Een paar maanden geleden startte ik in ons project TSX de micro-jardin opnieuw op. Ooit stond er namelijk een klein groententuintje op het terras van het oude talibé-huis, dat jammer genoeg volledig werd kaalgevreten door de duiven van Ablaj, één van de oudere jongens. Maanden aan een stuk gebeurde er niets meer mee. De houten constructies stonden te verrotten op het dak, tot ik er genoeg van kreeg. Ik mobiliseerde Stefan om de houten bakken opnieuw in elkaar te knutselen. Na de verhuis in januari kocht ik met Ulrika, een Zweedse vrijwilligster, nieuwe grond aan, vulde samen met onze jongens de bakken en plantte samen met hen ook opnieuw een aantal zaadjes. Om te voorkomen dat de hongerige duiven zich opnieuw op de nog maagdelijke tuin zouden storten, spanden we een muskietennet over de constructie. Tot onze grote vreugde begonnen na enkele dagen de eerste groene sprietjes al te verschijnen: het lukte! Enige tijd later zagen we de eerste kleine tomaatjes en groene paprikaatjes aan de stengels groeien. Ik was zo fier als ne gieter. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op de nationale Dag van de Talibé, net voor de ouders van onze kids op bezoek zouden komen, liep ik met Lies het terras op en nam haar trots mee naar onze ondertussen weelderig geworden micro-jardin, mijn pronkstuk! Amaaai, tof! Wat zijn dat? Aaah, paprikas! Amaaai, en salade, peterselie, tomaatjes! En, zeg Barbara, wat is dit hier? Wat juist? Mmmh, chôh, ik denk een soort pekes ofzo? Die hebben we onlangs ook nog gezaaid. Een bedenkelijke blik in mijn richting
Pekes? Dat denk ik ni Barbara
dit zijn plantjes die hier ni bepaald thuishoren! Haar woorden waren nog niet koud, of de drie tengere stengeltjes werden genadeloos uit de grond gerukt, nog eens grondig bekeken, vervolgens in stukjes gescheurd en op de grond gegooid, waar ze met een grote dikke hak de genadeslag kregen
Ik stond er met een beteuterd gezicht bij, maar toen ineens viel mijne frang: Lies had zonet drie kleine marihuanaplantjes uit de grond getrokken die tot dan toe verscholen hadden gestaan tussen de groentjes. De stiekemerds!
Na een gesprek hierover met onze jongens bleek dat de dader zich niet onder onze kids bevond, maar een volwassene was, een vaste bezoeker en vriend aan huis. Onnodige paniek aan het Nederlandse front (Dakarkidz) dus, die de zaak hevig opbliezen, meteen een (onterechte!) beschuldigende vinger wezen naar onze vriend Amadou, en er een waar schandaal van maakten, terwijl zij als Nederlanders eigenlijk toch beter zouden moeten weten. Wij konden de zaak gelukkig relativeren (we zijn zelf toch ook jong geweest?), hebben aan de betrokken persoon duidelijk gemaakt dat zoiets echt niet door de beugel kan, en hebben er achteraf eens goe mee gelachen.
|