Crocodile Trophy 2014 (en andere mtbike-uitdagingen)
De beslissing, de zware en lastige voorbereiding, de uitdaging om als 49 jarige Parkinson-patient de extreem zware mountainbike wedstrijd Crocodile Trophy in Australie en andere meerdaagse mtb-wedstrijden in het buitenland te rijden.
18-07-2014
Its only Rock & Roll but i like it!
Dromen we
niet allemaal om op onze oude dag fit en gezond te zijn en vooral te blijven? Ik
denk dat je dat niet verkrijgt door een heel leven lang alleen maar te werken.
Sinds enkele weken zeg ik ook met grote zekerheid dat je dat ook niet bekomt
door gezond te leven. Aandacht besteden aan gezonde voeding, voldoende beweging
en sporten, een goede nachtrust etc, brengt helemaal niks op, dat dient tot
niks. De toverformule is je hele leven lang volgieten met drank, booze, alcohol
en gelijkaardige rotzooi, je lijf volpompen met drugs en andere vuiligheid,
deelnemen aan orgieen en andere excessen, helemaal geen aandacht besteden aan
rust en regelmatig slaapritme. Want dan sta je op je 72ste nog uren
rond te springen als een jong veulen op een groene weide. Kortom, de Rolling
Stones waren geweldig tijdens hun meer dan twee uur durende muzieksessie op
Werchter Classic. En ik ook. De dag nadien was het veel minder. Het urenlange
rechtstaan op de weide was een regelrechte aanslag op mijn gewrichten. Het
voelde aan of er een kilometerslange goederentrein over mijn aangetaste
ledematen was gedenderd. Ik zal nooit weten hoe Mick Jagger en zijn kornuiten
zich voelen de dag na hun optredens. Maar het was de moeite waard.
Enkele dagen
later kwam ik op een ritje met de mtb ten val. Tijdens een steile bosklim in
Pecrot ritste ik weg en kwam met mijn dijbeen op een boomwortel te recht. Pijn!
Tegen de tijd dat ik rechtgeklefferd was en drie keer gewreven had op de
geteisterde spier had ik zeven dazenbeten. En das de manier om ondanks de pijn
toch snel terug op je fiets te springen en te maken dat je wegkomt vooraleer
je huid helemaal is opgevreten door die vervelende beestjes. Ik heb de eerste
twee dagen met moeite op de wc-pot kunnen zitten omdat de bloeduitstorting mijn
dijbeen zo had laten zwellen dat ik amper mijn been kon plooien, laat staan er
nog kracht opzetten. Weer vijf dagen rust erbij, deze keer verplicht.
Toen de
zwelling minder werd en ik mijn been terug kon plooien ben ik op 6 juli de TT
in Oud Heverlee gaan rijden. Met de mtb heen en terug + de toertocht, goed
voor 150 km. Twee dagen later was onze Belgische topzomer elke dag het
hoofditem in de nieuwsberichten. En in regenweer fiets ik niet. De week regen-
en onweersbuien zijn ondertussen weer verdwenen en nu ben ik (angstig) de dagen
aan het aftellen om begin augustus naar de Alpen te trekken. Want dat was het
oorspronkelijke plan vooraleer de Crocodile Trophy uitdaging de kop kwam
opsteken (zie item proloog bij de start van deze blog). Drie weken
fietsavontuur over de hoge Alpencols met de koersfiets. Het oorspronkelijke
fietsschema kan wat aangepast worden omdat ik ook mijn mtbike meeneem. Zo kan
ik ook enkele keren met dit vehikel de cols op. Benieuwd of ik dan ook zal
denken Its only R&R, but i like it
Na de
kwaaltjesmaand in mei en de fantastische LCMT heb ik een rustige maand juni
ingepland. En maar goed ook, gelet op mijn mindere weerbaarheid en de overbelaste
knie. De week na de LCMT heb ik nog kleine op souplesse gerichte tochtjes op de
weg gemaakt. En ondanks mijn voorinschrijvingen voor twee zware mtb-marathons
in juni heb ik deze niet gereden .
Omwille van
de opspelende knie ben ik met Geja een dag vroeger naar Kroatie gereden voor
onze eerste geplande motorvakantie dit jaar, in plaats van op 9 juni in La Reid
de Ardennes Trophy te betwisten. In die negen gemotoriseerde tweewielerdagen
hebben we meer kms en hoogtemeters afgemaald dan al die maanden voordien dit
jaar. Zalig als je ipv met wils- en spierkracht wielen in beweging te brengen,
je dit kan doen door gewoon aan een gashendeltje op onze Harley Davidsons te draaien.
Het kleine electronicaprobleem aan Gejas motor onderweg en de verkeersboete
voor het inhalen over de witte lijn in Oostenrijk behoren alweer tot het
verleden en zijn zo goed als vergeten.
Na die dikke
week op onze motoren ben ik sinds vorige week donderdag terug rustig met de
mountainbike het veld ingedoken. Afgelopen zondag ben ik de TT in Wezemaal gaan
rijden. Nochtans stond de 115 km lange marathon Raid Des Hautes Fagnes op mijn
programma, maar dit zou dom geweest zijn om me daarvoor naar Vielsalm te
verplaatsen na meer dan twee weken fietsloos geweest te zijn.
Aanstaande
zaterdag 28 juni staat Werchter Classic met de Rolling Stones op het programma
om vanaf volgende week gaat de trainingsarbeid terug gestaag op te drijven. In
eerste instantie om in augustus drie weken in de Franse Alpen te fietsen en zo
de conditie op peil te brengen. Aansluitend terug een weekje de fiets aan de
haak, om onze tweede week motorvakantie te nemen en zo ook om wat recupuratie
in te lassen. Vijf weken later zal het al inpaktijd zijn om het vliegtuig naar
Australie te nemen. Als ik er zo over denk en de kalender bekijk komt het grote avontuur al kort bij. Godverdoemme,
ik begin nu al zenuwen te krijgen.
Mei,
lentemaand bij uitstek. Het was de eerste weken toch wel wat minder in
vergelijking met maart en april. Ook wat betreft mijn gestel. Ergens halverwege
een fikse verkoudheid, met een dikke week verplichte rust tot gevolg. En op
het einde van de maand, tijdens de LCMT (Luxemburgse Cycling & Mountainbike
Tour) een rechterknie die begon op te spelen, overbelasting met een begin van
ontsteking tot gevolg. Op doktersadvies verplichte rust de volgende dagen en alleen
een beetje op souplesse wat rond fietsen.
De LCMT ,
4-daagse mountainbiketocht in de streek van Houffalize, ongeveer 400 km en net
geen 9000 hoogtemeters. Een organisatie die ik aangestipt heb als tweede grote test
richting Australie. Iets waar ik naar uitkeek. Toch stond ik op Hemelvaartsdag
in Marche en Famennemet een bang hartje
aan de startlijn, na mijn eerste kwaaltje van de afgelopen maand. Er stonden
naast mij nog een 220 andere recreanten aan de start. Voor ons nog een
100-tal wedstrijdrijders. Als één van de oudere ratten van t pak stond ik
helemaal achteraan in het peloton.
Om halfelf
werden we op gang geschoten, en mijn benen voelden onmiddellijk goed aan. Er
zat power of tenminste goei poeier in. Deelnemer na deelnemer fietste ik vlot
voorbij in de beklimmingen. Net na de eerste bevoorrading werden de bergen
steiler, en de afdalingen technischer, maar het bleef goed gaan tot ik plots
vooraan niet meer op mijn groot kettingblad kon schakelen. Gelukkig was het
niet andersom of ik zou dikwijls moeten wandelen hebben in de beklimmingen.
Door dit schakelprobleem werd ik in de afdalingen, op de vals plat oplopende en
de vlakke stukken terug voorbij gevlamd door diegenen die ik tijdens het
klimmen op achterstand had gezet. Er was nog dik 20 km te rijden tot
bevoorrading twee waar ook mechanische bijstand verleend werd (zoals op alle
bevoorradingsposten trouwens). Het werd uiteindelijk meer dan 25 km vanwege een
afslag gemist. Eigen schuld natuurlijk, want de pijl hing er wel degelijk. Aan
de post kon de mechanieker van dienst
het euvel oplossen, en na wat testwerk kon ik een kwartiertje later verder.Ondertussen had ik ook de innerlijke mens
versterkt. Het moet gezegd, de bevoorradingsposten waren rijkelijk voorzien van
eten en drank, sandwiches, rijstpap, gedroogde en verse vruchten, koeken en
vlaaien allerlei.
Onmiddellijk
vond ik mijn tempo terug. Wat later was er aan een camping in La Roche de
bergprijs, een om bang van te krijgen beklimming met percentages rond de 28%.
En dat om bang van te krijgen kan je letterlijk nemen, vermits de hele
bergkant (met uitzondering van de electriciteitspylonen) helemaal gerooid was
waardoor je een zicht had tot boven enkele honderden meters verder. En na die
top volgde een bocht en ging het feestje uw lijf naar boven sleuren op een
onmogelijke helling nog eens door. Velen gingen te voet en waren eigenlijk net
zo rap of traag boven als zij die fietsten. Ik ben ook tot boven geraakt maar kon
amper nagenieten van het panorama daar. Nahijgen ging vanzelf. En dan de
beloning, bergaf! Nadien bleef ik steeds regelmatig deelnemers inhalen alhoewel
de frequentie wat minder werd. Na die zware beklimming ging ik nog een
honingwafeltje oppeuzelen. Krak! Hard stukske honing dacht ik, tot ik na het
verorberen van mijn koekje merkte dat er een stuk van één van mijn kiezen
mankeerde. Hard op de tanden bijten kan gevolgen hebben. Toch besloot ik door
te bijten en zo heb ik de laatste 20 km behoorlijk nog wat mtbikers opgeraapt.
Ik kon duidelijk nog enkele tanden groter dan velen rondstampen. Na dik 90 km
en een slordige 2400 htms reed ik over de finish in Houffalize aan ons logement
hotel Old Fosse dOuth, waar Geja mij stond op te wachten. Zij had in Marche
eerst nog een fietstocht gemaakt en was dan met de auto naar Houffalize
gereden.
Uiteraard
was ik nieuwsgierig naar mijn uitslag. Stomverbaasd was ik dat ik te horen
kreeg dat ik 25ste was geeindigd bij de recreanten. Ikke, een ouwe
vent tussen veelal veel jongere deelnemers. En dat na mijn verlies van tijd
door mijn versnellingsprobleem en verkeerd rijden. Ik was content. De Aquarius
en de pannekoek die je kreeg vanuit de organisatie smaakte plots zeer goed, en
mijne moraal klom tot ongekende hoogtes. Fiets afspuiten, douchen, en nadien
aan tafel in de enorme eetzaal van het hotel voor een rijkelijk voorzien
eetbuffet. Om 21.00 uur briefing voor de tweede rit, nog een afsluitende
trappist als slaapmuts en dan het bed in. Met schuldgevoel. Want ik had mijn
fiets wel afgespoten, maar echt blinken deed die niet, dit in tegenstelling tot
vele anderen die wel tijd maakten om hun tuig te doen schitteren.
Na een
onrustige nacht stond ik met shampoo en spons om zes uur smorgens aan de poetsstand
om alsnog voor de start van de tweede etappe mijn Specialized deftig te
poetsen. Mijn schuldgevoel weg en om zeven uur een koffiekoek, spek met eieren,
vijf pistolets,en een yoghurtje. Allee,
een stevig ontbijt, voor wat komen moest.
Dag twee, de
koninginnerit 105 km (of een light versie van 90 km). Start om 9.30 uur (trots
met mijn netjes gekuiste Specialized) aan onze verblijfplaats. Het officiële
wedstrijdgedeelte voor de wedstrijdrijders zou om 10.45 uur plaatsvinden, 28 km
na het vertrek aan de eerste bevoorrading.
Toen ik
weerom achteraan stond om te starten, ontmoette ik één van de twee Crocodile
Trophy deelnemers die ik in januari had gezien op de Croc-voorstelling in
Aarschot. De tweede, de jongste, een ongezond ogende dokter (vetpercentage 6%)
reed mee bij de elites in de LCMT, en stond bij de wedstrijdrijders vooraan in
het startveld. Hem zou ik na de rit terugzien. Diegene die bij mij stond was de
dag voordien nietgestart in Marche
vanwege buikloop.
Na het
startschot voelde mijn benen weer goed aan en begon het spelletje inhalen
opnieuw. Goed voor het moreel, achteraan starten en dan regelmatig trage
rijders in het vizier krijgen en als mikpunt gebruiken om zo een goed tempo te
kunnen houden.
Aan de
eerste bevoorrading aangekomen vond ik het niet nodig om te stoppen en reed
deze voorbij. Wat later, toen ik al een hele tijd amper nog deelnemers in mijn
vizier kreeg werd ik op een stevige helling door enkele mtbikers ingehaald.
Niet goed voor de moral. Even later opnieuw, en opnieuw Verdoemme het gaat
niet goed, de twijfel begon te overheersen. Bovengekomen draaiden we een
asfaltweg op om enkele honderden meters verder links richting Durbuy, het bos
in te duiken voor een zeer technische afdaling. Ik had alle concentratie nodig
om deze goed in te schatten en schrok me een bult toen ik door gekken langs
alle kanten werd voorbijgestoken. Zotten waren het, en ze bleven komen. Beneden
aan de afdaling zag ik dat het allemaal rode startnummers waren. Rode
startnummers waren de wedstrijdrijders, de zwarte nummers waren voor de
recreanten. Pas dan besefte ik dat al voor de start van de eigenlijke wedstrijd
aan de eerste bevoorrading was gepasseerd. Daarom werd ik vlot voorbijgereden
op die vorige beklimming, dat waren de koplopers, ik zat midden in de koers. Ik
sprong van mijn bike en liet de kop van de wedstrijdrijders passeren op de
singletrack beklimming. Even daarna kon ik verder klimmen en werd ik af en toe
nog voorbij gereden door een rood nummer.
Wat later,
na bevoorrading twee, was er de splitsing, shorcut of een ommetje van 15 km
voor twee zeer stevige kuitenbijters voor de bergprijs. Natuurlijk ging ik voor
de lange afstand. Dat ommetje duurde uiteindelijk meer dan een uur vanwege de
moeilijkheidsgraad. En het was ook een zeer eenzaam uurtje, want ik zag alleen
nog maar aan de sporen en pijlen dat ik op de juiste track zat. Geen zwarte
biker tegengekomen. De samenvloeiing van de korte en de lange afstand viel aan
bevoorradingspost drie. Van toen af raapte ik terug recreanten op.
Aan de
aankomst had ik 108 km en 2600 htms, en was ik toegekomen op plaats 37.
Onmogelijk uit te maken hoeveel van de 36 bikers voordien de korte afstand
hebben gereden ipv de veel zwaardere lange afstand. Maar mijn gevoel was goed. Mijn
fiets direct goed gepoetst en veilig weggezet in de bewaakte fietsstalling. Toen
ik de trappen van het hotel opliep ik voelde ik plots pijnscheuten in mijn
rechterknie. Dat was nadien ook goed voelbaar telkens dat ik van een stoel kwam
en recht stond. Na een aperitiefje in de tuin van hethotel besloot ik om na het avondeten de dokters
(die door de organisatie voorzien waren) op te zoeken.
Overbelasting
en opletten voor een ontsteking. Ontstekingsremmers nemen en ijs op de
gevoelige knie leggen. En op souplesse rijden. Dat was het doktersadvies. Na
hetbezoek aan het dokterskabinet ging
ik naar de bar waar de ex-renner Nico Mattan anekdotes en ander verhalen
vertelde uit zijn rennersverleden. Toppunt was dat hijin 2005 na de Ronde van Vlaanderen,savonds met Van Peteghem (derde toen) 15
pinten dronk. Drie dagen later won Mattan Gent Wevelgem. Mogelijk is in de loop
der jaren de komma tussen de één en de vijf kleiner en kleiner geworden tot
deze helemaal verdwenen was, zoals dat gaat bij vele anekdotes. Maar het was
een aangenaam uurtje. Na het interview praatte ik wat met een nog oudere
deelnemer, 53 jaar en die bij de wedstrijdrenners deelnam. Die man was ook al
van bij hem thuis in drie weken naar de Noordkaap gefietst, met pak en zak.
Respect!
Derde
etappe. Tijdens de briefing de avond voordien werd deze aangekondigd als
overgangsetappe. Aan het einde van deze rit had ik toch nog 102 km op de teller
en 2100 htms.
Start om
9.30 uur, weerom stond ik op mijn vaste stek achteraan. Samen met de wat
ziekjes andere Croc deelnemer. Hij was de dag voordien aangekomen (weliswaar de
light versie), maar veel power in de benen had hij niet. Het startschot klonk
en onmiddellijk ging ook de echte koers van start met de beklimming van de muur
van Houffalize ( de St Roch), na één kilometer. Lastig! Het doktersadvies in
acht genomen heb ik geprobeerd om zoveel mogelijk mijn knieen te ontzien en op
souplesse te rijden. Maar hoe rij je in godsnaam op souplesse bij zon
onderneming? Na de zware start waren de beklimming inderdaad meestal minder
lastig dan de twee voorgaande dagen. Ook op het vlakke en voor die dag vele
asfaltbeklimmingen lukte het me om toch minder te stoempen en te sleuren. Net
na de eerste bevoorrading stond plots Geja langs de kant van de weg te
supporteren. Ze had een fietstochtje gepland die langs de drie
bevoorradingsposten ging. Ik was verbaasd te horen dat ik eigenlijk vooraan
fietste. Ik vermoed dat ditgewoon mijn
plaats was. Bij de eerste twintig in de recreantenkoers. Na dit gehoord te
hebben zou ik het nog rustiger doen richting post twee. Een unieke plaats, aan
de poorten van de abdij van Clervaux. Pittig stuk wel, langs de vier kanten
omhoog en omlaag met telkens mooie tot adembenemende vergezichten van de abdij
met haar torens. Mooi. En ook daar stond Geja langs de kant van de weg. Ze
vertelde me dat ik wel wat plaatsen verloren was. Dat had ik ook gemerkt, want
vooral op de vlakkere stukken en de beklimmingen op de weg werd ik regelmatig
ingehaald omdat ik weigerde mijn groot kettingblad te gebruiken, zo goed en
kwaad het kon gevolg gevend aan het doktersadvies.
Toch
eindigde ik nog 35ste. Deze rit was inderdaad wat saaier dan de
vorige, zoals gebrieft, een overgangsetappe. Na de wasbeurten van mijn
Specialized en mij nagenieten in de tuin met aperitief en een grote ijszak ter
afkoeling van mijn rechterknie.
Die avond
was er na het diner en de briefing een optreden van een cover-rockband genaamd Replay.
Hoewel die zeer enthousiast waren was het publiek dat wat minder.
Waarschijnlijk een foute inschatting van de organisatie. Wat praten en babbelen
met andere deelnemers over de goede organisatie, de gemoedelijke sfeer, het
fantastische parcours etc, in de hotelbar is vermoeiend genoeg na drie zware
fietsdagen. En zeker met de aankondiging dat de laatste rit terug een stevige zou
zijn. De bergprijs voor de laatste rit zou percentages hebben tot 33%. U
leesthet goed , drieëndertig procent.
Om halftwaalf na de muziek-scene hetbed
in.
Dag vier.
Terug naar de vertrekplaats Marche en Famenne. Vertrek om 9.00 uur, 85 km en
2900 htms.
Op mijn
vaste stek in de laatste gelederen één onderwerp. De helling van 33%!!! Om zot
van te worden. Na het startschot weerom zoals de dag voordien direct de muur
van Houffalize op. Dan direct naar beneden, en terug omhoog, en nog nog nog. De
éné zware beklimming na de andere. Zwaar! En toch proberen om mijn knieen niet
te zwaar te belasten. Halverwege de rit, daar lag hij dan. DE HELLING! Van een
muur gesproken! Enkele honderden meters lang! Om in uw broek te doen van
schrik! Je staat onderaan en als je je hoofd naar de top draait heb je risico
van een spier te verrekken in je nek. Niet te doen en onneembaar. Niemand heb
ik naar boven zien fietsen, ik zeker ook niet. Er zullen ongetwijfeld wel
bikers naar boven gefietst zijn, maar het zullen er weinigen zijn. En je bent
een hele tijd onderweg om deze te voet op te klauteren met je velo aan je hand,
die je ook nodig hebt om ondersteuning te vinden. Het zijn nu éénmaal
mtb-schoenen met plaatjes en geen bergschoenen. Bovengekomen loopt het snot
evenzeer uit de neus en heb je hijgend en proestend wat tijd nodig om effe op
adem te komen. Maar de rit gaat onherroepelijk verder en na deze beklimming voelde
ik aan mijn rechterknie terug opkomende pijnscheuten. Na enkele omwentelingen
was het gelukkig snel over.
Vlak voor de
derde en laatste bevoorrading was er een zeer technische afdaling. Super! De
gespreksonderwerpen aan deze laatste post, de 33% naar boven gereden? (Niemand
gehoord die ja zei). En dat mooie stukje afdaling. Daarvoor doen we het etc.
Kortom het was mooi, en iedereen tevreden dat hij al zo ver gekomen was. De
laatste 25 km heb ik terug voluit gereden. Ik voelde niks meer in mijn knie, en
heb nog enkele bikers ingehaald en dan op een bepaald moment zag ik er geen
meer voor mij. Ik was weerom op mijn plaats aangekomen in het peloton.
Ik zou 50
minuten na de eerste (wedstrijd)- en andere deelnemers de aankomstlijn in
Marche overschrijden. Ergens rond plaats 30 a 35. Het was niet belangrijk meer.
Ik had het gehaald, en samen met mij vele andere recreanten-mtbikers. Aan de
aankomstlijn zag ik mijn vurigste supporter Geja in haar handen klappen. Elke
deelnemer kreeg een glaasje cava. Dat smaakte echt niet na zoveel kms met
sportdrank, energybars en gellekes. Toch werd het met volle goesting achterovergekapt.
Een mens is op zon moment meer dan tevreden en gelukkig, je voelt je voor even
een kleine kampioen. Nog wat nagekeuveld met kameraden uit de mtb-club "De Jeirdollen" uit Rijmenam over deze vier
superdagen, en het was voorbij. Te snel, te rap, getuige dat het goed was.
Merci LCMT-organisatoren, dankuwel aan alle medewerkers en aan alle bikers voor
de zeer gemoedelijke sfeer. Ik boek mijn kamer alvast voor volgend jaar.
Thuisgekomen
onmiddellijk op de weegschaal. Ik heb die vier dagen meer dan 15000 calorieen
tijdens het fietsen verbrand . TWEE kg BIJGEKOMEN. Volgend jaar dan toch iets
minder zoetigheid op de bevoorradingsposten, iets minder eten, iets minder
dessert, iets minder trappist, iets minder spek en enkele pistolekes minder ..
maar wel 15 pinten.