Tweede variatie: je neemt een blad dat veel water kan opnemen en dat nat toch niet scheurt. Je tekent met potlood heel licht een rasterpatroon op het papier (kruispunten niet dichter bij elkaar dan ongeveer 8 cm). Op elk kruispunt bind je een kraaltje of een rijstkorreltje in. Leg niet meer dan één knoopje, maar trek het wel strak aan! Als er op elk kruispunt een voorwerpje ingebonden is, houd je het blad onder de kraan. Je kleurt dan het kletsnatte papier, door één kleur zijdeverf op de ingebonden kruispunten aan te brengen, de verf de tijd te geven in het papier door te dringen, en dan tussen de kruispunten een andere kleur aan te brengen. Wees niet zuinig met verf: deze techniek geeft het mooiste resultaat als er niet veel witruimte overblijft. Dit keer moet je het blad ingebonden laten drogen, maar je mag wel het overtollige vocht wegdeppen met keukenpapier (krantenproppen zijn te hard voor deze techniek). Pas als het papier helemaal droog is de draadjes losmaken. Dit losmaken is een werkje dat minstens evenveel geduld vraagt als het inbinden van de voorwerpjes (ook als je telkens maar één knoopje gemaakt hebt), en dat héél voorzichtig moet gebeuren, anders scheurt het papier toch nog waar het onder spanning staat.
|