AMERIKA 2019: Washington (4), Georgetown, Dumbarton Oaks
Anderhalf uur van onze queeste in Georgetown spendeerden we in Dumbarton Oaks, een onnoemelijk fraaie tuin achter een klassiek huis dat overigens niet bezoekbaar is. Geeft niet, het gaat hier om de tuin, een creatie van de rijke Mevrouw Bliss, die alles afwist van Europese tuinkunst en voor haar Washington-mansion de beste specialisten aansprak om haar droom te verwezenlijken - droom die ze in 1940 goedgunstig vermaakte aan Harvard University die het sindsdien onderhoudt. Je zou hier ideaal gezien in de lente of vroege zomer moeten komen, als alles in bloei staat, maar het is in de herfst ook ruimschoots mooi genoeg, en soothing for the soul. Say no more.
AMERIKA 2019: Washington (3), The Philips Collection
De Smithsonian Musea op en rond de Mall zijn allemaal alle dagen open (en altijd gratis), maar privé-instellingen als The Philips Collection sluiten uiteraard op maandag, dus deze moesten we absoluut vandaag doen. We zijn er al 2 keer geweest, maar ook ditmaal konden we niet weerstaan, vanwege de twee gelegenheidstentoonstellingen die ons allebei aanstonden. Die van het Cubaanse collectief The Carpinteros valt een beetje tegen, omdat ze enkel bestaat uit twee videos, waarvan een alleszins wel zeer de moeite is (een Re-enactment van de zelfbeschuldiging van de kritische dichter Padilla, die à la Stalin door Castro in de jaren 60 verplicht werd zichzelf openbaar voor schut te zetten, voorafgegaan door een bloederig docugedeelte in het slachthuis, symbolisch duidelijk genoeg). Maar de andere over de Nabis, de profeten van het gewone leven, komt alleszins aan onze verwachtingen tegemoet. En het leuke is dat het hier doeken betreft die nog nooit in Europa te zien waren (de privé-collectie van de Sants werd intussen aan The Philip Collection beloofd). Bonnard, natuurlijk, hoe houdt hij dat grote terrasdoek bij mekaar, het is een wonder, Vallotton, sure, altijd haantje de voorste om te provoceren, hier met een overdaad aan purper. Maar het is toch vooral Vuillard die hier de show steelt, cfr de drie fotos, waarvan de middelste een kleurenlitho is, we wisten niet eens dat Vuillard daar ook gespecialiseerd in was. Ach, die verschillende bruintoetsen van de laatste foto, het is waanzinnig mooi. Maar het leuke van deze expo is dat de grote voorbeelden van de Nabis, Gauguin & Cézanne (de vader van allen), ook met fraaie werken vertegenwoordigd zijn. Eigenlijk moet je The Philips Collection altijd bezoeken als je in Washington bent, al ligt het adres ver van The Mall of downtown. Duncan Philips, erfgenaam van een groot staalfortuin, had zelf een schilderende vrouw (Marjorie Acker, kwalitatief niks bijzonders) en maakte van dit familiehuis het eerste kunstmuseum van Amerika (in 1921, hij woonde er toen nog zelf), waarbij hij ook andere kunsten niet uit het oog verloor en steeds probeerde oud en nieuw te verzoenen. Het zorgde voor een evenwichtige collectie waarvan wij nog even onze TOP 10 meegeven:
1. de Rothko-room, overigens ook de eerste ter wereld en door Rothko zelf gesuperviseerd. Vier doeken, je mag er maar met 8 maximum in. Om te mediteren.
2. Torso van Howard Hodgkin, een krachtige emotionele schreeuw achter een piano (waarom moet die stemmer nu juist rechtspringen?). Boven de schoorsteen een fake wapenschild van Philips ouders, ja, die Amerikaanse nieuwe rijken toch, en wat die piano betreft: Philip Glass concerteerde hier ooit en Glenn Gould gaf in deze ruimte zijn eerste Amerikaanse concert. 3. Een tuin van Cezanne uit zijn sterfjaar 1906. Ritme met minimalistische middelen, als je dit kan ben je een grote. 4. Merkwaardig sterke Van Gogh, en van iemand die niets met Vincent heeft mag u dat gerust geloven. Volstrekt uniek in 1888, en daarna ook. 5. Haha, en die Georgia OKeeffe maar beweren dat ze enkel bloemen en geen vrouwelijke slachtsorganen schilderde!
6. Met Renoir heeft Amerika en Japan veel, en wij bitter weinig, maar toegegeven: Luncheon at a boating party is sterk. Omdat het Frankrijk ten voeten uit is, het is meer dan wat er op het doek staat en minder fluffy dan zijn talloze kokette portretjes.
7. Sam Gilliam, een boeiende abstracte meester. 8 Stuart Davis, Egg beater, ziet u de eierklopper ook? Knap werk, en zeker voor een periode dat schilderkunst in Amerika nog zeer traditioneel was (dateert van 1928). 9. Joan Mitchell, een druk straatje in Parijs! 10. Oskar Kokoschka. Geen lievelingsschilder van ons, maar dit Lac dAnnecy staat er goed op. Oskar zal wel weer Alma Mahler in gedachten hebben gehad.
AMERIKA 2019: Washington (2), Dupont Circle en Georgetown
De dag begint inderdaad met stromende regen; daar kunnen wij met onze zomerschoentjes niet doorheen! Blijven wachten is anderzijds ook geen optie, om 10.30 hr nemen we dan maar een taxi naar de Philips Collection (zie volgende blog), en de zwartmens van dienst blijkt een rare te zijn. Do you believe in God, vraagt hij ons ineens, toch geen vraag om aan een wildvreemde te stellen, of is hij van plan ons in een ravijn te rijden? Enfin, wij zeggen van niet en hij vraagt waarom niet. Omdat we geen indicaties van zijn bestaan om ons heen zien, zeggen wij en voegen eraan toe: besides, do you believe a God would allow Trump as president of this beautiful country? Daarmee moet hij zo hard lachen dat hij bijna uit de auto tuimelt zodat we alsnog in een ravijn dreigen terecht te komen (er is veel aquaplaning onderweg). Daarna zegt hij geen woord meer tot de ongelovige Passenger. Maar kijk, als we om 1.30 hr uit het museum komen zijn de restanten van de tropische storm opgeruimd en wordt het ineens prachtig weer, met effectief de voorspelde 26 graden, geweldig. Regenjasje in rugzakje proppen, en huizen kijken op Embassy Row nabij Dupont Circle, de ambassadebuurt van Washington. Maar ook, zie foto 1, exclusieve genootschappen als de Cosmos Club, die vele Pulitzer- en Nobelprijswinnaars en voormalige presidenten onder haar leden telt en dan natuurlijk in een Beaux Arts-gebouw thuishoort. Hoort The Passenger daar ook niet bij? Trump niet, die voelt zich eerder in de Harvey Weinstein-club thuis. Kijk, Ataturk! Inderdaad, we staan voor de Turkse ambassade, een fraai gebouw, maar moet Ataturk onderhand niet vervangen worden door Erdogan? Of moet die buffel voor het gebouw Erdogan voorstellen? Een grapje van de Koerden misschien? De koddigste ambassade is die van Letland, die zichzelf op een spandoek introvert noemen. Een beetje verder lopen en je bent in Georgetown, een wijk van Washington waar we de vorige twee keer niet geweest waren, net zo min als in Alexandria trouwens. Een dubbele vergissing. Georgetown is een prachtige wandelwijk, vol voorname gebouwen en veel groen. En met een sterattractie, Dumberton Oaks, maar dat verdient ook een aparte blog. Intussen zien we overal skeletten die huizen trachten binnen te breken en ander Halloweengespuis - we zullen er zelf dan maar eens gaan bijzitten, al is de vraag wie op die bank eigenlijk het monster is. De herfstkleuren zijn overigens ook aanwezig in Washington en die steile trap, die wij gelukkig enkel naar beneden moeten doen, is niet zomaar een trap van 75 diepe treden maar de iconische plek waar Father Adams in de filmfinale van The Exorcist naar zijn dood viel. Schijnt er in de duisternis effectief bijzonder griezelig uit te zien, maar nu zijn er enkel crazy joggers die de trap op en af lopen, ze zijn wellicht bezeten door de duivel. Maar wij onthouden toch vooral de stemmige lanen van genteel Georgetown.
AMERIKA 2019: Washington DC (1), maar verblijf in Alexandria, Virginia
Vanmorgen dachten we toch even: waarom zijn we niet gewoon met de auto van New England naar Washington, DC gereden, zover is dat niet (nou ja, toch 5 uur rijden van New Haven). Maar daar sprak tegen dat het onhandig is 1 en dezelfde wagen voor een periode van meer dan 2 maanden te huren (want dan gaat gegarandeerd, als je veel mijlen aflegt, op den duur een rood lampje branden, en wij hebben noch tijd noch zin een huurwagen te laten servicen), en dat in de hoofdstad, voorzien van uitstekende openbaar vervoermodi, een auto alleen maar een last is - net zoals in Boston trouwens. Maar dat gedoe met vliegtuigen begint ons toch stilaan de keel uit te hangen. We zijn wel op tijd in Newark, NJ (ondanks even een monsterfile, maar we waren op tijd vertrokken), maar dan komen we op terminal C waar we eerst alles zelf moeten doen (inclusief de bagagewikkel uitprinten en om de valies doen, wat een gebrek aan service allemaal), dan een paar boeken van onze koffer in ons rugzakje moeten steken omdat de dame van de bagage drop zegt dat we overgewicht hebben (hoezo? We zijn persoonlijk absoluut zeker vermagerd vergeleken met de zomer), om vervolgens te horen dat niet enkel de Gate van de vlucht veranderd is, maar ook de terminal, van C naar A. Wat zijn dat toch voor wispelturige lieden bij United Airlines, drie dagen geleden veranderden ze onze vlucht juist van A naar C, zoals we van reisagente Laurie te horen kregen. Enfin, we hebben tijd genoeg om met de air train naar die andere terminal te gaan, daar niet van. En uit compassie vliegt de piloot wat sneller zodat we een halfuur eerder dan verwacht in Washington staan. Maar goed ook, want dit zijn kleine vliegers en er is niet eens plaats om je handbagage bovenaan weg te stoppen.
Genoeg geklaagd. Een geheimtip voor toekomstige Washingtonreizigers: verblijf niet in Downtown, maar wel in Alexandria, Virginia. Het is een andere stad en zelfs een andere staat, maar toch slechts 8 km van downtown of The Mall gelegen, en heel dicht bij de nationale luchthaven. Beiden overigens bereikbaar met ofwel de metro (18 minuten) ofwel de watertaxi (iets langer). Gaan we allebei zeker gebruiken. Voorlopig houden we het bij een verkenning van enkele uren (want de vorige twee keren dat we hier waren verbleven wij in Washington zelf), en ja hoor, Alexandria is een van de meest historische steden van Amerika, 250 jaar terug in de tijd vergeleken met downtown. Een goed begin is City Hall en aanpalend het John Carlyle House, waar we net op tijd zijn voor de laatste begeleide rondgang. Dit is geen luxehuis zoals in Newport, maar voor 1753 was het dat ergens wel. Een stenen huis, nog nooit gezien toen! De Schot Carlyle was een handige jongen die het nadeel van tweede zoon te zijn (daarom trok hij als koopmanshulpje naar Amerika, want in het Engeland van die dagen erfde de eerste zoon alles en moest de volgende dus zijn eigen boontjes doppen) uitstekend opving door zelf ondernemend te zijn en bovendien een rijk meisje te huwen. Via die Sarah Fairfax (die stierf in het kinderbed na haar 7de boreling) werd Carlyle ook aangetrouwde familie met cartograaf George Washington, die het plan voor de stad Alexandria getekend had - plan dat kooplui als medestichter Carlyle vormgaven. In dit huis, dat zoals alles toen op slavenarbeid dreef, vond een belangrijke conferentie plaats tussen de Engelse generaal Braddock (die de Indianen, die gemene zaak met de Fransen hadden gemaakt, moest komen verpletteren in wat nu Pittsburgh is) en de gouverneurs van de kolonie, waarop beslist werd tot taxheffingen om al die oorlogsinspanningen te bekostigen. Engeland verloor twee keer, want Braddock stierf tijdens die veldslag, maar droeg zijn zwaard over aan....Washington, die toen zijn assistent was. Dezelfde Washington die later revolutionair werd. En de taxen waren de aanzet tot aanhoudende protesten van de kolonisten, die zouden uitmonden in The Tea Party en uiteindelijk de onafhankelijkheid met Washington als eerste president (die pas toen van Alexandria naar New York, want Washington DC bestond natuurlijk nog niet, verhuisde). En Carlyle volgde de evoluties van zijn vriend Washington, en ontpopte zich zelf ook tot aanhanger van de revolutie, hij zou slechts twee keer de oversteek naar Engeland maken voor een kort familiebezoek en hier, als een èchte Amerikaan, overlijden.
Voor de rest is Alexandria effectief een heel gezellige wandelplek, vooral in de drukke King Street, op het einde waarvan het Torpedo Factory Art Center de verbinding met de Potomac-rivier markeert (van hier vertrekt een gratis trolley naar het metrostation twee kilometer verder). Ja, dat was een voormalige torpedofabriek, maar sinds 1974 is het een enorm groot kunstencomplex, de éne studio naast de andere galerie, drie verdiepingen hoog. Laat je echter niet wijsmaken dat er veel waardevols te zien is, op hier en daar een mooie foto na (Washington in de sneeuw!) en een merkwaardige reeks dynamische schilderijen van éne Elaine Qiu. Sympathiek is het allemaal wel en dikwijls is de artiest zelf in zijn studio aan het werk. Achter Torpedo ligt het waterfront waar je uitstekend, zij het duur, kan eten, en curieuze straatartiesten kan ontmoeten (de gefotografeerde dikhuid speelt bijzonder goed harp, maar berg je als ze begint te zingen want dan klinkt het als een kat die wordt doorgezaagd), en s avonds is de Old town-buurt supergezellig terwijl velen nog de moed hebben buiten te dineren. Nou ja, moed, wij zijn intussen de temperaturen van New England gewoon, maar Washington is toch heus een paar graden warmer hoor. Zeker morgen: 26 graden voorspeld! Mooi, kunnen wij eindelijk onze trui eens laten wassen. Alleen zal het wel 26 graden met regen zijn, want de restanten van een tropische storm uit het zuiden doen de hoofdstad even aan. Geen nood, vanaf de late namiddag alweer zon verwacht, en maandag beslist ook.
AMERIKA 2019: New England (slot), Yale Art Museum in New Haven, CT
Wie doet beter, Harvard of Yale? Beide universiteiten scoren geen erg hoge punten voor middeleeuwse of renaissancekunst, maar wat moderne kunst betreft zijn ze beiden voortreffelijk geequipeerd, terwijl Yale ook nog eens sterk is in Grieks-Romeinse beelden en Assyrische friezen. Omdat Yale bovendien over ruimtelijker zalen beschikt, kiezen wij voor Yale, en vooral voor onderstaande 16 meesterwerken, met dien verstande dat we ons onmiddellijk moeten excuseren tegenover Picasso, Pollock, Matisse, Monet, Leger, Kandinsky, Lichtenstein en Albers, allen eveneens sterk vertegenwoordigd. Klein overzichtje om waardig afscheid te nemen van New England: Edward Hopper, twee overbekende chef doeuvres. Het rechtste doek, zonder personages, is zelden in Europa te zien. En dat is jammer want het is ook veel symbolischer dan zomaar een lichtinval in een kamer. Leve Mark Rothko, altijd. De Helen Frankenthaler, links op de foto, en duidelijk bezwangerd door Rothko, krijgt u er gratis bij (maar ze heeft de verfbehandeling van Rothko niet). Anselm Kiefer, die Ungeborenen, grellig goed alweer. Leven en dood, sterren en holocaustmannetjes verenigd El Anatsui, die het gouden gewaad van een Ghanese tovenares met stropjes en blikjes oproept. Sterke one trick pony. George Grosz, weer druk bezig de klassetegenstellingen van Weimar satirisch weer te geven. The betrothal, een van de laatste en beste doeken van Arshile Gorky. Georgia OKeeffe, nooit beter dan met dit symbolisch geladen woestijnskelet. Joseph Stella, niet te verwarren met Frank, en geen familie. Deze Stella stond paf van het technisch vermogen van Amerika, en zijn Brooklyn Bridge legt daar knap getuigenis van af. Giacometti, een schattig hoekje. Vooral de witte angsthaas in dat blok is een meesterstukje. Paul Klee, is hij ooit eens niet goed geweest? Ook met dit berglandschap bekoort hij. Gerald Murphy, een ontdekking! Niet moeilijk, want deze rijke erfgenaam van een lederwarenimperium liet slechts 7 schilderijen na, toen hij het familiebedrijf moest gaan leiden gaf hij de schilderkunst volledig op. Jammer, als je dit fraaie bibliotheek-werk uit 1926 ziet. Murphy stond samen met zijn vrouw model voor het koppel in Scott Fitzgeralds Tender is the night en ook in Hemingways postume roman The garden of Eden komen Gerald & Sara Murphy voor. Niet moeilijk, beide Amerikaanse schrijvers leefden een poosje op de kap van de Murphys, die tien jaar lang als expats aan de Franse Rivièra woonden en een villa in Cap dAntibes hadden. Francis A.Silva, nog een ontdekking. Heeft iemand ooit een mooiere zonsondergang geschilderd dan deze uit 1873? Kerry James Marshall, een zwartmens met een black powerachtige politieke agenda, maar ook veel picturaal talent en zin voor symboliek. Madam en haar palet! Een late Andy Warhol, deze Reichstag. En een heel goeie, onheilszwangere. Let op de rode strepen. June Leaf, nu 90 en nog steeds aan het werk. Haar man, fotograaf Robert Frank, was veel beroemder maar dit is heel goed, de perfecte vrouwelijke Lucian Freud. En tenslotte Marcel Duchamp, die in 1918 een commissie kreeg van een rijke Amerikaanse en erop reageerde met dit einde van de schilderkunst voor mij-Fries om boven de schoorsteen te hangen. Let op de hand, die van links (kleuren) naar rechts (schaduwen) wijst. Afgedaan heeft de schilderkunst, welkom conceptuele kunst.
Voilà, we besluiten New England met hoogwaardige kunst, en we vliegen morgen naar Washington, DC, waar we lang niet alle musea gaan doen, maar toch vast wel enkele fijne adresjes, alvorens we ons aan de natuur van enkele nationale parken gaan begeven.
Ineens naar universiteitsstad New Haven rijden hoeft niet, een tussenstop in Mystic (mooie naam voor een stadje) kan nog net. Daar staat alles in het teken van de zee, er is een aquarium (niet bezocht), de Mayflower II (zie Plymouth) wordt hier gerestaureerd en er is vooral het grote Mystic Seaport Museum, waar pogingen worden ondernomen de sfeer van een 19de eeuwse vissershaven op te roepen. Lukt volgens ons niet helemaal, het is hier nogal een rommeltje, al zal dat in de 19de eeuw zeker niet minder het geval zijn geweest. Toch hebben we weer chance: er is net een gelegenheidstentoonstelling omtrent zeeliefhebber JMW Turner, en al gaat het vooral om niet-fotografeerbare waterverfjes achter glas, het was toch weer een heuglijke expo, temeer enkele zoals altijd knappe olieverfschilderijen ook present geven. Vergis je niet: de waterverfjes zijn als explosie van kleur en licht eigenlijk even knap, wat was die Turner goed. Drie kwartier later zijn we in New Haven, dat we onbezocht zouden gelaten hebben, ware het niet dat Yale University, de derde oudste van het land, hier gevestigd is. Bush senior en junior liepen er school, net als Bill Clinton, toen waren er nog bruggen tussen Republikeinen en Democraten. Ons komt het eerder voor dat we ineens in Victoriaans Engeland zitten, kijk maar naar de gebouwen, de typische New England-stijl is ver te zoeken. Misschien daarom dat ze hier ook een Yale Center for British Arts hebben, volledig gewijd aan Engelse kunst dus. De vaste collectie is nochtans geen hoogvlieger (in tegenstelling tot die van het grote museum, zie volgende blog), afgezien van weer zon sfeervolle nocturnes van James McNeill Whistler (weliswaar een geboren Amerikaan maar heel zijn carrière in London doorgemaakt) maar er zijn wel sympathieke kleine tentoonstellingen over Lynette Yiadom-Boyake (ergens een Ghanese, maar geboren en getogen in London) en de invloedrijkste kunstcriticus van de 19de eeuw, John Ruskin, die goed wordt geduid als de ambivalente mens die hij was (tegen de industriële revolutie, pro natuurbehoud, Venetië en de schilder Turner, maar ook tegen de democratisering die hij liefst teruggedraaid zag naar de hiërarchische maatschappij van voorheen. Een romanticus, swat, maar wel met een goeie pen en veel goeie smaak).
Daarna zullen we maar eens gaan inchecken, in de Historic Mansion. Inderdaad, dit is een huis uit 1830, gebouwd door de uitvinder van de branddetector, nou moe. De huidige eigenaar is een bejaarde Italo-Amerikaan (zijn grootouders vluchtten naar Amerika lang voor Ellis Island of Lady Liberty bestond omdat ze aan de verkeerde kant stonden tijdens de Italiaanse eenmaking), wiens vrouw poppen maakt. Zie foto, zelfs Henry VIII en Francois I zijn herkenbaar, naast Romeo en Julia. Het is voorwaar ook een poppig huis. Maar zonder breakfast, dat zullen we morgen in een diner moeten doen. Voor de rest staat heel New Haven in het teken van Halloween. Achter de hoek van onze mansion ligt de Little Italy-wijk; natuurlijk restaurants zat, en twee pizzatenten waar ze tot aan de overkant van de straat voor aanschuiven. In het resto dat wij uitkiezen vindt een Murder Mystery evening plaats, hope you dont mind sir? Wij zeggen dat het goed is, zolang wij maar niet vermoord worden. Dat kan vannacht alsnog gebeuren, want als we in den donkere terug aan de mansion komen hangt er....een lijk voor de deur, of is het een spook? Halloween verovert de geesten!
AMERIKA 2019: New England, The Litchfield Hills (Connecticut) - FALL FOLIAGE HIGHLIGHT!
Zou u niet graag wonen op 34, Bayberry Road? Wij wel hoor, en onze Ford SUV staat te trappelen om een mooie fall foliage rit te ondernemen naar de Litchfield Hills, waar wij een overnachting in een oud huis van vertrouwen (sinds 1845) hebben geboekt: The Hopkins Inn, vlak aan een van de mooiste meren van een gewaardeerd natuurgebied (en ontzettend goed qua eten & drinken, ze hebben een eigen wijngaard). We komen een bijzonder fraaie brug tegen, en we zien vooral erg veel mooie huizen, die onveranderlijk in een spectaculaire herfstsetting baden, al is het duidelijk dat de fall foliage hier, ten noorden van New York, bijna uitgezongen is. Maar we hopen ze volgende week in de veel zuidelijker gelegen natuurparken van Shenandoah en The Great Smokies terug in al haar glorie te zien. Kijk en bewonder, meer zeggen we niet. Of toch: wandelen had hier perfect gekund, maar wij opteerden voor een rondgang in het belangrijkste stadje Litchfield, en daar hebben we geen spijt van. Want je ziet er het ene mooie huis naast het andere, en er is ook nog een verdienstelijk historisch museum dat uitlegt hoe deze plek erin slaagde de eerste Femal Academy van Amerika te hebben, en ook nog de eerste Law School. Harriet Beecher Stowe, die van Uncle Toms Cabin, werd hier trouwens geboren. Maar wij kijken toch vooral onze ogen uit op de spectaculaire herfstkleuren, die je nergens zo mooi als in New England in oktober kan zien. Het zal helaas de laatste keer zijn, want morgen is onze laatste hele dag in New England (die zich trouwens minder zonnig aankondigt) en die gaan we aan andere zaken besteden. Maar als we na de laatste herfststop naar de lodge terugrijden en Long may you run van The Stills & Young Band op onze playlist weerklinkt via de boxen van de wagen, weten we eens te meer: het perfecte geluk bestaat, het ligt zelfs voor het grijpen voor wie kijken en horen wil.
AMERIKA 2019: New England, New Canaan, CT: Philip Johnsonâs Glass House
Kent u Philip Johnson? Hij was al op jonge leeftijd steenrijk doordat de aluminium-aandelen die hij van zijn vader had geërfd geweldig in waarde waren gestegen, maar een leegganger was Johnson niet. Hij studeerde in Harvard, leerde daar enkele invloedrijke mensen kennen en ontpopte zich alras tot DE modernistische architect van Amerika, in het spoor van Mies van der Rohe, die hij hogelijk bewonderde. En verder was hij ook nog homo, en proud to be so, Johnson had levenslang (en dat was lang, want Philip stierf pas in 2005, op zijn 98ste) een relatie met David Whitney, een galerist in New York, en eermalig assistent van Leo Castelli. In 1949 achtte Johnson de tijd rijp een weekendhuisje voor zichzelf en zijn partner te bouwen, en niet te ver van werkplek New York als het even kon. Het werd geen alledaags huisje. THE GLASS HOUSE geldt als HET modernistisch icoon van de Amerikaanse Oostkust, het wordt druk bezocht en de begeleide toers zijn bijna altijd uitverkocht, ook nu. The Passenger zit als enige man geprangd tussen 11 vrouwen, zijn het misschien allemaal lesbiennes, conform de geplogenheiden bij Johnson & Whitney, die steevast homovrienden van hen uitnodigden? Hoe het ook zij, het huis mag gezien worden, net als de natuurlijke omgeving, waarin Johnson een kunstmatige vijver liet aanleggen, die er nog ligt, alleen spuit de waterfontein helaas niet meer. Let op de stoelen in de living: ze zijn getekend door Mies van der Rohe himself. Van een luxehuis is eigenlijk geen sprake (let op het eenvoudige bed), maar daar taalde Johnson niet naar: hij wilde in het weekend een zijn met de natuur, en daar slaagde hij hier zeker in. Naast het zwembad is een groot grasveld, waar in de jaren 60, toen Johnson heel bekend was geworden, af en toe bijzondere feestjes op plaatsvonden. Zo organiseerden de Menils (de kunstmaecenassen uit Houston) hier ooit een happening om avant-garde choreograaf Merce Cunningham (alweer een homo) te pluggen bij een New Yorks publiek. Met kostuums ontworpen door Robert Rauschenberg aub (nog een homo). Wie altijd aanwezig was op zulke feestjes was Andy Warhol, een van de beste vrienden van Johnson & Whitney. Andy was een vaste gast in het brick House, het bakstenen gebouw over het glazen huis, wat de logeerkamer was. En hij haalde eenmaal ook The Velvet Underground naar hier, ook zij concerteerden op het grasveld naast het zwembad.
In die omstandigheden mag het natuurlijk niet verwonderen dat hier ook een kunstgalerie is (een onderaardse zelfs) en een sculptuurmuseum. Er is niet zo veel te zien, want de collectie werd na de dood van Philip & David, die allebei in 2005 stierven, aan het MOMA overgemaakt, maar toch wel iets. Met name een iconische foto van Warhol, kijkend door het venster van het Glass House, terwijl Johnson aan het werk is aan tafel. En een schitterend negenluik van de kop van Philip zelve, alweer van dear Andy. Heel erg goed vinden we ook The Raft of The Medusa van Frank Stella, net als het koppel op bed van George Segal. Het waren allemaal vrienden, of toch tenminste goede bekenden, net als Rauschenberg, Jasper Johns en Donald Judd, van wie de ongelijke cirkel in de tuin is. Let echter ook op de indrukwekkende slagschaduwen in het sculptuurmuseum; dat is geen toeval, het was een bewust effect dat Johnson bereikte door de schuine ligging van het dak. Yep, hij was wat de Amerikanen noemen een starchitect, niet zomaar een architect, en dat wilde hij uiteraard ook zijn. Bij de tijd bleef Johnson trouwens heel zijn leven. Twintig jaar voor zijn dood, Philip was al 78, wilde hij bewijzen dat hij geen Miesepigoon was maar alle stijlen aankon. En dus zette hij hier nog een gebouwtje bij, in de stijl van de toen nog niet wereldberoemde Frank J. Gehry, alweer een vriend des huizes. Dat pand, dat op deze toer niet bezocht wordt, werd door een criticus in een krant een monster genoemd. Johnson vatte het op als een geuzennaam en omdat hij als 80-jarige graag naar hip hop mocht luisteren (!) noemde hij het bouwsel dan maar, in hiphop taal, DA MONSTA. Yep, Johnson was een kerel hoor. Volgens onze gids (zelf een gepensioneerd architect) moet iedereen op you tube beslist de documentaire Diary of an eccentric architect bekijken. Dat zullen we een dezer vast doen. In elk geval was dit bezoek van twee uur een hoogtepunt van onze maand in New England.