Het hebben van een huisgeno(o)t(e) kan handig zijn, bijv. wanneer een weerbarstig pakje moet voorzien worden van een touwtje. Het maken van een dubbele knoop gaat nl. veel gemakkelijker als iemand even een wijsvinger leent om de eerste knoop te fixeren tot de tweede knoop die taak overneemt. Er is echter een truukje om de nood aan die wijsvinger te omzeilen: de chirurgenknoop. Chirurgen moeten knoopjes kunnen leggen die gegarandeerd nooit verschuiven. Daartoe maken zij hun knopen anders dan gewone stervelingen, die de twee eindjes van het touw één keer om elkaar heen wikkelen en dan aantrekken. Chirurgen maken hetzelfde soort knopen (de twee eindjes om elkaar heen wikkelen), maar wikkelen ze minstens twee keer, en veel vaker veel meer keren om elkaar heen, voor ze ze aantrekken. Als wij nu voortaan onze dubbele knopen beginnen met één chirurgenknoop met twee wikkelingen (dat volstaat al tegen het verschuiven voor vlas, katoen, hennep, ...), dan hebben wij hiervoor voortaan geen huisgeno(o)t(e) meer nodig. Denk dan ook nog aan het verschil tussen platte knopen en oude-wijvenknopen, en je eindejaarspakjes zullen nooit zo àf geweest zijn.
|