Deze voormiddag was en plasdag. Daarna, tegen
beter weten in, stippel ik toch maar een reis uit naar en doorheen New South
Wales. Beter alles klaar te hebben, mocht de zon plots beginnen te schijnen. Ik
ben er weer een paar uur mee zoet.
Op de nieuwsberichten hoor ik dat er in
april in Australië alleen al 600.000 mensen werkloos zijn geworden. En ik vrees
dat dit nog niet het einde is maar eerder het begin. Wat een menselijke en
financiële ravage. Zouden de genomen
maatregelen misschien toch een beetje disproportioneel zijn? Dat men zieke en potentieel zieke mensen in quarantaine plaatst is de evidentie. Dat doet me zo al meer dan duizend
jaar. Want dit is niet de eerste pandemie en het zal ook niet de laatste zijn. Maar iedereen, ook de gezonde personen? Dat deed men zelfs niet tijdens de pestepidemie en toen werd (als mijn geheugen mij niet in de steek laat) minimum 1/4 van de Europese bevolking weggemaaid. Een hele bevolking in quarantaine zetten, tja dat is toch vragen om nog grotere dramas,
zowel op economisch, menselijk als familiaal vlak, zou ik denken.
We weten dat we ons in de staat Victoria
mogen verplaatsen. Zo gezegd alleen voor levensnoodzakelijke tripjes, maar
veegt iedereen daar overduidelijk zijn voeten aan. We weten ook dat dit in New
South Wales ook het geval is. In beide staten redeneert eenieder op een analoge
manier. Als ze ons toch, tegen alle verwachtingen in, zouden tegenhouden en vragen
naar waar we het hebben, dan verwijzen we naar onze vaste stek waar we verblijven.
Want rondreizen mag niet. Door alle overheidsinfo heen blijft daarmee onze
hamvraag echter onbeantwoord. Als we 3,5 uur Noordwaarts rijden overschrijden de grens met New South Wales. Dus als we een
campingplaats kunnen reserveren net over de grens in New South Wales, kunnen we
bij een eventuele controle zeggen dat onze bestemming Camping Huppeldepup in
New South Wales is. En de volgende dag herhalen we die hinkstapsprong, enz.
Met een dergelijke intieme vraag kunnen
we echter niet bij de politie gaan aankloppen. Dus nemen we de trein naar Noord
Melbourne, naar een firma die campervans van het merk Apollo verhuurt. Zij
weten vast en zeker of mijn strategie realistisch is of niet. We kiezen dat
bedrijf omdat we daar nog credits hebben openstaan van onze geannuleerde reis. De
trein is mooi op tijd (op het aankondigingsbord zie je de minuten dat je nog
moet wachten op je trein, correct aftellen hallo NMBS?), onze aansluiting met
de lokale bus werkt feilloos en we vinden het bewuste bedrijf zonder
noemenswaardige problemen. Blijkt de lokale manager van dat filiaal een
Rotterdammer te zijn. Martijn heet ie. Na de hele uitleg, schudt hij zijn
hoofd. Wat ik uitdenk klopt wel in theorie, maar alleen voor erg kleine en
welomschreven types van reizigers (handelsreizigers, verplegend personeel ed).
Met de best wil van wereld kan ik me niet onder één van die categorieën praten.
Bovendien zijn, zeker tot eind mei, alle campings gesloten. Een flinke domper
dus, maar ik moet er mij (voorlopig) bij neer leggen. Ik spreek met hem af dat
ik hem tegen het einde van de maand mei opbel om te horen of er barsten in het
front verschijnen. Zo ja, dan kom ik bij hem een campervan huren. Zo neen, dan
moet ik me echt beginnen afvragen wat we hier jandorie nog aan toe zitten te
zitten.
Vermits ik dan toch eens een menselijk aanspreekpunt
van Apollo in levende lijve vast heb, vraag ik hoever Apollo staat met de
terugbetaling van de borg van 2.770 Australische dollar die ik voor mijn
initiële boeking heb moeten vooruit betalen. Blijkt dat Apollo daar nog niets
voor gedaan heeft. Zucht. Ik kan nog moeilijk van de indruk ontdoen dat
Australië een land is waar men voor van alles en nog wat flink vooraf moet
betalen, waar je finaal niets voor in de plaats krijgt en waar je je geld niet of
slechts heel moeilijk terug krijgt. Amaai, niet zo fraai.
De nacht heeft me nog geen raad gebracht.
Ik blijf maar rondmalen op zoek naar een aangepaste aanpak. Vanavond is het
weer komen eten bij ons, dus doen we de nodige boodschappen zodat Kris
quiches kan maken. Het wordt weer kunst en vliegwerk, want de Woolworths blijkt
plots geen bladerdeeg meer te hebben (het zal dus met kruimeldeeg moeten
gebeuren) en we beschikken maar over één kleine bakvorm. Ik heb intussen
begrepen dat ik dringend een misverstand uit de weg moet helpen: mijn bijdrage
tot het kokerellen bestaat uit: aankopen doen, aankopen versleuren, groenten
versnipperen, alles zonder verpinken opeten én afwassen. Aandachtige lezers
zullen opgemerkt hebben dat het werkwoord koken er NIET bij staat. Dat is
weloverwogen.
Tussendoor trek ik er even alleen op uit
omdat ik gisteren aan vijver in de buurt een speciaal vogeltje gezien had. Maar
ik had mijn zware camera niet bij. Vermits de meeste vogeltjes een vrij
nauwgezet en klokvast dagpatroon volgen (hoe ze dat flikken weet ik nog steeds
niet), ga ik vandaag tegen hetzelfde uur opnieuw langs de vijver. En bingo. Na
wat proberen heb ik hem in zijn element te strikken. Het is een witoog honingeter.
Voor de fundamentalisten onder u: een Phylidonyris novaehollandiae. Als ik
terug thuis kom is Kris in overdrive. Ik denk : allé, ik laat ze eens 1,5 uur
alleen en de zaak dreigt hier te ontsporen. Maar niets blijkt minder waar.
Tijdens mijn afwezigheid heeft Radio2 haar opgebeld. Kris heeft, welbespraakt
zoals ze is, haar hele verhaal kunnen doen en stoom aflaten. Het interview is rechtstreeks
uitgezonden.
De radio was haar op het spoor gekomen
omdat zij in april, via de app op haar smartphone, getracht had Radio2 te
beluisteren. Tijdens haar zoektocht was ze op een oproep van Radio2 gebotst waarbij
gestrande Belgen in het buitenland hun verhaal konden doen. Kris was er toen in
april op ingegaan maar zij was dat voorval daarna uit het oog verloren. Tot ze
gisteren op de wedervraag van Radio2 van april botst of zij haar toch nog zouden
kunnen opbellen. En oeps, Kris op de radio. Haar dag kan niet meer stuk. Ze
heeft intussen het interview urbi et orbi uitgestuurd. Haar dag was goed en de
mijne nog beter.
Het was me al een paar dagen opgevallen dat
er verdacht weinig kastickets, die ik één voor één manueel op de website van
Woolworths had ingebracht, omgezet zijn in punten. Ik voel nattigheid en ja
mijn voorgevoel wordt nog maar eens bevestigd. Woolworths beschouwt het als een
gunst (letterlijk zo geformuleerd hé) om per 6 maand maximaal 3 kastickets ex
post in te brengen. Ja wadde. Er bestaan dus nog hogere graden van
klantenpesterijen dan zeg maar de GB. Die louche truukjes zullenWoolworths echter niet helpen: ik zit
intussen al aan 1961 punten. Nog 39 te gaan en ik kan 10 dollar incasseren. Met
alle Chinezen maar nietmetdendezen.
Dan zie ik op tv hoe Australische
Regering heeft haar driefasen plan voor de afzwakking van de restricties uiteen
zet. Een mooie tabel met flink wat kolommen en rijen en veel kleurtjes en in
elk vakje wat wanneer zal vrijgegeven worden. Allemaal heel goed
gecommuniceerd. Indrukwekkend gedaan. Maar hieruit blijkt ook dat wij pas in
juli kunnen reizen naar een andere staat (lees New South Wales en Queensland).Dus zelfs met onze maand verlenging van ons
visum zijn we er nog niet. Nog een extra maand verlenging (juli-augustus) aanvragen
heeft volgens mij geen enkele zin: nog meer kosten (want zo een verlenging is
niet goedkoop) , zonder dat we enige zekerheid hebben dat in juli de
beperkingen niet opnieuw verlengd, laat staan opnieuw verstrengd, worden (bv
omdat er een nieuwe opstoot is).
Uit die tabel blijkt ook dat alternatief dat
ik uitgewerkt had om naar de Northern Territory (Darwin) te reizen, geen
realistische optie meer is. Die piste is met dit stappenplan ook gesloten.
Kortom we hebben vandaag de naam van God ettelijke malen ijdel gebruikt. Maar ik
geef me nog niet gewonnen. Tijd zal ook hier wel raad brengen. Ik weet uit mijn
beroepservaring dat het enkel diegenen zijn, die tegen beter weten in alles
blijven voorbereiden, die op het moment dat de wind plots terug gunstig staat,
in een flits kunnen vertrekken. Be prepaired zei Baden Powel, al wist ik toen
jandorie niet waarop ik moest voorbereid zijn.
Tien mei is de dag dat Kris tweelingzus Myr overleden is.
We zijn nog eens naar Melbourne getrokken omdat Kris in de St Pauls Cathedral
het overlijden van haar tweelingzus wilde gedenken. Noppes. De kathedraal was
gesloten omwille van het risico op corona-besmettingen. Ik kan me niet van de
indruk ontdoen dat men die corona als excuus begint te gebruiken om van alles
niet te doen. Ik kan er niet bij dat men omwille van het besmettingsrisico een
hele kathedraal sluit, terwijl iedereen goed weet dat door de enorme ruimte en
het kleine aantal kerkgangers- hier een social distancing van wel 20 meter kan
toegepast worden. Het zij zo.
Dan maar wat gaan oefenen voor het examen van gids van
Melbourne. Naarmate we vorderen begin ik me te realiseren dat ik historische
fotos aan het nemen ben: Melbourne met weinig verkeer en met weinig toeristen.
Bij valavond eindigen we de rondwandeling op Federation Square, het grotekruispunt net voor de ingang van Flinder
Street Station, zeg maar het Centraal Station. Een kruispunt van ik schat 200
meter bij 200 meter. In het schermdonker licht de gevel van het station
paars/blauw op. De enige plaats waar ik er een realistische foto kan van nemen
is, blijkt na wat zoeken en proberen, net het midden van dat kruispunt te zijn.
Ik test vooraf vanop de stoep de meest aangepaste belichting, bestudeer het
ritme van de verkeerslichten en stap dan op het geschikte moment recht naar het
midden van dit grote kruispunt. Ik trek enkele fotos en ik ben mooi op tijd
terug op de stoep. De fotos zijn goed gelukt en de belichting is
waarheidsgetrouw.
Effen wat geschiedenis over onze Flinders. Hij was de Britse
onderzoeker/reiziger die in 1817 die aan het Britse Parlement voorstelde om het
hele continent één naam te geven (met name Australië) zodat het de facto
internationaal erkend kon worden als één en ondeelbaar land. Dat was dringend
nodig.Uit schrik dat de andere Europese
Wereldmachten hun deel van het continent zouden opeisen (door er zich te
vestigen) hadden de Britten op de strategische plaatsen in alle kuststreken in
een hels tempo nederzettingen op gericht. Met die tactiek waren ze er inderdaad
in gelukt om de buitenlandse dreiging van een opdeling van het continent af te
weren. Maar die tactiek bleek naderhand een interne dreiging tot opsplitsing
van het continent te induceren. Die nederzettingen groeiden immers snel uit en
begonnen zich steeds meer te gedragen als onafhankelijke staten. Vandaar zijn
voorstel.
Het verdict van de Australische Regering valt tegen. Ze
voorzien een verlichting van de beperkingen in drie stappen. Interstate reizen zonder
quarantaine verplichting zitten in de laatste fase en die is in het beste geval
pas gepland voor juli. Dat wil zeggen dat mijn gok om hier langer te blijven allicht
nog niet voldoende zal zijn. Miljaarrrrr. Ik draai en keer alle combinaties in
alle richtingen om in dat kluwen van beperkingen een gaatje te vinden. Niet
simpel want de regels verschillen dan ook nog eens van Staat tot Staat. Duidelijk is dat ik eerst een interessante Staat
moet vinden waar we binnen kunnen zonder ophokplicht. De Staat Victoria vormt uiteraard
geen probleem, want daar verblijven we. Noord Oostelijk ligt New South Wales.
De restricties zijn er minder streng. De kans dat we daar binnen 2 weken
binnen kunnen, lijkt ons realistisch. Als dat lukt kunnen we rondreizen
tot aan de Noordgrens van die Staaat. Aan de andere kant ligt Queensland. Laat ons hopen dat
de Queenslanders tegen dan tot inzicht komen en ons binnen laten.
Een andere Staat die wat soepeler is, blijkt The Northern
Territory te zijn. Vandaag stippel ik een eerste alternatieve reis uit in en
rond Darwin, de hoofdstad van The Northern Territory. Dan liggen die kaarten in
het pokerspel al klaar. Morgen kom dan New South Wales aan de beurt. Man, man,
ik raak stilaan moedeloos en geïrriteerd van alle dagen die ik intussen al
verspild heb aan het annuleren van boekingen, wijzigingen van boekingen, opvolgen
van terugbetalingen, bijhouden van credits, uitdokteren van alternatieve
reisprogrammas enz. Een hele spreadsheet vol.
In de namiddag ben ik het echt beu. We maken
deze avond lamsbout klaar op zijn Jamie Olivers. Dit wil zeggen een bout doorspiest
met tenen look en de sprietjes rozemarijn en tijm.
De voormiddag spendeer ik, zoals elke goede Belg, aan Tax-on-web.
Ik raak er zonder problemen binnen (allicht omdat ik naar Belgische normen- om
1 uur s nachts doe). Ik heb nog wat extra gegevens nodig die ik hier niet zo
bij de hand heb. Ik heb nooit kunnen inbeelden dat ik die gegevens ooit aan de
andere kant van de wereld zou nodig hebben. Mijn dochter Griet zal dus worden
ingeschakeld.
In de namiddag van het mooie herfstweer genoten en een wandeling
van ca. 10 km gemaakt. s Avonds nog eens rummikub gespeeld bij Toon. Tot mijn
grote schaamte moet ik toegeven dat ik het (nog) niet onder de knie heb. Het
vele denken bezorgt me bovendien (lichte) hoofpijn. Ik zal dus nog wat moeten
oefenen.
Vandaag nog mooi weer. Eerst twee wasjes gedaan en
opgehangen. Terwijl wij weg zijn kunnen ze rustig drogen. Afspraak is dat ze
droog zijn tegen we in de loop van de namiddag terug thuis komen. We hernemen
de Arcade wandeling en ontdekken de ondergrondse openbare toiletten die in 1902
werden gebouwd. Alleen voor mannen. En de vrouwen hoor ik u al hardop denken.
Hawel daar hebben ze pas later aan gedacht en die hebben bijgevolg moeten
wachten tot in 1927. Uit nieuwsgierigheid bezoeken we ook even Central Station
van Melbourne en dan blijkt in het midden van het station nog de toren te staan
van een fabriek dat loden pijpen maakte.
We kennen intussen zoveel plaatsjes in Melbourne dat we
binnenkort kunnen solliciteren voor de post van stadsgids. Al vrees ik dat we
voor taal een B-attest zullen krijgen. We kunnen onmogelijk in dezelfde
graden van overtreffende trap plaatsen en gebouwen beschrijven. Alles is hier
amazing, breathtaking, fabulous, incredible, unbelievable, enz.
Schitterend stralend weer wordt er voorspeld. We trekken er
dus op uit voor een strandwandeling. Het is inderdaad zalig wandelweer. En wij
zijn duidelijk niet de enigen die dat vinden. Op het wandelpad langs het strand van St Kilda is
goed druk. En niemand draagt een mondmasker. Niemand. Het verwondert me
helemaal niet. Gisteren hadden ze voor héél Australië wel geteld in 1 persoon
wiens ziekte misschien met corona zou kunnen relateerd zijn. Dat is een mooi
voorbeeld van nuchtere neutrale informatieverstrekking. Wat een verschil met de
paniekerige massa-opjutterij die ons vanuit België bereikt.
Halverwege stoppen we aan een picknick tafel met
bijbehorende zitbanken om ons boterhammen te verorberen. Aan elke tafel zit zoals
het hoort één koppel. Maar er zijn voldoende tafels om eenieder die wil te
laten zitten.
Weer prachtig weer vandaag. Dus gaan we in Melbourne een
andere wandeling doen langs de Yarra rivier. Een mooie tour. Daarna nog eens
een bezoekje gebracht aan de South
Melbourne Market. Aan het viskraam van Griekse maat Petros heb ik kreeften
gezien met een lijfdiameter (diameter geen lengte hé) van makkelijk 15 cm en
een krab met een schild van zeker 25 cm. Verleidelijke zeemonstertjes
eigenlijk. De drang om krab te kopen is groot maar in onze B&B hebben ze noch
een krabben- noch een kreeftenschaar om de scharen te kraken. We hebben dan ook
ons maar wijselijk beperkt tot twee grote moten zalm (met ruggengraat) van een
duim dik. Dat kost ons 16 Australische dollar (ca. 10,5 euro) voor 600 gr. Met zwarte inktvis pasta is dat een mooie en lekkere combinatie.
Terug thuis vernemen we de beslissing van de Australische
Regering. Ze beginnen volgende week met een geleidelijke versoepeling van de
beperkingen, maar een vlucht naar Bisbane of Cairns zit er voor de maand juli
niet in. Nog twee maand wachten in Melbourne zonder dat we zekerheid hebben dat
tegen dan de versoepeling niet terug gedraaid wordt, is er over voor mij. Ik
moet voor de zoveelste maal op zoek naar een alternatief. Ik voel me net Sisyphos,
in Melbourne in plaats van in Tartaros. Dat wordt een werkje voor morgen.
In de reizigersdocumentatie van de Air B&B heeft Kris
enkele foldertjes over Melbourne gevonden. Eén ervan is een becommentarieerde
wandeling van 3 km langs en door de verschillende Arcades die Melbourne rijk
is.Arcades zijn overdekte
winkelgaanderijen die op het eind van de 19de eeuw en het begin van
de 20ste eeuw in regelrechte Art Déco stijl in Melbourne gebouwd
werden. Tot de middag heeft de regen ons nog binnen kunnen houden. Daarna
klaart het op en doen we de tour. Een aangename verrassing. Niet alleen omwille
van de Arcades maar ook omdat we door smalle straatjes kuieren waar we zonder
plannetje nooit zouden door gewandeld zijn.
De oudste Arcade is de Royal Arcade van 1869. Aan de ingangspoort
slaan sinds 1892 2 reuzen, die een groot prachtig uurwerk flankeren, het uur.
De linkse reus Gog slaat elk kwartier. De rechtse met als naam Magog neemt de
uren voor zijn rekening. De meest indrukwekkende Arcade daarentegen is de Block
Arcade van 1902. De constructie is vergelijkbaar met de Koninginnegaanderij van
Brussel. Met een glazen koepeldak over de ganse lengte, prachtige mozaïeken
vloeren en exclusieve winkels. Bij valavond wandelen we nog door de Cathedral
Arcade met alle Art Déco loodglazen ramen en vensters nog intact.
De Niagara Lane daarentegen is een erg smal steegje van amper
2m breed. Maar daar staan nog 5 stapelhuizen van 1880, die aan de slopershamer
van de jaren 1960 ontsnapt zijn. Het zonlicht raakt amper tot aan de
straatstenen.
Gisteren was het de eerste verjaardag van Jacqueline, het
dochtertje van Toon en Romana, gevierd. We hebben er een flesje op gekraakt en
opnieuw lekker gekookt.
De herfst toont zich hier steeds meer van zijn minder
aangename kant. Echt Belgisch Allerheiligen weer: koude wind en regen. De hele
dag.We doen vandaag opnieuw ons
dagelijks deel van onze noveen opdat de
Australische regering de corona beperkingen voldoende mildert opdat we naar
Brisbane zouden kunnen vliegen zonder dat we 14 dagen in quarantaine
moeten.Als het niet baat, dan schaadt
het niet.
Om ons zelf de illusie te scheppen dat we onze tijd toch een
beetje nuttig door brengenlaten we ons
bij Woolworths, desupermarkt waar we
het merendeel van onze inkopen doen, een klantenkaart aanmaken. Voor elke Australische dollar
aankopen, krijg je dan één punt. Na 2.000 punten kan je die laten omzetten naar
10 dollar, goed voor 6,5.Als we ons
vandaag lid maken, krijgen we welkom geschenk 1.500 punten. Belachelijk hoor ik
je denken. En gelijk heb je, maar ja ik moet mijn dagen toch met iets door
krijgen, nietwaar. Het is inderdaad een hele poespas van acties aan de kassa en
online registreren. Dat online gedoe verloopt niet van een leien dakje want
zowel mijn als Kris e-mail adres zijn volgens de Woolworths applicatie geen
valid email address. Tja, dan maar naar de service desk gebeld en daar hang
je dan zoals overal in Australië- een half uur aan de lijn. Maar de volhouder
wint. Blijkbaar schort er wat aan hun applicatie. Wat is dat tegenwoordig toch met
het merendeel van de applicaties? Zijn die nu echt allemaal in mekaar geflanst
zonder de nodige kwaliteitstesten?
Omdat ik alle aankopen bij de supermarkt met mijn
creditkaart betaald heb, heb ik alle kastickets sinds half maart nog
bijgehouden. Ik haal de hele berg (van pakweg 11 maart tot eind april) terug
boven en begin ze één voor één in de applicatie van Woolworths in te brengen.
Een bezigheid van 2 uur. In totaal ben
ik met de activering van die klantenkaart een halve dag bezig geweest.
Ha ja, nog bijna vergeten te vertellen. Een groot verschil
met Europa is dat Australië op 1 mei geen Feest van de Arbeid kent. De
Australiërs hebben op 1 mei dus geen verlofdag. Vakbonden stellen hier
duidelijk niet veel voor.
We zijn ons aan het voorbereiden om een mogelijke hervatting
van onze reis. Concreet betekent het dat we ons initieel programma herbekijken,
vertrekkende van onze hypothetische vertrekdag van 11 juli. Zo komen we tot de
slotsom dat we idealiter rond 25 mei een vlucht zouden moeten kunnen nemen van
Melbourne naar Brisbane. We zijn alvast gestart met een noveen.
Ik krijg van Argenta, na enig aandringen, via mail de
uitgavenstaat van mijn creditkaart voor de periode halfmaart tot half april. Er is in 2020 blijkbaar
geen andere oplossing voor handen om mij die staat te bezorgen. Gewoon omdat deze
functie momenteel niet werkt via internetbankieren. Er is een probleempje met
die applicatie. In totaal krijg ik vijf bladzijden met 74 transacties. Met de
moed der wanhoop zet ik me er aan. Voor elk van de 74 verrichtingen in de
uitgavenstaat zoek ik het overeenkomstige betalingsbewijs. Kris verklaart me
gek, maar ik blijf deze op het eerste zicht zinloze en onoverzichtelijke
sysiphus arbeid koppig volhouden. Enkele uren later klaar ik de klus met een
diepe zucht. En spijtig genoeg wordt mijn, ik geef het ootmoedig toe, meer dan gezonder argwaan eens te meer
bevestigd. Er zit ook nu een verrichting tussen van een maaltijd die ik ergens
in maart cash betaald heb omdat het met mijn creditcard zogezegd niet lukte
(sorry mate, but it doesnt work). Gelukkig heb ik het materiële bewijs terug
gevonden: het kasticket waarop paid cash gedrukt staat.
Ik kan kort zijn: het regent hier de godganse dag, alsof we
in een killig en klammig Belgisch herfstweer zitten. De airco staat op 27° C en
we kunnen niet veel anders doen dan in onze respectieve boeken te lezen. Die 27
° graden is geen tik-fout. Isolatie is in Australië nog een inhoudsloos begrip.
Ik zie hier naast deuren en ramen en deuren kieren waardoor een leger mieren
probleemloos in slagorde kan passeren. Wij (finaal eigenlijk de eigenaars van
de B&B) verwarmen hier eigenlijk de
hemel).
Kris leest een zwaar filosofisch traktaat en ik verdiep me
in De Bourgondiërs, de kanjer van Johan Op de Beeck. Allemaal prima tot ik s
avonds tot mijn afgrijzen vast stel dat die corona restricties bij mij een
onverwacht nevenverschijnsel teweeg brengen. Ik kweek op mijn billennet ter
hoogte van het vlak waar ik zit- eelt. ZIT-EELT stel je voor! Als dat hier niet
snel een doelgerichte actie onderneem, eindig ik nog met corona-door-zit-wonden.
Dan moet ik nog hulp inroepen van een gediplomeerde verpleegster om die moeilijk
te behandelen wonden met een speciaal zalfje in te smeren. En dat smeersel zal gegarandeerd
zoooo exclusief en dus ook duur zijn, dat ik het, na de professionele behandeling-
nog een half uur moet laten intrekken opdat het optimaal zou kunnen werken.
Daar heb ik tot op heden nergens iets over gelezen in die tonnen klinkklare
onzin die angsthazen urbi et orbi, ongecontroleerd en ongebreideld, over de
gevaren en de nevenverschijnselen van de corona pandemie op het internet rond bazuinen.
Curieus. Al even curieus als de nuchtere vaststelling dat Griekenland tot op
heden zo weinig corona slachtoffers kent. Ondanks een gezondheidszorg die zeker
niet beter is dan de Italiaanse. Curieus².
Een kalme dag vandaag. We zijn naar Moonee Ponds gewandeld
in de hoop in een kinderspeelgoedwinkel een doos Rummikub te kunnen kopen. We
hebben geluk. Dus spelen we vanavond Rummikub. Ik moet duidelijk nog wat
oefenen, want Kris (die dat spel al jaren speelt) verslaat met straatlengtes.
Viermaal zelfs, samen met Toon en Romana. Ik hang er morgenavond dus aan om te oefenen.
Als we de deur van het winkeltje van de schoenmaker 'In the Spirit of the Sect' in North
Melbourne open duwen, is het alsof we met een teletijdmachine 100 jaar terug
flitsen naar het Victoriaanse Engeland. Een grote gezellige rommel van oude
zware Singer naaimachines voor schoenen, een hele waaier van stijlvolle en erg
dure stijlvolle Engelse schoenen, alles gehuld in de typisch bruine kleur en overdekt
met een stevig laagje stof. Uit de woofers (zonoemden we toen degelijke luidsprekers) van de jaren 70 schalt blues
van de Rolling Stones. In blijde verwachting van het verschijnen van de
eigenaar kijk ik wat rond en zie ik dat hij de tussenmuur met het pand ernaast
heeft uitgeklopt. In dat tweede pand houdt ie een barbierszaak, helemaal in
dezelfde stijl. Een film met Sherlock Homes kan hier stante pede worden
opgenomen.
De eigenaar is een gezellige vijftiger, in een outfit van
ene die in de jaren zestig is blijven hangen. Mijn lovende woorden over de
inrichting van zijn cosy stulpje doet hem duidelijk goed. En hij zegt dat hij
in het winkelcentrum van Melbourne een nieuwe zaak gaat openen en dat hij het
in dezelfde stijl zal inrichten. Hij neemt ons ook me naar zijn atelier waar
hij schoenen en handtassen herstelt. Het stak vol met antieke naaimachines,
sommigen zelfs nog in gietijzer. Daarmee kan ie zelfs olifantenvel stikken. Dan
vertrouwt hij ons toe dat hij jaren in Oostenrijk gewoond heeft. Hij was ernaar
toe getrokken omdat Europe hem fascineerde (en nog steeds fascineert) en hij is
terug naar Australië gekomen uit heimwee en omdat de regelneverij in Europa hem
irriteerde. Hij ziet allicht de scepsis in mijn ogen en hij zet de conversatie zonder
aarzeling verder in, naar ik vermoed, Oostenrijks Duits.
Tegen woensdag zal hij in mijn nieuwe hoed van kangoeroehuid
4 perforaties aanbrengen zodat ik er een lederen string kan doorsteken op de
Canadese manier. Dat is de beste methode omdat de hoed daarmee zowel met wind
van voor als met wind van achter niet kan wegwaaien. Hij gaat ook één van de
twee paar schoenen met een gat in de zool herstellen. Zoals meestal op mijn
reisjes rond de wereld neem ik een stel afgedragen schoenen mee die ik op het
eind van de reis achterlaat. Maar ik had niet voorzien dat we hier effen wat
langer zouden vertoeven en dat gat in de zool wordt alsmaar groter. Hij belooft
er tegen overmorgen nieuwe van te maken.
Dan de trein genomen, terug naar hetMount Dandenong Ranges Park. We ondernemen
een tweede expeditie naar het Arboretum in het Park, dat we enkele dagen
geleden niet gevonden hadden. Even op zijn Australisch: its amazing,
breathtaking, astonishing, stunning and even incredible. Vertaald naar
het Nederlands: een stukje bos van 1 hectare, zonder wandelpad en met vier (!)
grote bomen met een naamplaatje. Het waren alle vier (weliswaar grote) sparren.
Besluit: bij de Aussie heeft een arboretum een andere invulling dan in West
Europa. Geen mooi onderhouden park met tientallen of honderden mooie bomen en
struiken die jevia gemarkeerde
wandelpaden kan bewonderen. Neen, dat is voor een Aussie zinloos tijd- en
energieverlies. Hier is een Arboretum een stukje van één of enkele hectaren
woeste natuur. Zonder inkom, zonder omheining, zonder wandelpad. Gewoon langs
de rijbaan een houten plankje met Arboretum erop. Thats it. Om voor onszelf
de illusie te scheppen dat we lang in het arboretum vertoefd hebben, verorberen
we in een aangenaamnajaarszonnetje onze
picknick.
Tot slot aan de overkant van de rijbaan een klimtochtje naar
een observatorium met een wijds uitzicht. Helemaal aan de horizon kunnen we nog
net de skyline van Melbourne ontwaren.
Nog vergeten te vertellen dat ik één van de vorige dagen op
de vismarkt een zee-egel gekocht heb, een Echinoidea. Maar ééntje want Kris
moet er niets van hebben. Eigenlijk ziet hij er ook niet appetijtelijk uit. Een
grote dikke zwarte bal van 15 cm diameter helemaal vol met venijnige stekels.
De schrik van diepzee duikers. Want als je op zo een egel trapt heb je pijnlijke
dagen voor de boeg.
Ze wrikken die van de zeebodem los en eens op het vaste land
steken ze een scherpe brede schaar in de mond van het dier en breken ze de
beenharde schil open. Binnenin zitten 5 geel/oranje tongetjes ter grootte van
een duim. Ze zien er wat slijmerig uit (enigszins vergelijkbaar met
oestervlees) en tegelijk korrelig (zoals zaad van een kreeft). Het zwart monstertje wordt opengespleten
geserveerd met alle zwarte stekels erop en eraan. De tongentjes liggen onderaan
in de open gewrikte schelp. Niet direct het meest aantrekkelijke zicht, zeker
niet voor gevoelige magen. Ik verman mij en steek het eerste slijmtongetje
binnen. De smaak kan ik best omschrijven als een mengeling van oestervlees en kreeftenzaad. Bij een eerste kennismaking was
het dus geen laaiend succes. Het smaakt niet superlekker, maar ik denk dat ik
er nog wat moet aan wennen. Als
Japanners er verzot op zijn en er veel geld voor neertellen, moet het fijn eten
zijn. De eerste kennismakingsfase probeer ik door te spartelen met behulp van
wat Chardonnay. Dat helpt uiteraard altijd. Spijtig is dat er nogal wat zandkorreltjes
en schelpgruis in en tussen de tongetjes zit. Ik ga aan mijn Grieks Petros eens
vragen waar die rommel vandaan komt. Ik gok op schelpgruis omdat ik vermoed dat
het beestje allicht niet delicaat geopend is geworden, net zoals bij oesters nogal
eens durft te gebeuren.
Vanuit de tram hadden we voordien al een aboriginal winkel
gezien. Vandaag wij daar naartoe. Maar wat een ontgoocheling. Niets anders dan
waardeloze commerciële rommel. Op één punt na. Ik heb daar een nieuwe hoed gekocht.
Australisch model, gemaakt van kangoeroe huid. Hij staat me goed, al zeg ik het
zelf. Vlak in de buurt passeren we een schoenmaker. Zo een authentieke winkel,
ingericht naar Brits model van een eeuw geleden. Heel mooi. Geen probleem dat ie vandaag gesloten
is, want morgen passeren we hier weer.
Nu de maaltijd was ook een heksentoer. We zijn bij Toon een
bakvorm voor de quiche gaan halen, want dat is blijkbaar niet voorzien in de standaard
keukenuitrusting van een Australische B&B. Bladerdeeg vinden we in de
supermarkt, maar bakpapier niet. Gelukkig is de bladerdeeg voldoende vet zodat
ik de gebakken quiche zonder ongelukken uit de bakvorm kan prullen. Rijstpap
maken vergt ook wat creativiteit. Ze kennen hier geen dessertrijst. Dus opteer
ik, na flink wat wikken en wegen voor risotto rijst. En wonder boven wonder: Kris
lukt erin om er rijstpap mee te brouwen en met saffraan, kaneel en wat
limoendruppels is de smaak nagenoeg even fijn. Hetzelfde kan niet gezegd worden
van de bruine suiker. Die ziet er wel donker bruin uit, maar er hangt zo een
lichtjes aangebrand aroma rond. We roeien met wat we hebben.
Voor rest een kalme dag want het is hier ANZAC dag. ANZAC is
het acroniem voor Australian and New Zealand Army Corps. Dat was de naam van all
sukkelaars van die landen die in Egypte werden klaargestoomd om zich onder de
deskundige leiding van ene jonge Churchill in april 1915 op de stranden van
Gallipoli (in de Dardanellen, ongeveer waar 3000 jaar voordien de veldslagen om
Troje hebben plaats gevonden) aan flarden te laten schieten. Later is deze herinnering
dag uitgebreid als dag van eerbetoon aan alle Australische en Nieuw-Zeelandse soldaten
die ingezet of gesneuveld zijn in alle oorlogen en brandhaarden. Pech voor de
mensen hier dat die feestdag vandaag op een zondag valt. Geen verlofdag, want
de notie compensatie dag is hier nog niet geïntroduceerd.