Schrijf, zever, filosofeer, breek af waar U zin in heeft !
21-01-2007
Schrijven en voetbal
Goedemorgen,
Zoals de meesten onder U ondertussen al weten, woon en leef ik in Barcelona. Nu is voetbal alhier ter stede een heel belangrijke aangelegenheid. Je kan je kop niet buitensteken of je wordt er mee geconfronteerd. Nu lag ik vorige nacht te woelen en te draaien. Voor de perverten onder jullie, mijn vrouw sliep. Dus het woelen en draaien was een individuele activiteit. En plots dacht ik dat voetbal eigenlijk is zoals schrijven. "Vasthouden die gedachte" dacht ik. Ik heb ze maar opgeschreven, want meestal des morgens ben ik die dingen die ik des nachts denk allang weer vergeten. Voetbal=schrijven. Bij het opstaan kostte het me eventjes maar toen wist ik het weer. Als je een voetbalwedstrijd op televisie bekijkt, dan zit je eigenlijk gedurende 90 minuten te kijken naar veel over en weer gehol, nu en dan een beetje actie, en met geluk 3 a 4 flitsende, sublieme acties. Als ik zit te schrijven bekruipt me hetzelfde gevoel. Ik zit gedurende een hele tijd allerlei dingen op mijn klavier te tikken, maar dat zijn gewoon maar pasjes, terugspeelballen en dies meer. Dus het publiek gaat zitten tetteren, hot dogs eten, want dat verveelt maar. Nu en dan bots ik op een gedachte, schrijf een zin. Een eerste aanzet tot een poging tot aanvallen. Het publiek kijkt op, vergeet heel eventjes zijn hot dog, en declameert een Oooohhh. Maar al snel hebben ze terug meer aandacht voor hun hot dog dan het spel. En dan na veel heen en weer gepas, middenveldverveling, komt de flits. Als een razende ga ik tekeer op mijn klavier, korte pas naar voren, ik zie de zin vorm nemen, ik voel het aan mijn water. Lange sprint naar voren, de werkwoorden komen te staan waar ze moeten staan. Laatste hakje naar de vrijstaande aanvaller. Ik moet alleen nog een punt achter de zin zetten, dit is hem. En de aanvaller tikt hem binnen. Het stadion ontploft. Ook ik. Jezus wat een zin. Ik jubel. spring op, doe een Braziliaans dansje. Het publiek gooit zijn hot dog de lucht in. Is uitzinnig. Na dit mentaal orgasme, steek ik een sigaret op. Het publiek koopt nog maar een hot dog. En alles begint weer van voren af aan.
Ik heb zopas het boek van Aster Berkhof getiteld Donnadieu uitgelezen. Het is zeker geen recent boek, maar wel was ik ervan onder de indruk. Dit is een goed boek. Voor de mensen die het niet gelezen hebben, een aanradeer. Ik heb het 3 maanden geleden bij de Slegte in Gent op de kop getikt voor de ronde prijs van 4 euro. Daar ik maar éénmaal in het jaar in België kom, kan ik de meest recente boeken niet aanschaffen, maar als er mensen zijn die aanraders hebben voor mij, altijd welkom. Want meestal sleur ik een 50 boeken mee terug naar huis, kwestie van verzekerd te zijn dat ik niet zonder leesvoer val.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Camilo zat aan zijn
witteke te lurken en keek nog een keer op het uurwerk dat boven de
toog hing. Tien na zeven. Waar blijft dat meisje. Staat mij daar
eerst op te vrijen in haar frietkot, en komt nu niet opdagen. T'zal
toch geen van die feministes zijn, die wraak wil nemen op alles wat
een klokkenspel tussen zijn benen hangen heeft. En daar dan maar
afspraakjes mee maken om de meneren voor Piet Snot te laten zitten. Nu goed, als mijn
bier op is, blijf ik niet langer wachten. Maar zoals alle
goede vrijgezellen die ongeduldig zitten te wachten bij hun eerste
afspraakje, bestelde hij nog maar een pint bier. Halverwege deze
tweede pint, ging de deur voor de zoveelste keer open, Camilo keek
half geinteresseerd, want hij geloofde niet meer dat ze nog zou komen
opdagen. T'was begot al bijna halfacht. En toch, daar was
ze. Hij had moeite om haar te herkennen. Ze was bijna niet opgemaakt,
Zuiders gezichtje, pikwarte ogen. Maar bovenal een blik in haar ogen
die nieuwsgierig alles opnam en terzelfdertijd alles leek te
verwerken in dat bevallige hoofdje van haar. Het was die blik die
Camilo uit het lood sloeg. Sta ik hier met mijn stomme kop
smoorverliefd te worden op iemand die ik van haar noch pluimen ken.
Wat een metamorfose had zij ondergaan. Simpel maar met smaak gekleed.
Donkerblauwe wijde trui, maar niet zo wijd dat haar borstjes niet
zichtbaar waren. Leuk kleurig rokje, en een paar botjes met halfhoge
hakken. Maar de grootste metamorfose zat hem in haar houding. Dit was
niet meer het frietmeisje dat hij leren kennen had een paar uur
voordien. Ze kwam op hem
toegestapt met een licht verontschuldigende glimlach. Ik heb iets
langer moeten werken, mijn collega was later dan voorzien. Sorry
zei ze alweer met dat accent dat hij niet kon thuisbrengen. Geen probleem, ze
hebben hier bier genoeg, het regent hier niet binnen, ge moogt hier
een sigaretje roken en t'is hier niet koud. Dus het wachten was geen
zwaar karwei. Wat een stinkende
leugenaar ben ik toch, dacht Camilo Amper tien minuten geleden
zat ik haar hier te vervloeken voor vuile femeniste.
Na het lezen over Philou's druifje, schoot mij een Spaanse gewoonte met druiven te binnen. Op het einde van het jaar schiet de druivenverkoop in Spanje enorm omhoog. Dat heeft een reden. Een jaarlijks terugkerende folklore wil dat je op oudejaarsavond 12 druiven moet eten. En niet zomaar, maar wel 12 seconden voor twaalf uur. Las campanadas, de klokslagen. Dus Als de klokken de laatste 12 slagen van het jaar luidden, moet je 12 druiven zien te verorberen. Het eerste jaar dat ook mij die eer te beurt viel, dacht ik: Gemakkelijk. En dat is buiten de waard gerekend, want probeer, na een lekker maal en al een iets te veel wijn, je gezicht in de plooi te houden als je iedereen na de zesde of zevende klokslag met zijn bakkes vol druiven ziet staan. Je krijgt ze niet weggeslikt. Dan heb je ook de typische flauwe plezante oom, die zijn druiven op jouw bordje probeert te leggen. Dus hier in Spanje krijg je een nieuwjaarszoen met een druifsmaakje, komt goed uit als je maal rijkelijk besprenkelt was met alilo (mayonnaise met look).
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Tot mijn grote vreugde zie ik dat de lettertjes van mijn schrijfsels onderhevig zijn aan slijtage, omdat ze gelezen worden. En de bedoeling van schrijven is uiteindelijk wel gelezen worden.
Mijn tijd gaat de laatste maanden bijna volledig op aan schrijven. Hoe doe ik dat financieel vragen sommigen zich af. Normaal. Men moet tenslotte wel eten, slapen en van tijd tot tijd zijn natje en droogje kunnen permitteren. Nu, eigenlijk is dat heel simpel. Toen ik 14 jaar terug in Spanje aankwam zonder een frank, kwam goed uit want de peseta was niet interessant om te wisselen, en met een 5 weken oude zoon op mijn arm,heb ik 6 jaar op bouwwerven gewerkt via het schrijnwerksbedrijf van mijn schoonvader. Ik sprak geen Spaans toentertijd, dus solliciteren was er niet bij. Mijn vrouw is licentiaat Germaanse, en was bezig een aantal zware staatsexamens aan het voorbereiden. Dus was ik voor het grootste deel de kostwinner. Na zes jaar lukte het me niet meer. Mijn deerne had toen na 3 jaar vechten haar felbegeerde job in de wacht gesleept. Omdat ik van jongsaf op eigen poten sta, wordt de schrik om radicale stappen te nemen, telkens kleiner. Ik heb mij toen opgesloten, en heb op een jaar tijd een paar computertalen ingestudeerd. Ben op zelfstandige basis websites beginnen maken, servers plaatsen en dergelijke dingen. Vandaag de dag maak ik amper websites, maar haal een klein inkomen uit een reeks domeinnamen die ik host. Na het overlijden van mijn vader op 59 jarige leeftijd, het overlijden van mijn grootmoeder, 11 maand nadien, was het dus alweer tijd om één van die radicale stappen te ondernemen. Mijn deerne steunt mij volledig in mijn kronkelige manier van zijn en denken, niet altijd begrijpend waar dat mentaal schip henen vaart, dat begrijp ik zelfs niet. Vandaag de dag is zij de de voornaamste kostwinner in huis. Ik heb er ondertussen trouwens nog een dochtertje bij. Dus dat is in een notedop mijn belastingsverklaring. Mijn grootste motivatie om een blog te beginnen, was opbouwende kritiek te ontvangen, maar aan de reacties te merken, staan mensen daar huiverachtig tegenover. Niemand heeft de waarheid in pacht, klopt zapnimf. Maar een kritiek kan altijd nieuwe aspecten tevoorschijn toveren. Mischien moet ik maar beter een frituur openen dan boeken schrijven, zou kunnen. Kritiek is voor mij, met een mooi Engels woord, feedback. Ik kan tegen een stoot, vooral blonde, dus terughoudendheid of bescheidenheid, wat wel siert, hoeven voor mij niet.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders.
Ik kreeg een interessante vraag gisteren van Stienie. Is Camilo biografisch of gaat het over Don Camillo? De auteur Giovanni Guareschi schreef in de jaren 50 en 60 boeken over Enen Don Camillo, met twee ellen. De naam van mijn personage is simpelweg gebaseerd op mijn schoonvader's naam, omdat ik die origineel en leuk klinken vind. Dan het tweede deel van de vraag: Is dit biografisch? Hier moet ik nuanceren, ik ben inderdaad van Gent afkomstig. En evenals Camilo, vind ik feitenkennis belangrijk. Dus ja, er zit hier en daar een autobiografisch en biografisch reukje aan. Het is voor mij een grote hulp om vragen en kritieken te ontvangen. Want hier in Spanje heb ik niemand waarmee ik in de clinch, en dit bedoel ik positief, kan gaan over wat ik schrijf. En het enige wat ik doe in mijn dagelijks leven is schrijven.
Dus Stien, enen groten dankuwel van mijnentwege.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders.
Kauwend zonder iets
te proeven wandelde Camilo terug richting Centrum. Zou dit mischien
iets zijn waarover hij kon schrijven. Eerste ontmoeting met meisje
met raar accent. Nu, als dit een onderwerp zou blijken te zijn, dan
zou hij daar wel achter komen vanavond. Om de tijd nuttig te besteden
bezocht hij een krantenwinkel om de Humo te kopen, hij ging nochtans
niet binnen alvorens zijn broekspijpen gecontroleerd te hebben. Een
ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen. Na dit leesvoer
aangeschaft te hebben, ging Camilo op een bankje zitten lezen aan het
St Jacobs. Camilo had wel iets met drukke kruispunten in Gent. Het
getoeter, geronk, bebabbel van de schoolgaande jeugd en de
electrische trolleys brachten hem tot rust. Terwijl de meeste mensen
een rustig parkje prefereerden. De geur van de stad was ook iets heel
apart. Een beetje zoetig, licht vochtig op winternamiddagen. Het was
nu midden oktober maar nog zeer zacht voor de tijd van het jaar, en
met zijn dikke parka had hij het sowieso niet koud. Camilo sloot zijn
ogen en liet zich drijven op
de geluiden, en het zalig niets doen. Nu en dan bleef Camilo weleens
een kwartiertje ergens
doodstil zitten. Hij was altijd nieuwsgierig geweest hoe zijn vader
het niet kunnen bewegen
ervaarde. Hij kon als in trance zijn benen loodzwaar voelen worden en
deed alsof hij wilde bewegen zonder een vin te verroeren. Met
gesloten ogen en bewegingsloos, merkte hij dat na een paar seconden
zijn zintuigen op een andere manier reageerden. De geluiden om hem
heen werden luider, maar niet storend, het was alsof ze allemaal op
een verschillende geluidsband stonden, elk geluid kon je ervan
tussenpikken, als hij alleen maar de bus wilde horen dan lukte dat
wonderwel. Ook werd zijn huid gevoeliger, hij kon de stof van zijn
trui perfect voelen. Zijn lichaam voelde wel aan alsof het 2 ton
bewoog. Na het vele jaren sleuren aan zijn vader om hem van rolstoel
naar auto of sofa te verplaatsen, had zijn onderbewustzijn dit
gegeven opgeslagen opgeslagen. Het gevecht als verlamde tegen de
zwaartekracht. Ooit in een gesprekje had Raymond, want zo noemde
Camilo's vader, gezegd dat hij best wel austronaaut zou willen zijn.
Met mijn armen en benen kan ik niets aanvangen, hier op moeder
aarde, dus waarom geen weekje gaan zweven in de ruimte. Daar zat wel
iets in, na vele jaren vastgekluisterd te zitten zou dit inderdaad
wel een hele aparte ervaring moeten zijn. Dan zou ik wel mijn
nieuws om zeven uur moeten missen, dus dan doe ik het niet. Dit
was Raymond's typische commentaar als iets onmogelijk was. Ook
vertelde hij nu en dan aan mensen dat hij helemaal niet anders-valide
was, maar dat hij roerloos bleef zitten om zijn degelijke
invaliditeitsuitkering te kunnen blijven krijgen. En zoals hij eens
gezien had in een Amerikaanse reportage over privé-detectives
die voor verzekeringsmaatschappijen mensen schaduwden om te zien of
ze nu wel echt iets mankeerden, vermelde hij erbij dat ze hem niet
zouden klissen, ik hou vol, laat ze maar komen die detectives.
Sommige mensen keken een beetje raar op als hij dergelijke
opmerkingen maakte, meestal lag Camilo in een deuk als hij die
bedremmelde blik, en de vragende ogen van de toehoerders zag
opensperren. Mensen hebben veelal een medelijden gevoel als ze iemand
aan een rolstoel gekluisterd zien, maar staan er veelal niet bij stil
dat diene duts daar niet altijd vrolijk van wordt. Welnu, elk
zijn plezier.
Camilo werd ruw
gewekt uit zijn roerloosheid en zijn dagdromen door een tik op de
schouder die vergezeld ging van een mannenstem, Alles ok, meneer?
Daar kon hij nog steeds niet aan wennen wanneer ze hem meneer
noemden, dat klonk alsof hij oud was. Camilo opende de ogen en zag
dat er een flik een beetje bezorgd op hem neer keek. Ja, ja. alles
ok. antwordde hij een beetje beduusd. Wat zijn we aan
het doen.? vroeg de flik nu niet meer zo bezorgd, maar eerder
achterdochtig alsof hij een inbreker had betrapt. Aan het
schrijven. De flik die begon te
denken dat Camilo onder invloed was van één of ander
goedje, begon zich lichtjes kwaad te
maken. "Aan het
schrijven, he? zonder papier of pen.? Denkt meneer er mee te
rammelen? Alweer dat meneer. Kijk meneer de
flik waarbij de ambtenaar zijn wenkbrauwen fronste. Ik zit hier
rustig op een bankje te genieten van de stad, bedankt voor de goede
zorgen, maar alles is ok, wilt U nu alstublieft het verkeer gaan
regelen, oude vrouwtjes helpen oversteken of iets dergelijks? Daar
kon die kerel niet echt om lachen, dat vondt hij niet beleefd. "Manneke, dat
had Camilo al liever dan dat meneer gedoe. Ge moet wat beleefder
leren zijn. De flik draaide zich om en beende met grote passen
weg. Een verstandige kerel, dacht Camilo. Die had snel door
dat dit met moeite een conversatie kon genoemd worden en nergens toe
leidde.Dus bolt hij het snel af. Goed punt voor U, meneer de flik.