Deze voormiddag een wandelingske gemaakt en inkopen gedaan.
Want deze avond ontvangen we Toon en Romana in de volgende aflevering van
Komen eten. Het zal venkel met zalm worden.
De taakverdeling is simpel. Aankopen doen we samen. Ik mag daarna
ui en look versnipperen, de zoete aardappelen schillen en later op de avond de
zalm bakken. Kris ontfermt zich over de serieuze facetten, zoals het karameliseren
van de venkel en al de rest. Als nagerecht voor de zoetebekken tovert ze ook
nog chocolade mousse met behulp van zwarte chocolade (85%), wat eieren en met
de hand opgeklopt eiwit.
In de wijnwinkel vraag ik naar een droge witte wijn en voeg
er onmiddellijk aan toe dat ie droger moet wezen dan de witte pinot gris van
Oyster Bay van enkele dagen geleden. Die vond ik toch wel al te zoet. Kwestie
de verkoopster een duidelijk referentiepunt in graad van zoetheid te
geven.Dat was er compleet naast. Ik zag
in haar ogen dezelfde panische angst opborrelen die je ook in de ogen van een
hedendaagse verkoopster in de Veritas kunt ontwaren als je een vraag waagt te
stellen over snit of naad. Je mag kiezen, het maakt niet uit. Dat wicht poogt
al toeterend haar existentiële stress te verwerken en laat haar ogen over al
haar flessen dwalen, wanhopig op zoek naar een etiket waarop DRY staat. Heel
haar wezen straalt geluk uit als ze een fles vindt. Ik ben een beetje
achterdochtig en lees de achterkant van de fles en ik struikel over termen
zoals exotic fruit en dergelijke. Uit pure menslievendheid heb ik gezwegen.
Ik heb de fles beleefd terug op haar plaats gezet en dezelfde Pinot Gris als
vorige maal mee genomen. Dat leek me het meest zekere.
Dit allemaal om duidelijk te maken dat we vandaag niets
speciaals mee gemaakt hebben en bijgevolg ook niet veel te vertellen hebben. En
ja, de maaltijd is een succes geworden.
Tegen alle verwachtingen in schijnt vandaag de zon opnieuw.
Dus hebben we snel ingepakt en de tram genomen naar St Kilda strand. Zo een
slordige 15 km hier vandaan. De wandeling langs het strand onder een
staalblauwe hemel is een hele verademing tegenover het rotweer van gisteren.
Maar ik vind geen take-away of meeneem chinees. Niets. Ik heb me uiteindelijk
moeten verlagen tot een fish & chips uit een Australisch frietkot. Het is
een mooie oefening in zich voeden in plaats van eten.
Een wandeling nadien door het stadje Saint Kilda zelf leert
ons dat het een mooi en gezellig plekje is, Zuidoost van Melbourne. Aan de
huizen en de (gesloten) winkels te zien geniet de gemeenschap van een hoger dan
doorsnee inkomen. Een wijnshop is wél open en in het uitstalraam valt mijn oog
op een fles Cahors van 2016 voor 28 Australische dollar. Goed voor 14 euro. Tegen
mijn principes in, vnd ik dat ik deze kans niet kan/mag voorbij gaan. Ik koop
de fles en de verkoopster spreekt me aan in zeer goed Nederlands, met een licht
Duits accent. Mijn mond valt open van verbazing, zeker als blijkt dat ze
afkomstig is van Charleroi. Haar Nederlands is jandorie beter dan het
beschamend koeterwaals dat 98 % van de Franstaligen (die nochtans ook Belgen
zijn, nietwaar) zonder schaamte durven produceren. Er is nog hoop in deze bange
dagen. Op de vleugels van de liefde is ze naar Australië gevlogen en nu woont
ze hier. Haar wijn- en kaaswinkeltje is mooi verzorgd met een internationaal en
evenwichtig assortiment aan kazen. Hier komen we vast nog eens terug, als het
corona-virus het belieft.
Vanavond bereiden we mijn lievelingskost (voor de goede
verstaanders onder ons even verduidelijken: ik schil en verhaksel, Kris kookt):
Australische lamsvlees, met boontjes, tomaat en zoete aardappel. Ik heb uit
nieuwsgierigheid een joekel van een mauve zoete aardappel gekocht. De maaltijd
haalt qua kwaliteit als presentatie, sfeer en achtergrond muziek zonder overdrijven
het niveau van het betere klasse-restaurant in Australië en de Cahors wijn sluit
daar prima bij aan. Als nagerecht nog wat kaasjes (type camembert ed). Leikker,
ech leikker.
Nu ik de datum typ, realiseer ik mij pas dat het 1 april is
vandaag. De mop is dus dat wij opnieuw stuck in Melbourne zitten en erom
kunnen lachen, elke dag opnieuw. Zolang wij beiden gezond van lichaam en geest
blijven, natuurlijk.
Mark stippelt een dagwandeling uit naar de Docklands in
Melbourne. Te vergelijken met t Eilandje in Antwerpen, maar dan véél groter en
weidser. Hetzou een wandeling langs de
Yarra River worden, volgens Toon. Vermits wij enkel een treinplan van Melbourne
bezitten, maken wij gebruik van een vooraf gedownloade route van Google Maps:
dik in orde, denken wij.
Wij passeren een biologische bakkerij en schaffen ons, naar Belgische
normen, echte stevige en ,-lekkere broden aan: 1 donker zuurdesem en 1 donker
rozijnenbrood: niet goedkoop, maar niet te vergelijken met het sponsbrood in de
supermarkt. Mark vraagt aan de winkeldame om deze vanavond te mogen komen
ophalen, op onze terugweg naar huis, kwestie om er niet de ganse dag te moeten
mee sleuren: geen probleem.
Onze rivierwandeling blijkt er één te zijn langs
industrieterreinen: niet bepaald mooi of aangenaam. Totdat wij aan het grote
rad in de Docklands arriveren: Observation Wheel noemen ze het hier. Gesloten
natuurlijk, maar bijzonder rustig. s Nachts verlicht de ster, binnenin het rad,
met de cabines. Het doet mij denken aan het Atomium: maar ook gesloten.
Blijkbaar bevinden wij ons in het commercieel gedeelte van de Docklands met
attracties, shoppingcenter en supermarkten: enkel deze laatsten zijn open. Naar
dagelijkse gewoonte verkennen wij Woolworths. Bij het betreden hiervan, staat
een vriendelijke, maar duidelijk aangevende winkeldame gereed om ons welkom te
heten met een ontsmettende spray in de hand: na de vraag hoe het met ons gaat
vandaag, besproeit zij onze handen en dankt ons hiervoor: een fijne manier om
van een nood een deugd te maken, denk ik dan.
Wij staan perplex van de verzorgde, kleurrijke, maniakaal
geordende en rijkelijk gevulde rekken: allen in blinkende staat, net zoals de
vloer. Ge zou er kunnen van eten: een voorbeeld voor onze supermarkten. Om een
puntje aan te zuigen! Het gevarieerd aanbod overweldigt. De verse groenten
worden geregeld besproeid met een waterdamp, die van bovenaan de toog naar
beneden dwarrelt: een uitnodigend zicht om veel verse groenten te kopen.
Wanneer ge op zoek gaat naar een product, wordt dit gemakkelijk gevonden,
doordat er aan de inkom een lijst hangt met wat waar te vinden is. Elke rayonnummer
komt overeen met de inhoud van de lijst: bijzonder handig en up to date, want
in werkelijkheid is dat ook zo. Bij ons veranderen ze om de haverklap een
plaats van een product, maar passen de overzichtsinhoud boven een rayon niet
aan: het klopt dan ongeveer van ver, maar verre van juist.
Omdat wij wel wat moeite hebben met het zelf scannen van
onze producten, kwestie dat links rechts wordt en de zijde van het scantoestel MET
zak anders is dan ZONDER zak enz . kiezen wij nog even voor het gebruik van een
bediende kassa, ook al omdat er van aanschuiven geen sprake is. Nochtans kleven
er op degrond om de 1,5m ronde groene
stickers, waar op te lezen staat: PLEASE STAND HERE. Voor het geval ge de
afstand van 1 ½ m niet goed zou kunnen inschatten.
Weerom een altijd heel vriendelijke en geïnteresseerde
kassierster die zich meerdere keren verontschuldigt dat zij de aankopen niet meer
mogen inpakken. Eigenlijk is die verontschuldiging zelfs overbodig, want de
kassierster legt alle producten die ze gescand heeft in een inox stapelrekje dat
op dezelfde hoogte staat als haar kassa. De klant kan zijn eigen tas aan dat
inpaksysteem hangen zodat de opening van de tas mooi open blijft staan en hij/zij
zijn aankopen ordelijk en zonder stress kan inladen. De kassierster wacht
immers met verder scannen tot de klant zijn stapelrekje heeft leeg gemaakt.
Geen rotzooi met een rolband waar alles op één hoop komt te liggen en de klant
niet snel genoeg kan inladen, want de aankopen van de volgende klant komen er
al aan gerold. Zeer praktisch en heel klantvriendelijk.
Ook de aanwezigheid van gratis te gebruiken en voldoende
nette en goed onderhouden sanitaire ruimtes, is opmerkelijk. Dit is zelfs zo in
de binnenstad van Melbourne, het CBD (central business district): steeds er openbare
propere toiletten te vinden. Daarenboven is het gebruik van openbaar vervoer in
die CBD nog eens gratis ook. Er rijdt zelfs dagelijks een oud trammetje, City
Circle, langs de binnensingel van de
stad. Weerom gratis en een aangename verkenning van de binnenstad. Het systeem
van hop on, hop off aan speciale haltes.
Na een smaakvolle pic-nic op een moderne bank in de zon,
stappen wij verder naar een ander gedeelte van de Docklands: de jachthaven met
cafés en restaurants aan de kade. Alles is er verlaten en stil. Hier staan ook
de wolkenkrabbers van wooncomplexen en bureaus. Aangenaam wandelen totdat wij
voor een kleurrijk gebouw staan met een kunstige inkomtrap in hout: het blijkt
de bibliotheek te zijn. Het doet denken aan Centre Pompidou: een ideale rustige
groene plek om te genieten van een take away koffie. Doch niets daarvan. Weerom
is de cafetaria gesloten.
Dan maar terug wandelen naar het shoppingcenter in het
commercieel gedeelte van Dockland. En ja, daar zitten wij dan op een houten
bank met onze koffie in de hand en omringd door verzorgde en originele
plantenbakken.
Het wordt tijd om huiswaarts te keren en onze bestelde
broden op te halen in Kensington: dit keer vinden wij de wandelweg langs de
rivier, welke inderdaad heel wat aangenamer is dan de heenweg. Dankzij maps.be:
Toon had gelijk! Wij passeren nog even bij hen, om de vorderingen van het
stappen van deze kleine meid op video vast te leggen! Ze gaat met rasse
schreden vooruit. Toch bijzonder dat wij hiervan mogen genieten.
Een lekkere vismaaltijd met een lekker flesje Nieuw-Zeelandse
witte wijn (Oyster Bay), maakt onze dag compleet en doet eer aan: CARPE DIEM.
Heerljik en onverstoord geslapen in ons iets grotere Camper
Van, denken wij maar: in gedachten zetten wij onze rondreis verder en zijn wij
soepel en polyvalent: niet moeilijk wanneer ge s morgens gewekt wordt met het
zonnetje in uw gezicht en een zee van zalige tijd onder ons twee. Wij komen
letterlijk niets te kort en gaan elke dag op ontdekkingstocht in een
supermarkt, op zoek naar kwalitatief fijn en gevarieerd eten: een kluif naar de
hand van Mark, die bijna niet herkenbaar is van de Mark in een supermarkt van
bij ons: zo rustig en genietend met zijn ogen. Wij doen alle rayons af en
proberen elke keer iets anders: een groot deel van onze bezigheid dus.
Daarnaast stippelen wij onze dagdagelijkse wandeling uit: weliswaar
zonder gebruik te maken van het openbaar vervoer, gezien de grote kans dat wij
onvoldoende afstand kunnen bewaren.
De keuze is ongelimiteerd: Kensington, een gehucht van
Melbourne, waar wij nu verblijven, is een prima uitvalsbasis: we verkennen onze
gemeente zelf, een half uurtje wandelen, met vervolgens op zoek naar een take
away koffie, welke we slurpend verorberen op een bank in de zon: genietend en
gapend naar voorbijgangers, zoals oudjes kunnen doen.
Dan valt mijn oog op informatie op het raam van een
apotheek: gezichtsmaskers terug verkrijgbaar. We besluiten om 1 professioneel
gezichtsmasker met filter te kopen, welk ik enkel denk te gebruiken tijdens
onze lange terugvlucht, als dit dan nog nodig zou zijn. Kwestie van mijn
geweten te sussen, want Mark vindt het niet nodig voor hem. Met mijn buit in
mijn rugzak, wandelen wij huiswaarts en worden verwacht bij Toon en Romana voor
het aperitief en om nog even te genieten van de vorderingen van kleine, maar
snelle Jacqueline.
Gelukkig hebben wij meer dan voldoende leesvoer mee, om ons
niet te vervelen. Maar een reisuitvoering van Rummikub zou toch wel mooi
meegenomen zijn om samen met het jongegezinnetje te spelen: het zij zo.
Daarnaast is er ook steeds het ontwaken van het thuisfront,
wanneer het voor ons bijna slaaptijd is: als wij niet opletten, is het algauw
23u voor ons, wanneer wij onze smartphones uitzetten en vermoeid van de
inspannende dag, naar boven tenen: wat een leven toch! Als dat maar niet
afkicken wordt, eens terug in Mortsel: ik vrees ervoor, want een mens went hier
snel aan.
Deze namiddag verhuizen we van het huis van Toon, naar de
B&B die we dankzij Toon- hebben kunnen huren en vanavond is het onze beurt
om te koken. Dus vanmorgen wat inkopen gedaan om een, naar Australische
maatstaven, pantagrueleske maaltijd te bereiden. Voor nuchtere Europeanen, lees: een
bescheiden schotel met gevulde pepers met rijst. Zoekend naar een aangepast
nagerecht, valt Kris haar oog op een rock melon. Een meloen ter grootte,
gewicht en hardheidvan een 17de
eeuwse kanonskogel. Ik heb zo mijn bedenkingen bij de graad van rijpheid van dat
potentieel moordwapen. Dus klamp ik drie
personeelsleden van de supermarkt aan met die existentiële vraag. De eerst twee
wijken verschrikt achteruit. Of dat is in gevolge mijn vraag of uit vrees voor
een dodelijke corona-aanval, laat ik aan jullie appreciatie over. Feit is dat winkeljuf
nummer drie, die duidelijk op zijn minst hogere studies had aangevat, mij met
grote ogen aankijkt en met een serieus gezicht antwoordt: thats a tough one,
gevolgd met het verlossende vervolg just try one. Ik heb wijselijk gekozen
voor Australische ananas.
Met deze anekdote schiet er me nog een 'Faulty Towers' belevenis te binnen
van 26 maart. We verbleven toen in dat mooie statige herenhuis in Launceston in
Tasmanië. Zoals vaak in Aussie-land had ook dit huisgeen deurbel. Die avond werd er op de deur geklopt.
Eerst reageerde ik niet omdat ik ervan uitging dat de jeugd, die op het
gelijkvloers van het appartement flink van zich liet horen, nog een bendelid
verwachtten. Maar die jeugd was hardhorig en reageerde niet. Het kloppen aan de
voordeur was intussen geëscaleerd tot een stevig gedreun. Ik besloot de
voordeur dan toch maar zelf te gaan openen. Stond daar een huis-leverancier met
twee bruine zakken voedingswaren. Ik aanvaardde ze en de afleveraar verdween prompt
met de noorderzon. Vermits wij niets besteld hadden, moesten die twee pakken wel
bestemd zijn voor de kabaal makende jeugd op het gelijkvloers, besloot ik. Ik
dreunde enkele keren flink op hun deur op het gelijkvloers, maar die kadekes gaven
geen gehoor. Ik zette de zakken daarom aan hun (binnen)deur en ging terug naar ons appartement op de eerste
verdieping. Even later werd er opnieuw op de voordeur gebonkt. Dan ontvouwde zich het wereldwijd erg herkenbare scenario. Geheel in de lijn van de vrouwenemancipatie,
positioneerde Kris zich wijdbeens en vastberaden bovenaan de trap op de eerste
verdieping. Zij nam, spontaan en zonder enig voorafgaand overleg, de
verantwoordelijkheid op zich om als tweede verdedigingslinie onversaagd in de
aanval te gaan, mocht haar koene ridder bij het openen van de valbrug, onverwacht onder de voet worden gelopen door die
horde Hunnen die voor de deur stond te dringen. Niets van dat alles uiteraard. Toen ik de deur
opende, stond er een wanhopig en uitgehongerd koppeltje van ik schat 25-30 jaar
te dribbelen van spanning. De jongen legde me hakkelend uit dat hun
thuislevering ergens verkeerd was afgezet en hij vroeg mij of hun bestelling misschien
bij ons stond. Ik antwoordde van ja en dat wanhopig meisje viel bijna in kattenzwijm
van geluk. Het idee van een avond zonder eten was er voor haar echt te veel
aan. Zoveel SSSStreSSSSS. In de wetenschap dat ik op dat moment op de valreep mijn goede daad van die dag nog had kunnen verrichten, liet ik mijn verbeeldingen in overdrive uitzoeken
welke doodzonden ik nog voor middernacht kon uithalen op mijn zonet verworven credits
nog vóór de vervaldag op te gebruiken.
Na 70 jaar in dit leven heb ik immers nog steeds niet kunnen achterhalen
hoelang die credits precies geldig blijven, maar ik weet zeker dat er een limietdatum op staat. En een verwittigd man is er twee waard.
Goeiedag trouwe blogvolgers van Mark. Ter verandering en
omdat de feiten minder spectaculair zijn, krijgt Mark even tijd om te
herbronnen met o.a. op zoek te gaan naar een lekker flesje wijn in de
supermarkt voor ons avondeten en krijg ik de kans om ook wat te vertellen!
Het doet deugd om vandaag eens niet te moeten bezig zijn met
al die administratieve regelingen, omwille van de onwezenlijke coronavirus-situatie
en rustig te mogen ontbijten met het gezinnetje van Toon en Romana. Toon heeft
trouwens een heel gezellig onderdak gevonden en geregeld voor ons: juist aan de
overkant van hun woning: vanaf morgen 4PM mogen wij erin trekken aan een
redelijke prijs en mits een startperiode van 14 dagen. Nadien zien wij wel
weer.
Het is een afzonderlijke woonst met alles erop en eraan:
zelfs ook een tuintje en een wasmachine (Mark rekent elke week op die
mogelijkheid: zo niet, moet hij zijn onderbroeken aan een geïmproviseerde
wasdraad in onze slaapkamer hangen, zoals in Launceston: eens een ander zicht
als ge naar het plafond kijkt: hij blijft creatief, zoals altijd).
Wonder boven wonder kunnen wij vanmorgen naar een markt
wandelen in Flemington: is vlakbij en wij zijn benieuwd hoe dit mogelijk is: en
ja, bij het betreden van de marktplaats, staat er een ontsmettingsvloeistof
gereed en wordt gevraagd om de minimum afstand van 1,5m te respecteren: wat iedereen ook
opvolgt. Het is weerom stralend nazomerweer: best te genieten.
Een take away koffie kunt ge drinken en plaats nemen aan
tuinbanken, met eventueel een broodje of zoetigheid. Groenten, fruit, honing,
eieren, verse kruiden en kruidenplantjes, vlees, vis, zuivelproducten: allemaal
voorradig en biologisch geteeld: wel niet goedkoop, maar lekker.
Ik heb een potje honingbrij gekocht, in de hoop dat dit
mentaal een boost zal geven: baadt het niet, het zal niet schaden. Lekkere
tomaten, eieren, yoghurt, appelen, limoenen, bijzonder lekkerzuurdesem brood (voor de eerste keer hier in
Australië gezien) gekocht.
Afspraak is dat wij om beurten Komen eten gaan naspelen:
Toon start vanavond. Morgen is het onze beurt. Een prima bezigheid om de zinnen
te verzetten.
En dus begin ik na onze lunch met het afbakken van
speculaasjes: met voorbedachten rade, heb ik speciale kruiden vanuit België
meegebracht en aangegeven aan de douane: geen probleem, ik mocht passeren.
Zelfs met andere donker bruine suiker dan bij ons, lukt het om min of meer dezelfde
kwaliteit te verkrijgen: bedoeling was om die te serveren tijdens het feestje
voor Jacqueline haar eerste verjaardag, doch we nemen het zekere voor het
onzekere en laten het ons nu reeds smaken! Wij brengen een portie naar een
vriend van Toon, die in de buurt woont: ruilhandel: hij heeft zelf theebier
gebrouwen voor ons en nu mag hij proeven van de vers gebakken speculaasjes.
Mark is ondertussen terug van de supermarkt MET zijn buit:
een (hopelijk) lekkere tempranillo wijn (Campo Viejo), die zal smaken bij het
warm eten van Toon. Zijn werk ruikt in elk geval al heel lekker.
Wij genieten van wat de dag ons brengt en kijken uit naar
morgen: misschien ontvangen wij nieuws van de ambassade en verhuizen wij naar
ons huisje hierover. Eindelijk zullen Toon en Romana terug in hun eigen kamer
kunnen slapen en van thuis uit werken, indien Jacqueline terug naar de crèche
mag.
Echt gemeend, wens ik jullie ook de pit( al dan niet met
honingbrij) om uit elke situatie, het maximum te halen.
Heb contact gehad met de Belgische Ambassade en gevraagd of
wat we deden correct was. En hij bevestigde mijn mening. Nu proberen
halsoverkop naar België terug te keren heeft geen zin, want dan gaan we van een gebied met
klein risico naar een gebied met groot risico. Het stelt me gerust dat we, tot
het tegendeel bewezen is, een goede en correcte inschatting maken. Intussen
hebben we een optie op een B&B net tegenover het huis van Toon. De andere
kandidaat heeft tijd tot morgenavond 29/03 om te beslissen. Intussen verblijven
we in het huis van Toon. Dus no worries mate (=geen probleem man) en kday
(= good day).
Dan bij stralend weer een mooie wandeling gemaakt naar een buurtdorpje Footscray.
Dat dorp was vorige eeuw zowat hét centrum van de handel in vee. Alle beesten
groot en klein passeerden hier de markt, maar vooral runderen en schapen.
Miljoenen per jaar. Was blijkbaar één van de grootste veemarkten ter wereld. Op
basis van de oude fotos uit die gouden tijd die hier uithangen, wil ik dat
best geloven. Wat er nu nog van rest is een mooie intimistische autovrije wandelboulevard
omzoomd en overgroeid met prachtige oude bomen en daarachter allemaal kleine
propere mooi onderhouden houten huisjes. Toon beweert dat door de ideale
ligging zo een peperkoeken huisje makkelijk 2 miljoen AUD ofte 1 miljoen
kost. Als middagmaal hebben we bij de meeneem Aziaat laksa gekocht. Is
initieel een gerecht van Maleisië. Het is lekker en bij zo warm weer smaakt het
goed af. het deed me sterk denken aan Amok Treyéén van mijn favorieten in Cambodja. Klopt
nog ook, want zo ver liggen beiden landen ook niet van elkaar.
Terwijl de jeugd (Jacqueline, Toon, Romana en Kris) een
middagdutje doen, heb ik even tijd om te mijmeren over de Aussies. Het
overgrote deel heeft duidelijk geen baksteen in zijn maag en maalt er niet om
te wonen in een houten kruipkotje. Iets wat wij in Vlaanderen een oud krot
zouden noemen. Aftandse houten barakken, niet onderhouden en erg klein. Zeeeeer
klein zelfs. Hetzelfde kan mutatis mutandis gezegd worden over de kledij en het
eten. Niets om woorden aan te verspillen. Velen knabbelen de hele dag en een
gezin zit niet erg vaak gezamenlijk aan tafel. De diameter van een doorsnee
Aussie is bijgevolg omgekeerd evenredig tot zijn vestimentair voorkomen. De buikomvang
is vaak indrukwekkend, de outfit is ondermaats. Uitzonderingen bevestigen
uiteraard altijd de regel. Anderzijds zijn de straten, pleinen en parken
PROPER. Geen papiertje dat rond slingert. Een voorbeeld waar Antwerpen een
puntje kan aan zuigen.
Om half negen zijn we met lood in de schoenen terug naar de
luchthaven in Hobart ({houbaart zeggen ze hier) gereden. We moeten het eiland tegen
onze zin (want het is hier héééél gezond te leven) verlaten voor zondagavond. Alle
verblijven die we in Tasmania nog gereserveerd hadden, hebben ons zelf eenzijdig afgezegd.
We hebben wel nog één joker achter de hand. Mocht onze
vlucht naar Melbourne nog eens geannuleerd worden, heb ik nog een adres in
Launceston waar we kunnen verblijven bij privé personen. Tijdens onze wandeling
door de Cataract Gorge was ik namelijk aan de praat geraakt met een dame, die
naar onze toestand informeerde. Na onze uitleg, zei ze dat ze nog een leegstaand
weekend huisje had ten Noorden van Launceston. Als we niet meer vooruit (dit wil
zeggen naar Melbourne vliegen), noch achteruit zouden kunnen (langer in ons
appartement blijven dan initieel voorzien) konden we daar gratis gaan logeren.
Dat is weer zo een deus ex machina zoals ik er voor reizen al een paar tegen
gekomen ben. Daarmee voel ik terug grond onder mijn voeten. Dat stelt me
gerust. Want schaken met regels die om de haverklap wijzigen, is wel spannend
maar na een tijdje niet meer zo leuk.
We komen goed op tijd aan in de luchthaven van Hobart, want ik
voorzie dat wat tijd zullen nodig hebben om onze Avis huurwagen terug in te
leveren. Omdat we ons afvroegen hoe Avis zou reageren als we de wagen een week
vroeger dan voorzien inleverden, had Kris gisteren naar Avis gebeld. Geen
probleem antwoordde Avis: dat kan je regelen aan de balie van Avis in de
luchthaven (waar we de auto gehuurd hadden). Niets blijkt minder waar. Omdat we
de wagen niet via Avis, maar via een reisbureau geboekt hadden, kon de Avis
medewerkster geen terugbetaling van het saldo geven. Ik laat haar de
boekingspapieren van Avis zien. Zonder een krimp te geven, legt ze vervolgens een
andere plaat op: we leveren de wagen té vroeg inleveren, daarom kan ze de wagen
niet in ontvangst nemen, want het systeem laat dat niet toe. (Allicht gebruiken
ze SAP). Ik begin te discussiëren, dat vrouwmens wordt eerst vervelend
en dan pisnijdig omdat ik haar vraag om me dan een handgeschreven attest te
bezorgen waaruit blijkt dat ik de wagen in goede staat heb afgeleverd. Dat weigerde
ze. Ook nadat ik ze telefonisch in contact gebracht had met de telefoniste die
Kris gisteren aan de lijn had. Ik ben dan maar een heel set fotos van de wagen
gaan nemen. Plots verschijnt op de parking een Avis man die de wagens van hun wagenpark
aan het scannen is. Hij vertelt me dat de scannen het bewijs is van terug
inleveren van de auto. Ahaha, ik terug naar mijn vriendin van Avis. Maar die
heeft haar afspanning verlaten en daagt gedurende meer dan uur niet meer op.
Als ze eindelijk terug ten tonele verschijnt vraag ik haar opnieuw naar een
bewijs van inleveren. Eerst beweert ze dat wagen nog niet in gescand is. Als ik
confronteer met de uitleg van haar collega scanner, wijzigt ze opnieuw haar
uitleg. Ja, de wagen is gescand maar is nog niet opgeladen in het systeem. Ik
vang hier duidelijk bot bij dat onmens. Die is gewoon van slechte wil en zij weet dat ik moet afhaken want ik gaan inschepen.. Ik heb van haar een foto genomen. Om Churchill te parafraseren: de mens is in
staat om vergif in mijn koffie te doen en, mocht ik met haar getrouwd zijn, zou
ik het zonder aarzelen opdrinken. Maarbest even wachten op een officiële mail van Avis Dit verhaal is nog niet
afgelopen.
De vlucht verloopt feilloos en het vliegtuig is amper voor
een derde gevuld.
Daarmee zitten we nu in Melbourne, vanwaar onze vlucht naar
België op 19 mei moet vertrekken. Maar Etihad kan dat niet beloven, zelfs niet
op hun communiezieltje. Ze weten het gewoon ook niet. Anderzijds is er volgende
week een alternatieve vlucht van Qantas naar Brussel begin april met een
tussenlanding in Dubai. Maar geen kat weet of die Arabieren ons nog wel willen
laten vertrekken. En daar wil ik zeker niet in quarantaine verzeilen, want ze
schenken daar geen bier. Bovendien zou ik opgescheept dan zitten met 4 betaalde
tickets die niet bruikbaar zijn. Dat gaat over een flink pak geld. Etihad beweert dat zij eind april wél terug op Brussel zouden vliegen. Dus denk ik
dat de optie om eind april terug te keren met onze omgeboekte Etihad tickets beter
is. Dan is het risico kleiner om ergens god-weet-waar vast te komen zitten en kan
ik onze bestaande tickets her benutten.Maar dat is allemaal giswerk en april is nog ver weg.
Twee dingen staan wel vast: we zitten in Melbourne en we
gaan morgen op zoek naar een B&B waar we een maand kunnen vertoeven. Want
zo lang in het huis van Toon en Romana verblijven is niet goed noch correct.
Met goed weer is dat circus hier gelukkig allemaal nog licht verteerbaar.
Het wordt een beetje eentonig. Vanmorgen weer tot 12 uur
doorgewerkt om onze annuleringen, boekingen, vluchten etc nog maar eens aan te
passen aan de nieuwe regeltjes. Niettegeloven. Daarna een wandeling in
Launceston om te genieten van de warme zon (20°). Ik wilde een oude brouwerij
bezoeken, maar ook die was door corona gesloten. Kris is van pure miserie dan
maar wat gaan vitrinelakken, zoals ze in Gent zeggen (als ik het me nog goed
herinner).
Na ons laatste avondmaal, gezellig ingepakt, want Toon
heeft gisterenavond voor ons een vlucht naar Melbourne kunnen boeken. Alles lijkt prima, tot we
zonet bericht kregen dat ook deze vlucht afgelast is. Het circus van zoeken en
omboeken begint dus opnieuw. We zijn hier nog niet weg. Dit is hier Zuid
Amerika in het kwadraat.
We gaan nu een pint Australisch fluitjesbier drinken en
kruipen dan in mijn bed. Schol.
Deze morgen twee uur gespendeerd aan opzeggingen,
afzeggingen en toezeggingen. Een hele boekhouding gelardeerd met credits voor
vliegreizen enz.Gisteren publiceerde
Etihad op haar website dat alle vluchten geannuleerd waren. Dus ook onze
terugvlucht naar Europa. Na uuuuuuuren (sinds gisterenmorgen!) de telefoon open
te laten heeft Kris eindelijk Etihad aan de lijn gekregen. Daar vernemen we dat
Etihad haar vluchten voor 14 dagen heeft opgeschort en dat we begin april
moeten terugbellen. Als de luchtvaartmaatschappijen er niet in lukken om hun
beslissingen correct op hun website te publiceren, gaan we terug naar het
tijdperk van voor de tamtam. Enfin tot 10 uur bezig geweest om een haalbaar
compromis te vinden.
Om onze zinnen te verzetten dan een wandeling gemaakt naar
een kloof met een indrukwekkende waterval en een kolkende wilwaterstroom. Althans toch volgens de Australische
informatie . Ik ken intussen de ongebreidelde zin voor overdrijvingen van de
Aussies, dus vertrekken we met de typisch Belgische gezond argwaan: als het
schouwspel niet vet is, dan hebben we tenminste nog een mooie wandeling
gemaakt. Het was effectief zo. Ik ben ervan overtuigd dat de namaak kloven,
stuwen en kolkende watermassas in de Efteling indrukwekkender zijn. Ik begin
de pappenheimers van down-under een beetje te kennen. Much ado about nothing
omschrijft Shakespear dat.
Terug in ons appartement vernemen we dat de Regering tegen
29 maart alle buitenlandse toeristen van het eiland wil: de B&Bs, hotels
ed mogen geen nieuwe klanten meer aanvaarden. Binnen het uur stromen het mails binnen op onze toestellen waarbij alle B&B die we in Tasmanië geboekt hebben laten
weten dat zij onze boekingen eenzijdig moeten schrappen want de boetes bij
overtredingen zijn enorm: enkele duizenden euro. Dus moeten we hals over kop
onze vlucht van Hobart (Tasmanië) naar Sydney (homeland) omboeken naar een
vlucht vóór 29 maart 23:59u. Dankzij Toon, de zoon van Kris komen de
omboekingen uiteindelijk op hun pootjes terecht. Ik persoonlijk had het niet
gekund, ik heb serieuze problemen om in die jannekensnest van de websites van
de vliegtuigmaatschappijen mijn weg te vinden naar omboekingen of annulaties. De weg naar nieuwe boekingen ligt echter wagenwijd open.
De spelregels veranderen om de paar uur. Vluchten worden
geschrapt alsof ze in krijt op een bord geschreven staan. Maar waar voor? Momenteel
eigenlijk nog steeds voor peanuts. In Tasmanië heeft bij mijn weten nog niemand een
corona virus tegen gekomen, laat staan er ziek van geworden. Zucht.
Het ontbijt in Australië stelt niet veel voor. De overgrote
meerderheid van de B&B serveren zelfs geen ontbijt. Waarvoor de tweede B
in hun naam staat is me niet erg duidelijk. Bij een tas slechte Nescafé, twee
dikke sneden geroosterd ping-pong brood en zoetigheid (broodbeleg is hier een
onbekend woord) ondergaan we de eindeloze en niet terzake doende woordenvloed
van de vrouw des huizes. Wat een verschil met de heer des huizes: hij zou zo in
Engeland kunnen gaan wonen. Stiff upperlip en wat ie zegt is to-the-point, overgoten
met een vleugje Britse humor.
Intussen zijn we tot het pijnlijke inzicht gekomen dat we
begin April niet meer naar Sydney zullen kunnen vliegen. Want in Sydney krijgen
we allicht huisarrest en dat willen we ten alle prijzen vermijden. Dat impliceert
tevens dat we daarna niet naar Brisbane kunnen. Er zit niets anders op dan al
die vluchten en reserveringen en trips die we vooraf gereserveerd hadden, af te
zeggen. Dus geen Great Barrier Reef. We denken dat we best ons verblijf in Tasmanië met een week verlengen: hier zitten we veilig en binnen een week zal de vraag van gestrande reizigers, om vroegtijdig terug te keren, wel wat afgenomen zijn.
Dat administratieve werkje kost ons in een eerste ronde al
enkele uren pc-werk, want alle sites zijn overbevraagd en schermen zich daarom erg efficiënt af. Goed dat ik mijn
notebook bij heb, want op het schermpje van een smartphone is dat onbegonnen
werk. Ik moet me erbij neerleggen dat deze beslissing me veel geld zal kosten
aan niet te recupereren reservatiekosten. En ik kan allicht niets verhalen op de
reisverzekering, want zij aanzien de pandemie als een natuurramp en een reis
naar een risicogebied. Geen van beide klopt, maar ja dat helpt niet.
In de namiddag door prachtige en immense bossen naar Launceston
gereden. Daar hebben we voor drie nachten een appartement gehuurd. Het blijkt
een statig herenhuis te zijn, helemaal voor ons alleen. s Avonds wat proletarische spaghetti gemaakt
met een glas water, premier grand cru, erbij. Want in de supermarkt verkopen ze
geen bier, laat staan wijn.
Tijdens de nieuwsuitzendingen vernemen we dat de
Australische Regering analoge restricties doorvoert zoals Europa een maand
geleden deed: ook restaurants ed gaan dicht. Maar gelukkig voor ons geen woord
over quarantaine in huis of over reisverbod. Dus doen we rustig voort, want we
verblijven momenteel op één van de veiligste plekken ter wereld. We rijden dus
verder noordwaarts naar Beaumaris. Onderweg her en daar gestopt voor een
strandwandeling.
s Avonds zit er een restaurantbezoek meer in. Heen en terug 25 km moeten rijden om In een afhaal-frituur een gegrilde moot blauw-oog vis
met friet gaan halen en in het drugskotje wat verderop twee flesjes bier. In
mineur alles opgepeuzeld in onze B&B.
Na een schitterend ontbijt in de B&B Malting Lagoon in
Coles Bay gaan we Freycinet Park met een bezoekje vereren. En in het Park
opteren we voor een klimpartij naar een uitzicht op Wineglass Bay. Het kost me
wel wat moeite, maar het lukt. Onderweg wat vogeltjes gefotografeerd waarvan ik
tot op heden de naam nog niet gevonden heb. Ik ben ook een Oost-Duitse
familietegen gekomen, van Quedlinburg.
Groot is zijn verrassing dat ik het stadje ken en nog meer dat ik het, 6 maand
na de val van de Muur, bezocht had.
s Middags wat oesters gaan eten. Ze zijn goed van smaak,
maar ze vallen wel wat kleiner uit dan in België. Daarna als twee oudjes van een
strandwandeling genoten: fris (16°), veel wind maar gelukkig wel zonnig.
Vanavond bij het eten nog eens wijn geprobeerd.Tja naar mijn smaak was hij (een Pinot Noir) een beetje aangelengd met
water. Zo wordt mijn argwaan tegenover Australische wijn in het algemeen er natuurlijk
niet kleiner op.
Vandaag mijn maidentrip met de huurauto. Links rijden,
automatische versnellingen, een auto die wat breder is dan ik gewend ben (een
SUV nietwaar) en de rijstroken die beduidend smaller zijn dan ik gewend ben, de
zachte bermen naast de rijstroken die sterk afhellen, allemaal elementen die ervoor zorgen dat ik wat gespannen ben. Maar oefening baart
kunst denk ik en ik vertrek naar Port Arthur. Dat is enorme gevangenisgebouw dat de Britten in 1830 op het
einde van het meest zuidelijke schiereiland van Tasmanië gebouwd hebben. Ideaal
gelegen, want het is langs drie zijden omgeven door de wereldoceanen zodat er maar
aan één zijde (en dan nog de kortste) een afsluiting hoeft gebouwd én gecontroleerd te
worden. Geen probleem om er te raken, maar het openlucht museum met de
restanten van de gebouwen is sinds deze morgen gesloten wegens coronaschrik. Hier
gaan we weer: als je een groot open lucht museum sluit wegens besmettingsgevaar,
dan stoppen we best ook maar met ademen, denk ik. Het zij zo. Ik zie sommige van de bewuste gebouwen van op
50m afstand. Daarmee moet ik het doen.
Dan maar de lange trip Noordwaarts naar Coles Bay (Swansea) aangevat.
Kris maakt er me regelmatig attent op dat ik net iets teveel uiterst links op
het rijvak rij. Ik schat het probleem niet goed in. Het stuur staat immers rechts
en daardoor zie ik de linker aflopende snoet van deze bredere auto minder
nauwkeurig. Maar eigenlijk geen probleem, denk ik. Onderweg moet ik een 30tal km over een verharde zandweg
rijden. De zijkant van die zandweg glijdt vrij steil af. Ik rij uit voorzorg al
wat trager en toch gebeurt er waarvoor Kris me gewaarschuwd had. Plots schiet
mijn linkervoorwiel van het rijvak af.
Ik voel de wagen links naar beneden schuiven. Ik ruk onmiddellijk aan het stuur
en geef gas. De wagen schiet gelukkig terug de rijweg op, maar vliegt dan omdat
ik extra gas gegeven heb allicht- naar uiterst rechtse kant van de rijweg. Ik ruk/stuur
opnieuw bij, ditmaal naar links en nog eens, nu terug naar rechts. Pas dan krijg ik de auto opnieuw onder controle en rijdt ie braaf in het midden van de zandweg. Ja wadde, was me dat even
schrikken! Gelukkig was er geen andere auto in de buurt. Mijn reactiesnelheid
is nog goed, besluit ik. Oef. De rest van het traject verloopt zonder problemen.
Vandaag verlaten we het huis van Toon, Kris zoon, en moeten
we helemaal op eigen benen staan. De eerste hindernis is al een van formaat en
van cruciaal belang voor het verdere verloop van onze reis: hebben we de zin
van de Premier van Tasmanië wel correct begrepen en kunnen we Tasmanië,
ondanks alle paniekerige onheilsberichten, nog binnen???? Het voelt aan alsof ik
het ratelen hoor van de kettingen waarmee de valbrug wordt opgehaald. Come and see next week, same time, same place
(bij voorkeur met op de achtergrond zware dreigende muziek).
Zoals altijd verkies ik ruim op tijd in de luchthaven toe te
komen. Geen haast, geen stress en een zee van tijd om nog wat te eten en om
misschien nog een voordeeltje mee te pikken. En effectief, we checken als
eerste in en we krijgen een gratis upgrade naar exit seats. Mooi meegenomen,
niet? Daarna opteren we voor Aziatisch eten boven de Australische burgers met
friet en mayonaise.Als alles op is, valt
mijn oog op een Vietnamese eetgelegenheid, met vers gemaakt lenterolletjes en
fijne Phô soep. Aiai, te laat gezien. Goed voor volgende keer dus.
Op de vertrekborden zie ik dat de vlucht van 13:30u naar
Hobart in Tasmanië afgelast is. Maar de onze, die van 14:30u blijft fier op het bord staan pronken. En effectief,
stipt op tijd vertrekt onze vlucht. Het vliegtuig zit goed vol, allicht omdat
ze de gestrande passagiers van de afgelaste vlucht ook mee nemen. Eens op
Tasmaanse bodem, luidt het uur van de waarheid. We passeren een grote kaart van
2 m² met de vraag of we nà 15 maart op Australische bodem zijn toegekomen.
Daarnaast staat een hostess aan wie we -op ons eerste communiezieltje- op die
vraag met Ja of Neen moeten antwoorden. Ik antwoord in eer en geweten Neen,
want we zijn op 11 maart toegekomen in Melbourne. En dat was het. Geen gekte,
geen paniek, geen paranoia, geen quarantaine. Nada, niente, nougabollen. Ik hoor ook de valbrug achter ons met een klap dicht
vallen, want vannacht gaan de deuren van Tasmanië voor enige tijd op slot. Weer juuustoptijd. Nu kunnen we rustig 14 dagen zoals ons
hartje het belieft rondtoeren in Tasmanië.
Een uur later staan we met onze huurauto (een Nissan Qashqai)
in ons hotel in Hobart. Nomen est omen, want Qasqai is de naam van een meer dan
duizend jaar oude en nog steeds rondtrekkende nomadenstam in Iran (waarvoor een reis door Iran allemaal
wel goed voor is).Dat hebben we precies van
doen. En dan je kan wel inbeelden wat er gebeurt :
zonder vragen krijgen we upgrade van onze vooraf geboekte kamer. Ik heb weer
niet neen durven zeggen
Vanmorgen twee wasjes laten draaien en opgehangen.
Dan verder uitgepluisd wat de zin in de aankondiging van de Premier van Tasmanië ( at midnight on Friday ) precies willen zeggen: middernacht in de nacht van donderdag op vrijdag of middernacht in de nacht van vrijdag op zaterdag. Alle Aussies bevestigden, na rijp beraad en grondig overleg, dat het middernacht van vrijdag op zaterdag betekent. We gaan ervan uit dat dit correct is en dat wij bijgevolg morgen vrijdag in de vroege namiddag onze vlucht naar Tasmanië kunnen nemen en dat ze ons zonder quarantaine restricties- zullen doorlaten. Wie niet waagt niet wint.
Met een gerust hart dan vertrokken naar de Cottage waarin de familie Cook gewoond heeft. Ik hoor sommigen onder jullie al opmerken dat Jaimie geboren is Engeland, in Great Ayton op 27 oktober 1728. Dat is inderdaad zo, maar de waarheid gebiedt me te vertellen dat deze Cottage door zijn ouders gebouwd werd in 1755 en dat dit huisje ter zijne ere steen per steen werd herop gebouwd in Fitzroy Gardens in Melbourne in 1934. De ouders van Jaimie zullen hun hart ook wel hebben vast gehouden toen zoonlief vertelde dat hij effen ging varen om nieuwe continenten te ontdekken.
Nu dat huisje is een stulpje van 4 op 4. Ik kon het alleen langs de buitenkant bekijken want wegens het risico op een coronabesmetting was het museum gesloten. Ik krijg het stilaan op mijn heupen van sommige corona-maatregelen die kant nog wal raken en soms zelfs compleet idioot zijn. Een kruipkotje waar amper 6 man, en mits wat goede wil en goed klasseren nog een paardenkop in kan, sluiten omdat de samenscholing een risico op besmetting zou kunnen inhouden, is er toch echt over. Want daarnaast rijden de overvolle trams rustig rond . Er schort duidelijk iets aan mijn hersenen.
Daarna heeft Kris in drie (!) shopping centra nog een desperate poging ondernomen om wat aan te kopen. Zonder resultaat. Met een Australische Ale (die lijkt op limonade met wat alcohol in) hebben we het kunnen door spoelen.
Daarna een Indiër vereerd met ons bezoek en het was nog lekker ook. Zelfs Kris, voor wie het de eerste maal was om Indisch te eten, vond het fijn.
Het wordt moeilijk om nog een interessant dagprogramma uit te stippen, want alle items die ik vooraf had genoteerd, blijken nu gesloten te zijn. Dan maar met de trein naar Williamstown om daar een wandeling langs het strand te maken. Mooi weer en een mooi dorpje. Hier wonen duidelijk meer gefortuneerde mensen in mooie huizen. Ik heb er van enkele een foto genomen. s` Middags wel een ontgoocheling. Ik ga ervan uit dat ik in een luxe-stranddorpje wel een verse vis zou kunnen eten. Neen dus. Alleen alle vormen van vlees, vlees en nog eens vlees met mayonnaise en ketchup. Gelukkig een veggie restaurantje gevonden en lekker kunnen eten.
In de namiddag nog even een botanische tuin doorgewandeld en dan een slappe pint gaan drinken. De bestelling heeft wat voeten in de aarde. Op mijn vraag wat het sterkste bier was dat ze hebben, krijg ik als antwoord `one fifty lashes`. Ik zie het verband tussen een pint bier en zweepslagen niet direct. Ik vraag dus door en de verwarring wordt compleet. Naast mij staat een man zijn pint te drinken en hij zegt tegen mij in overvalst Australisch dat ik een Belg moet wezen om zo een boom te kunnen opzetten over een pint bier. Blijkt een Fransman van Marseille te zijn die al 15 jaar in Australie woont en werkt (als financieel brooker). Ik heb hem bij mij aan mijn tafeltje uitgenodigd en we hebben wel een uur een interessant gesprek gehad over de racistische reflexen van de Fransen, de cultuurloze Australische maatschappij enz. Ach jas. One fifty lashes is gewoon de naam bvan het bier.
Op de terugweg merk ik dat ik van de ene trein afgewipt ben en snelsnel twee perrrons verder de aansluitende trein heb genomen. Ik begin hier mijne weg te vinden.
Om 10 uur de trein van Kensington naar Melbourne en dan een trein naar Lilydale genomen. Daar moeten we volgens het toeristenbureau van Melbourne bus 685 nemen naar de Yarra wijnroute.
Maar ter plekke blijkt dat die bus geen haltes heeft tussen het eerste en het laatste wijndomein. En er zijn er meer dan 60. Gelukkig brengt een Ubertaxi redding. Het eerste domein dat ik op mijn lijstje gezet had, was Warramumdu Estate. Maar het is gesloten omdat er te weinig bezoekers komen opdagen. Nummer twee heet Pimpernel Vineyards, maar ondanks de originele naam blijkt ook dit huis wegens gebrek aan klanten gesloten te zijn. Een mens mag de moed niet verliezen en koppig volharden in de boosheid. Bij nummer drie heb ik wel geluk. Rochford Wines (wat een naam) is open. Het is intussen al half een geworden en we moeten nog aan onze dag beginnen. Wat een onderneming voor misschien 40 km.
Binnen zitten och arme tien (zatte) zielen in een etablissement dat makkelijk 500 man kan bedienen. Hallucinant.
Ik laat het niet aan mijn hart komen, want we krijgen daardoor een persoonlijke begeleidster. We kiezen elk een andere forfaitformule, kwestie toch een tiental wijnen te kunnen proeven tegen een schappelijke prijs. Dat is een goede zet, want de eerste proeverijen zijn, naar onze bescheiden mening, beneden alle peil. Aldi wijnen aangelengd met water lijkt me de beste omschrijving. Naarmate we overschakelen naar de duurdere wijnen begint de smaak gelukkig te beteren.
Na de degustatie hebben daar dan ook maar een middagmaal genomen. Na een korte wandeling op het domein, is het al tijd om de tijdrovende terugweg aan te vangen.
s`Avonds nog een wandeling gemaakt langs de mooie statige oude herenhuizen in Kensington. Veel degelijkere en meer stijlvolle panden dan het kartonnen kunst- en vliegwerk dat ze hier vandaag plegen neer te poten.
De nieuwsberichten over de Australische regeringsbeslissingen worden alsmaar meer verontrustend. Vanaf vandaag gaan alle musea dicht. Dat is een flinke streep door mijn programma. Want vandaag zouden we het Melbourne Museum en het Art museum afgehandeld hebben. Nougabollen. Dan maar een wandeling door de Chinese wijk. Niet zo iets als de Antwerpse Chinese Straat. Neen hier is dat een echt uit de kluiten gewassen wijk van meerdere blokken. Al wandelend opgemerkt dat de Chinezen daarin ook hun eigen museum hebben. Dat was, nr ik hoopte, wél open. Was een grote, volledige en mooi gepresenteerde tentoonstelling en ik heb 'teenentander' bijgeleerd. Vooral hoe hard het leven voor de Chinese immigranten was in de jaren 1880-1940.
In de loop van de dag sijpelen steeds meer reisbeperkingen door en de mensen worden alsmaar gekker: ze hamsteren toiletpapier, rijst en pasta. Net alsof de pest is uitgebroken. Ik hou mijn hart vast bij zoveel idiotie. Morgen plannen we alvast een tour door de lokale wijnstreek. Daar kunnen we ons ook een dag aangenaam mee zoet houden. We hebben alvast het traject met de trein en de bus uitgedokterd en we hebben de treintickets al gekocht.