun blokschema?
5. Joyce, ik kreeg je laatste huistaak nog niet... (Die oplossingen staan dus nog niet op de site.)
6. Bereid de tekst van 5.5 wat voor in het weekend (HB p.70). Je moet het niet opschrijven per se, maar gewoon al eens in je hoofd proberen te vertalen en kijken of je alle woordjes wel kent.
7. We moeten volgende week nog tot HB p.76 geraken... Dus we zullen goed moeten doordoen, maar het lukt ons wel!
8. Houd je Latijn goed bij, zorg dat je niet de dag voor het examen alles nog moet beginnen leren!!!!!!
Ik plaats hier de vertalingen nog van de laatste 3 huistaken:
4.4 f Ik woon daar, maar waar wonen jullie? Linus heeft niets, maar weet veel. De meester en de meesteres voelen overal gevaren. Als de moeder een slavin is, zijn de zonen ook slaven. We vrezen nooit. Je verbiedt me weg te gaan. Ik ga toch weg. Marcus moet thuis blijven, maar wij kunnen weggaan. Slaven horen veel, maar vertellen niets. Jullie allen moeten goed luisteren. Lucia en Marcus maken het goed/zijn gezond.
4.5 c Hij vertelt niets aan jullie. Verwachten jullie me? We waarschuwen jullie. Ze geven niets aan jou. Ik ga nu weg. Ze vrezen ons. Jullie luisteren wel goed. Jij bent ook klein. Ik bemin jou. Hij geeft (aan) mij een teken. Ook wij keren terug. We zien jullie. We moeten jullie niets. Hoor je me? Ook wij zijn aanwezig.
5.3 Oefeningen bij het NWD van het gezegde en het bijg.adj. B
5. Hij geeft mij goede raad.
bonum: bijg.adj. bij dominant consilium consilium: LV bij dat mihi: MV dat: pv
6. Mijn goud is goed verborgen.
aurum: onderwerp bij latet meum: bezittelijk voornaamwoord bij dominant aurum (of bijgesteld adjectief)
7. We beminnen de meesteres, omdat ze vriendelijk is.
dominam: LV bij amamus (Wie beminnen we?) Kijk eerst wat het onderwerp in je zin in! Vertaal het werkwoord en stel je de vraag of je in het Nederlands nog een LV verwacht. We beminnen/houden van ... er komt hier altijd nog iets na!
humana: NWD van gezegde bij est (ond.+KWW)
8. Lucia is gelukkig, want ze heeft vele vriendinnen.
felix: NWD van gezegde bij Lucia (ond.) en est (KWW) multas: bijgesteld adjectief bij dominant amicas amicas: LV bij habet
9. Mijn goud is thuis niet veilig.
Hier moet je vertalen om te weten of aurum onderwerp of LV is! aurum: onderwerp bij est. meum: bez.vnw. bij dominant aurum domi: BWB van plaats (waar? thuis) tutum: NWD van gezegde bij aurum meum (ond.) + est (KWW)
10. Mijn vreugde is groot, want Lucia bemint me.
magnum: NWD van gezegde bij gaudium meum (ond.) + est (KWW) me: LV bij amat
11. Romeinse tempels zijn hoog en mooi.
pulchra: NWD van gezegde bij templa Romana (ond.) + sunt (KWW)
12. Lucia bezit noch goud noch zilver noch andere bezittingen.
Vragen kan je hier kwijt, dan staan ze niet overal verspreid bij de verschillende blokjes (bij de reacties).
Oh ja, helpt iemand Lowie Duyvejonck? Hij raakt een beetje achter omdat hij niets kan openen van op de site... Kan iemand dingen voor hem afdrukken of zoiets? Of hem helpen om toch op de blogsite te geraken?
Onthoud goed dat naast de woordjes, je ook zo nu en dan de theorie vlug moet herhalen 's avonds.
Vijf minuutjes lezen kan al voldoende zijn om de leerstof in je langetermijngeheugen te krijgen!
Veel succes in ieder geval met de toets morgen en ook met het leren voor de aankomende examens!
TWAALF STEMPELS! Er is dus weer goede hoop... Wie weet halen we het nog dit semester! Er zijn nog twee woordjesoverhoringen: morgen en donderdag... (telkens op tien punten) Toi toi toi!
Heel belangrijk detail : ik telde de fouten in de tweede kolom deze keer niet mee, maar die moet je wel verbeteren!
Helpen jullie hen met opvragen of met hulp aanbieden of ... ?
Trouwens: Ik heb nog enkele punten tekort in mijn puntenboekje voor de huistaken. Zijn die nog niet ingediend? Alex: huistaak 6+7 Lowie: huistaak 3+4 Joyce: huistaak 4
Dit zijn heel belangrijke oefeningen om de theorie in het handboek p.57+67 te begrijpen. Je mag die bladzijden wil bij je nemen bij het maken/verbeteren van de oefeningen. Diegene die het niet vanavond doen, krijgen morgen in de les nog tijd (maar zullen dan minder oefeningen wellicht kunnen maken...).
Succes!
1. - andere naamval, geslacht en getal - vorm/uitgang - nom.m.mv. - onderstreep '(de)...-en' in een kleurtje - Velen houden van rozen. - de armen de goeden de dwazen de gelukkigen
2. ander geslacht! - uitgang/vorm - acc.onz.mv. - onderstreep 'dingen' in een kleurtje - Linus vertelt nieuwe dingen/nieuwigheden. - kleine dingen kleinheden oude dingen antiek alle dingen alles dwaze dingen dwaasheden
5.4 A. 1. - KWW - gezegde - NWD van gezegde - Centiem - onderwerp
2. Aurelia Morosa is een dwaas meisje. - nom. - ond. - KWW - NWD van gezegde - nom. - dezelfde ond. Naast de laatste zin zet je een uitroepteken!
B. 1. - Marseille is een stad - nom. ond. - nom. NWD van gezegde (onderstreep in kleur het woord 'naamval') ond. - vr. oz. (onderstreep in kleur het woord 'substantief') geslacht
2. - Aurelia Morosa is dwaas. - NWD van gezegde - Ond. - nom. - NWD van gezegde (of gewoon gezegde) is bij ond.'Aurelia Morosa' en KWW 'est' - het neemt naamval, geslacht en getal over van ond. + het gaat over Aurelia Morosa - geslacht en getal ond.
3. Rozen zijn mooie geschenken - NWD van gezegde -nom. -bijgesteld dona
Zet naast het besluit-kadertje ook twee grote uitroeptekens in kleur!
Nom.m.enk.: NWD van gezegde bij tu (ond.) en es (KWW)
(tu kon ook weggelaten
worden )
Jij bent een/de meester.
5. Decima puella est domina.
(decima = telwoord!)
Nom.vr.enk.: Onderwerp bij het werkwoord est
Het tiende meisje is een meesteres.
2. Splits en
vertaal. /8
1.
venitis veni-tis jullie komen (venire, venio, volgt NIET
ire, WEL audire)
2.
possideo posside-o ik bezit (possidere (ww.van tweede vervoeging) is niet gelijk aan
posse(onregelmatig ww.))
3.
pueri puer-i de jongens (mannelijk
naamwoord uit de 1ste klasse op er)
4.
ingentia ingent-ia enorme (in
de 2de klasse adjectief onz.mv. ia en niet a)
5.
parat para-t
hij/ze/het maakt klaar (eerste vervoeging)
6.
vales vale-s
je bent gezond (tweede
vervoeging)
7.
dat da-t hij/ze/het geeft (eerste
persoon enk.: do)
8.
reperiunt reperi-u-nt ze vinden terug (u is
een bindklinker!)
3. Vul de
ontbrekende woorden in in verband met de grammaticale theorie.(p.28-29) /3
Een bijvoeglijk naamwoord noemen we een adjectief.
Het substantief waarvan een adjectief het genus en het getal van
overneemt noemen we de gesubstantiveerd
adjectief.
Adjectieven van de tweede
klasse hebben uitsluitend uitgangen van de tweede
klasse, ook al is hun dominant een substantief van de eerste klasse. (bv. felices amici). Lees de vorige zin volledig!
De Latijnse substantieven worden ingedeeld in 3(1, 2, 3 of 4?)
groepen of klassen.
4. Vertaal. (zie HB p.33+35) /7
Ubi
nummi mei tuti esse possunt?
Waar kunnen mijn geldstukken veilig zijn?
Lucia
abest, sed nos adsumus.
Lucia
is afwezig, maar wij zijn aanwezig.
Unde
estis? Vanwaar zijn jullie?
Nihil narrare
possunt. Ze kunnen niets vertellen.
Rosae sunt
pulchrae. Rozen zijn mooi.
Liberi cives
abeunt. De vrije burgers gaan weg. (liberi is
hier bijg.adj. bij cives en abe-u-nt komt van abire, niet van abesse,
absunt)
Mater sua
timet. 1. Zijn/haar
moeder vreest.
2.Hun moeder vreest.
(het bez.vnw. past zich aan aan zijn dominant qua
naamval, geslacht en getal ook al is de dominant een subst. Uit de tweede
klasse )
5. Onderstreep de
bijgestelde adjectieven en omcirkel de naamwoordelijke
delen van het gezegde. (zie HB
p.41) Vertaal in je hoofd! /2
Miseri pueri sunt pauperes.
Omnes servi sunt laeti.
Dona
sunt magna.
Servi
quoque homines sunt. (het kan zowel een adjectief als substantief zijn als gezegde!)
Oefening f en i maken jullie als huiswerk, vergeet niet dat het op een collegeblad moet en dat je de vorige huistaken en toetsen moet verbeteren tegen dinsdag.
Vul je agenda voor de rest van het semester al in!
Lessen:
Maandag 03/11: Voorstelling 'De honden van Aktaioon' + 4.5 Oefeningen bij de werkwoorden. Dinsdag 04/11: Het adjectief als substantief gebruikt. Vest.4.4: Herhalingsoefeningen bij alle werkwoorden. Donderdag 06/11: Het huwelijk in Rome.
Donderdag 13/11: 5.1: Begrippen 'functie' en 'naamval'
Maandag 17/11: De nominatief en de accusatief van de eerste klasse + Vest.5.2: oefeningen Dinsdag 18/11: Toets caput 4 Vest. 5.2: Oefeningen bij de nom. en de acc. (eerste klasse) Donderdag 20/11: Herhalingsoefeningen.
Maandag 24/11: het NWD van het gezegde en het bijgesteld adjectief (HB p.67) Dinsdag 25/11: Weektoets + Vest.5.3: Oefeningen bij het NWD van het gezegde en het bijg.adj. Vest.5.4: Voorzetsels met de accusatief Donderdag 27/11: Vest.5.4 Voorzetsels met de accusatief + Vest.5.5 Centiem vindt een oplossing
Maandag 01/12: Vest.5.5 Centiem vindt een oplossing + Vest.5.6 Oef. bij het gebruik van de nom. en de acc. (eerste klasse) Dinsdag 02/12: 5.7 Wie zoekt, die vindt. Vest.5.8 De nom. en de acc. van de tweede klasse + oefeningen Donderdag 04/12: Oefeningen bij de nom. en de acc. van de tweede klasse + vragen over de leerstof.
Huistaken:
Dinsdag 04/11: Oefening 4.1 e (HB p.50) + een affiche over Latijn Donderdag 13/11: Oefening 4.4 f (HB p.55): Vertaal. Dinsdag 18/11: Oefening 4.5 c (HB p.62): Vertaal. Dinsdag 25/11:Oefening 5.2 f+i (HB p.66)
Toetsen:
Dinsdag 18/11: Toets caput 4. Dinsdag 25/11: Weektoets in verband met caput 5.
Tijd om te ontspannen en misschien zelfs wat Latijn te herhalen . Jullie kunnen bijvoorbeeld
1. al een huistaak maken, 2. de moeilijkste woordjes herhalen (zeker de werkwoorden en de kleine bijwoorden), 3. de theorie van caput 4 al wat herhalen zodat je volgend weekend minder werk hebt,...
Onthoud goed: regelmatig een klein beetje leren is veel beter dan één keer veel leren.
De volgende keer als er mensen aan bord mogen komen, moet de leerstof toch in ieder geval al een beetje beter eruit vloeien ;-).
Werk met jullie controlekaarten hé, zodat ik jullie kan helpen of tips geven als de resultaten wat minder zijn.
De toets over caput 4 wordt één van de laatste grote toetsen voor het examen. We moeten dan alleen caput 5 nog zien (in een vlucht) en dan is het al examen. Dus dat zijn ook de laatste grote punten die meetellen (naast de woordjes), dus je weet wat je te doen staat als je je punten een beetje omhoog wil trekken van Latijn. De toets zal op min of meer dezelfde manier opgesteld zijn als de toets over caput 3.
Verbeter tot slot goed de huistaken en de toetsen.
Het is trouwens met iets lekkers dat ik zal trakteren telkens als ik 19 stempels mag zetten voor jullie woordjes. Laat het een stimulans zijn voor jullie!
Tip: Ontspan ook voldoende é, ik wil geen overstresste leerlingen zien, want ik weet dat de meeste van jullie echt heel hard je best doen. Ontspanning is trouwens nodig om goed te kunnen studeren (dat is bewezen), op tijd en stond dus een leuke pauze inlassen is de boodschap! Ik ben trots op jullie. Volhouden!
De huistaken zijn heel goed. Ik geef een 4,5 als het goed is en een 5 op 5 als ik echt verbaasd ben. De andere oefening staat op 20. Dus het huiswerk staat in totaal op 25. Ik hoop dat de grote toets over caput 4 ook zo goed zal zijn!
1. Aandacht gevraagd om alles wat niet in het huistaakmapje hoort, maar wel in je map, uit het mapje te halen en te sorteren in je Latijnse map. 2. Vergeet niet te verbeteren en vooraleer je verbetert een streep te trekken onder je huistaak... Het corrigeren is eigenlijk het belangrijkste van de hele huistaak omdat je dan kan leren uit je fouten zodat je niet meer opnieuw dezelfde fouten maakt. (Als er een paraaf staat op het groene voorblad, wil dat zeggen dat je goed verbetert hebt. Weet je niet hoe je iets moet verbeteren, vroeg het op de site...) 3. Stop alle toetsen in de juiste volgorde in je mapje (eerst het eerste huiswerk, dan het tweede,...)
Ik vind het heel leuk om jullie te kunnen belonen met goede punten, alleen heb ik een klein probleempje...: van velen kreeg ik één van de twee delen van het huiswerk niet (of de affiche, of 4.1e). Brengen jullie dat tegen donderdag in orde? (Nathan, Wout, Hélène, Maarten, Alex)
Bij dit onderdeeltje van de site mogen jullie trouwens ook vragen stellen in verband met problemen bij de correctie van huistaken. Zo kunnen jullie elkaar eventueel helpen...
Vergeet niet jullie controlekaarten te gebruiken en de herhalingsblaadjes voor de woordjes.
Huistaakmapje:
1. 15/09: Oefening 2.5 b+c (HB p.20) 2. 23/09: Oefening 2.6 e+f (HB p.24) 3. 30/09: Herhalingsoefeningen 4. 07/10: 3.2 Oefeningen bij de naamwoorden op -er: c + d + e (HB p.36) 5. 13/10: Oefening 3.5: c (HB p.42) + Controletoets 3+4 (WB p.103-104) 6. 04/11: 4.1 Oefeningen bij de langeklinkerstammen: e (HB p.50)+ affiche 7. 13/11: 4.4 Oefeningen op de werkwoorden : f (HB p.55) 8. 18/11: 4.5 Oefeningen bij de persoonlijke voornaamwoorden: c (HB p.62)
Het valt me op dat jullie
1. vaak de pagina in het handboek vergeten te noteren in jullie opgave. 2. jullie groene voorblad van de huistaken niet in orde is. 3. heel veel leerlingen in het rood verbeteren in plaats van in het groen... :-s. 4. heel goede affiches maken!
Tip voor het maken van huistaken: Bestudeer eerst de theorie en kijk de oefeningen erboven en/of eronder nog eens na, zodat je zeker de oefening correct maakt!
Ik steek heel veel werk en tijd in deze site (ten koste soms van mijn andere sites voor het vierde en het vijfde) omdat ik dacht dat jullie goed zouden meewerken. Enkel Joyce lijkt regelmatig te kijken en eens te reageren. Als ik merk dat dit zo blijft, dan zal ik natuurlijk ook minder en minder moeite doen voor de site. Er staan nog steeds oefeningen op in verband met het gezegde en het bijgesteld adjectief waarvan de bedoeling was dat jullie dit samen maakten door middel van te reageren op de site. Op de toneeltjes kwam er enkel nog maar reactie van Joyce en dan niet specifiek commentaar op toneeltje (wel een complimentje voor iedereen), maar vooral met de vraag of er punten op staan... Terwijl ik gehoopt had dat sommigen hun verhaaltje op die reageersite een beetje zouden veranderen en verlengen. (Die toneeltjes typen heeft mij veel tijd gekost... ) We moeten als team aan deze site werken... Ik reken op jullie medewerking.
In verband met Leefsleutels moet ik jullie nog melden dat jullie zeker tegen volgende week maandag elk vier vragen (niet drie, niet vijf, maar precies vier) moeten hebben opgeschreven op een collegeblad als huistaak voor Leefsleutels. Die vragen mogen jullie dan stellen aan de meters en peters in de volgende les want dan komen ze op bezoek. Zorg ervoor dat je allemaal verschillende vragen hebt. Denk er goed over na en vraag niet te veel hulp aan je vrienden of vriendinnen.
Geniet nog van jullie vakantie, want na al het harde werken hebben jullie dat zeker verdiend. Groeten Mevrouw Carels
Print deze oefening af en maak het mondeling of controleer met behulp van deze antwoorden de oefeningen die je al maakte in de klas (en thuis afwerkte eventueel). Deze oefeningen kunnen op een toets of examen gevraagd worden.
1. R ze horen 2. O ze gaan naar 3. O ze zijn afwezig 4. R ze moeten, ze zijn verschuldigd 5. R jullie maken klaar 6. O ik ga weg 7. R ik heb 8. R we komen (venIo en niet venEo) 9. O hij gaat terug 10. R hij vindt terug 11. R jullie weten (vierde vervoeging) 12. O ze gaan voorbij (volgens ire, praetereo, zie HB p.53) 13. O ik ben aanwezig (volgens esse) 14. R we geven (dare wordt vervoegd volgens het model amare, eerste vervoeging) 15. O jullie gaan weg/uit 16. R jullie weten niet (nescire, nescIo en niet eerste persoon enkelvoud op -eo zoals bij ire)
Heb je vragen stel ze dan via deze site aan je klasgenoten. De eerste na de vakantie maken we oefeningen op de werkwoorden. Hoe beter je deze oefening en de theorie (HBp.48-49+53) kent, hoe beter en sneller je die oefeningen zal kunnen maken natuurlijk. Ik geloof echt dat we ervoor kunnen zorgen dat iedereen de oefeningen goed kan maken.
Ik plaats hieronder de toneelstukjes die jullie schrijven met wat commentaar erbij. Door te reageren kunnen jullie je toneelstukje afschrijven of beoordelen welk toneeltje jullie het leukst vinden. Complimentjes geven kan nooit kwaad. ;-)
Fijne vakantie nog! Groeten R.Carels
1. Lowie, Louis, Julie en Laurens
Probleem: Het leger van keizer Julius is uitgemoord. Oplossing: Hij maakt een school om nieuwe soldaten op te leiden.
Julius: Waar is mijn leger?
Cléà: Maak een school om een nieuw leger op te leiden.
Julius: .....
Opmerking: Dit is geen komedie! De typische personages zoals we die geleerd hebben, spelen niet mee in dit verhaal... Ook is het geen alledaags onderwerp, maar een grootschalig legeronderwerp.
2. Louise, Geertje, Nathan en Alex
Meisje: Ik ben verliefd op een jongen. Vader: Is hij rijk? Meisje: Ik weet het niet. Moeder: Is het een mooie jongen? Meisje: Ik vind het een hele mooie jongen? Broer: Ken ik hem? Meisje: Ik weet het niet. Broer: Ga je er mee trouwen? Meisje: Ja, ik wil dat wel. Broer: Neen! Niet doen! Ik ben verliefd op jou! Moeder: Daar zal ik een stokje voor steken. Vader: Maar je bent niet rijk. Dus dan mag dat neit. God van de liefde/Amor: Ik ben hier. Het is opgelost!
Opmerking: Lang toneelstukje, jullie hebben je tijd goed gebruikt! Let er wel op dat een meisje er niet over zou beginnen dat ze verliefd is, aangezien ze normaal uitgehuwelijkt werd (ze werd op jonge leeftijd al beloofd aan een oudere man als een soort zakelijke overeenkomst). Wat is trouwens de oplossing van het verhaaltje? Wat beslist Amor?
3.Sara, Lisa, Martijn en Wout
De zoon is hopeloos verliefd op het meisje...
Zoon: Oh, Petra, ik hou zoveel van jou! Waarom moet ik met een ander trouwen? Mama: Papa is verdwenen! Slaaf: Kom, laten we hem zoeken. Meisje: Ja, ik kom.
Na uren zoeken vonden ze hem maar hij was vriendelijk?!
Papa: Weet je wat zoon, je mag kiezen met wie je trouwt. Zoon: Joepie! Dan trouw ik met het meisje (Petra).
Hij loopt naar het meisje en zegt: Zoon: Wil je met me trouwen? Meisje: Ja.
En ze leefden nog lang en gelukkig.
Opmerking: Geef uitleg over waarom en waar de papa verdwenen is. Is het omdat hij boos is? Is het om een heel andere reden? Benoem je personages als ze vernoemd worden in het dialoog: niet 'het meisje', wel 'Petra' of 'Lucia' of ...
4. Van onbekenden....
In het begin: Er is een waardevolle ring gestolen.
Koningin: Mijn ring is gestolen! Koning: Ik heb je stiefbroer gezien rond je kamer aan het neuzen. Hij heeft het zeker weggenomen. Koningin: Maar, ik dacht dat ik muizen heb zien weglopen. Koning: Muizen, hahahaha!
Dan blijkt dat de koning gelijk had en ze vond de ring terug in een muizenhol...
Opmerking: Kort en krachtig. Koningen kende men wel niet, dus het zou een gewone meester en meesteres moeten zijn in het verhaal.
5. Joyce, Hélène, Arno en Maarten
Marcus: Ik heb geen zin om naar school te gaan. Ga jij Paulus? Paulus: Oké, tot vanavond! Meesteres: Oké leerlingen, grote overhoring vandaag! Paulus: (ademt heel moeilijk) Ooh mevrouw, mag ik even naar buiten, ik heb last van mijn ademhaling. Meesteres: Ja, ga maar even naar buiten, maar kom vlug terug. Paulus: Oké, dit is mijn kans! (Paulus loopt snel naar huis.) Marcus, Marcus! Het is grote toets vandaag, ga vlug! Marcus: (gaat de klas binnen, maakt zijn toets) Ik word kort van adem! Mag ik naar buiten? Meesteres: (wordt een beetje boos) Weeral? Komaan, vlug dan! Marcus: (gaat naar buiten en wisselt met Paulus) De rest van de dag verloopt alles goed.
Opmerking: In de Klassieke Oudheid waren er enkel mannelijke leerkrachten en die waren allesbehalve mild! Naar school gaan was alleen iets wat voor enkele gelukzakken was weggelegd, dus ze bleven zeker niet thuis. Een toneelstuk gaat ook meestal niet over kinderen omdat het doelpubliek eigenlijk de volwassenen was. Maar: Ik vind het een heel origineel en leuk verhaaltje!