Voor het boekbinden hebben we aniline-gekleurde huiden nodig. Deze huiden zijn tot in de kern gekleurd, en de poriën blijven vocht doorlaten. Gepigmenteerde huiden daarentegen laten geen water door (en zijn dus geschikt voor schoenen en tassen): op deze huiden is een kleurlaag aangebracht die de huid afsluit voor vocht. Boekbinders gebruiken allerlei soorten leder, bijv. rundsleder of geitenleder, maar geen schapenleder; dit heeft een zeer losse structuur en is zeer weinig duurzaam. De huid die verkocht wordt heeft een dikte van 3 à 4 mm. Dit is natuurlijk veel te dik om boeken mee te bekleden. Dat leder moet dus geschalmd (verdund) worden.
|