Of ze heel zeker was dat ze niets hoefde mee te nemen, vroeg ik voor tigste keer.
Ze draaide haar ogen alsof ze nauwelijks kon bevatten waar mijn onmetelijke domheid aan te wijten was. Nee, zei ze kordaat. Om daar enkele seconden later aan toe te voegen: behalve een paraplu, een boerenpet en een regenjasje.
Dat kan niet, zei ik.
En waarom niet?
Het was mijn beurt om met mijn ogen te draaien. Omdat we naar de instapviering gaan. Naar de mis. De kerk, weetjewel? Dus ik denk niet dat je daar boerenpetten en paraplus nodig hebt. Die zijn voor het schooloptreden, niet voor de instapviering.
Goed dan, zei ze dramatisch. Ze sloeg haar armen over elkaar, knarste met haar tanden en keek me dreigend van onder haar wenkbrauwen aan. Maar je zult zien dat ik de enige ben
Ik zwierde de deur van de auto dicht.
We kwamen net te laat, uiteraard. Ondanks haar protest manoeuvreerde ik mijn dochter handig door de mensenmassa tot net voor het altaar en duwde haar tussen haar klasgenootjes voor het inleidende gezang. Tot mijn verbazing herkende ik een tocht door het donker in een licht aangepaste versie. Mijn dochter trok zich van de gekerstende versie niets aan en zong luid en duidelijk luider en duidelijker helaas dan de klasgenootjes om haar heen de originele versie, zichzelf ritmisch met voet- en heupbewegingen begeleidend. Met blozende wangen vanwege het succes zat ze twee minuten later naast mij op de stoel. En vervolgens op mijn schoot, want anders kon ze de meneren vooraan niet zien. Om drie seconden later alle interesse in de meneren te verliezen en de hele tijd luidop opmerkingen te maken, terwijl ikzelf mij keihard concentreerde op het heiligenbeeld vooraan om geen lachstuipen of woedeaanval te krijgen. Een mens moet keuzes maken in het leven.
Nog een half uur later schoot het haar te binnen.
Oei, klonk het voor de halve kerk toen ze de andere kinderen ijverig in hun moeders handtas zag vissen. Ik moest toch iets meebrengen.
Wat dan? Ik siste zo stil en dreigend mogelijk.
Het oor van god!
Ik concentreerde me weer op het heiligenbeeld.
Het oor van god, ging ze nog wat luider. En dat moesten we kleuren. Want hij kent al onze namen, maar hij weet niet wat ze wil zeggen en dus moesten vragen aan mama en papa en dat erbij zetten op het papier.
Ondertussen stapten alle klasgenootjes fier met hun gekleurde oren van god naar het altaar, alwaar een van de meneren ze in ontvangst nam om ze vervolgens aan een wasdraad op te hangen. Waarop het hele kinderkoor weer losbarstte in een nieuwe versie van de tocht door het donker en mijn dochter zich naar voren wurmde om uitbundig mee te doen.
Er resten ons nog vier maanden tot het moment van de waarheid.
27-01-2009 om 13:01
geschreven door Tine 
|