De Zware Lezer
Inhoud blog
  • De boeddha van de buitenwijk (van Hanif Kureishi)
  • De man met de messen (van Heinrich Böll)
  • Blind geschopt (van James Kelman)
  • De knoppen breken (van Kenzaburo Oë)
  • De bezoeker (van György Konràd)
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Besprekingen van mijn favoriete boeken
    Ik wil de boeken voorstellen die ik grààg gelezen heb. Misschien zijn er daarbuiten nog hartstochtelijke lezers die soms eens iets willen horen van een zielsgenoot over diens ervaringen in het onuitputtelijke rijk van het geschreven woord. Volg me op Twitter om op de hoogte te zijn van mijn jongste besprekingen: volg "muilpeerd"
    02-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ethan Frome (van Edith Wharton)

    Een boek van 119 blz voor de liefhebbers van het dunne boekje. Op de achterflap lezen we:

     

    Zelf afkomstig uit de High Society van New York en bekend met de grote steden van Europa tekent Wharton met groot raffinement in Ethan Frome het besneeuwde landschap van New England als een kil decor voor een gepassioneerde, maar onmogelijke liefde.

    Ik las reeds andere boeken van deze auteur en wat me opviel aan dit boekje is dat het zich situeert in een totaal andere leefomgeving dan diegene waar de auteur zelf aan gewend is en waarin ze de meeste van haar personages laat optreden. Dit leek me een atypisch boek van haar en het kon me bekoren door de basaalheid. Het harde leven, de zware levensomstandigheden van de personages in dit boek staan in scherp contrast tot het leven dat de meeste van haar personages in haar andere boeken leiden.
    Tegelijk is het een mooi liefdesverhaal in een wereld waarin mensen moeilijk woorden vinden om hun diepste gevoelens te verwoorden. Die gevoelens worden slechts slinks getoond, door een gebaar of een blik. De lijdzaamheid van de mens tegenover de woeste natuur is opmerkelijk. Het gaat hier over een klein dorpje waar iedereen iedereen kent en geheimen mondeling worden doorgegeven aan volgende generaties.

    De korte inhoud op de kaft luidt als volgt:

     

    Het is winter in het kleine stadje Starkfield in New England als de betoverende Mattie Silver haar intrede doet op de boerderij van Ethan Frome en zijn wispelturige, ziekelijke vrouw Zeena. In de besloten intimiteit van het huishouden bloeit een passie op tussen de stille, verlegen Ethan en de ongedwongen, expressieve Mattie. Ingekapseld in de burgerlijke opvattingen van de omgeving en nauwlettend in de gaten gehouden door de allesziende ogen van Zeena zien zij geen kans aan hun liefde toe te geven. Als de verbitterde Zeena dreigt Mattie het huis uit te sturen, probeert Ethan uit de knellende banden van zijn tijd los te breken.

    Dat het een tragedie is, is bij bovenstaande omschrijving misschien al duidelijk maar dat doet niets af aan het leesplezier, de zorgvuldige, gedetailleerde beschrijvingen van de levensomstandigheden en het gure klimaat waarin beide geliefden nader tot elkaar trachten te komen, wetend dat dit onmogelijk is.

    In de inleiding schrijft de auteur:

     

    Het thema van mijn verhaal moest even strak en summier behandeld worden als het leven voor mijn hoofdpersonen geweest was. Iedere poging om over hun gevoelens uit te weiden en die gecompliceerder te maken dan ze waren, zou het geheel ongetwijfeld in een vals daglicht hebben gesteld. Ze waren echt zo, deze personages, mijn rijzige granietblokken; slechts half aan de aarde ontstegen en nauwelijks welbespraakter.

    Het verhaal begint veelbelovend met volgende omschrijvingen:


    Als je het postkantoor kent, dan heb je vast wel eens gezien hoe Ethan Frome er met zijn wagen voor de deur stopte, de teugels over de holle rug van zijn roodbruine vos liet hangen en zich over de stenen stoep naar de witte galerij sleepte. En dan vroeg je je vast af wie dat toch was. Daar heb ik hem een paar jaar geleden voor het eerst gezien. En die eerste aanblik heeft een diepe indruk op me gemaakt. Zelfs toen was hij nog de meest opmerkelijke figuur in Starkfield, ook al was hij verworden tot een schaduw van de man die hij eens was geweest. Hij werd niet zozeer gekenmerkt door zijn grote lengte, want de 'autochtonen' onderscheidden zich al snel door hun lange en magere gestalte van het gedrongen ras dat verderop woonde. Het kwam door de onverschillige, krachtige blik in zijn ogen, onaangedaan door een kreupelheid die iedere stap als een ruk van een ketting beheerste. Er lag een waas van een onbenaderbare kilheid over zijn gezicht, en hij was zo stijf en grijs dat ik hem voor een oude versleet en verbaasd was te horen dat hij pas tweeënvijftig was.

    Zo ziet hij er al uit sinds hij dat ongeluk heeft gehad; en dat is in februari vierentwintig jaar geleden. Dat ongeluk had niet alleen die rode jaap dwars over Ethan Frome's voorhoofd veroorzaakt, maar ook zijn rechterzijde zo kort en scheef getrokken dat het hem duidelijk moeite kostte het korte stukje van zijn wagen naar het loket van het postkantoor te lopen.

    Het landschap en het klimaat zijn als het ware belangrijke medepersonages in dit verhaal:

     

    De afstand bedroeg nauwelijks drie mijl, maar het tempo van de vos lag laag, en zelfs wanneer er harde sneeuw onder de ijzers van de slee lag deden we er nog bijna een uur over. Ethan Frome reed zwijgend voort, de teugels losjes in zijn linkerhand, en zijn bruine, met littekens doorgroefde profiel onder de helmachtige punt van zijn pet stak dan als een in brons gegoten heldengelaat af tegen de sneeuwvallen.

    Frome had me ongeveer een week naar Corbury Flats gereden toen ik op een morgen naar buiten keek en een zware sneeuwbui zag. De hoge witte golven, samengepakt tegen het tuinhek en tegen de muur van de kerk, maakten duidelijk dat het de hele nacht moest hebben gesneeuwd en dat de opgewaaide sneeuw in het open veld waarschijnlijk heel moeilijk begaanbaar zou zijn.

    De jongeman daalde de helling naar de deur van het souterrain af, waarbij hij de zijkant van het gebouw zoveel mogelijk vermeed. Om buiten het schijnsel van de allesonthullende lichtstralen te blijven maakte hij een omtrekkende beweging door de onbetreden sneeuw en naderde langzaam de verste hoek van de kerkmuur. Vandaar baande hij zich, nog steeds in de veilige beschutting van het duister, omzichtig een weg naar het dichtstbijzijnde raam, waarbij hij zijn kaarsrechte, magere lichaam verborgen hield en zijn nek strekte totdat hij een glimp van het vertrek opving. Zo bekeken, vanuit de zuivere en vorstige duisternis waarin hij stond, leek het te walmen van een mistige hitte. De metalen reflectoren van de gasbranders wierpen grillige lichtschijnsels op de witgepleisterde muren en de ijzeren flanken van de kachel aan het eind van de zaal leken wel te kreunen onder de hitte van een vulkanisch vuur.

    Het zijn niet louter de beschrijvingen van het klimaat en de koude die de sfeer van het verhaal illustreren. Ook de onuitgesproken onvrede en kilte tussen de gehuwden spreken van afstandelijkheid en eenzaamheid:

    Deze stemmingswisselingen vormden de wanhoop en de vreugde van Ethan Frome. De loop van haar (diens vrouw) gedachten was even onberekenbaar als het gefladder van vogels tussen de takken. Het feit dat hij het recht niet had zijn gevoelens te tonen en zo die gevoelens bij haar op te wekken, maakte dat hij enorm hechtte aan iedere verandering in haar blik en haar stem.

    Ze gingen het hek door en liepen langs het door de bomen overschaduwde heuveltje, waar de grafstenen van de Fromes, omgeven door een laag hek, dwaze hoeken maakten in de sneeuw. Ethan bekeek ze nieuwsgierig. Jarenlang had dat zwijgzame gezelschap een bespotting gevormd van zijn rusteloze aard, zijn verlangen naar verandering en vrijheid. ‘Het is ons nooit gelukt hier weg te komen - hoe zou het jou dan wel lukken?

    Hij hoorde een voetstap op de trap en opnieuw schoot de gedachte aan een zwerver door hem heen. Toen ging de deur open en zag hij zijn vrouw. Ze stak groot en hoekig af tegen de donkere achtergrond van de keuken, met een hand drukte ze een doorgestikte sprei tegen zich aan terwijl ze met de andere een lamp vasthield. Het licht, dat ter hoogte van haar kin brandde, accentueerde haar gerimpelde hals en de benige pols van de hand die de sprei vastgeklemd hield, en verscherpte op indringende wijze de holle en uitstekende delen van haar gezicht met de hoge jukbeenderen, dat onder een rand krulspelden uitstak. Ethan, nog steeds gehuld in de rose gloed van zijn uur met Mattie, was zich even scherp bewust van haar uiterlijk als van de laatste droom voor het wakker worden. Hij had het gevoel dat hij nooit eerder had beseft hoe zijn vrouw eruitzag.

    Zijn vrouw wil Mattie wegsturen, wat het begin van de ramp is voor Ethan:

    Ze is een armlastige die als een blok aan ieders been heeft gehangen sinds haar vader zijn best heeft gedaan ons allemaal te gronde te richten. Zij is hier een heel jaar geweest, nu is het de beurt aan iemand anders.

    Ethan keek zijn vrouw vol walging aan. Ze was niet langer meer het lusteloze wezen dat gemelijk en volkomen in zichzelf besloten naast hem had geleefd, maar een mysterieuze vreemde aanwezigheid, een kwaadaardige energie die die lange jaren van zwijgzaam gepieker hadden afgescheiden. Zijn gevoel van hulpeloosheid verscherpte zijn antipathie.

     

    02-03-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    01-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hotel Savoy (van Joseph Roth)

    Voor dit boek permitteer ik me om een andere auteur te citeren, namelijk Nadine Gordimer, die over Joseph Roth zegt: Wat Roth waarneemt en aan ons doorgeeft is een unieke essentie van de fragiliteit van het waarlijk menselijke, het belachelijke en het tragische.

    Ik zou het zelf niet beter kunnen verwoorden.

    Joseph Roth werd in 1894 geboren in Brody in Galicië en diende tijdens de Eerste Wereldoorlog in het keizerlijke leger. Als journalist maakte hij vele reizen, onder meer in Rusland. Zijn politieke overtuiging dwong hem om Duitsland in 1933 voorgoed te verlaten. Nadien woonde en werkte hij afwisselend in Amsterdam en Parijs, in welke laatste stad hij in 1939 in armoedige omstandigheden overleed.

    Op de binnenflap staat over het boek:


    In 'Hotel Savoy' vertelt Joseph Roth het verhaal van Gabriel Dan die, berooid en zonder vaste woon- of verblijfplaats terugkeert uit de oorlog. Hij probeert zijn geld als stationsarbeider te verdienen en neemt zijn intrek in Hotel Savoy. Daar krijgt hij een kamer op de 6e verdieping, één verdieping onder die van de dienstmeisjes. In Hotel Savoy wordt een strikt onderscheid gemaakt naar rangen en standen: hoe lager de afkomst en de financiële situatie van de gasten, hoe hoger en armoediger hun kamers. ‘Hotel Savoy’ is, zoals de meeste boeken van Roth, een sociaal-kritische roman, waarin de misstanden van het Habsburgse Rijk aan de kaak gesteld worden. Roth geeft in zijn boek blijk van een vooruitziende blik; de mensen die niet aan het front geweest zijn, hebben geen enkel begrip voor de terugkerende soldaten en weigeren de tekenen van het naderende verval onder ogen te zien.

    Ook de auteur van het in deze blog besproken Schaaknovelle van Stefan Zweig noemde Joseph Roth als een van zijn meest gewaardeerde schrijvers.

    Het is geen vrolijk boek maar het heeft me meegevoerd in zijn directe vloeiende stijl; het verhaal neemt je vanaf de eerste bladzijde mee. Het schetst een intiem portret van Gabriel Dan die net jarenlang oorlog achter de rug heeft, in een Siberisch kamp heeft gezeten, en drie jaar in krijgsgevangenschap heeft geleefd. Na vijf jaren komt hij terug naar Europa om te proberen zijn leven weer op te bouwen.

    De manier die ik prefereer om te trachten anderen te motiveren tot het lezen van een boek, of om te tonen hoezeer bepaalde zinnen van een boek me raken, is het citeren. Dat zal ik nu ook doen.

    Gabriels ouders zijn Russische Joden. Zijn ouders zijn overleden.
    In Europa aangekomen neemt hij zijn intrek in hotel Savoy, dat 764 kamers en zeven etages telt. Gabriel betrekt kamer 703 op de zesde etage, en op de verdieping onder hem slapen de dienstmeisjes:

    Ik herinnerde me hoe ik en veel kameraden met smart naar verlof hadden uitgekeken om ons verlangen naar een suède lage schoen te stillen. We mochten gezonde boerenmeidenbenen strelen, breedzolige voeten met afstaande grote tenen, die door het slijk van de velden, door de leem van de straatwegen liepen, lichamen waarvoor de harde kluiten van een bevroren herfstakker het liefdesbed vormden. Gezonde dijen. Kortstondige liefde in het donker, voordat het commando storend tussenbeide kwam.

    Lange tijd was ik eenzaam onder duizenden geweest. Nu zijn er duizend dingen waaraan ik deel kan hebben: de aanblik van een gebogen gevel, een zwaluwnest in de wc van Hotel Savoy, de biergele, op mijn zenuwen werkende ogen van de oude liftboy, het bittere lot van de zevende verdieping, de griezeligheid van een Griekse eigennaam, van een plotseling tot leven komende grammaticale categorie, de droevige herinneringen aan een boosaardige aoristus, aan de benauwdheid van het ouderlijk huis, de botheid en belachelijkheid van Phobus Bohlaug
    [broer van Gabriels moeder] en de redding van Alexanders leven door de tros.

    Het plafond is hier [in Hotel Savoy] schuin en hangt zo laag dat je bang bent je hoofd te stoten. Maar in werkelijkheid kun je er nog lang niet bij - het plafond lijkt maar zo gevaarlijk. In deze uithoek nemen alle dimensies af, dat komt door de grijze stoom van de waskeuken die je ogen omfloerst, afstanden verkleint, de muur doet opzwellen. Het is moeilijk wennen aan deze lucht die aldoor heftig in beroering is, contouren vervaagt, vochtig en warm ruikt, de mensen in onwezenlijke kluwens verandert.

    Hij draagt een hemd en een lange witte onderbroek en houdt pal voor zich een nachtspiegel. Groot en mager als hij is, ziet hij er in het schemerlicht uit als iemand die uit de dood is opgestaan. Zijn grijze baardstoppels dreigen als kleine scherpe lansen. Zijn ogen liggen diep in hun kassen, overschaduwd door imposante jukbeenderen.

    Ik herinnerde me de nachten in uitgestrekte sneeuwvelden onder de blote hemel, nachten van wachtlopen, witte Podolische nachten waarin ik het koud had, en de van vuurpijlen doorflitste nachten toen de donkere hemel doorploegd was met roodgloeiende wonden. Maar geen enkele nacht in mijn leven, ook niet de nacht waarin ik zelf tussen leven en dood had gezweefd, was zo vreselijk.

    Alle armen die op kosten van de gemeente sterven, worden in zo'n verre uithoek ter aarde besteld, en pas wanneer er drie generaties zijn gestorven, vertoont die afgelegen gedeelte van de godsakker menselijke paden. Maar dan zal het graf van Santschin niet meer te vinden zijn.

    Nu voelde ik de haat bij me opkomen tegen Hotel Savoy, waar sommigen leefden en anderen stierven, waar Ignatz beslag legde op koffers en de meisjes al hun kleren moesten uittrekken voor fabrikanten en huizenmakelaars. Ignatz was als een levende wet van dit hotel, dood en liftboy. Ik zal me niet door Stasia laten verlokken hier te blijven, denk ik.

    Maar wil ik dan niet naar het westen? Heb ik dan niet jarenlang in gevangenschap geleefd? Nog altijd zie ik hoe de gele barakken als smerige lepra een witte vlakte bedekken, proef ik het laatste zoete trekje van een van de straat opgeraapte sigarettenpeuk, jaren van omzwervingen, de bitterheid van de straatwegen - afgrijselijk bevroren aardkluiten die pijn doen aan mijn voetzolen.

    Op het station kun je geld verdienen. Soms komt er een buitenlander. Die zoekt een betrouwbaar 'iemand met talenkenis' om niet door de sluwe bevolking afgezet te worden. Ook kruiers zijn zeer gevraagd - hier zijn er niet veel. Ik weet ook niet wat ik anders zou kunnen doen. Vanaf het station is het niet meer zo ver naar de wereld. Hier kun je rails naar de einder zien lopen. Mensen arriveren en reizen verder. Wie weet komt er een vriend of een krijgsmakker.

    En we hadden het erover dat deze oorlog eeuwig en altijd zou doorgaan en dat we nooit meer thuis zouden komen. Zwonimir had nog een vader en twee kleine broers. 'Ook die zullen opgeroepen worden,' zei Zwonimir .'Over tien jaar groeit er op de hele wereld geen enkel gewas meer, alleen nog in Amerika.' Hij hield van Amerika. Als de soldatenkost goed was, zei hij: ‘Amerika!’ Als een stelling gedegen was gebouwd zei hij: ‘Amerika!’ Van een 'fijne' eerste luitenant zei hij:’Amerika.’ En omdat ik goed kon schieten, noemde hij mijn treffers: ‘Amerika’.

    Ik krijg te horen dat Zwonimir agitator is, uit liefde voor onlusten. Hij is een warhoofd, maar oprecht, en hij gelooft in zijn revolutie. 'Je kunt me daarbij helpen,' zegt hij. 'Dat kan ik niet,' zeg ik. En ik leg Zwonimir uit dat ik een individualist ben en geen gevoel heb voor de gemeenschap.'Ik ben een egoïst,' zeg ik, 'een echte egoïst.' 'Een geleerd woord,' wijst Zwonimir me terecht. 'Alle geleerde woorden zijn schandalig. In gewone taal zou je zoiets lelijks helemaal niet kunnen zeggen.

    Een dag na Bloomfields aankomst had je, geloof ik, van de vloer kunnen eten. Het ruikt naar uitgewreven boenwas, zoals bij ons thuis in de Leopoldstadt op de dag voor Pasen. Er hangt iets feestelijks in de lucht. Als de klokken luiden, zou het vanzelfsprekend zijn. Als iemand mij plotseling een geschenk gaf, zou het niets ongewoons hebben. Op zulke dagen moet je wel geschenken krijgen.

    Op zulke regenachtige dagen krijgt de stad pas haar werkelijke gezicht. De regen is haar uniform. Het is een stad van regen en troosteloosheid. De houten stoepen rotten weg, de planken piepen wanneer je je voeten erop zet, als kapotte, natte schoenzolen. De gele, taaie prut in de goten lost op en stroomt traag weg.

    Hier in deze stad verboer je. Je schedel wordt dichtgenaaid. Je hersens drogen uit.

    Christoffel Columbus was Bloomfields kapper. Hij behoorde tot de bagage van Bloomfield en kwam altijd als nagezonden stuk.
    Het gaat slecht met hen, met de mensen; hun verdriet staat kolossaal, als een grote muur, voor hen. Ze zitten ingesponnen in stofgrijze zorgen en spartelen als gevangen vliegen. De een heeft gebrek aan brood, de ander eet het in tranen. De een wil verzadigd zijn, de ander vrij. Iemand beweegt zijn armen en gelooft dat het vleugels zijn en dat hij zich het volgende ogenblik, volgende maand, volgend jaar boven de laagvlakte van zijn wereld zal verheffen. Het ging slecht met hen, met de mensen. Ze bewerkstelligden zelf hun lot en geloofden dat het van God kwam. Ze zaten in tradities gevangen, hun hart hing aan duizend draden en hun handen sponnen die draden zelf. Op alle wegen van hun leven stonden de verbodsborden van hun God, hun politie, hun koningen, hun stand. Hier mochten ze niet verder gaan, daar niet blijven. En nadat ze zo enkele tientallen jaren hadden gesparteld en gedoold en gewanhoopt, stierven ze in hun bed en lieten hun misère na aan hun kroost.

    Het is duidelijk dat dit geen opbeurend boek is maar ik hoopte door de citaten eruit de schoonheid en fragiliteit van de menselijkheid en haar lijden aan te tonen. Het boek telt 159 blz.

     

    01-03-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    26-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe kies je een boek?

    Het is voor mij een onuitputtelijk plezier te weten dat er miljoenen boeken op de wereld zijn, zo weet ik dat ik nooit in mijn leven droog zal komen te staan.
    Zelfs al bestaan er dan zoveel boeken die je niet de moeite van het lezen waard vindt, toch vind je in die gigantische hooiberg af en toe die naald die schittert van scherpte en schoonheid.

    Anderzijds is het voor mij soms een ontmoedigende gedachte te weten dat ik nooit zoveel zal kunnen lezen als ik wel zou willen. Zo verzucht ik soms, in de sofa gezeten in een boek lezend: Terwijl ik dit matige boek lees had ik een ander, veel beter kunnen lezen …
    Maar zelfs dan, stel dat ik elke dag een prachtig boek onder handen kreeg, dan nog zou mijn leven niet lang genoeg zijn om ze allemaal te kunnen lezen.

    Maar moet een mens daar om treuren? Een gepassioneerd reiziger zal ook nooit élke plek van de wereld te zien krijgen, de wetenschappelijk onderzoeker zal ook nooit klaar zijn met zijn zoektocht naar het hogere weten.

    Het mooie is juist het zoeken, het zoeken naar die zeldzame diamant, en als ik die dan vind, dan kan ik tranen in mijn ogen krijgen van ontroering, dan moet ik soms zelfs het boek terzijde leggen om mezelf te herstellen van de overrompelende schoonheid van wat ik net onder ogen kreeg. Dan is het haast te veel voor één mens om te bevatten. Dan moet ik als het ware om mezelf te beschermen het boek in kleine stukjes lezen, nu eens een bladzijde, morgen twee bladzijden, omdat het boek mij anders te massief en te overspoelend zou omverblazen. Dat zijn die zeldzame ogenblikken van ... tja, hoe noem je dat? … van waarlijk tot in het diepst van je ziel geraakt worden door iets dat zo overrompelend is in zijn schoonheid dat het haast pijn doet. Dan voel je dat de schrijver, hier en nu, rechtstreeks tot je hart spreekt.

    Op welke manier kiezen mensen boeken die ze gaan lezen? In mijn reeds lange lezende leven heb ik ervaren dat er verschillende manieren zijn om te komen tot de keuze van een boek. De voornaamste zijn, voor mij althans:

    - Ik baseer me op recensies, die me echter al vaak teleurgesteld hebben. De hype van het moment blijkt vaak de hoge verwachtingen niet te kunnen inlossen. Soms echter ontdek je langs deze weg wél een goed boek. Meestal wacht ik enkele jaren tot de hype is gaan liggen en lees ik het daarna misschien wel eens, om te zien wat er overblijft van het getoeter in de media.

    - Ook tips van vrienden die zelf graag lezen en die enthousiast zijn over een boek kunnen je helpen bij je keuze. Dat enthousiasme kan op mij overslaan, dan neem ik mijn agenda en noteer titel en auteur. Met boekenliefhebbers praten over boeken is ook geweldig plezierig en kan zeer inspirerend zijn. Zo zijn er de duidelijke verschillen in interpretatie die we hebben over de gebeurtenissen in het verhaal.

    - Een andere manier om een boek te kiezen lijkt op de vorige maar is niet helemaal hetzelfde: Soms geven mensen je boeken cadeau. Ze weten dat je graag leest en willen je een plezier doen door je een boek cadeau te doen. Dat kan genante taferelen opleveren. Misschien heb ik het boek al gelezen, interesseert het onderwerp me totaal niet, vind ik het slecht geschreven. Toch voel ik me verplicht, uit erkentelijkheid voor dit cadeau, om dit boek uit te lezen. Dit lijkt nog het meest op lezen op commando voor school.


    - Nog een manier die ik niet zo stom vind als op ze op het eerste gezicht wel lijkt, is gewoon blindweg een boek uit het boekenrek van de bibliotheek nemen, omdat de titel je veelbelovend lijkt, of omdat de naam van de auteur je vaagweg bekend voorkomt, of omdat je de flaptekening mooi vindt, of gewoon zonder enige reden … Vaak valt dit tegen maar soms kom je heuse pareltjes tegen. Ik tracht elke keer als ik naar de bib ga en bijvoorbeeld zeven boeken leen, er steeds eentje in het wilde weg te nemen. Dit biedt me de kans om aangenaam verrast te worden, en op die manier stap je uit je vertrouwde referentiekader.

    - Je kunt ook een boek kiezen op thema. Als je bijvoorbeeld meer te weten wil komen over de Tweede Wereldoorlog, over het communisme, over religies of wat dan ook, dan zoek je boeken op basis van hun thema.

    - Dan heb je nog het selecte groepje van favoriete schrijvers. Zowel levende als dode. Bij de levende tracht je elk nieuw boek te bemachtigen en heb je heel hun oeuvre reeds gelezen. Bij de dode tracht je alles te zoeken wat de auteur ooit geschreven heeft. Dat is niet altijd gemakkelijk; zo zoek ik al jaren naar de voor mij nog ontbrekende werken van Emile Zola.

    - Als ik aan mijn kinderjaren denk, moet ik automatisch denken aan de voor mij verboden boeken. Die vond ik uiteraard het meest fascinerend. Nieuwsgierig als ik was geloofde ik dat die verboden boeken vast ontzettend interessant moesten zijn. Dus maakte ik er een wedstrijd van om er zoveel mogelijk van te lezen. Dan kun je denken aan boeken zoals De duivelsverzen van Salman Rushdie of boeken over controversiële thema's. Het is helaas wel zo dat die verboden boeken vaak hun aantrekkelijkheid verliezen zodra ze niet meer verboden zijn. Veel heeft ook met de tijdsgeest te maken. Wat honderd jaar geleden schandalig was is vandaag vaak heel gewoon, bijvoorbeeld Nana van Emile Zola. Onder deze noemer zou ik ook de guilty pleasures kunnen plaatsen. Boeken waar je liever niet mee betrapt wordt op de trein.

    - Een heel belangrijke bron van inspiratie voor mij zijn verwijzingen in boeken. Op die manier ben ik tot een boek van Joseph Roth gekomen. Toen ik een roman van Stefan Zweig las vertelde hij over de schrijver Joseph Roth die hij hoogst apprecieerde, en omdat ik de schrijver Stefan Zweig waardeerde hoopte ik bij die collega van hem ook iets moois te vinden. Zulke verwijzingen in boeken zijn talrijk en onuitputtelijk. Hoe meer je leest, hoe meer verwijzingen je tegenkomt. Alsof je ontdekt dat je, door veel te lezen, steeds meer beseft hoe ontzettend veel je nog niét gelezen hebt.

     

    26-02-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    25-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoffmans's honger (van Leon De Winter)

    Op de achterflap van het boek lezen we:

    De diplomaat Felix Hoffman is een ongewone held, treurend om zijn gestorven kinderen, lijdend onder het verlies van de slaap en zoekend naar de waarheid van de filosoof Spinoza. Hoffman leest Spinoza in de nachten zonder slaap, zich daarbij volstoppend met resten van diners tot de ochtend aanbreekt. Hoffman - laat in zijn leven benoemd tot ambassadeur te Praag - belandt in een wereld van geheimen en dubbelzinnigheden en ten slotte blijft hem niets anders over dan te vluchten.

    Het boek handelt over iemand die in eten troost zoekt en kampt met overgewicht. Dit gegeven wekte reeds mijn interesse maar het verhaal heeft veel meer te bieden.

    De eerste zinnen van het boek:


    Freddy Mancini had vier steaks verorberd bij de Hongaar, maar hij had honger toen hij door de gang naar zijn hotelkamer sjokte. Het was warm in Europa. Freddy's enorme buik hing zwaar onder zijn zwetende borstkas, de op maat gemaakte spijkerbroek spande om zijn vette billen. Bobby, zijn vrouw, liep soepel naast hem. Zij verweet hem dat hij vanavond zijn dieet had verknald.(...) Hij moest afvallen anders zou hij geen vijf jaar meer te leven hebben, maar de honger was kwellend, een wilde hond in zijn maag die woest om zich heen vrat. Hij was ongelukkig, en dat gevoel, zo wist hij nu, werd gekenmerkt door het ontbreken van hoop.

    De intrede van het hoofdpersonage in het tweede hoofdstuk begint met diens ontdekking van Spinoza:

    Nadat de Ervaring mij geleerd had, dat alles wat in het alledaagse leven veelvuldig voorvalt, ijdel en futiel is, en toen ik zag dat alle dingen die ik vreesde of waarvoor ik bang was, in het geheel geen goed en kwaad in zich bevatten tenzij voor zover de ziel erdoor bewogen wordt, kwam ik uiteindelijk tot het besluit om te gaan onderzoeken of er iets bestaat dat een waarachtig goed is, dat zich laat verwerven en dat alleen, zonder alle overige goederen, in staat is de ziel te vervullen, dat wil dus zeggen of er iets bestaat waarvan ik, nadat ik het gevonden en verworven had, eeuwig zou kunnen genieten in een voortdurende en maximale vreugde.(...)
    Terwijl de mooie, zilte kaviaar zijn verhemelte streelde, probeerde Felix Hoffman, de negenvijftigjarige diplomaat greep te krijgen op deze zin.

    Hoffman had zijn lichaam zwaar op de proef gesteld. Hij had hard gewerkt, ook in de warme landen had hij lange werkdagen gemaakt, had veel gegeten en gedronken en tot enkele jaren geleden was hij een kettingroker geweest. Hij was bang voor de lange middagen na dit ambt. Hij had geen hobby's, geen passies, geen bezigheden. Sinds hij in Houston gestationeerd was geweest, martelde hij 's nachts zijn slokdarm en maag met wat de koelkast te bieden had en las hij daarbij het liefst kranten, tijdschriften en reclamefolders.

    De relatie met zijn vrouw Marian is al jarenlang bekoeld en Hoffman is een eenzaam man:


    Hoffman was een lafaard. Hij was niet meer dan een slapeloze alcoholicus met chronische honger die het recht om te bestaan al lang geleden had verspeeld. Hij wist dat hij zich op lage wijze door de defecten van zijn karakter liet leiden, waardoor hij er altijd wel een excuus bij kon slepen dat perfect verklaarde waarom hij Marian niet kon verlaten. Er was geen passie meer die hen bond. Wat er wel was, was verdriet, in overvloed zelfs.

    Toch moeten we uit het bovenstaande niet concluderen dat dit een deprimerend boek vol zelfmedelijden is.

    Hoffman richtte zich weer op Spinoza, de filosoof die rijp was voor de gok. Deze was bereid de drie dwalingen die de mensen verblind najagen: rijkdom, eer en lust, in te ruilen voor een onzekere zoektocht naar het hoogste geluk.

    De filosoof vertelt:

     

    Ik zag immers dat ik in het hoogste gevaar verkeerde en dat ik wel genoodzaakt was om met alle krachten een geneesmiddel, hoe onzeker ook, op te sporen, zoals iemand die aan een dodelijke ziekte lijdt en de dood ziet naderen tenzij hij een geneesmiddel aanwendt, gedwongen is om met alle krachten een onzeker geneesmiddel aan te grijpen omdat zijn hoop daarop geheel en al gevestigd is.
    Terwijl hij een reepje van de plak ham scheidde en dit met zorg om een schijf meloen wikkelde, beaamde Hoffman dat ook hij in het hoogste gevaar verkeerde, het gevaar van de onherroepelijke aftakeling:
    - Bij het urineren duurde het soms een halve minuut voordat de straal enige substantie kreeg. Wanneer eindelijk de blaas geledigd was, had hij moeite met afsluiten en zelfs na het dichtknopen van zijn broek druppelde hij na.
    - Zijn anus kneep niet meer feilloos zijn darmen af en ongemerkt beschilderde hij zijn onderbroek.
    - Raadselachtige pijnen schoten door zijn ledematen.
    -Als hij een keer in een melancholieke opstandigheid een Mahler-uitvoering van Leonard Bernstein beluisterde, begonnen opeens zijn oren te suizen.
    - 's Nachts werden zijn ogen door onzichtbare naalden doorboord.
    - Soms kromp zijn maag samen alsof hij arsenicum had gegeten.
    - Gal spoot uit zijn slokdarm in zijn keel.
    - Zijn gewrichten schuurden over elkaar.
    - Nagels groeiden in het vlees.
    - Behalve op zijn hoofd groeiden er op allerlei plekken dikke haren uit zijn huid.
    - Een strenge pijn steeg uit het midden van zijn borst op, trok via zijn nek naar zijn linkerarm en schoot naar zijn vingers. Hij wist wat dat betekende, had er meer dan eens over gelezen en ook zijn dokter had hem dat verteld: de kransslagaders zaten verstopt, alles dichtgeslibd en verroest.
    Zijn dokter had hem aangeraden om met een streng dieet zijn cholesterolniveau omlaag te brengen. Als je zo doorgaat krijg je onherroepelijk een infarct.

    Al meer dan twintig jaar kon hij niet meer slapen. Op 6 september 1968 stierf Esther, het tweelingzusje van Mirjam. Esther was de eerste dochter die hij begraven had. Zestien jaar later had hij naast haar de kist van Mirjam in de grond laten zakken.

    Wat was zijn eeuwige en oneindige zaak? Hij had zijn eergevoel bevredigd nu hij hier de hoogste vertegenwoordiger van het koninkrijk aan de Noordzee was. Marian dienen, dat had hij misschien ooit zijn eeuwige en oneindige zaak genoemd. Sinds de dood van Mirjam, een overdosis in een junkenpension aan de Warmoesstraat, had Marian zich voorgoed teruggetrokken in haar studie over Vondel's sonnetten, 'het definitieve boek over hem' zoals zij het met zelfspot noemde, waar zij een paar jaar na Esthers dood aan was begonnen.

    Marian had een buitenechtelijke relatie die vijf jaar duurde.

    Een jaar of tien geleden, hij was toen Consul-Generaal in Houston, groeide de snack die hij 's nachts wel eens nuttigde uit tot een complete maaltijd, samengesteld uit wat hij in de grote Whirlpoll koelkast aantrof. De vraatzucht die zijn omgeving daar regeerde brak zijn tere zelfbeheersing. Wanneer hij begon wist hij dat hij niet meer kon stoppen. Zelf sloeg hij voorgerechten en desserts en complete tv-dinners in. Zittend voor de tv, die in de States 's nachts bleven uitzenden, verorberde hij in razende honger borden vol voedsel. Zijn vorm van honger werd geboren toen de eerste mens geboren werd, duizenden jaren geleden, toen Honger en Angst één woord waren. (...)
    Marian gaf zijn honger een naam, zoiets als 'Parkinson's' of 'Alzheimer's' - zij noemde het 'Hoffman's honger.
    (...)
    Hij hield zich vast aan het aanrecht en wankelde de keuken uit, naar het halletje dat toegang gaf tot de tuin. Maar eerst opende hij de wc-deur en hij liet zich op zijn knieën zakken. Alleen al de aanblik van de wc-pot bracht zijn maag van streek. Hij hoefde niet eens zijn vinger te gebruiken, zijn slokdarm begon direct te pompen en de eerste zurige golf braaksel spoot in zijn keel, golfde over zijn tong en spatte op de witte bodem van de pot.

    De figuur uit het eerste hoofdstuk, Freddy Mancini, daagt weer op wanneer hij in een geblindeerde bestelwagen naar een plek in de buurt van Washington wordt gebracht.

    Hij was weer terug op Amerikaanse bodem, Europa kon hem gestolen worden. De steentjes knerpten onder zijn driehonderdvijftig pond.

    Ene John Marks wil Freddy ondervragen over een 'ongeluk' waarvan Freddy toevallig getuige was tijdens zijn Europese reis.

    ... ten overvloede wil ik u nog eens bedanken namens de regering van de Verenigde Staten. Uw vervulling van uw burgerplicht waarderen we in hoge mate. We zullen dit niet vergeten.(...)
    U bent hier in een safe house, meneer Mancini. We gebruiken ze als we in alle rust met iemand willen praten (...) We doen dit natuuurlijk alleen als we met een waardevolle relatie te maken hebben. Wij denken dat u dat bent.(...)
    De man die u in de nacht van 21 juni heeft gezien was Michael Browning? 'Zo stelde die zich voor, ja.' Michael Browning werkte voor ons. Hij was daar met een opdracht. We hebben sinds die nacht niks meer van hem gehoord. We maken ons zorgen over zijn lot.


    Felix Hoffman was teruggeroepen voor 'consultaties'. De Nederlandse regering maakte op deze wijze haar verontwaardiging kenbaar over de schending van de mensenrechten in Tsjechoslowakije, waar zomaar drie brave Nederlanders in elkaar geslagen waren.

    In zijn hotelkamer wordt hij opgebeld door Wim Scheffers, die voorstelt om samen te gaan eten. Even later zitten ze tegenover elkaar in een Italiaans restaurant. Wim zag er goed uit, ze waren even oud maar hij oogde tien jaar jonger dan Hoffman.


    Wim wist dat Felix' huwelijk al jaren geleden was verdord.

    Ze praten over ditjes en datjes en als ze het restaurant verlaten zegt Wim dat hij hem iets wil vertellen. Ze stappen in de huurauto van Felix.

    ‘Waar moet je heen?' ‘Ik wijs je de weg wel’ antwoordde Wim.’ 't Gaat over Mirjam.’ Hoffman, hees opeens, vroeg: 'Mijn Mirjam? Mirjam is al vijf jaar dood, Wim.' 'Dat weet ik Felix. Ze is dood, maar ik ben toevallig iets tegengekomen dat met haar ... dat met haar te maken heeft, ook al is ze dood.'

    Blijkt dat Wim met een kennnis naar een pornofilm is gaan kijken.

    Wim haalde adem, ging verder. 'Nou ... we gingen naar een ... pornobioscoop en daarin speelde ...' De consequentie van het bezoek aan de pornofilm werd Hoffman in een fractie van een seconde duidelijk. Hij trok wit weg. Pijn trok uit zijn buik naar zijn borst, alsof hij op de plee zat en iets onmogelijks van zichzelf wilde, en luid, alsof ze in alle café's in de hele straat tegelijk de volumeknop van de versterkers opendraaiden, hoorde Hoffman opeens de radeloze kakofonie daar, het favoriete deuntje van de waanzin.

    Hoffman gaat als een bezetene tekeer om de kopieën van de film waarin zijn dochter voorkomt op te sporen en af te kopen. Dit wordt een obsessie waar hij alles voor overheeft.

    Zowel Freddy Manciani als Hoffman zijn tragische figuren, vergeefs op zoek naar waardigheid en zin in het leven. Ze overschouwen beiden hun leven als een mislukking en beiden uiten ze die door zich over te geven aan braspartijen. Je zou misschien kunnen zeggen dat Freddy Hoffman in het kwadraat is, of dat Hoffman zoals Freddy zou kunnen worden.

    Ik heb het boek heel graaag gelezen, het nam me mee vanaf de eerste bladzijde en het is voor mij in de eerste plaats een verhaal over een eenzame man die treurt om de dood van zijn kinderen. De context van actualiteit en het communistisch regime in Praag dient mijns inziens eerder als decor om de personages een setting te geven en wordt niet diep uitgewerkt.'

    De hoofdstukken zijn onderverdeeld in data, bijvoorbeeld De nacht van 21 juni 1989 of De middag van 7 augustus 1989, enzovoort. Het boek telt 290 blz.
    Ik vond dit boek een mooie opener in het oeuvre van Leon De Winter, die nog meer fraais heeft geschreven (o.a. ‘De ruimte van Sokolov’, ‘Super Tex’,’ God’s gym’, ‘Zionoco’).

     

    25-02-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    24-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De elzenkoning (van Michel Tournier)

    De korte inhoud van dit boek vermeldt:

     

    De jeugdtrauma's van de Parijse garagehouder Abel Tiffauge culmineren in een obsessie die hem naar zijn noodlot voert. Dat noodlot, door Tiffauges gevoeld als onontkoombaar, brengt hem in 1939 via een arrestatie wegens de vermeende verkrachting van een jong meisje, een episode als postduivenverzorger in het Franse leger en Duits krijgsgevangenschap, naar Pruisen. Korte tijd fungeert hij als hulp van de jachtopziener op het landgoed van Göring; dan wordt hij overgeplaatst naar een door de SS gedreven opleidingsinstituut waarvoor hij jongens moet ronselen.

    Dit boek heb ik heel graag gelezen om veel verschillende redenen. Zo is er om te beginnen de eerste bladzijde die me dadelijk gefascineerd meevoerde. Ik geef hier de eerste zinnen:

    3 januari 1938. Je bent een monster, zei Rachel soms tegen me. Een monster? Dat wil zeggen zo'n fabelachtig, vraatzuchtig wezen dat opdoemt uit de nacht der tijden? Ik geloof zeer zeker aan mijn fabelachtige aard, ik bedoel aan die heimelijke overeenstemming die diep onder de oppervlakte mijn persoonlijk lot met de loop der dingen verbindt en het in staat stelt deze in zijn richting om te buigen.


    Deze eerste zinnen zijn sleutelzinnen die heel het verhaal lang de hoofdfiguur vergezellen, hun betekenis waarmakend en verduidelijkend.

    Tiffauges verhaalt van zijn jaren als jongen in een kostschool waar hij het aanvankelijk heel zwaar te verduren had. Tot Nestor in zijn klas en zijn leven kwam:


    Nestor. Ik heb altijd een voorgevoel gehad dat hij met hernieuwde kracht in mijn leven zou terugkeren. In werkelijkheid was hij er nooit uit verdwenen, maar sinds zijn dood was zijn greep op mij verslapt en volstond hij met af en toe een klein teken zonder diepe betekenis - soms zelfs grappig - opdat ik hem niet zou vergeten.

    In zijn tijd op de kostschool maakt hij kennis met het leven van Sint-Christophorus. Even later zegt hij:


    (...) zou ik genoeg hebben aan mijn hele leven om de diepe relatie te doorgronden die de legende van Sint-Christophorus met het lot van Nestor verbindt, dat lot waarvan ik de ingewijde en de uitvoerder ben?

    De legende komt erop neer dat Christophorus de grootste vorst ter wereld wil dienen. Na lang zoeken besluit hij dat Christus de grootste heerser van de wereld is. Een kluizenaar zegt hem dat, als hij Christus wil dienen, hij bij een rivier moet blijven om er allen die er verschijnen over te zetten, daar hij lang van gestalte en kloek van leden is.

     

    Na lange tijd deze taak uitgevoerd te hebben wordt Christophorus geroepen door een kind dat hem vraagt overgezet te worden. Christophorus tilt het kind op zijn schouders en stapt de rivier in om naar de overkant te gaan. Het kind wordt steeds zwaarder en weegt als een blok lood op zijn schouders. Hij waadt verder, het water wordt hoger en hoger, en het kind drukt met een steeds ondraaglijker gewicht op zijn schouders, zodat Christophorus vreest ten onder te gaan. Hij ontkomt ternauwernood. Wanneer hij ten slotte de rivier heeft overgestoken zegt het kind tot hem: Verwonder u niet, Christophorus, ge hebt niet alleen de ganse wereld getorst, maar ge hebt op uw schouders hem gedragen, die de wereld geschapen heeft; want ik ben Christus uw Koning.

    Dit is een sleutelmoment in deze geschiedenis:


    Want dat fundamentele begrip van het dragen, de forie, vindt men ook in de naam Christophorus, de Christus-dragende reus.(...)
    Het gewicht van het kind op mijn nek, waarmee mijn eigen hondertien kilo werd vermeerderd bracht me in extase. En toch zou ik mijn 'forische extase' het beste kunnen omschrijven als een gevoel van lichtheid, van verlichting, van lichtvoetige vreugde. Een soort opheffing veroorzaakt door een vergroot gewicht! Wonderlijke paradox! Het woord inversie komt me meteen voor de pen. Er heeft in zekere zin een omkering van tekens plaats gehad; het meerdere is minder geworden, en vice versa. Heilzame, zegenrijke, goddelijke inversie …

    Als dit allemaal te veel symboliek is moet je dit boek zeker niet lezen want het boek bulkt, loopt over van symboliek. Soms wordt het zelfs wat te veel van het goede. Toch bleef ik gefascineerd verder lezen al vond ik de eerste helft de beste.

    Het leven van Tiffauges lijkt zich volledig op zichzelf teruggeplooid te hebben. Zijn belevenissen hebben betekenis in de symboliek die ze voor hem uitstralen. Contact met anderen lijkt enkel in functie daarvan te bestaan. We lijken kennis te maken met een mens die zeer weinig empathie heeft. Het is soms moeilijk om sympathie voor hem op te brengen, ik vermoed dat het ook niet de bedoeling van de schrijver was om een sympathiek personage neer te zetten.

    Als hij geobsedeerd raakt door een klein meisje, zijn zijn gedachten als volgt:

    De vraag die ik me stel is deze: hoe zou de forie met een meisje zijn? Mijn opvoeding alleen onder jongens maakt van het vrouwelijke kind voor mij een terra incognita die ik popel om te verkennen.

    Hij legt contact met het meisje, brengt haar regelmatig met zijn auto naar huis. Als het meisje wordt verkracht en hij in de buurt is wijst iedereen hem, het meisje incluis, als dader aan. Als lezer is het ook niet duidelijk of hij hier niets mee te maken heeft, ondanks zijn eigen ontkenning. Het ontbreken van enige empathie tot zijn medemens doet je als lezer twijfelen aan zijn onschuld.

    Omdat de oorlog net is uitgebroken wordt hij, hoewel schuldig bevonden, niet opgesloten maar moet hij dadelijk meetrekken als strijder. Hij krijgt de taak om voor de postduiven te zorgen. Hij kwijt zich met veel zorg en aandacht aan deze taak.
    Later wordt hij samen met een kolonel en twee officieren krijgsgevangen genomen. Wanneer ze weten dat ze worden overmeesterd dicteert de kolonel net daarvoor een bericht aan Tiffauges, dat hij moet versturen met een postduif. In plaats van het gesprokene neer te pennen, schrijft hij het volgende:


    Waarde luitenant. We zijn gevangen genomen. De witte en de twee rode [duiven] zijn door de kolonel vermoord. De zwarte heeft bij grote hitte een lange tocht gemaakt. Hij moet te drinken hebben, maar alleen lauw water, en geeft u hem, aangezien hij wat zwak is, twee levertraancapsules per dag. De grote gele heeft weer onbevruchte eieren gelegd, dat komt omdat ze zich alleen onder de wijfjes prettig voelt. (…)

    In welke benarde situatie Tiffauges zich ook bevindt, hij lijkt geen vrienden te zoeken. Hij blijft steeds op zoek naar symbolen in zijn omgeving, de natuur, in zijn medemensen, maar niet naar vriendschap:


    De volgende dag reeds werd Tiffauges van de drie officieren gescheiden en kwam op een fabrieksbinnenplaats in Straatsburg terecht met enkele honderden medegevangenen. Hij kende er ten minste één van, de chauffeur Ernest, maar hij was weinig geneigd zich met wie dan ook te bemoeien.

    Als krijgsgevangene worden ze aan het werk gezet voor het uitgraven van een kanaal. Zijn inzet wordt met argwaan bekeken door zijn medegevangenen en hij maakt zichzelf hierdoor niet populair:


    Zijn reputatie van bezeten werker had ertoe geleid dat men hem aanzienlijk minder streng was gaan bewaken, en het gebeurde niet zelden dat hij verscheidene uren lang aan zichzelf werd overgelaten.

    Omdat hij meent dat het hem dichter bij zijn voorbestemde lot zal brengen heeft hij er geen probleem mee te collabereren met de Duitsers. Hoe je dit als lezer moet opnemen is een vraag, het zet je aan het denken. Een man gaat zijn weg, ondanks alle morele of welke andere dilemma's dan ook, omdat dit hem nu eenmaal brengt waar hij meent te moeten zijn.

    Het onderwerp kan controversieel zijn, je kunt het hoofdpersonage een verwerpelijk persoon vinden. Maar ik vind dat het boek prachtig, meeslepend en intrigerend is geschreven.

     

     

    24-02-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    22-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oer en andere tijden (van Olga Tokarczuk)

    Het boek begint als volgt:

    Oer is een plek gelegen in het midden van het heelal. ... In het noorden wordt de grens van Oer gevormd door de weg van Taszow naar Kielce die druk en gevaarlijk is, omdat hij de reiskoorts aanwakkert. Over die grens waakt aartsengel Rafaël.(...). Het zuiden (...) is gevaarlijk omdat het het verlangen naar bezitten en bezeten worden opwekt. Aan die kant wordt Oer beschermd door aartsengel Gabriël.(...) Het gevaar van de westgrens vormt het vervallen tot hoogmoed. Deze grens wordt bewaakt door aartsengel Michaël.(...) Het gevaar van de kant van het oosten is de domheid, die een gevolg is van de drang tot filosoferen. Hier wordt de grens bewaakt door aartsengel Uriël.

    Als het begin u te wazig en te mytisch voorkomt, dan moet u dit boek zeker niet lezen. De charme en bekoring van dit boek lagen er voor mij net in dat het me meevoerde in een soort voorwereldlijk sprookje … Al is het soms een grimmige sprookjeswereld.

    Het boek begint in 1914 en speelt zich af in Polen. Ook de auteur is Poolse. Alle hoofdstukken hebben de titel De tijd van ... (De tijd van Genowefa, De tijd van Aartje en zo verder), en zo krijgt elk personage zijn eigen titel.

    Ik geef nu enkele citaten om de lezer een beeld te geven van het taalgebruik en het sprookjesachtige:

    Ze ademde diep en perste. Ze huilde en keek naar boven. Tussen de vermolmde planken door zag ze een onbewolkte hemel. En daar zag ze haar kind. Het kind kwam onzeker overeind en ging op zijn benen staan. Het keek naar haar zoals nog nooit iemand naar haar had gekeken; met een overweldigende, onuitsprekelijke liefde. Het was een jongetje. Hij raapte een takje van de grond dat in een kleine ringslang veranderde.

    In het prachtige hoofdstuk De tijd van Floortje klinkt het zo:


    De mensen denken dat de oorzaak van de waanzin een grootse en dramatische gebeurtenis is, een soort lijden dat niet te verdragen is. (...) Floortje was geruisloos gek geworden. Eerst had ze hoofdpijn gekregen en kon ze 's nachts niet slapen. De maan hinderde haar. (...) Op haar vijfenveertigste bereikte Floortjes lichaam, bevrijd van de kring van eeuwig baren, haar eigen nirvana van onvruchtbaarheid. Vanaf het moment dat Floortje gek was geworden, begon het aantal honden en katten op haar boerderij toe te nemen. Al gauw begonnen de mensen haar te zien als de redding voor hun kwade geweten en in plaats van jonge katjes of puppy's te verzuipen wierpen ze die onder de hortensiastruiken. Floortje behandelde de dieren altijd met respect, alsof het mensen waren. 's Ochtends zei ze 'goedemorgen' tegen ze en bij het neerzetten van de kommetjes melk vergat ze niet om 'smakelijk eten' te zeggen. Sterker nog, ze zei niet 'hondenbeesten' of 'kattenbeesten' tegen ze, want dat klonk zo onmenselijk. Ze zei 'hondenlui' en 'kattenlui', zoals je ook zegt 'timmerlui' en 'brandweerlui’.

    De markante persoonlijkheden volgen elkaar op en weten elk op hun beurt de lezer mee te voeren in diens eigen leefwereld. Ik dacht eerst dat de gebrekkige Izydor snel zou sterven maar hij verrast iedereen:


    Op zijn eerste verjaardag had Izydor nog niet één tandje. Hij kon nauwelijks zitten, hij was niet veel gegroeid. Je kon zien dat zijn hele groei in zijn hoofd ging zitten; ofschoon zijn gezichtje klein bleef, groeide Izydors hoofd vanaf de lijn van zijn wenkbrauwen zowel in de lengte als in de breedte.

    De dokter zegt: Het kan een waterhoofd zijn en het kind zal daar hoogstwaarschijnlijk aan sterven. Er is niets aan te doen. (...) Naarmate de jaren verstreken drong het steeds meer tot Izydor door dat hij nooit uit Oer weg zou gaan. Hij herinnerde zich nog de grens in het bos, die onzichtbare muur. Die grens was er voor hem. (...) Hij had geen zin om op te staan. Het was heerlijk om zo te liggen dromen.(...) In de droom heerste stilte.
    Zelfs wanneer de reusachtige gevaartes tegen elkaar aan schuurden ging dat niet gepaard met enig gekras of zelfs maar geritsel. In die droom was ook geen Izydor. Er was slechts een vreemde observator, een getuige van gebeurtenissen uit zijn leven die weliswaar in Izydor woonde, maar hem niet was.

    Een buurvrouw komt langs bij Izydors moeder en zegt: Misschien heeft ieder normaal gezin wel behoefte aan een soort veiligheidsventiel voor normaliteit, aan iemand die al die kleine beetjes waanzin die wij in ons dragen op zich neemt.

    Verder in De tijd van meneer pastoor:

    Hoe is het mogelijk dat hij, een priester, zoiets absurds voelde? Haat jegens een rivier … En toch was het haat. Meneer pastoor was het zelfs niet te doen om het weggespoelde hooi, hem ging het om de nonchalance en de plompe koppigheid van de Czarna, haar onvoorspelbaarheid, egoïsme en grenzeloze botheid. Als hij zo aan haar dacht klopte het warme bloed tegen zijn slapen en stroomde sneller door zijn aderen. Hij werd erdoor meegesleept. Hij stond op en kleedde zich aan, ongeacht het uur van de nacht, en dan verliet hij de pastorie en liep de weilanden in. De koude lucht ontnuchterde hem. Hij glimlachte tegen zichzelf en zei: 'Hoe kun je nu kwaad worden op een rivier, een doodgewone uitholling in de grond. Een rivier is maar een rivier, niets meer dan dat.' Maar als hij daar dan zo aan haar oevers stond kwam alles weer naar boven. Hij werd bevangen door afkeer, walging en woede. Het liefst zou hij haar nog met aarde hebben dichtgegooid, van de bron tot aan de monding. En hij keek om zich heen of niemand hem zag en dan rukte hij een tak van een elzenboom en ranselde er het cilindrische schaamteloze lijf van de rivier mee af.

    Ik zou wel kunnen blijven doorgaan met prachtige stukjes uit het boek neer te schrijven maar ik meen dat als het bovenstaande jou niets zei, dit boek niets voor jou is. Als deze stukjes uit het boek je wél aanspraken, ga dan snel het boek zoeken en geniet van elk hoofdstukje als een aparte parel in een kostbare ketting. (235 blz.)

     

    22-02-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    20-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een schaaknovelle (van Stefan Zweig)

    Toen ik ooit gedwongen was te verhuizen en mijn intrek te nemen in een kleinere woning zag ik me geplaatst voor het volgende probleem: Ik had te veel boeken. Ze zouden niet allemaal in mijn nieuwe woning passen. Ongeveer de helft ervan moest ik opgeven. En toen begon de harde weg om boeken te elimineren.

    Van enkele boeken wist ik vlot dat ik ze makkelijk zou kunnen missen. Van andere boeken wist ik zeker dat ik ze nooit kwijt wilde. Het waren die boeken tussenin die de keuze zo moeilijk maakten. Die boeken die zeker niet slecht waren maar die me ook niet omvergeblazen hadden.

    Maar niet elk boek hoeft je omver te blazen. Alles hangt af van wanneer je een boek leest, in welke gemoedstoestand je je op dat moment bevindt, welke verwachting je hebt als je aan het boek begint en op welke wijze het boek afweek van je verwachting.

    Het boek Een schaaknovelle zou zeker met me mee mogen verhuizen. Niet alleen omdat het zo dun en klein is dat je er altijd wel een plekje voor vindt maar omdat het me van de eerste bladzijde tot de laatste in zijn ban hield.

    De eerste zin luidt: Op het grote passagiersstoomschip dat om middernacht van New York naar Buenos Aires moest vertrekken, heersten de gebruikelijke drukte en bedrijvigheid van het laatste uur.

    Wat ik knap vond in het begin was het enigszins misleidende zwaartepunt. Het begint met een jonge man, Mirko Czentovic, wereldkampioen schaken, die aan boord van het schip stapt.

    Algauw lekte het geheim uit, dat deze schaakmeester in zijn privéleven niet in staat was in welke taal dan ook een zin zonder spelfouten te schrijven.'(...)
    'Zijn gebrek aan ontwikkeling was op alle terreinen even universeel. Als zoon van een straatarme Zuid-Slavische Donauschipper, wiens nietige vaartuig op een nacht werd overvaren door een graanschip, was de toen twaalfjarige jongen na de dood van zijn vader door de pastoor van een afgelegen plaatsje uit medelijden opgenomen, en de goede pastoor deed erg zijn best om door bijlessen thuis het zwijgzame, trage kind met zijn lage voorhoofd bij te brengen wat het op de dorpsschool niet kon opnemen.

    De lezer gaat helemaal mee in het opgroeien van deze jongen, de ontdekking van zijn wonderbaarlijke talent, en ik meende dan ook dat hij het belangrijkste personage was van dit boek.

    De verteller van het verhaal is passagier en observeert het gebeuren dat hij aan ons vertelt.
    Samen met enkele kennissen tracht de verteller de schaakmeester over te halen tot het spelen van een vriendschappelijk spel. Dit kost heel wat moeite, en als de meester eindelijk instemt is het duidelijk dat eenieder die tegen hem speelt, grandioos verliest.

    Maar ondanks het ingespannen gezamenlijk zoeken en overleggen konden we de verborgen val niet ontdekken. Tenslotte, al bijna aan het eind van de toegestane bedenktijd, besloten we de zet te wagen. McConnor raakte de pion al aan om hem naar het laatste veld te verschuiven, toen hij voelde dat iemand hem plotseling bij zijn arm pakte en zacht en dringend fluisterde: 'In godsnaam! Niet doen' (...)

    Een heer van ongeveer vijfenveertig jaar, wiens smal, scherp gezicht mij al eerder op het promenadedek was opgevallen door zijn merkwaardige, haast krijtachtige bleekheid moest tijdens de laatste minuten bij onze groep zijn gekomen.

    En hier begint het. Door tussenkomst van deze vreemdeling eindigt de partij in remise. De kampioen vraagt een volgende partij. De vreemdeling weigert en verdwijnt.
    De overgebleven mannen blijven in opwinding achter, overleggen met elkaar en besluiten dat ze hoe dan ook moeten proberen om de man ertoe te bewegen een volgende partij te spelen, de volgende dag om 15 uur, zoals Czentovic zelf had voorgesteld.

    De verteller gaat de vreemdeling opzoeken en dan vertelt deze mysterieuze man het verhaal achter zijn fenomenale schaaktalent. Zijn verhaal voert terug naar de oorlog:

    U vermoedt nu waarschijnlijk, dat ik u zal gaan vertellen over het concentratiekamp, waar immers iedereen heen gebracht werd die ons oude Oostenrijk trouw bleef, en van de vernederingen, het lijden, de martelingen die ik daar heb ondergaan. -Maar er gebeurde niets van dat alles. Ik kwam bij een andere categorie (...).


    Een eigen kamer in een hotel - nietwaar, dat klinkt op zichzelf toch uiterst humaan? Maar u mag van mij geloven dat ze ons helemaal geen humanere, maar alleen een geraffineerdere methode hadden toebedacht toen ze ons ‘prominenten’ niet met z'n twintigen in een ijskoude barak stopten, maar in een behoorlijk verwamde en afzonderlijke hotelkamer onderbrachten (...).

    Ze deden ons niets - ze brachten ons alleen in een volkomen Niets, want zoals bekend oefent niets ter wereld zo'n druk uit op de menselijke ziel als het Niets (...).

    Er was niets te doen, niets te horen, niets te zien, overal en ononderbroken stond het Niets om je heen, de volkomen ruimteloze en tijdloze leegte. Je liep heen en weer, en je gedachten gingen steeds heen en weer, heen en weer, steeds opnieuw (...).

    Je wachtte ergens op, van 's morgens tot 's avonds, en er gebeurde niets. Je wachtte, wachtte, wachtte, je dacht, dacht, je dacht tot je slapen pijn gingen doen. Er gebeurde niets. Je bleef alleen. Alleen. Alleen.'

    Het verhaal gaat verder maar ik wil hier niet te veel verklappen.

    Wat ik treffend vond in dit boek was de scherpe observatie van wat isolatie en eenzaamheid met een mens doen. Het is geen opbeurend boek, het is schrijnend. Ik leefde me in deze vreemdeling in en als vanzelf ging ik me afvragen hoe ik mijzelf in een dergelijke situatie zou handhaven.
    Als ik een boek lees dat ik echt goed vind ga ik andere boeken van dezelfde auteur zoeken. En ik vond van Stefan Zweig nog meer boeken, zoals o.a. ‘Ongeduld’ en zijn autobiografie ‘De wereld van gisteren’.

     

    20-02-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slachthuis Vijf (van Kurt Vonnegut)

    De volledige titel met ondertitel van dit boek luidt: Slachthuis vijf, of de Kinderkruistocht - Een verplichte dans met de dood

    De korte inhoud vermeldt:

    Een Amerikaan wiens Duitse voorouders vier generaties geleden naar de Verenigde Staten kwamen, die nu in goeden doen op Cape Cod woont (en te veel rookt) en die lang geleden als verkenner bij de Amerikaanse infanterie, hors de combat, in krijgsgevangenschap getuige geweest is van het brandbombardement van Dresden (het Florence van de Elbe) en deze heeft overleefd. Deze roman ligt enigszins in de telegrafisch-schizofrene sfeer van de verhalen over de planeet Tralfamadore, waar de vliegende schotels vandaan komen.

    Nou, dát is een verwarrende eerste aanblik op een boek. Ik begon er gewoon aan, het zou spoedig blijken of dit boek mijn concentratie zou kunnen vasthouden.
    Maar je moet het boek gewoon lézen en je wordt dadelijk meegesleept door de absurde humor, het directe taalgebruik, het sarcasme.

    In de eerste 25 blz. verhaalt de auteur van zijn pogingen om een boek over Dresden te schrijven. En dat gaat niet vanzelf. Vele jaren en veel geld zijn eraan voorafgegaan.

    De auteur schrijft in de ik-vorm, doet op laconieke wijze kond van zijn belevenissen, deze steevast afsluitend met het commentaar: Zo gaat dat.

    Soms werkt dat commentaar grappig. Een voorbeeld:

    Maar nu ging het allemaal een stuk beter. Hij had een aardig flatje en zijn dochter genoot een uitstekende opleiding. Zijn moeder was omgekomen in de vuurstorm van Dresden. Zo gaat dat. Of nog een voorbeeld: Het vliegtuig stortte neer op de top van de Sugarbush Moutain in Vermont. Alle inzittendden kwamen om het leven, behalve Billy. Zo gaat dat.

    Na een tijdje echter gaat dat steeds herhaalde Zo gaat dat wel tegenstaan, een kwestie van te veel.

    Een zin die me de eerste grinnik ontlokte stond al op blz. 8: Ik wens u en uw gezin en ook aangaande uw vriend een Vrolijk Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar en ik hoop dat we elkaar in de taxi zullen weerzien in een wereld van vrede en vrijheid, zo het ongeval wil.

    De auteur start dan echt zijn verhaal, en op blz. 25 kondigt hij dat als volgt aan:


    Dit boek is een mislukking en dat kon ook niet anders, want het is geschreven door een zoutpilaar. Het begint zo:
    Luister:
    Billy Pilgrim is losgeraakt van de tijd.
    En het eindigt zo:
    Poe-tie-wiet?


    Het hoofdpersonage Billy Pilgrim, geboren in 1922 in New York en 1,86 meter groot, is de zoon van een kapper, is getrouwd met Valencia en heeft twee kinderen, Barbara en Robert. Barbara is net als Billy opticien.
    De schitterende zinnen volgen elkaar op en ik zou kunnen blijven citeren om dat aan te tonen. Hier nog eentje: In die dagen waren we aanhangers van de Beweging voor een Verenigde Wereld. Ik weet eigenlijk niet wat we nu zijn. Telefoneerders, waarschijnlijk.


    Over zijn moeder : Zoals zoveel Amerikanen trachtte ze het leven zin te geven aan de hand van dingen die ze in souvenirwinkels vond.

    Over Billy's tijd in de oorlog: Roland Weary (...) had zoveel energie dat hij voortdurend bedrijvig heen en weer rende tussen Billy en de verkenners en stompzinnige mededelingen overbracht die niemand gedaan had en niemand wilde horen. Tevens begon hij, omdat hij het zoveel drukker had dan de anderen, te vermoeden dat hij de aanvoerder was.

    En de vaart blijft erin: Achter hem kwam Weary, rinkelend en rammelend en klingelend en warm.

    Als krijgsgevangene wordt Billy in een goederenwagon gestouwd met vele andere soldaten: Maar naast Billy in de hoek stond een gewezen landloper van veertig. 'Ik heb wel ergere honger gehad in mijn leven,' zei de landloper tegen Billy.'Ik heb wel in rottere situaties gezeten. Dit is niks.'

    En nog in de goederenwagon op transport : Op de achtste dag zei de veertigjarige zwerver tegen Billy: 'Dit is een zacht eitje. Ik kan het me overal naar de zin maken.' 'O ja?’ zei Billy. En op de negende dag stierf de zwerver. Zo gaat dat. Zijn laatste woorden waren: 'Dacht je dat dit erg was? Dit is niks.'

    Tijdens het verhaal wordt er voortdurend heen en weer gegaan in de tijd. En dan zijn er nog de ontmoetingen met de wezens van Tralfamadore. Klinkt erg verwarrend? Toch lukt het heel goed, je blijft lezen! Een aanrader!

    En voor de liefhebbers van dunne boekjes: dit is er een (190 bladzijden).

     

    20-02-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    19-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lijst van favoriete boeken
     

    Ik wil graag alvast een lijst schrijven van boeken die ik graag gelezen heb. Deze lijst is niet volledig en zal hopelijk nog op
     
    indrukwekkende wijze aangevuld worden. Misschien dient het iemand tot inspiratie die snel
    -snel een titel wil zonder meer.

    Ook zegt het iets over de soort boeken die ik graag lees en welk soort boeken wellicht nog door mij zullen voorgesteld

    worden.

    Leon De Winter
    'De ruimte van Sokolov'

    Olga Tokarczuk
    'Oer en andere tijden'

    Pearl S. Buck
    'Het levende riet'

    Ayi Kwei Armah
    'De tijd is nog niet rijp'

    Anatoli Rybakov
    'Stof en as'

    Valentin Raspoetin
    'Vlucht naar de bossen'

    Michel Tournier
    'De elzenkoning'

    Bernard Schlink
    'De voorlezer'

    Tom Wolfe
    'Het vreugdevuur der ijdelheden'

    Joseph Roth
    'Job'

    Milan Kundera
    'Onsterfelijkheid'

    Italo Svevo
    'Bekentenissen van Zeno'

    Charles Dickens
    'Grote verwachtingen'

    Gabriel Garcia Màrquez
    'Liefde in tijden van Cholera'

    Hans Fallada
    'De drinker'

    George Orwell
    'Happend naar lucht'

    Philip Roth
    'De menselijke smet' & 'Portnoys klacht'

    Alan Hollinghurst
    'De schoonheidslijn'

    J.M. Coetzee
    'Langzame man' & 'Wachten op de barbaren'

    Adam Haslett
    'Je bent geen vreemde hier'

    Junichiro Tanizaki
    'Stille sneeuwval'

    Raymond Carver
    'Zo veel water zo dicht bij huis'

    Ivan Toergenjev
    'Vaders en zonen'

    Truman Capote
    'In koelen bloede'

    Boenin '
    Verhalen'

    Dostojevski
    'Misdaad en straf'


    Ayaan Hirsi Ali
    ‘Mijn vrijheid'

    Arthus Japin
    'Een schitterend gebrek'

    Eduardo Mendoza '
    De stad der wonderen'

    Haruki Murakami
    'Waarover ik praat als ik over hardlopen praat'

    Emile Zola 'In het paradijs voor de vrouw' & 'De mijn'


    Nikolaj Gogol
    'Verhalen'

    John Irving
    'De regels van het ciderhuis'

    Maya Angelou
    'Ik weet waarom gekooide vogels zingen'

    Pearl Buck
    'De moeder' & 'De goede aarde'

    Heinrich Boll
    'De man met de messen' & 'Eng is de poort'

    Ward Ruyslinck
    'Wurgtechnieken'

    Etty Hillesum
    'Het verstoorde leven'

    August Strindberg
    'De zoon van een dienstbode'

    John Cheever '
    Falconer'

    Alexander Solzjenitsin
    'Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj'

    Anna Blaman
    'Vrouw en vriend'

    Amélie Nothomb
    'Antichrista'

    Irène Némirovsky
    'Storm in juni'

    Simone de Beauvoir
    'Met kramp in de ziel'

    Ivan Gontsjarov
    'Oblomov'

    Maryse Condé
    'Ségou I de aarden wallen'

    James Frey
    'In duizend stukjes'

    Chang Rae Lee
    'Een leven van gebaren'

    Albert Camus
    'De val'

    Hong Ying '
    Hongerdochter'

    Lian Hearn
    'De stilte der nachtegalen'

    Gyorgy Konrad
    'De bezoeker'

    Jan Arends
    'Keefman'

    Primo Levi
    'Is dit een mens'

    Louis Ferdinand Cèline
    'Dood op krediet'

    Sebastiano Vassalli
    'Het goud van de wereld'

    Knut Hamsun
    'Honger'

    Maksim Gorki
    'Kinderjaren'

    Asha Miro
    'Dochter van de Ganges'

    Jerzy Kosinski 'De geverfde vogel'

    19-02-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het geheime geluk van Nina Karsavania (van Penny Sumner)

    Dit boek was er een dat ik 'blindelings' koos. Er zijn veel manieren om een boek te kiezen. Eén ervan is naar de bibliotheek gaan en een willekeurig boek nemen. Op deze manier ontdek je soms pareltjes van literatuur. Vaak valt dat ook tegen maar dat kan ook het geval zijn als je je laat leiden door recensies.

    Ik vond dit een boek geschikt voor jongeren vanaf een jaar of twaalf. Voor lezers die wel over een Russisch personage willen lezen maar geen zin hebben in lange doorwrochte omschrijvingen en een traag verhaalverloop, iets wat veel Russische schrijvers kenmerkt.

    Het verhaal op zich begint als een jongemeisjesleven in een aristocratisch milieu in het tsaristische Rusland. Nina Karsavina leidt in 1910 een mooi leven in het prachtige huis waarin zij samen met haar mooie moeder, haar excentrieke vader en haar zus Katya woont. Tot het moment dat haar moeder sterft en haar vader zijn verstand verliest. Het landgoed wordt verbouwd tot hospitaal en Nina moet tot haar afschuw als ziekenzuster aan het werk. In zijn obsessie laat haar vader haar geen andere keus, en er is maar één manier om aan deze slavernij te ontkomen: in het geheim trouwt de 14-jarige Nina met Richard, een knappe maar raadselachtige Engelsman, en ze vertrekt onmiddellijk met hem naar het Verenigd Koninkrijk.
    In Brighton zijn Nina en Richard een tijd gelukkig met elkaar. Totdat Nina Richards geheim ontdekt en de Eerste Wereldoorlog opnieuw haar hele wereld omverwerpt.

    Het boek bestaat uit meerdere boekdelen

    Boekdeel 1: 1910-1918
    Dit deel start met de voorbereidingen van het verlovingsfeest van Katja, Nina’s vier jaar oudere zus. Nina is elf en ze hoort dat Katja aan Darja, de meid, vraagt om kaart te leggen om haar toekomst te voorspellen. Volgens de kaarten zal Katja trouwen, kinderen krijgen en een lange reis maken naar de andere kant van de wereld. Ook Nina zal een reis maken, maar niet zo ver als die van Katja. De kaarten voorspellen een lang leven voor Nina, met meerdere echtgenoten en veel huizen.
    Katja weigert echter met haar verloofde te trouwen en trouwt kort daarna met een andere man, Ivan. Ze verhuizen samen naar Nice in Frankrijk.

    Als Nina’s moeder zwanger is verneemt ze dat vader wanhopig naar een zoon verlangt. Moeder en kind sterven echter tijdens de bevalling. Nina wordt overvallen door schuldgevoelens: als zij een jongetje was geweest dan was dit niet gebeurd. Vader is radeloos en moet wekenlang dag en nacht in de gaten worden gehouden omdat men vreest dat hij zelfmoord zal plegen.
    Vader gaat, onder invloed van een arts, cocaïne gebruiken en laat zich door hem overhalen om van zijn landgoed een hospitaal te maken. Hij eist van Nina dat ze zich laat opleiden tot ziekenzuster. Nina vindt dit vreselijk, kan niet tegen de aanblik van bloed, en als ze op een keer moet assisteren bij een operatie krijgt ze van een andere verpleegster stiekem wat cocaïne om de operatie te doorstaan.
    De enige uitweg uit dit leven van verplicht verpleegster (in wat ooit haar mooie thuis was en nu onherkenbaar herschapen is in een hospitaal) is trouwen. Ze ontmoet een charmante roodharige Brit, Richard Truelove. Ze trouwen stiekem en vertrekken onmiddellijk naar het Verenigd Koninkrijk.

    Nina ontdekt dat Richard homoseksueel is. Na haar aanvankelijke ontzetting aanvaardt ze de situatie. Richard vindt dat Nina ook een minnaar mag hebben als zij een kind wenst.
    Dit boekdeel eindigt enigszins verrassend met Nina die na de geboorte van haar zoontje krankzinnig wordt. In deze tijd zouden we zeggen dat ze een postnatale psychose had.

    Boekdeel 2: 1933
    Dit deel begint op blz 246 en beslaat nog geen dertig bladzijden. Dat doet onevenwichtig aan. Een eerste boek dat 246 blz beslaat waarna op een holletje de levens van de toekomstige generaties wordt beschreven.
    In dit deel volgen we Anne, de zus van Nina’s overleden man Richard Truelove. Anne is intussen getrouwd met Jeremy Gregory, een dominee met een hartstocht voor botanie. Nadat Nina opgenomen werd in een psychiatrische instelling nam Anne de zorg op voor haar baby Kiryl Harry. Ze verhuizen naar Australië.

    Boekdeel 3: 1990
    Hier maken we kennis met de dochter van Kiryl Harry, Julia Truelove, intussen 35 jaar.
    Ook zij heeft de krankzinnigheid overgeërfd waarvan Anne tegen Kyrill zei dat hij zich ertegen moest verzetten door gedisciplineerd te leven

    Thema's die een belangrijke rol spelen in het boek

    Moederschap
    Het verlies van de moeder, het worden van een moeder, het zoeken naar een moeder.

     Krankzinnigheid
    Met name de zogenaamde ‘overerfelijkheid’ van de krankzinnigheid. Het boek doet uitschijnen dat Nina de krankzinnigheid van haar vader heeft overgeërfd en heeft doorgegeven aan haar zoon Kyrill, die het weer doorgeeft aan zijn dochter.

     Ontheming
    De oorlog als ultieme ontheming
    Nina die moet vluchten naar het buitenland, mensen die moeten vluchten voor de oorlog, soldaten die in het buitenland moeten gaan vechten
    Richards zuster Anne die met haar man naar Australië verhuist om de commotie omtrent de dood van haar broer te ontvluchten.

     Punten van kritiek
    Er worden rijen personages naar voren geschoven waarvan je als lezer niet weet welk belang ze voor het verhaal hebben; zijn het toevallige passanten of personen die in de toekomst belangrijk zullen worden in het leven van de hoofdpersonages? De naam Truelove vond ik onnozel.

    Vooral in het begin van het verhaal wordt alles nogal simplistisch en in zwart-wit beschreven. Moeder is de fabelachtige engel die alles kon en beeldmooi was en om wie heel de wereld draaide. Vader was die vreemde snoeshaan die dankzij moeders leidende hand in juiste banen werd geleid. Als moeder sterft verandert alles op groteske manier in het tegendeel, in chaos: vader wordt krankzinnig en het verschil tussen het leven voor en na moeders dood is karikaturaal.

    Het tijdperk waarin dit verhaal zich situeert wordt slechts summier geschetst. De oorlog, de revolutie in Rusland, de ontwrichtende tijd van de wereldoorlog, om hier meer over te weten te komen moet men dit boek niet lezen.

    Als je zin hebt in een verhaal waar je een tijdje mee bezig bent (347 blz.). Als je graag hebt dat het verhaal vooruitgaat en niet blijft plakken aan ellenlange beschouwingen en omschrijvingen. Als je een lichter boek wil lezen. Voor jongeren kan dit boek een opstap zijn naar andere literatuur. Ze zouden zouden bijvoorbeeld nieuwsgierig kunnen gemaakt worden naar het leven in Rusland, naar de Tweede Wereldoorlog.

     

    19-02-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herinneringen van Dmtri Sjostakovitsj (van Solomon Volkov)

    Het vermogen om waarlijk en diep geraakt te worden lijkt een vaardigheid die met het stijgen van de jaren verkleint, of dichtgroeit, zoals de fontanellen op het hoofd van een baby.
    In het begin is het zo broos, gevoelig en kwetsbaar maar na een tijd is het stevig en haast ondoordringbaar.

    Zo lijk ook ik, doorheen de jaren, het verleerd te zijn om tot in het diepste van mijn wezen geraakt te worden door iets, zoals de eerste keer dat ik iemand voor mijn neus zijn vals gebit zag uithalen en daarna weer insteken, zoals de eerste keer dat ik een dode opgebaard zag liggen, met die bijzondere geur, de paternoster tussen de vingers gevlochten, de bloemen op het bed, of zoals de eerste keer dat ik na het bekijken van een film urenlang wakker lag in bed, zodanig onder de indruk of geschokt door wat ik had gezien en ontdekt.

    Als het dus op mijn gevorderde leeftijd toch nog een keer gebeurt dat ik waarlijk geraakt word door iets, dan is dat een verheugend moment, bewijs dat ik nog niet totaaal ‘dichtgegroeid’ ben.

    Zo las ik onlangs de biografie van Sjostakovitsj. Ik heb geen glazen bol, maar ik heb sterk de indruk dat dit een zeer authentiek boek is, authentiek in die zin dat iemands leven hier niet door een buitenstaander onder de loep werd genomen om vervolgens die gebeurtenissen volgens eigen interpretatie vorm te gaan geven. In dit boek hoor ik de stem van Sjostakovitsj zelf.

    Zoals de auteur van het boek ook vertelt, is dit boek ontstaan door talloze gesprekken met Sjostakovitsj zelf, die over zijn leven vertelde wat hij erover kwijt wilde, vanuit zijn eigen beleving, in zijn eigen woorden.

    Dat het boek werd geschreven in samenwerking met het personage waarover de biografie gaat, is dus al een belangrijk punt dat authenticiteit kan opleveren.

    Heb boek bundelt talloze gebeurtenissen uit het leven Sjostakovitsj. Die gebeurtenissen die hem bijgebleven zijn en belang hadden in zijn leven. Zijn jaren als jonge muzikant. Je zou het kunnen zien als een brok vol anekdotes waardoorheen je het lijdend voorwerp kunt zien schijnen. En lijden heeft hij gedaan.

    Wat doorheen heel het boek dreigend op de achtergrond leeft is de terreur en de angst, veroorzaakt door het communisme onder Stalin. Haast op elke bladzijde kan de lezer de angst voelen die mensen toen doorstonden om door de overheid als 'fout' te worden bestempeld. Verbanningen, executies, hongersnood. Mensen die men kende 'verdwenen' plots en vaak hoorde men nooit meer iets van hen.

    Ik leerde Sjostakovitsj kennen als een man wiens leven beheerst wordt door de angst voor het communisme. De angst om uit de gratie te vallen.

    Zijn muziek is zijn roeping en biedt hem een middel om uiting te geven aan zijn persoonlijke meningen. Ook echter kan hij muziek maken 'op vraag', zo maakte hij o.a. muziek voor stomme films.


    In 1919, toen Sjostakovitsj dertien was, kwam hij op het Petrogradse conservatorium dat de reputatie van beste muziekacademie van het land had.

    In 1922 stierf zijn vader aan ondervoeding en tuberculose. Sjostakovitsj, ook Mitja genoemd, bleef achter met zijn moeder en twee zussen.

    De schrik van zijn leven kwam er na een vernietigend krantenartikel over zijn opera Lady Macbeth, 'Chaos in plaats van muziek', gedicteerd door Stalin zelf.
    De componist en iedereen in zijn omgeving waren er zeker van dat hij gearresteerd zou worden. Zijn vrienden bleven bij hem uit de buurt. Zoals zoveel mensen in die tijd had hij altijd een koffertje klaar staan. Meestal kwamen ze hun slachtoffers 's nachts ophalen. Sjostakovitjs sliep niet. Hij lag maar te luisteren en te wachten in het donker. (...)
    In de geschiedenis van de sovjetliteratuur- en kunst is niet één figuur van een beetje betekenis te noemen die niet te eniger tijd als 'formalist' is gebrandmerkt. Het was een volkomen willekeurige beschuldiging. Veel van degenen die ervan werden beschuldigd, kwamen om. Na het 'chaosartikel' was Sjostakovitsj wanhopig, haast tot zelfmoord geneigd.

    De première van de Vijfde symfonie kan als een ommekeer in het muzikale lot van Sjostakovitsj worden beschouwd. (...)
    Men zat te wachten op een sensatie, een schandaal, men probeerde te raden wat er met de componist zou gebeuren, men wisselde grappen uit en roddels. Want tenslotte ging het sociale leven ondanks de terreur door.
    En toen de laatste noot was verklonken, brak er een pandemonium los. Veel mensen huilden. Sjostakovitsj' werk weerspiegelde de poging van een eerlijk en consciëntieus kunstenaar die zich onder zeer zware morele druk gesteld ziet voor een dramatische keuze. (...)
    Dit is geen muziek, dit is hoogspanning, nerveuze elektriciteit, merkte een bewogen luisteraar op en het werk is nog steeds Sjostakovitsj' meest bewonderde compositie.

    Nadat ik dit gelezen had ben ik dadelijk gaan luisteren naar deze vijfde symfonie.

    Het meest karakteristieke voor de muziek van Sjostakovitsj zijn de gespannen, zoekende melodieën. Een ander belangrijk element van zijn muziek is zijn rijke, driedimensionale, gevarieerd ritme. Ook hechtte hij veel belang aan de orkestratie. (...) Hij schreef de muziek meteen in partituurvorm op en niet als pianouittreksel zoals veel componisten doen. De orkesttimbres waren voor hem individuen en hij hield ervan die allemaal te personifiëren (bijvoorbeeld de fluit als stem van de dageraad in het 'dode koninkrijk' in het eerste deel van de Elfde symfonie).

    Zijn gezin bleef voor hem een klein bastion, maar deze laatste wijkplaats was door het noodlot geen lang leven beschoren: zijn geliefde vrouw Nina Varzar stierf in 1654. Een tweede, ongelukkig huwelijk met Margarita Kajnova eindigde snel in een scheiding.

    Uit de muziek van zijn laatste periode sprak angst voor de dood, verdoving, een zoeken naar een definitieve wijkplaats in de herinnering van toekomstige generaties; uitbarstingen van machteloze en hartbrekende woede. Soms scheen Sjostakovitsj er nog het meest bevreesd voor te zijn dat de mensen zouden denken dat hij berouw had, dat hij vergiffennis vroeg. Hij stierf als een 'man in het ondergrondse'.

    Na deze korte levensloop, verteld door de schrijver Volkov, lezen we de herinneringen van Sjostakovitsj in de ik-vorm. Alsof zijn stem rechtstreeks tot je spreekt. Hieronder volgen enkele citaten van Sjostakovitsj zelf, over enkele belangrijke gebeurtenissen in zijn leven.

    De kindertijd is net als de oude dag. Een mens is als hij oud is ook hulpeloos. Maar over de oude dag spreekt niemand met vertedering. Waarom is de jeugd dan beter. Wat je in je jeugd is aangedaan, gaat je hele leven mee. Daarom is het ook zo verschrikkelijk bitter.(...)
    In mijn jeugd was ik vaak ziek. Ziek zijn is nooit prettig, maar ziek zijn als er te weinig te eten is, is het ergst van alles. (...) Ik werkte in mijn jeugd als pianist in de bioscoop. Ik was zeventien. Het was mijn taak om de menselijke hartstochten op het witte doek van een muzikale begeleiding te voorzien. Dat was weerzinwekkend en vermoeiend. Zwaar werk en weinig lonend. Maar ik hield vol. En ik verheugde me al op het ontvangen van zelfs zo'n onbetekenend bedrag. Zo hard hadden we het toen nodig.

    Ik geef hier enige anekdotes weer over de voormalige directeur van het conservatorium waar Sjostakovitsj les volgde. Omdat deze figuur een grote plaats in het hart van Sjostakovitsj wist te veroveren vond ik deze herinneringen zo mooi.
     
    Ik merkte het volgende op. Tijdens de lessen boog Glazoenov zich soms onder gesteun over zijn enorme bureau heen. En dan bleef hij enige tijd in die houding staan. Daarna richtte hij zich dan met enige moeite weer op.
    Mijn belangstelling was gewekt, en ik ging nog beter op de gedragingen van onze geliefde directeur letten. En ik kwam tot deze conclusie:  Glazoenov deed inderdaad, zoals men vaak van hem zei, enigszins aan een groot kind denken. Want een kind grijpt voortdurend naar zijn fles. Ook Glazoenov greep voortdurend naar de zijne. (...)
    Zonder zo'n hartversterking kon Glazoenov gewoon niet lesgeven. En dit was de reden dat hij nooit van zijn bureau opstond. En dat zijn aanwijzingen aan de studenten in de loop van de les steeds onverstaanbaarder werden. En korter.(...)

    Een keer vroeg Glazoenov me of ik hem wilde helpen met het ordenen van zijn muziekboeken. Beethoven moest dus bij Beethoven worden gezet, Brahms bij Brahms en Bach bij Bach. En dat allemaal samen moest dan onder de letter B komen. En bijvoorbeeld Glinka en Gluck onder de G.
    Ik kwam bij hem en ging de muziek uitzoeken. Plotseling zag ik dat onder de letter O een aantal componisten stond met namen die daar helemaal niet hoorden. Ze begonnen allemaal met verschillende letters. Kalafati stond er, en Koresjtsjenko, en Akimenko, en Ivanov. Ik vroeg Glazoenov: hoe zit dat, waarom staan al die componisten onder de O? En Glazoenov antwoordde: 'Dat zijn allemaal "Onbelangrijke componisten." '

    Je kan het je nu moeilijk voorstellen, maar hij was zonder uitzondering bij alle examens op het conservatorium aanwezig. Hij ging zelfs naar de examens van de slagwerkers.(...)

    Glazoenov vertelde er graag over hoe hij Wagner had 'doorgrond'. 'Toen  ik voor de eerste keer naar Die Walküre luisterde

    begreep ik er helemaal niets van en vond ik er niets aan. Ik ging er een tweede keer naar toe. Opnieuw begreep ik er niets van. Ik ging een derde keer, weer hetzelfde. Hoeveel keer denkt u, dat ik naar de opera ben geweest voor ik hem begreep? Negen keer. De tiende keer begreep ik eindelijk alles en vond ik hem erg mooi.'

    Glazoenov herinnerde zich elke student als musicus.

    Hij onthield van iedere student wanneer en hoe hij gespeeld had, wat zijn programma was geweest. En hoeveel foute noten hij had gespeeld.
    Je kon je zo vaak je wilde weer op het conservatorium inschrijven.
    Een van die volhouders wilde met alle geweld op de compositieafdeling komen. En Glazoenov bezorgde hem een enorme schok. De kandidaat bracht een pianosonate ten gehore. Na afloop zei Glazoenov nadenkend: 'Als ik me niet vergis, hebt u zich een paar jaar geleden ook op het conservatorium ingeschreven. U had toen in een of andere sonate helemaal geen gek tweede thema.' En met die woorden ging Glazoenov aan de piano zitten en speelde een flink stuk van die eerdere sonate van de ongelukkige componist. Dat tweede thema was natuurlijk rotzooi. Maar het effect was geweldig.

    Sjostakovitsj' toon wordt echter steeds bitterder en sarcastisch en hij onthult ervaringen die een getormenteerd, angstig man van hem maakten.

    Vroeger luisterde men niet zo erg als ik wat zei. Zelfs niet als het om mijn eigen composities ging. (...) Ik moest bij wijze van spreken schreeuwen, terwijl normaal praten genoeg zou zijn geweest. Meestal stuitte ik op een beledigende neerbuigendheid. (...) Maar ik duld geen grofheden aan mijn adres. Zelfs niet van zogenaamde 'grote kunstenaars'. Grofheid en wreedheid zijn eigenschappen die ik het allermeesthaat. Volgens mij gaan ze altijd samen. Een van de vele voorbeelden is Stalin.

    Als de leider geen boeken schrijft maar mensen slacht, wat is hij dan? Voor het antwoord heb je echt geen encyclopedie nodig. En je hoeft ook niet op het volgende nummer van het tijdschrift te wachten, waarin de oplossing van het kruiswoordraadsel staat. Het antwoord is eenvoudig: een slager. Een schurk.

    Wat betekent het als volwassen mannen het in hun broek doen voor Stalin?

    Maar toch vertelden onze hoofdpersonen allebei vol geestdrift over hun schande. Het in je broek doen onder de ogen van de leider en leraar, dat is niet iedereen gegeven. Het is een soort eer. Of een hogere verrukking. Of, anders gezegd, volledige aanbidding.
    Wat een smerigheid, wat een geflikflooi. Stalin komt uit die verhalen als een Übermensch naar voren. En ik denk dat die figuren er allebei alles aan hebben gedaan om ervoor te zorgen dat hun verhalen de leider en leraar ter ore kamen. Opdat hij hun kruiperige ijver, vrees en toewijding naar waarde zou schatten. (...)
    Ik heb Stalin gezien en met hem gesproken. Ik heb het niet in mijn broek gedaan. Hij bezat geen enkele magische kracht. Hij was een gewoon miezerig mannetje. Klein, vet en rossig. Zijn gezicht was pokdalig. Zijn rechterarm was duidelijk magerder dan de linker. Daarom liet hij die ook nooit zien. (...)
    Hij wilde er graag goed uitzien. Hij keek graag naar de film
    Het onvergetelijke jaar 1919. In die film stormde Stalin voorbij op de treeplank van een pantsertrein met een sabel in zijn hand. Dit fantastische beeld had natuurlijk niets met de  werkelijkheid te maken. Maar Stalin keek ernaar en riep opgewonden:'Wat was Stalin jong en knap. Ah, wat was Stalin knap.' Hij sprak over zichzelf in de derde persoon. (...)
    Stalin heeft een aantal schilders laten fusilleren. Eerst werden ze naar het Kremlin geroepen om de leider en leraar te vereeuwigen. En kennelijk bevielen zij de leider niet.

    In de oorlog kwam men tot de conclusie dat er een nieuw sovjetvolkslied moest worden gecomponeerd. De ontmoeting met Stalin beleeft Sjostakovitsj als volgt:

    Er werd een nieuwe tekst in elkaar geflanst en die gaven ze aan de componisten: schrijf een nieuw volkslied. Of je wilde of niet, je moest aan die wedstrijd deelnemen. Anders kreeg je er last mee. Dat zouden ze zeggen dat jij, nietsnut, je aan een verantwoordelijke taak onttrok. Natuurlijk was dit voor veel componisten de kans om op te  vallen. Om zogezegd op handen en voeten de geschiedenis binnen te klauteren. (...)
    Een kennis van me schreef meteen zeven liederen tegelijk. Zo graag wilde hij onze nationale componist worden. In het algemeen schitterde deze wereldberoemde componist niet door hard werken. Maar in dit geval was hij gewoon een wonder van werklust.
    Goed, ik schreef mijn hymne. Toen begonnen de eindeloze audities. Af en toe kwam Stalin ook. Hij luisterde en luisterde en verordende dat Chatsjatoerjan en ik samen een lied moesten schrijven. Dat was een bijzonder dom idee. Chatsjatoerjan en ik zijn twee volkomen verschillende componisten. (...)
    Maar we moesten gehoorzamen. (...)
    We zouden ieder ons eigen volkslied maken. Daarna zouden we bij elkaar komen en bekijken wie wat het beste had gedaan. (...) Maar zo goed en zo kwaad als het ging, wisten wij toch onze liederen te verenigen tot een wonder van kunst. De versmelodie was van mij en het refrein van Chatsjatoerjan. Over de muziek zullen  we het niet hebben. Ik zou bij deze compositie niet eens zijn blijven stilstaan als de omstandigheden waaronder die geschreven is niet zo tragikomsch waren. (...)
    Chatsjatoerjan en ik werden naar de staatsloge, naar Stalin gebracht. Onderweg werden we vluchtig, alsof het toevallig was, gefouilleerd. De staatsloge had een klein 'kleedkamertje'. Daar werden wij heengebracht. En daar stond Stalin. (...)
    Ik moet eerlijk zeggen dat ik helemaal geen angst voelde toen ik Stalin zag. Ik was wel gespannen natuurlijk, maar niet bang.
    Je bent pas bang op het moment dat je een krant in handen houdt waarin staat dat je een vijand van het volk bent. En je je niet kunt rechtvaardigen. Als niemand naar je wil luisteren. En niemand ook maar één woord in je voordeel wil zeggen. Je kijkt om je heen en iedereen heeft diezelfde krant in handen. En allemaal kijken ze zwijgend naar je. En wanneer je iets probeert te zeggen, draaien ze zich om. Ze luisteren niet naar je. Dan, dan ben je echt bang.
    Daar droom ik vaak van. Het meest angstaanjagend is dat het allemaal al uitgesproken en al lang beslist is. Maar je weet niet waarom het zo is beslist en niet anders. Het is te laat om er iets tegen in te brengen. Het heeft geen zin om erover te debatteren.
    Maar wat had ik hier te vrezen? Er was nog niets beslist. Je mocht iets zeggen. Dat dacht ik alemaal toen ik dat dikke mannetje zag. Hij was zo klein dat hij nooit wilde dat er iemand naast hem stond. (...)
    Eerst deed Stalin een gewichtige uitspraak over wat een volkslied moet zijn. Een gemeenplaats, een typisch Stalin-truïsme. Het was zo weinig interesaant dat ik het me niet eens herinner. Zijn intimi beaamden alles zacht en voorzichtig. Om de een of andere reden praatte iedereen zachtjes, de hele toestand deed denken aan een godsdienstplechtigheid. Alsof er zo dadelijk een wonder zou gebeuren.(...)
    Uit de rest van het gesprek werd duidelijk dat de grootste beoordelaar en kenner van volksliederen aller tijden het lied van Chatsjatoerjan en mij het beste vond. Maar er moest volgens Stalin nog iets aan worden veranderd. Er moest iets aan het refrein worden gewijzigd. Stalin vroeg hoeveel tijd we daarvoor nodig hadden. Ik zei vijf uur. In feite hadden we het in vijf minuten kunnen doen. Maar ik dacht dat het niet zo'n degelijke indruk maakte om te zeggen dat we die noodzakelijke veranderingen onmiddellijk en ter plekke konden aanbrengen. Hoe groot was mijn verbazing toen ik zag dat mijn antwoord Stalin vreselijk kwaad maakte. Hij had kennelijk iets heel anders verwacht.
    Stalin sprak en dacht immers langzaam. Hij deed trouwens alles langzaam. Hij dacht kennelijk: dit is een zaak van staatsbelang, een Volkslied. Daar moet je zeven keer de maat voor nemen en één keer knippen. Sjostakovitsj zegt zomaar ineens dat hij alle verbeteringen in vijf uur kan aanbrengen. Die Sjostakovitsj lijkt me niet erg serieus. Zo'n weinig serieus iemand kan niet de componist van het Volkslied zijn. (...)
    Chatsjatoerjan verweet mij later mijn lichtzinnigheid. Hij zei dat als ik om pakweg een maand had gevraagd, we gewonnen zouden hebben.

    Ik beken dat ik het bijzonder moeilijk vind om me in het openbaar te vertonen. Om naar concerten en het theater te gaan. (...) De artsen praten met mij over de ziekte van mijn lichaam. Ze onderzoeken, bevoelen en pijnigen mijn lichaam. Maar ik geloof dat mijn geest ziek is. En dat is een kwellende gedachte.
    Om de een of andere reden denk ik dat iedereen naar mij kijkt. Denk ik dat ze allemaal over mij fluisteren en me nakijken. Maar ik denk voornamelijk dat ze staan te wachten tot ik val of tenminste struikel. En daarom heb ik steeds het gevoel dat ik ieder moment kan struikelen. (...) Maar als ik onzichtbaar was, zou het een stuk beter gaan. Ik denk dat het iets van de laatste jaren is.

    Illusies sterven geleidelijk. Zelfs als je denkt dat het plotseling, ogenblikkelijk is gegaan. Dat je op een goede dag wakker wordt en weg zijn je illusies. Alleen aan de zijkant staat nog een stukje van een illusie die is blijven steken. Maar zo gaat het in werkelijkheid niet. Het afsterven van illusies is een lang en vervelend proces. Zo iets als kiespijn. Maar een kies kan getrokken worden en een illusie, zelfs een dode, blijft binnen in je rotten. En stinken. En je raakt ze nooit meer kwijt. Ik draag al de mijne met me mee.

    Omdat ikzelf interesse heb voor Rusland en zijn geschiedenis vond ik het een boeiend boek. Soms ook een uitputtend boek. Toen ik het uit had zat ik vol verwarring en vol vragen en begon ik het prompt opnieuw te lezen. Dat is iets wat ik zelden doe, een tweemaal gelezen boek is een zeldzaamheid in mijn leescarrière, maar dit boek wilde ik beter begrijpen.
    Heel veel personages zijn onbekend, enige voorkennis van Rusland kan nuttig zijn, maar ook zonder dat is het boek goed te volgen. Achteraan staat een uitgebreide voetnotenbijlage.

    Het is geen vrolijk boek, je wordt er niet blij van.

    Het boek heeft de verdienste dat het mij, volslagen leek inzake klassieke muziek, nieuwsgierig maakte naar de muziek van deze man. Ik zocht informatie over hem, luisterde naar muziek die hij gemaakt had … Het boek was als een sleutel die me meenam naar gigantische ruimtes vol muziek.

     

    19-02-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Proficiat!

    Proficiat!

    Uw blog is correct aangemaakt en u kan nu onmiddellijk starten!

    U kan uw blog bekijken op
    http://www.bloggen.be/dezwarelezer

    We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.

    U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar
    http://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.

    Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar
    http://www.bloggen.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.

    Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.

    Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op
    http://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.

    WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
    De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
    -
    Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
    -
    Bijvoorbeeld: u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
    -
    Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
    -
    Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
    -
    Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
    -
    Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
    -
    Bijvoorbeeld: u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
    -
    Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.

    WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
    Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.

    WAT IS DE "WAARDERING"?
    Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.


    Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!

    Met vriendelijke groeten,
    Bloggen.be-team

     

    19-02-2012, 00:00 Geschreven door Muilpeerd  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - ( Stemmen)
    Archief per week
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs