In Hammelev hadden we een schitterende overnachtingsplaats. Omdat we de enige gasten waren, hadden we een huis voor ons alleen en dat voor 27 euro per persoon ! We mochten elk een kamer kiezen, wat zeer goed was voor Carine. Dan had ze eens een nacht geen gesnurk rond haar oren. Verder hadden we een ruime keuken, badkamer en salon en twee gezellige terrassen. Om kwart voor 8 's morgens stonden we al gepakt en gezakt klaar om te vertrekken voor wat onze langste rit in kilometers zou worden van de vakantie, namelijk 93. Eerst moesten we 6 km terug naar Vojens om op onze route te geraken. Dit ging heel vlot, iets wat soms wel wat meer moeite kost. Na 18 km kwamen we in het dorpje Jels. Hier wordt jaarlijks een Vikingfestival gehouden met openluchtspelen. Aan de achtergebleven affiches merkten we dat het nog maar een tweetal weken voorbij was. Een 12-tal kilometer verder werd het landschap weer gevormd door talloze grafheuvels uit de bronstijd. De landelijke wegen (en dat mag je echt letterlijk nemen, je komt er geen mens en geen auto op tegen, behalve een fietser of wandelaar) boden een mooi uitzicht op het wijde dal van de Kongea rivier. Dit riviertje vormde gedurende een vijftigtal jaar de grens met Duitsland. In Zuid-Jutland en Schleswig Holstein merk je trouwens in kleine dingen dat deze gebieden voortdurend stuivertje hebben gewisseld in de geschiedenis tussen Duitsland en Denemarken. In Schleswig vond je heel veel aanduidingen in het Duits en Deens. Hier spreekt iedereen Duits en Engels , maar geeft men er de voorkeur aan om Engels te spreken. We hebben dit dan ook al heel veel geoefend. Een vijftal kilometer verder kwamen we in Askov. Hier bevindt zich een van de oudste volkshogescholen van Denemarken met prachtige gebouwen. Dit is ons trouwens ook al opgevallen, dat de scholen hier aan de buitenkant een gezellige indruk geven. In de lagere scholen zijn alle lokalen op het gelijkvloers, zijn er verschillende speelplaatsen en sportvelden en zijn ze ook heel groen. In de zomer zijn de kinderen waar je ook voorbijrijdt altijd heel leuk en gezellig buiten aan het spelen. Daarna kwamen we in Baekke terecht. Het opvallende witte kerkje dateert al van 1100. Na dit plaatsje kwamen we weer op de Haervejen terecht. Door de droogte en het verse grind, was het hier hard trappen om erover te geraken. Even verder zagen we in het landschap ook de resten van een Vikinggraf met staande stenen in de vorm van een schip. Ondertussen naderden we Billund. Hier is Legoland gelegen. Onze route passeerde op een 15- tal kilometer van dit pretpark. Onze route leidde door de ruige heuveltjes van het natuurgebied van Randbol. Wie denkt dat Jutland vlak is, komt bedrogen uit. De weg gaat steeds op en neer. Klimmetjes van 500 meter en soms ook meer, soms met een stijgingspercentage van 7 tot 10% wisselen af met stevige afdalingen. Onze kuitspieren zijn dan ook al goed getraind. Myriam droomt er zelfs al van 's nachts. Op de routebeschrijvingen markeert ze ook elke klim en elke dag zegt ze, het gaat een zware dag worden hoor . Maar uiteindelijk geraken we overal toch wel vlot op. En zo geraakten we ook moe maar voldaan in Bredsten . Daar vonden we onderdak in een gezellige jeugdherberg.
Om half zeven rinkelde de wekker al, want we wilden opnieuw de warmte voor zijn. Om 7 uur zaten we dan ook al aan een heel lekker ontbijt. En om kwart voor 8 kropen we op onze stalen rossen. Er stond een trip van 73 km op het programma. Vandaag maakten we ook voor de eerste keer kennis met de Haervejen. Dit is de Deense versie van de Ochsenweg. In Denemarken is het een beschermd monument en is het oude karakter ook bewaard gebleven. Grote stukken zijn nog in grind, wat maakt dat je niet zo snel vooruit komt, vooral als er vers grind is gestort. Toch hebben de Haervejen heel veel charme. Ze lopen door prachtige natuurgebieden met heel veel afwisseling in landschappen. Myriam en ik werden al vanaf de eerste dag bekoord door de schoonheid van Jutland of Jylland voor de Denen. Voor jullie misschien een beetje een gekke opmerking, maar wij zijn helemaal weg van de kleuren in het landschap. Er zijn heel wat schakeringen van groen door de oeroude loofbossen, de reuzenvarens, de mais en de dennenbomen, verschillende soorten geel door de velden met haver, tarwe en gerst en daartussen dan nog het wit of roze van bloemen of heide. Je moet het gezien hebben om te begrijpen wat we bedoelen, denk ik. Die schakeringen geven ons ook een nostalgisch gevoel omdat de verscheidenheid in landbouwgewassen in onze kindertijd net dezelfde schakeringen gaven in ons landschap. Verder is Jutland heel dun bevolkt en kom je heel weinig huizen, auto's en mensen tegen. Maar als je iemand tegen komt kan je er donder op zeggen dat je een vriendelijke groet krijgt (hai), of aangesproken wordt over waar de trip heen gaat in zeer goed Engels. Sta je even langs de kant van de weg of kijk je op een kaart , vraagt men direct of je een probleem hebt en of ze kunnen helpen. Als je twijfelt rijden ze met hun fiets een stukje mee tot ze er zeker van zijn dat je op de juiste weg zit. Hier wordt door klein en groot heel veel gefietst ! Nu de lofzang is gezongen over Jutland nog even wat over onze eerste dagtrip in Denemarken. De eerste kilometers reden we door de Froslevljeren. Dit is een voormalig interneringskamp uit 1944 waar ruim 12000 politieke gevangenen hebben gezeten, meestal als tussenverblijf op weg naar de Duitse concentratiekampen. Het is een van de best bewaarde kampen in West - Europa. Het is compleet met barakken en wachttorens en je kan er volledig gratis een blik werpen op het leven van toen. Toch vrij indrukwekkend ! Daarna reden we al snel op de Haervejen. Deze stukken waren vrij goed te berijden. Het grind was al goed ingereden. Onderweg kwamen we verschillende stenen bruggetjes over kleine stroompjes tegen die zich nog steeds in de oorspronkelijke staat van einde 18e eeuw bevinden. Regelmatig duiken in het landschap lieflijke hagelwitte kerkjes op met een rood dak, allen in dezelfde stijl en heel mooi verzorgd. Het zijn bijna altijd evangelische kerken, want meer dan 90% van de Deense bevolking is protestants. Wie denkt dat Jutland net als Nederland en Belgie vlak is, komt erg bedrogen uit. Het gaat voortdurend op en af. Bijna geen enkele meter is vlak. Dat voelen we dan ook in onze beenspieren. Myriam beweert trouwens dat haar benen al heel erg in omvang zij toegenomen. 's Nachts droomt zij soms zelfs al van de heuvels. Ze geraakt er dan nooit op. En ... ze heeft een heilige schrik voor rit van maandag. Als ze die overleeft, zal de reis helemaal lukken.
De Deense Frank De Booser en ook de lokale bevolking had ons voor vandaag heel warm weer beloofd. Daarom stonden we al om 7 uur op. Om kwart voor 8 zaten we al aan de ontbijttafel en om half 9 op onze cykel. Toch stonden er vandaag maar 63 km op het programma, maar we wilden de ergste warmte voor zijn. De Schlei lag te blinken in de ochtendzon toen we door de uitgestorven haven fietsten richting Schloss Gottorf. Daarin bevindt zich het Landesmuseum met 5 verschillende tentoonstellingen en het 23 meter lange Nydamschip uit de ijzertijd. Het slot was echter maar geopend vanaf 10 uur, dus moesten we ons beperken tot het buitenaanzicht en de mooie recent opnieuw aangelegde tuinen. In het park ontmoetten we een jong Duits paartje met fietsen. Tijdens ons praatje bleek dat zij enkele dagen rondtoerden in de buurt van Schleswig om daarna naar Kopenhagen te vertrekken. We merken dat twee zwaarbepakte dames heel snel aangesproken worden door de lokale bevolking. Dat vinden wij tof en leerrijk. We waren nog maar net de stad uit of we ontmoetten alweer de Ochsenweg. In het landschap zie je regelmatig authentieke sporen van deze handelsroute. Ze zijn echter geen beschermd monument zoals de Haervejen in Denemarken. In Poppostein passeerden we langs een authentieke doopsteen. Het is de plaats waar Harald Blatand als eerste vikingkoning werd gedoopt. Na Poppostein kwamen we op een landschappelijk heel mooi traject met lichte heuveltjes. Na 31 km kwamen we in Oeversee terecht, een plaatsje met een speciaal kerkje uit 1100. We hebben dit monument echter gemist omdat we even onze linker- en rechterkant hadden omgewisseld en daardoor even verkeerd waren gereden. Hierna werd de weg drukker enerzijds omdat we de laatste grote Duitse stad naderden, Flensburg en anderzijds omdat de grens met Denemarken nu wel heel dichtbij kwam. Even voor de grens waanden we ons even op Kapellebrug of in Luxemburg. In Harrislee staan een aantal Duitse supermarkten waar Denen vooral rookwaren en alcoholische dranken komen inslaan omdat ze hier heel wat goedkoper zijn. Ook wij gingen hier nog wat inkopen doen. (geen alcohol hoor) . En dan reden we Denemarken binnen. Alleen een blauw bord met daarop Danmark zorgde ervoor dat de grensovergang visueel duidelijk werd. In de eerste bank die we tegenkwamen gingen we Deense kronen pinnen. We moesten toch wel wennen aan een voor ons nieuwe munteenheid. De eerste dagen moesten we onze leesbril opzetten om te zien hoeveel we betaalden, maar ondertussen lukt het ons al aardig. Nog een 6-tal kilometers moesten we dan fietsen tot aan ons verblijf voor deze nacht. We waren echt met ons gat in de boter gevallen. Wat een vriendelijke uitbaters. Een lekkere Italiaanse maaltijd van een echte Italiaanse kok zloot onze avond af. Tijdens het eten hielden we nog een praatje met onze Duitse buren, Gunther en Margot. We leerden heel wat bij over de Deense taal.
Deze morgen hadden we er heel veel zin in, want dit zou een heel interessante dag worden. We moesten niet alleen maar 65 km fietsen, maar het kondigde zich aan als een leerrijke dag. Onze benen voelen nog heel goed aan, marr de warmte zorgt toch wel voor wat extra belasting. We moeten heel veel drinken en er wordt heel wat afgezweet. Toch hoor je ons niet klagen hoor over dit schitterende weer . Na 7 km mochten we alweer een overzet nemen. Deze keer over het Nord- Ostsee Kanal. Dit kanaal vormt een 100 km lange verbinding voor zeeschepen dwars door Schleswig - Holstein. Ook hier zagen we prachtige zeereuzen. Dit kanaal werd een tijd lang onze gezel. Door ons getater waren we echter bijna een afslag vergeten. Gelukkig viel onze euro nog net op tijd ! In Kropp kwamen we weer op de Ochsenweg terecht. Een schitterende muurafbeelding van een ossendrijver met zijn ossen maakte ons dit duidelijk. ook het nabijgelegen kerkje in veldsteenbouw kon ons bekoren. Links en rechts van de Ochsenweg zag je nog sporen van de Kograben, een verdedigingswal uit de Vikingentijd. Ook zie je in heel het landschap nog regelmatig grafheuvels die dateren uit dezelfde tijd. Even verder steekt het Dannenwerk boven het landschap uit. Dit was een wal uit de tijd van de Vikingen die liep over heel het smalste deel van Jutland. En de Vikingen zouden een hoofdrol blijven spelen vandaag ! In Busdorf kwamen we de eerste runensteen tegen. En dan kwam het hoogtepunt ! Reeds van ver zagen we de Schlei liggen in het landschap. Aan deze brede rivier ligt Haithabu, een vroegere vikingvesting. Haithabu was gedurende 250 jaar het oudste en grootste handelscentrum in Europa. Haithabu had toen ongeveer 1000 inwoners en was 25 ha groot. Dit was tamelijk groot voor die tijd. Hier zijn veel opgravingen gedaan. In 1979 kwam zelfs een Vikingschip boven. In het plaatselijke museum is goed te zien hoe het leven in deze vesting was georganiseerd. Sinds 2005 zijn er ook 7 Vikingwoningen nagebouwd op hun originele plaats. Bij ons bezoek was er een kamp aan de gang voor volwassenen. Zij probeerden 10 dagen lang te leven als Vikingen. Dit zorgde ervoor dat we een realistisch beeld kregen. Na dit leerzaam bezoekje namen we de zomerboot naar Schleswig. Daar vonden we een kamer met uitzicht op de Schlei. We struinden nog wat rond in Schleswig en het prachtige Holm om onze avond af te sluiten met een etentje in het haventje. Een gezellige afsluiter van een mooie dag.
Na een prima ontbijt stonden we gepakt en gezakt klaar voor de tweede fietstocht van 86 km op rij. Na 5 dagen door een kopie van Zeeuws-Vlaanderen en het Waasland gereden te hebben zou het landschap vandaag aantrekkelijker worden zoals we het verwachtten tijdens deze Jutlandroute. Na een uurtje fietsen kwamen we in het lieflijk dorpje Osten,echt een postkaart waard. Aan de Oste staat een historisch zweefveer. Uniek, want op dit moment zijn er maar 8 soortgelijke veren meer in werking over heel de wereld. Het veer zweeft aan een portaalconstructie over de rivier. Toen het in 1909 werd gebouwd was het een technisch wonder. De lokale heemkundige kring onderhoudt dit industrieek monument en voor 2 euro kan je op eenvoudig verzoek met een scheepsbel of gewoon even roepen overzetten . Beslist een ommetje waard. Na de Oste kwamen we in het stroomgebied van de Elbe, een vande belangrijkste rivieren in Duitsland voor de scheepvaart. Een 25-tal kilometer verder maakten we al kennis met deze gigant. Een kilometerslange file met een wachttijd van 50 minuten kondigde de overzet over de Elbe aan. Als fiesers mochten wij heel deze rij voorbijrijden en direct op de boot plaatsnemen. Enkele mensen spraken ons aan over onze "tolle" onderneming . Daar was ruim tijd voor want de overzet duurde 20 minuten. De Elbe was op dit punt dan ook 4 km breed. Na het veer fietsten we nog een tijd langs de Elbedijk, langs de rivier de Stor, die vergeleken met de Elbe maar een beekje lijkt. Toch varen hier ook schepen van 1000 ton op. Fascinerend om te zien hoe deze mastodonten manoeuvreren tussen de dijken op het smalle water ! In de verte zagen we een vrij grote stad: Itzehoe. We lieten de stad echter links liggen. Tussen kilometer 74 en 84 maakten we voor het eerst kennis met de Ochsenweg . Deze middeleeuwse handels- en reisroute zal op deze vakantie nog vaak onze gezel zijn. Hierlangs werden kudden ossen gedreven van Jutland naar Hamburg.. Uiteindelijk kwamen we aan op onze slaapplaats, een mooie kamer op een boerderij. De vriendelijke gastvrouw stelde ons voor om te gaan barbecuen met de lokale dorpsgemeenschap. Het werd een heerlijke maaltijd tussen al die locals. De baas van het restaurant bracht ons daarna terug naar ons verblijf.
Na onze schitterende dag in het belastingvrije Helgoland stond ons een lange tocht te wachten.85 km kregen we voor de kiezen. Een hele boterham dus ! Vanuit de wereldhaven Bremerhaven ging het via de uiterwaarden van de indrukwekkende Weser , gelukkig door hoge dijken beschermd voor de ergste tegenwind, terug naar Rechtenfleth. We moesten onze kuitspieren aanspreken om tegen de wind in te fietsen, maar vanaf kilometer 20 was op dat vlak het ergste leed geleden. Het landschap veranderde wel zienderogen. Er kwam veel afwisseling tussen dijken, uiterwaarden en beboste glooiingen. Ja de eerste klimmetjes werden voor onze wielen geschoven. Myriam had het er in het begin nogal lastig mee, maar ondertussen gaat het klimmen ook bij haar al veel vlotter. Oefening baart kunst, zullen we maar zeggen . De kilometers vlogen vooruit en zo hadden we tijd om in Geestenseth een tas koffie met gebak te nuttigen. We vonden een heel gezellige Backerei/Konditorei, helemaal ingericht in de stijl van de jaren 60. Prachtig ! We zaten nog maar een tiental minuten neer toen het buiten begon gieten. Wij zaten gelukkig droog ! Na een drietal kwartier konden we weer zonder regenjas vertrekken. Een tiental kilometer later moest Carine lijfelijk ondervinden dat de fietspaden in Duitsland hoge borduurtjes hebben en zo schuin mogelijk moeten worden opgereden. Een eerste valpartij (Ze gebeurde gelukkig in slow motion !) was een feit. Wat blauwe plekken en schaafwonden waren gelukkig de enige schade. Daarna ging het in rechte lijn naar Armstorf. We kwamen terecht bij een heel lieve gastheer. Onze kamer was weer heel ruim met een keukentje eraan. We konden ook eten bestellen bij een Turks restaurant. Het werd aan huis afgeleverd. We lieten het ons dan ook smaken.
We hadden maandag een eerste rustdag ingepland . Niet dat we al moe waren, maar als twee natuurliefhebbers wilden we een bezoekje brengen aan Helgoland . Het is een bijzonder eiland, gevormd door een hoge rode rots in zee, heel verrassend tussen de andere Waddeneilanden die uit zand bestaan. Het ligt 70 km uit de kust. Om tien voor negen scheepten we al in, zodat we een goede plaats hadden op het schip en konden genieten van een behoorlijk scheepsontbijt. Dat zat net achter de kiezen toen we om half tien vertrokken voor een boottocht van drie uur. De zon scheen al fel en de zonnecreme was dan ook welkom. Op het bovendek koesterden we ons als katten in de zon, ondertussen genietend van het verkeer op de Weser en de Noordzee . Om kwart na twaalf kwam het eiland in zicht. Het schip gooide het anker uit en we werden met motorboten naar land gebracht. Een hele belevenis ! Het eiland is bezaaid met hotels en winkels waar men belastingvrij inkopen kan doen van sigaretten en parfum. Daar wordt dan ook gebruik van gemaakt door de toeristen, want je kan er echt een slag slaan ! Wij begonnen eerst aan een rondwandeling over het eiland waar we voortdurend panoramische uitzichten kregen op de schitterende rotspartijen en op de legendarische rots 'Lange Anna' . Ook hier heeft het fototoestel niet stilgestaan . We sloten ons bezoekje af met een gezellig terrasje. Om vier uur vingen we de terugreis aan. In Bremerhaven gingen we nog eens lekker eten in de haven om daarna met de bus terug te keren naar ons appartementje . We hebben genoten van deze dag .
Deze morgen zaten we een kwartiertje vroeger op onze fiets. Een hele opgave voor Myriam om op tijd uit haar bed te geraken , maar ze doet haar best ! Het ontbijt laat ze wel voor wat het is, maar ze zorgt telkens voor onze picknick en haar eigen verlaat ontbijt. (Ergens onderweg) Het was duidelijk dat het zondag was, want de straten van Westerstede waren compleet uitgestorven. Gelukkig hadden we de avond voordien inkopen gedaan, want anders hadden we op onze kin moeten kloppen de rest van de dag. Want nergens was een winkel open ! In het centrum is de kerk een opvallend gebouw. De kerk had in het verleden nogal te lijden van de weke veenbodem . Daardoor staan de steunberen redelijk schuin. De klokkentoren staat naast de kerk, omdat in het verleden de toren al eens is ingestort door het gelui van de zware klokken. Ook die klokkentoren staat erg schuin. Eens Westerstede achter ons gelaten , kwamen we weer in een weids landschap terecht. De sterke wind in de rug blies ons vooruit en tegen 1 uur hadden we al 50 km op de teller staan en kwamen we aan onze eerste overzet van deze vakantie. De overzet over de Weser . De eerste rivier die we tegenkomen deze vakantie, die naam waardig. Je merkt wel dat het een rivier is waar veel industrie is rond gebouwd in deze streek. Toen we vorig jaar op de Praagroute ook langs de Weser fietsten kregen we een heel ander beeld van deze rivier . Maar hier naderen we natuurlijk de monding . Net na het veer kwamen we op een mooie dijkweg terecht. Die leidde ons gedurende 20 km steeds dichter bij Bremerhaven. Dat merkte je ook aan het landschap. Aan de linkerkant had je vogelrijke uiterwaarden van de Weser . Verder aan de horizon zag je reusachtige kranen van de havenindustrie verschijnen . Op een krakkemikkige weg boven op de dijk met een weids zicht op de Weser fietsten we Bremerhaven binnen via een brug en sluizen. We doorkruisten een deel van de haven. Heel indrukwekkend was een gebouw op de kade in de vorm van een zeilschip. Na een rit door de stad, bereikten we ons appartementje dat we voor twee dagen zouden betrekken . Wat een luxe voor weinig geld. Van de wasmachine maakten we dankbaar gebruik , want de warme dagen hadden voor heel wat zweet gezorgd . 's Avonds trokken we met de bus de stad in om lekker te gaan eten in de haven en nog even genieten van de feestelijkheden op de kade. Prachtige zeilschepen lagen aangemeerd .
De voorbije dagen hadden we technische problemen om berichtjes op de blog te zetten. Nu lijken ze opgelost. Dus hier gaan we dan. Na een goede nachtrust en een prima ontbijt zaten we rond kwart voor tien op onze bikes om te vertrekken voor 79 km naar Westerstede. We volgden de rivier de Ems die traag door een bosrijk landschap slingert . Na het dorpje Kluse kregen we een mooi zicht op de vroegere magneetzweefbaan . Dit is een constructie van 32 km lang . Voertuigen bewogen zich voort door verplaatsing van magnetische velden zonder direct contact met de baan. Regelmatig werden hier snelheidsrecords gebroken. Na een ongeluk in 2006 werd de zweeftrein afgeschaft . Chinezen hebben het concept overgenomen vertelde men ons en in China werd een soortgelijke constructie opgebouwd. De volgende 20 kilometers voerde de route ons door open veenweidegebied . Dit was vrij saai . Af en toe kregen we een mooi zicht op oude veenputten . De zwarte aarde zorgde voor kleurschakeringen in het landschap . Daarna kwamen we in Esterwegen . Hier was in 1933 het oudste concentratiekamp gevestigd. Hier werden socialisten en communisten naar toe gevoerd om heropgevoed te worden. De geinterneerden moesten de veengebieden ontginnen. Ze noemden zich Moorsoldaten. Even voorbij Esterwegen betrok de hemel heel erg. Er stak een stevige wind op en het onweer begon steeds dichterbij te komen. Toen we bijna van onze fiets waaiden, werd het tijd om te gaan schuilen. Gelukkig was er een groot afdak langs de kant van de weg. Zo kwamen we terecht bij een heel vriendelijke man, Harald. We mochten gerust schuilen, want ondertussen was het al aan het gieten, donderen en bliksemen . We kregen zelfs een heerlijk tasje thee en hadden een gemoedelijk gesprek met Harald, Sandra en Anna. Na een uurtje, toen het onweer was gaan liggen, namen we afscheid van hen en reden we naar het Elisabethfehnkanal . Zo kwamen we voorbij een oud tolhuis dat prachtig onderhouden wordt door de plaatselijke heemkundige kring. We fietsten ondertussen ook het Ammerland in. We naderen snel Westerstede. Dit is de grootste stad van het Ammerland. Daar vonden we onze tweede overnachtingsplaats . Een lekkere grillschotel sloot onze tweede dag af.
De eerste dag van onze fietstocht is vlot verlopen. Om acht uur hadden Miriam en ik afgesproken in het station van Sint-Niklaas. De vrienden van Miriam mogen trots op haar zijn want ze was maar vijf minuten te laat . Een hele prestatie voor haar. Een vriendelijke bediende van de NMBS bracht ons met de lift naar het juiste perron. Het was hectisch om met de fiets en de bagage op de trein te geraken , maar in Beveren waren bagage en fiets weer samen op dezelfde plaats . In Antwerpen Centraal moesten we overstappen. Daar stonden we niet alleen als fietstoeristen. Een groepje vrienden reisde met de trein naar Berlijn om van daaruit naar Kopenhagen te fietsen . Een jonge mama trok naar Goes voor een fietsvakantie met haar kleine dochtertje van 4 . De solidariteit om fietsen en bagage op de trein naar Rotterdam te krijgen was dan ook groot. In Rotterdam moesten we de trein naar Zwolle nemen, maar een defecte lift zorgde ervoor dat we ondanks de inspanningen van een lieve treinbeambte de aansluiting misten. Het half uurtje wachten gebruikten we dan maar om onze picknick binnen te smikkelen . De rit naar Zwolle verliep heel vlot. Onze laatste trein naar Emmen was de meest praktische voor onze fiets en bagage. Daar konden we bijna gewoon op rijden . Om kwart na twee stonden we klaar om aan onze fietstocht te beginnen. Maar ondertussen was het beginnen regenen . En nog niet zo stilletjes ook. Miriam leerde daar ook haar eerste les als fietstoerist : Steek je regengerief nooit onderaan in je fietstas ! In een plensbui vertrokken we dan voor onze 49 km naar Dorpen . Gelukkig werd het na een half uurtje droog. Na een 28-tal km bereikten we de Duitse grens al. Niet zo spectaculair hoor: een houten bruggen oversteken en klaar. Het landschap leek heel goed op ons eigen Waasland tot we voor het eerst aan de Wester kwamen. Het dorpje Steinbild zorgde voor een foto voor op een prentbriefkaart. Daarna stonden we al snel in Dorpen. Onze eerste overnachtinsssplaats was dik in orde. Een lekkere maaltijd sloot onze eerste dag dan ook af.
Vrijdag is het zover. Om 20 over acht 's morgens vertrekken we vanuit Sint-Niklaas met de trein naar Emmen, de vertrekplaats van de Jutlandroute. De benen worden deze week wat rust gegund, wat mooi meegenomen is met dit warme weer, zodat ze vrijdag optima forma zijn. In huis zie je stilaan dat het vertrek nadert. Alles wat mee moet, wordt stilaan verzameld zodat donderdag alles netjes ingepakt kan worden. We hebben er zin in !
Nog even de planning en tot vrijdagavond met ons eerste verslag. Een financieel duwtje in de rug voor Bednet is ook nog steeds heel erg welkom. Dag 1 : treinreis Sint-Niklaas - Emmen fietstocht: Emmen - Dörpen: 48 km Dag 2 : Dörpen - Westerstede: 73 km Dag 3: Westerstede - Bremerhaven: 76 km Dag 4: Boottocht en bezoek Helgoland Dag 5: Bremerhaven - Armstorf: 82 km Dag 6: Armstorf - Hademarschen Hanerau: 83 km Dag 7: Hademarschen Hanerau - Schleswig : 65 km Dag 8: Bezoek Haithabu + Schleswig- Padborg: 50 km Dag 9: Padborg - Vojens : 70km Dag 10: Vojens - Bredsten: 80 km Dag 11: Bredsten - Ry: 70 km Dag 12: Ry - Viborg: 68 km Dag 13: rustdag Dag 14: Viborg - Nibe: 75 km Dag 15: Nibe - Skallerup Klit : 85 km Dag 16: Skallerup Klit - Skagen: 75 km Dag 17: Skagen - Saeby: 73 km Dag 18: Saeby- Svanfolk: 75 km Dag 19: Svanfolk - Viborg: 85 km Dag 20: Treinreis naar huis.
Gisterenmorgen vroeg uit de veren gestapt. Ik wou nog eens flink de benen testen voor we op vakantie vertrekken. Omdat ze warm weer afriepen vertrok ik samen met Evelien voor een tocht met veel water, zowel langs de kant als in de fietstas. Via de oude spoorwegbedding en de vaart ging het richting Kemzeke en Stekene. Net voorbij het zomerhuis namen we de knooppunten langs de Stekense vaart, een mooi aangelegd stiltepad. Uiteindelijk kwamen we uit in Klein- Sinaai om naar de Moervaart geleid te worden. Ondanks het vroege uur werd er daar al duchtig gekajakt. De Moervaart zorgde voor een prachtig zicht, maar ook wat verkoelende wind en schaduwrijke plaatsen. Die konden we zeker gebruiken, want het was al lekker warm. Onderweg passeerden we de vroegere site van de suikerfabriek in Moerbeke. Alleen een toren en een oude brug over de Moervaart herinneren ons nog aan de vergane glorie van deze fabriek die Moerbeke zoveel rijkdom en werk heeft verschaft. Daarna ging het richting Wachtebeke. Al snel leidden de knooppunten ons daar naar de Langelede. Heel rustig en mooi om langs te fietsen. Zo kwamen we voor de middag nog aan in Sas van Gent. Het werd warmer en dorstiger en het water vloog door onze kelen. Net na de middag waren we dan ook blij om in Terneuzen tijd te kunnen maken voor een heerlijk koel drankje op een terrasje met zicht op de Westerschelde. Kort daarvoor hadden we nog bewonderend aan de sluizen gestaan en gezien hoe de loodsen die mastodonten van zeeschepen veilig vanuit het kanaal naar de Westerschelde sleepten. Op ons terrasje konden we die mastodonten hun weg zien vervolgen. Nadien fietsten we kilometerslang langs de Schelde op een lekker brede dijk. Uiteindelijk werden we er rond de Griet afgeleid om via Hengstdijk in Vogelwaarde aan te komen. Daar vertelde ik aan Evelien dat een groottante van mij een stacaravan had op de "Vogel" en dat ik daar als kind eens was geweest en eigenlijk een beetje jaloers was op tante Emilie omdat zij elke week zo ver ging kamperen. Als je ouder wordt, is het wel grappig om te zien wat je als kind ver vond. Afstanden zijn heel relatief. Daarna reden we richting Hulst. Ik dacht dat ik heel Hulst al had gezien. De gehuchten Schuddebeurs en Kwakkel kende ik al, maar in Oude Stoof was ik nog nooit geweest. Alweer een grappige naam bijgeleerd ! Via het prachtige Luntershoek reden we dan naar Hulst, waar we in de binnenstad genoten van een ijsje en een pannenkoek. Met 93 km op de teller stonden we weer in De Klinge. De warmste dag van de week had ons alweer een prachtige fietstocht gegeven.
Nog een week en we vertrekken voor onze fietstocht naar Jutland. Langzamerhand geraken alle praktische beslommeringen van de baan. De treinrit naar Emmen is in orde. De NMBS verraste ons met een promotie: Voor 28 euro naar Emmen in het noorden van Nederland in eerste klas ! Mooi meegenomen natuurlijk als je weet dat tweede klas een stukje duurder was. De fietsen zijn gecheckt en in orde gebracht door onze respectievelijke fietsenmakers. Voor de nieuwsgierigen onder jullie: Myriam rijdt met een spiksplinternieuwe Koga , Carine doet het met haar trouwe vierjarige Sparta. Allebei heel degelijke trekkingfietsen die zeker hun mannetje zullen staan op de Ochsenweg en de Haervejen. Ondertussen hebben we ook al een paklijst gemaakt. Wat staat daar zo al op ? - Ondergoed, kousen, T-shirts, shorts, een lange broek of driekwartbroek, zakdoeken, slaapgerief , waspoeder en toiletgerief . Normaal zijn we heel milieuvriendelijk, maar we nemen wel wegwerpwashandjes mee. Waarom ? Na een hele dag fietsen met sandalen zien je voeten vaak zo vuil dat je washandje van de eerste keer al heel erg vies wordt. Bij een wegwerpwashandje moet je niet schrobben om het weer proper te krijgen. - Fietsbroeken. Carine zweert bij mountainbike- fietsbroeken, dit wil zeggen een bermuda met binnenin een fietsbroek. Myriam houdt het bij de klassieke fietsbroeken. Carine neemt ook een fietshelm mee. - Fiets T-shirts. Deze zijn ademend, vochtregulerend en sneldrogend. - Regenjas en -broek. Myriam heeft er eentje van het merk AGU, Carine van x-treme. - Myriam neemt een tweetal sweaters mee voor als het frisser is, Carine houdt meer van softshells. - Als schoenen rijden we allebei het liefst met onze TEVA- sandalen. Een paar sportschoenen steekt ook in de bagage voor als het fris is. - We nemen uiteraard ook plakgerief mee, twee extra binnenbanden, een fietspomp, een set imbussleutels en twee paar remblokjes. Onze fiets is uitgerust met marathonbanden, waardoor we uiteraard hopen van niet lek te rijden. - Al dit gerief stoppen we in een set waterdichte achtertassen van Ortlieb. Carine neemt ook nog een rack pack van Ortlieb mee om ons picknickmateriaal, eten, fruit, koekjes ... in te vervoeren.
Zo jullie merken het, onze uitrusting geraakt stilaan in orde. Nu nog tasten, vouwen, wegen, selecteren ... om de fietstassen goed in te pakken en we zijn er klaar voor.
Vorige week heb ik de fiets een week aan de kant gezet en ben ik samen met Jorg een weekje naar het prachtige Grindelwald in Berner Oberland getrokken. 26 jaar was het geleden dat we hier de bergen onveilig maakten, maar ons weekje met zijn tweetjes zou een stuk gezapiger ingevuld worden dan toen. Het eerste wat ons opviel was dat het allemaal zoveel toeristischer was geworden. De gezelligheid is er zeker nog, maar de Japanners en andere Aziaten hebben ook dit deel van Europa in grote getale ontdekt. Het zijn echter allemaal heel rustige mensen en passen dus perfect in de rust van de bergen. Een tweede opvallend gegeven is dat deze streek er alles aan doet om het ecotoerisme dat wij al vele jaren huldigen te promoten. Met je gastenkaart kan je gratis gebruik maken van de dorpsbussen. Je kan ook een zesdaagse pas kopen voor 250 Zwitserse franken waarmee je gebruik kan maken van alle kabelbanen en bergtreinen in de Jungfrauregion. Onze auto is alleen de laatste dag van de parkeerplaats gekomen omdat we nog eens tot in Kandersteg wilden rijden. Voor de rest hebben wij alles met openbaar vervoer, te voet en met de kabelbanen gedaan.
En wat hebben we genoten ! Op zondag reden we met de bergtrein tot aan de Jungfraujoch.Vanaf de Kleine Scheidegg voert een negen kilometer lange tandradbahn , waarvan zeven kilometer door een tunnel in de noordwand van de Eiger naar de top. Tijdens deze tocht moeten er 1400 hoogtemeters overwonnen worden. Het bergstation ervan is het hoogste station van Europa. Onderweg passeert de trein ook nog een ijsmeer op de Jungfrau. 3454 meter boven de zeespiegel liepen we in short en T-shirt door de sneeuw met een schitterend zicht op de Aletschgletsjer. Het is de grootste gletsjer in Zwitserland en van de Alpen. Op maandag namen we achter de hoek van ons appartement de kabelbaan naar de Pfingstegg en wandelden we via smalle bergpaadjes naar de wondermooie locatie van de Baereggberghut. Daar heb je een prachtig zicht op de Unterer Gletsjer. Op dinsdag reden we met de trein naar Interlaken Ost en stapten daar op een boot voor een anderhalf uur durende tocht op de Brienzersee. Het stadje Brienz, bekend als een centrum van houtsnijwerk verblijdden wij met een bezoek om daarna terug te varen over het meer naar Interlaken. Dit stadje ligt geprangd tussen de Brienzersee en de Thunersee. Allebei de moeite waard voor een bezoek. Op woensdag stond er na een heerlijke wandeling een bezoekje aan de Gletscherschlucht op het programma. Een indrukwekkende locatie waar de kracht van bergrivieren maar al te goed duidelijk wordt. Donderdag wandelden we naar de top van de Mannlichen. Vanuit Männlichen heb je goed zicht op het bergentrio de Eiger,, de Mönch en de Jungfrau. Wat een panorama ! Als afsluiter van deze schitterende week brachten we op vrijdag een bezoek aan de Blausee en Kandersteg. Het was een weekje genieten !
Het aftellen naar onze fietsvakantie kan beginnen.
Tussen de klassieke tongbrekers doet dit grapje het nog steeds als ik bij de kleinere kinderen van onze school taalspelletjes doe. Maar vandaag werd deze zin bewaarheid. Omdat we er zaterdag voor een weekje tussenuit trekken en vooral veel zullen gaan wandelen, wilde ik er vandaag nog eens een uitgebreid trainingstochtje voor Denemarken uitpersen. Het Waasland en Nederland ken ik ondertussen al op mijn duimpje, dus nog eens een rit in rechte lijn en met de trein weer naar huis. Het vertrouwde spoorwegpad was niet lang mijn gids. Al snel volgde ik de watergang die Sint- Gillis met Vrasene verbindt. Een rustig begin van de tocht. Via Vrasene ging het door landelijke straten en oude kerkwegels richting Beveren. De knooppunten leidden me langs plaatsen waar ik toch wel tien jaar lang heel wat tijd heb doorgebracht. Eerst passeerde ik het nieuwe zwembad. Dit prestigeproject betekende bijna de ondergang van GBZ, de zwemclub waar Liesbet 10 jaar gezwommen heeft en veel vrienden en vriendinnen heeft gemaakt. Daarna kwam het oude zwembad aan de beurt en de atletiekpiste waar Evelien haar goesting voor atletiekwedstrijden heeft meegekregen. Via de markt van Beveren fietste ik richting Cortewalle. Een statige dreef leidde me naar het goed onderhouden kasteel en park. Rustige wegen leidden me via Melsele naar Burcht. Aan de kerk stond ik ineens aan de Schelde. Wonderlijk, want ik ben al vaak in Burcht geweest, maar had me nog nooit gerealiseerd dat dit aan de Schelde lag. Weeral iets bijgeleerd dus. Via een breed en rustig fietspad naderde ik Antwerpen. De kathedraal en de Boerentoren stonden trots te blinken in de zon. En dan kwam ik aan de voetgangerstunnel. Lang geleden dat ik hier nog eens was. Nog eens stoer de roltrappen getrotseerd met de fiets, maar dit ging niet meer zo zelfzeker als vroeger. Blij dat ik terug boven stond zonder kleerscheuren. En dan sta je daar ... midden in de stad. Rechts zicht op de kathedraal, links het Steen. Even verder het MAS . Dat moet ik deze zomer toch eens gaan bezoeken, want het is er nog steeds niet van gekomen. Even verder ging het richting Park Noord. Wat een verschil met vroeger ! Echt een verrijking voor de stad, al dat groen. En het hield nog niet op. De knooppunten voerden mij van park naar park om tenslotte in Wijnegem en Schoten uit te komen. Daar werd ik dan naar het Albertkanaal gevoerd. Op het jaagpad kon ik me met de wind in de rug kilometerslang laten gaan, genietend van de beweging op het water. Als ik vroeger meereed naar Herentals als start van de bosklassen was het steeds een drukte van jewelste op het water van waterski's en jetski's. Vandaag waren het vooral de binnenschippers die zorgden voor afleiding. Rond kilometer 70 rook ik de koekjesfabriek van Herentals. Herinneringen aan 15 jaar bosklassen met ons vijfde en zesde leerjaar kwamen boven en ik moest mijn stuur in bedwang houden om niet linksaf te slaan. Even verder mocht ik echter rechtsaf richting Olen. Daarna bolde ik naar Westerlo. Van ver zie je de toren van de abdij van Tongerlo al staan. Slik, weer herinneringen, nu aan mijn Presentatiejeugd. Drie dagen net voor de kerstvakantie werden we daar enkele keren opgesloten voor een retraite. Nonnetjes zijn er gelukkig niet uitgekomen. Maar misschien een idee voor minister Pascal Smet. Want dit was vroeger de invulling van de laatste dagen na de examens in een katholieke school. Niettemin is de abdij van Tongerlo zeker een bezoek waard. En vooral ... even voorbij de abdij kan je heel lekkere ijsjes eten op de Lekwei. Van de ene abdij ging het naar de andere, namelijk Averbode. Wie van ons is er niet opgegroeid met Zonnekind, Zonnestraal en Zonneland ? Wie kent er Rikske en Fikske en nonkel Fons niet meer ? Pure nostalgie ! Daarna tijd voor nog meer nostalgie: Zichem. Het geboortehuis van Ernest Claes toverde de herinneringen aan Wij Heren van Zichem en vooral De Witte weer naar boven. Na al dit moois vlogen de laatste kilometers naar Diest dan ook voorbij. De terugtocht met de trein verliep vlot, mede dankzij de vriendelijke medewerkers van de NMBS. Na 120 km stond ik dan ook weer thuis.
Vandaag stond er een fietstocht naar Vlassenbroek op het programma. Dit is een pittoresk kunstenaarsdorpje vlakbij Baasrode. Vanuit De Klinge reden we via Sint- Niklaas naar Tielrode. Daar namen we het veer naar Hamme. Op dat moment was het nog niet druk, maar dat zou in de loop van de dag veranderen omdat er heel de dag rondvaarten waren op de Durme en de Schelde. Via de oevers van de Durme en de Schelde fietsten we naar Mariekerke dat we bereikten via de overzet. Daar was het tijd voor onze picknick aan de voet van de kerk met zicht op de Schelde. Al snel bereikten we Sint- Amandsm het dorp van de schrijver Emiel Verhaeren. Ons stalen ros bracht ons onder een ondertussen lekker schijnend zonnetje naar Baasrode. Daar was het even uitkijken op het stuk onverharde weg langs de scheepswerf. De regen van de laatste weken zorgde voor putten en bijna niet te vermijden plassen. In Baasrode aangekomen was het krinkeldewinkel door het dorp om op het juiste spoor richting Vlassenbroek te geraken. Midden de Vlassenbroekse polders in het zicht van de Schelde lag daar het mooie kunstenaarsdorp te blinken. Tijd voor een terrasje in het gezellige Ateljee. Een half uurtje later was het tijd om terug te keren naar huis. Even een stukje terug tot in Baasrode om daar de overzet te nemen naar Moerzeke Kastel. Via prachtige dijken doken we Sombeke binnen. Na een terrasje op de bekende Dries bolden we naar de bekende Mirabrug. Van daaruit ging het richting Waasmunster en Sint- Niklaas om via de oude spoorwegbedding terug De Klinge te bereiken. 85 km stonden er thuis op de teller.
Dit weekend stond er geen fietstocht op het programma. Wel was onze school twee dagen in de ban van het jaarlijkse schoolfeest. Op zaterdag en zondag mochten we telkens meer dan 700 mensen verwelkomen. Zij werden vergast op een schitterende musical gebracht door alle leerlingen van de school. Dit jaar was gekozen voor het Afrikaanse sprookje "Kirikou en de heks". De leerlingen van het zesde leerjaar zetten een knap staaltje acteerwerk op de planken. Ze blonken daarnaast ook uit in hun prachtige slotdans. De andere klassen zetten hun beste beentje voor als groene mamba's, dansende Afrikaanse krijgers, fetisjen, kraanvogels enzovoorts. Zij gingen mee in het enthousiasme van de zesdeklassers en zorgden zo voor een ongelooflijk mooi totaalspektakel. Juf Annemie en meester Gino tilden de kinderen op naar een ongekend toneelniveau. Meester Stefan zorgde voor indrukwekkende dansen op de beklijvende Afrikaanse muziek. De commentaar van de ouders, grootouders, vrienden en sympathisanten was dan ook unaniem lovend. Eén commentaar wil ik jullie niet onthouden van een mama met Afrikaanse roots : "Jullie jaarlijkse musical is altijd zo knap. Jullie brengen ook steeds een stuk met een dieperliggende boodschap. Het multiculturele in deze voorstelling was zo mooi, zonder in clichés te vervallen. Een dikke proficiat." De lekkere frietjes, spaghetti, barbecue, ijs en pannenkoeken gingen vlot over de toonbank. En ... we zagen alleen maar tevreden gezichten. Bedankt aan alle aanwezigen, maar ook aan alle helpers die zich dagenlang belangeloos hebben ingezet om er alweer een groot succes van te maken.
Myriam trok gisteren met de fiets naar Herentals. De vijfde- en zesdeklassers fietsten naar Herentals als start van hun bosklassen. Zo zal haar gloednieuwe fiets wel al een beetje ingereden zijn. Nu nog de zadelpijn wegwerken en het komt wel in orde, want zij heeft een goede conditie. Carine wou er gisteren een doorgedreven training van maken. Daarom sprong zij in het zadel voor een tocht over 115 km. Hiervan volgt een verslagje.
Omdat ze prachtig weer afriepen wou ik nogal wat kilometers afmalen vandaag. Vanuit De Klinge reed ik richting Hulst om via mijn favoriete plekje in Zeeuws- Vlaanderen, de Luntershoek naar Axel te bollen. Van daaruit ging het richting Terneuzen. Wegens wegenwerken waren enkele kilometers langs een drukke baan mijn deel, maar daarna kwam ik op bijna verkeersvrije wegen terecht. In het gezellige Philippine was het tijd voor een eerste terrasje. Als het mosselseizoen is , kan je in dit dorp op de koppen lopen, maar nu was het er op enkele locals, wielertoeristen en motorrijders na verlaten. Ik richtte mijn steven naar het Meetjesland, meer bepaald Watervliet. Langs dijken en polders flirtte ik voortdurend met de Nederlandse grens. Ook kwam ik bij het begin van het statige Leopoldskanaal. In het gezellige Watervliet was het tijd voor een tweede terrasje. Daarna draaide ik weer in oostelijke richting naar het Waasland toe. Via Wachtebeke, Moerbeke, Heikant en Stekene kwam ik weer aan in De Klinge. Onderweg kwam ik nog even voorbij het meest bizarre huis dat ik ooit heb gezien. In Moerbeke staat op de dijk een huis, zo scheef als een zichel, zegt men bij ons. Op de foto zal je een stukje zien wat ik bedoel, maar je moet het echt gezien hebben, want ook opzij is het helemaal scheef. 115 km stonden er op de teller toen ik thuis arriveerde.
Deze morgen vroeg uit de veren, want we gingen even profiteren van het zomerse weer om naar Lier te fietsen. Maar ... 's morgens was er van de zon nog niks te zien en was het ook nog heel fris toen we vertrokken. Dus maar enkele laagjes aangetrokken boven elkaar, maar wel met korte broek. Via het vertrouwde spoorwegpad ging het richting Sint-Niklaas waar ik Myriam, mijn reisgenoot van deze zomer ging oppikken. Van daaruit voerden rustige wegen ons naar Temse. Onder de brug van Temse was het even zoeken naar het juiste pad om op de dijk naast de Schelde te geraken. Maar eens op de dijk voerde de wind ons naar Rupelmonde waar de overzet naar Wintam op ons wachtte. Ondertussen was het zonnetje door de wolken gepriemd en konden we genieten van het rustieke karakter van de 'Stille Waters' - regio. In Wintam aangekomen moesten we onze weg zoeken over de imponerende zeesluis en stonden we in een wip aan de Rupel en het Rupelveer naar Niel. Langs de Rupel voerden de knooppunten ons tot in Boom. Daar werden we van de Rupel weggeleid om kennis te maken met de prachtige gerestaureerde sites van de steenbakkerijen in Noeveren. We werden in onze dromen teruggeflitst naar de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Nog maar net bekomen van dit schitterende historische erfgoed kwamen we terug aan de Rupel met zijn knappe fietsbruggen. Schitterende verkeersvrije en brede fietspaden tussen de Dijle en het kanaal van Leuven naar de Dijle, leidden ons tot in het centrum van Mechelen. In de schaduw van de Sint-Romboutstoren en het standbeeld van Margaretha van Oostenrijk fristen we onze oude geschiedenislessen nog even op uit ons gedeeld Presentatieverleden. Via Duffel ging het dan in een snel tempo naar Lier. Een terrasje op het Zimmerplein in de schaduw van de Zimmertoren sloot onze prachtige fietstocht af. Rond kwart voor zes fietsten we enkel nog richting station om de trein naar Sint-Niklaas te nemen. De treinreis begon weer maar eens met onvriendelijke loketbedienden wat ons de opmerking ontlokte dat je om te beginnen bij de NMBS eerst in een examen van onvriendelijkheid moet slagen. Gelukkig waren de treinbeambten supervriendelijk. Door spoorwegwerken stonden we twee uur later weer in Sint-Niklaas. Toch kon dit niet de pret drukken van deze mooie fietstocht.
Frank de weerman kondigde voor vandaag een mooie dag aan. Eindelijk ... na al die ellende van de voorbije dagen, weken, maanden. Dus maar snel een fikse fietstocht uitgestippeld. Ik vertrok langs ons vertrouwde spoorwegfietspad tot net door Sint-Pauwels. Langs rustige wegen werd ik naar Nieuwkerken geleid en zo richting recreatiedomein De Ster. Daar even naar Evelien gezwaaid die training aan het geven was aan de kleintjes van ACWaasland, de atletiekclub waar ze van jongsaf aan aangesloten is. In de Beeldstraat leidden de knooppunten mij naar een vreselijke kasseiweg. Hij zou niet misstaan in een editie van Parijs-Roubaix. Maar als je dit overleeft zonder een lekke band is dit net zo snel vergeten. Met de wind in de rug snelde ik naar Haasdonk. Nu de wegenwerken klaar zijn, is dit terug een heel gezellig dorpscentrum. Daarna ging het richting Kruibeke en Bazel. Aan het kasteel van Wissekerke was het tijd voor een eerste stop. En yes ... eindelijk eens een terrasje doen. Daarna genoot ik van een ritje door het prachtige park van het kasteel en fietste ik richting de Schelde. Eerst passeerde ik door het rustieke Rupelmonde waar Mercator hoog op zijn sokkel over het dorp waakt. Op het dorpsplein zorgden een heleboel oude en nieuwe brandweerwagens voor vele kijklustigen en animatie. Nog even naar de toren gereden waar Mercator gevangen heeft gezeten en dan naar mijn gezel voor heel wat kilometers, de Schelde. Hij leidde mij naar Steendorp, waar je nog voorbij de restanten van een van de oude steenbakkerijen fietst. Dan kwam de brug van Temse in het verschiet. Toch wel indrukwekkend als je eronder fietst. Door het centrum reed ik naar De Zaat , het terrein van de oude Boelwerf. Wat een mooie site . Ik bolde verder naar Tielrode, vanwaar de Durme mij gezelschap hield tot in Hamme , Waasmunster en het prachtige Molsbroek in Lokeren. Via het Verloren Bos werd ik naar Daknam, met nog zo'n gezellig dorpspleintje, geleid. Via Sinaai, Eksaarde en Stekene keerde ik terug naar De Klinge. Daar stond 99 km op mijn teller. Alweer een prachtige tocht door het Soete Waasland.