Schrijf, zever, filosofeer, breek af waar U zin in heeft !
30-12-2006
De schrijver
Goedemorgen
Niet meer naar het werk. Lui blijven
liggen. Notitieboekje en Bic op het nachtkastje. Gebruiksaanwijzingen
lezen. Naar de bibliotheek. Nog meer lezen. Jezus, ik moet meer werk verzetten
dan vroeger. dacht Camilo. Niet geklaagd, een wandeling en een busrit is geen slecht
begin als ochtendgymnastiek. Al slenterend bereikte hij de bushalte.
Ticket kopen, instappen, raamplaats opzoeken. Neerzitten. Rondkijken.
De rit was prettig, nu hij toch het diepe ingesprongen was, waren
zijn ratjes vrij rustig. Ze knabbelden wel een beetje rond hier en
daar maar zonder al te veel schade aan te richten. Bij het passeren
van zijn oude school glimlachte hij en dacht aan de tijd waar hij
opstelletjes verkocht voor 20 frank aan zijn klasgenoten. Op
tienjarige leeftijd kwam hij tot de ontdekking dat bij de
schrijfopdrachten een tien als resultaat vaste kost was, dus waarom
geen handeltje opzetten. Er waren altijd wel klasgenootjes die geen
drie letters na mekaar in de juiste volgorde konden zetten, laat
staan een degelijke zin neerpennen. En je zal het altijd zien, dat
zijn nu juist die kliertjes die met het meeste zakgeld gaan lopen en
komen opsnijden met dikke pakken voetbalprentjes, waar jij dan al
bedelend nu en dan wel eens een paar dubbele prentjes van kreeg. Zij
zijn degenen die 'smiddags de school verlaten om lekker friet te
vreten bij moeder terwijl jij op school je boterhammetjes met salami
kan verorberen. Dus waarom niet een beetje centen aftroggelen van die
ettertjes? Het zaakje liep zo goed dat de helft van de klas
bestellingen plaatste. Het zaakje ging op de fles toen de King Kong,
want zo noemde zij meneer Tienpont van de vijfde klas, merkte dat het
niveau van de opstellen aanzienlijk verbeterde. In den beginne maakte
hij zich nog illusies dat het aan zijn leraarscapaciteiten lag, tot
op een dag Camilo met zijn stomme kop op drie opstellen zijn eigen naam
had geschreven, toen ging zelfs bij King Kong een belletje rinkelen.
Einde van mijn eerste zaak. dacht Camilo net voor de bus
Oostakkerdorp binnen reed. Bij het afstappen zag Camilo dat het goed
was en tevreden ging hij de sigarettenwinkel binnen om zijn
dagelijkse portie rookwaar aan te schaffen. Toen hij in de rij stond
merkte hij dat iets aan zijn been kriebelde, het was alsof er iets in
zijn broekspijp zijn weg naar beneden baande. Godver vloekte
hij binnensmonds Er zit nog een kous in mijn broekspijpen. want
Camilo was nu éénmaal het soort man die in één
vlotte soepele beweging broek, onderbroek en kousen uittrok bij het
zich ontkleden, en dan die hoop textiel liet vallen naast z'n bed.
Wat hij wel deed was alle dagen verse kousen en onderbroek aan
trekken, maar soms droeg hij wel dezelfde jeans twee dagen na elkaar.
Met als gevolg dat er nu en dan wel eens iets in de broek bleef
zitten, zoals nu de bewuste kous. En die kous had wel een heel
ongelukkig moment uitgekozen om zijn weg naar buiten te banen. Half
vooroverbuigend en veinzend dat hij aan zijn knie en onderbeen jeuk
had probeerde Camillo de kous uit de broekspijp te halen, wat op
grandioze wijze mislukte, met als gevolg dat het oude dametje dat
achter hem in de rij stond misprijzend op zijn rode kop neerkeek,
Toen uiteindelijk de kous toch uit de pijp en in de broekzak van
Camilo zat, richtte hij zich op en probeerde hij zo normaal mogelijk
rond te kijken. Oostakkerdorp, is de eerste weken verboden
terrein. Want in zo'n klein dorp weet iedereen geheid binnen de 24
uren dat één of andere klojo kousen uit zijn broek
tovert in de krantenwinkel.
Twee weken later was alles in kannen en
kruiken, Camilo mocht opstappen en dan nog wel met de felbegeerde
dopkaart in zijn bezit. Men had bij Stukwerkers, zo noemde dat
havenbedrijf, beslist dat hij kon opstappen. In ons Belgenlandje kan
men overal een mouw aanpassen, dus waarom niet aan Camilo zijn
ontslag. Wegens onvoldoende werk vermelde Camilo zijn
ontslagbrief en klaar was Kees.
Nu begint het echte werk dacht
hij, toen hij voor de laatste maal het kleine kantoortje buitenstapte
van de foreman, of ploegbaas lijk U wilt. De afgelopen twee weken had
Camilo wel een paar wereldoorlogen met zichzelf uitgevochten,
eigenlijk ging de strijd tussen twijfel en overtuiging. Overtuigd was
hij voldoende, maar steeds knaagde de twijfel. Soms kon hij die horen
als een rat die zich tegoed doet aan een deurpost. Knaag, knaag,
vreet, knaag. Het beste wapen was nog steeds de aanval besliste hij,
en nam zijn mentale arsenaal tevoorschijn, en met een meedogenloze
gedachtengang maakte hij de knagende rat op bloederige wijze af. Maar
ratten planten zich voort, en ze waren niet van plan om de strijd
zomaar op te geven. Dus begon Camilo erover na te denken om een soort
wapenstilstand te bedisselen met de ratten annex twijfels.
Nu alle rellen en onlusten een beetje geluwd zijn over de de balkonhangende kerstmannen, durf ook ik nu mijn mening geven over dit fenomeen. Eigenlijk niet over de kerstmannen zelf, maar over die verdwaalde geesten die zich daar druk over maken. Ik vraag mij af: "Hebt U in Godsnaam niets beter te doen dan U zich druk te maken over gevelhangende poppen?" Heeft de verveling in ons Belgenlandje zo keihard uitgehaald dat zelfs zoiets wrevel kan opwekken? Als ik 's morgens (met dank aan zapnimf staat het weglatingsteken nu wel op de juiste plaats) terug tot het land der wakkere wezens word binnengeleid, is dat steeds terug een rentree tot een waarachtig feest. Waarbij ik alleen halfvolle glazen zie, lachende mensen en blijde kinderen. Alhoewel ik twijfel aan mijn gezichtsvermogen. Want steevast kom ik in de wereld der wakkere wezens, wezens tegen die niet hetzelfde zien als ik. Er zijn er bij die verschrikkelijk vervelende kerstmannen zien hangen, en daarbij actiegroepen, zelfhulpgroepen, en zelfmoordcommando's oprichten. Zolang ik geen roze olifantjes zie langsvliegen om een praatje te komen maken, maak ik mij geen zorgen.
Vandaag komt mama aan, om 14h45 is het zover. Dan gaan we met z'n allen mijn verwekster verwelkomen. Als de vliegmaatschappijen dit toestaan natuurlijk.