AMERIKA 2019: New England (slot), Yale Art Museum in New Haven, CT
Wie doet beter, Harvard of Yale? Beide universiteiten scoren geen erg hoge punten voor middeleeuwse of renaissancekunst, maar wat moderne kunst betreft zijn ze beiden voortreffelijk geequipeerd, terwijl Yale ook nog eens sterk is in Grieks-Romeinse beelden en Assyrische friezen. Omdat Yale bovendien over ruimtelijker zalen beschikt, kiezen wij voor Yale, en vooral voor onderstaande 16 meesterwerken, met dien verstande dat we ons onmiddellijk moeten excuseren tegenover Picasso, Pollock, Matisse, Monet, Leger, Kandinsky, Lichtenstein en Albers, allen eveneens sterk vertegenwoordigd. Klein overzichtje om waardig afscheid te nemen van New England: Edward Hopper, twee overbekende chef doeuvres. Het rechtste doek, zonder personages, is zelden in Europa te zien. En dat is jammer want het is ook veel symbolischer dan zomaar een lichtinval in een kamer. Leve Mark Rothko, altijd. De Helen Frankenthaler, links op de foto, en duidelijk bezwangerd door Rothko, krijgt u er gratis bij (maar ze heeft de verfbehandeling van Rothko niet). Anselm Kiefer, die Ungeborenen, grellig goed alweer. Leven en dood, sterren en holocaustmannetjes verenigd El Anatsui, die het gouden gewaad van een Ghanese tovenares met stropjes en blikjes oproept. Sterke one trick pony. George Grosz, weer druk bezig de klassetegenstellingen van Weimar satirisch weer te geven. The betrothal, een van de laatste en beste doeken van Arshile Gorky. Georgia OKeeffe, nooit beter dan met dit symbolisch geladen woestijnskelet. Joseph Stella, niet te verwarren met Frank, en geen familie. Deze Stella stond paf van het technisch vermogen van Amerika, en zijn Brooklyn Bridge legt daar knap getuigenis van af. Giacometti, een schattig hoekje. Vooral de witte angsthaas in dat blok is een meesterstukje. Paul Klee, is hij ooit eens niet goed geweest? Ook met dit berglandschap bekoort hij. Gerald Murphy, een ontdekking! Niet moeilijk, want deze rijke erfgenaam van een lederwarenimperium liet slechts 7 schilderijen na, toen hij het familiebedrijf moest gaan leiden gaf hij de schilderkunst volledig op. Jammer, als je dit fraaie bibliotheek-werk uit 1926 ziet. Murphy stond samen met zijn vrouw model voor het koppel in Scott Fitzgeralds Tender is the night en ook in Hemingways postume roman The garden of Eden komen Gerald & Sara Murphy voor. Niet moeilijk, beide Amerikaanse schrijvers leefden een poosje op de kap van de Murphys, die tien jaar lang als expats aan de Franse Rivièra woonden en een villa in Cap dAntibes hadden. Francis A.Silva, nog een ontdekking. Heeft iemand ooit een mooiere zonsondergang geschilderd dan deze uit 1873? Kerry James Marshall, een zwartmens met een black powerachtige politieke agenda, maar ook veel picturaal talent en zin voor symboliek. Madam en haar palet! Een late Andy Warhol, deze Reichstag. En een heel goeie, onheilszwangere. Let op de rode strepen. June Leaf, nu 90 en nog steeds aan het werk. Haar man, fotograaf Robert Frank, was veel beroemder maar dit is heel goed, de perfecte vrouwelijke Lucian Freud. En tenslotte Marcel Duchamp, die in 1918 een commissie kreeg van een rijke Amerikaanse en erop reageerde met dit einde van de schilderkunst voor mij-Fries om boven de schoorsteen te hangen. Let op de hand, die van links (kleuren) naar rechts (schaduwen) wijst. Afgedaan heeft de schilderkunst, welkom conceptuele kunst.
Voilà, we besluiten New England met hoogwaardige kunst, en we vliegen morgen naar Washington, DC, waar we lang niet alle musea gaan doen, maar toch vast wel enkele fijne adresjes, alvorens we ons aan de natuur van enkele nationale parken gaan begeven.
Ineens naar universiteitsstad New Haven rijden hoeft niet, een tussenstop in Mystic (mooie naam voor een stadje) kan nog net. Daar staat alles in het teken van de zee, er is een aquarium (niet bezocht), de Mayflower II (zie Plymouth) wordt hier gerestaureerd en er is vooral het grote Mystic Seaport Museum, waar pogingen worden ondernomen de sfeer van een 19de eeuwse vissershaven op te roepen. Lukt volgens ons niet helemaal, het is hier nogal een rommeltje, al zal dat in de 19de eeuw zeker niet minder het geval zijn geweest. Toch hebben we weer chance: er is net een gelegenheidstentoonstelling omtrent zeeliefhebber JMW Turner, en al gaat het vooral om niet-fotografeerbare waterverfjes achter glas, het was toch weer een heuglijke expo, temeer enkele zoals altijd knappe olieverfschilderijen ook present geven. Vergis je niet: de waterverfjes zijn als explosie van kleur en licht eigenlijk even knap, wat was die Turner goed. Drie kwartier later zijn we in New Haven, dat we onbezocht zouden gelaten hebben, ware het niet dat Yale University, de derde oudste van het land, hier gevestigd is. Bush senior en junior liepen er school, net als Bill Clinton, toen waren er nog bruggen tussen Republikeinen en Democraten. Ons komt het eerder voor dat we ineens in Victoriaans Engeland zitten, kijk maar naar de gebouwen, de typische New England-stijl is ver te zoeken. Misschien daarom dat ze hier ook een Yale Center for British Arts hebben, volledig gewijd aan Engelse kunst dus. De vaste collectie is nochtans geen hoogvlieger (in tegenstelling tot die van het grote museum, zie volgende blog), afgezien van weer zon sfeervolle nocturnes van James McNeill Whistler (weliswaar een geboren Amerikaan maar heel zijn carrière in London doorgemaakt) maar er zijn wel sympathieke kleine tentoonstellingen over Lynette Yiadom-Boyake (ergens een Ghanese, maar geboren en getogen in London) en de invloedrijkste kunstcriticus van de 19de eeuw, John Ruskin, die goed wordt geduid als de ambivalente mens die hij was (tegen de industriële revolutie, pro natuurbehoud, Venetië en de schilder Turner, maar ook tegen de democratisering die hij liefst teruggedraaid zag naar de hiërarchische maatschappij van voorheen. Een romanticus, swat, maar wel met een goeie pen en veel goeie smaak).
Daarna zullen we maar eens gaan inchecken, in de Historic Mansion. Inderdaad, dit is een huis uit 1830, gebouwd door de uitvinder van de branddetector, nou moe. De huidige eigenaar is een bejaarde Italo-Amerikaan (zijn grootouders vluchtten naar Amerika lang voor Ellis Island of Lady Liberty bestond omdat ze aan de verkeerde kant stonden tijdens de Italiaanse eenmaking), wiens vrouw poppen maakt. Zie foto, zelfs Henry VIII en Francois I zijn herkenbaar, naast Romeo en Julia. Het is voorwaar ook een poppig huis. Maar zonder breakfast, dat zullen we morgen in een diner moeten doen. Voor de rest staat heel New Haven in het teken van Halloween. Achter de hoek van onze mansion ligt de Little Italy-wijk; natuurlijk restaurants zat, en twee pizzatenten waar ze tot aan de overkant van de straat voor aanschuiven. In het resto dat wij uitkiezen vindt een Murder Mystery evening plaats, hope you dont mind sir? Wij zeggen dat het goed is, zolang wij maar niet vermoord worden. Dat kan vannacht alsnog gebeuren, want als we in den donkere terug aan de mansion komen hangt er....een lijk voor de deur, of is het een spook? Halloween verovert de geesten!
AMERIKA 2019: New England, The Litchfield Hills (Connecticut) - FALL FOLIAGE HIGHLIGHT!
Zou u niet graag wonen op 34, Bayberry Road? Wij wel hoor, en onze Ford SUV staat te trappelen om een mooie fall foliage rit te ondernemen naar de Litchfield Hills, waar wij een overnachting in een oud huis van vertrouwen (sinds 1845) hebben geboekt: The Hopkins Inn, vlak aan een van de mooiste meren van een gewaardeerd natuurgebied (en ontzettend goed qua eten & drinken, ze hebben een eigen wijngaard). We komen een bijzonder fraaie brug tegen, en we zien vooral erg veel mooie huizen, die onveranderlijk in een spectaculaire herfstsetting baden, al is het duidelijk dat de fall foliage hier, ten noorden van New York, bijna uitgezongen is. Maar we hopen ze volgende week in de veel zuidelijker gelegen natuurparken van Shenandoah en The Great Smokies terug in al haar glorie te zien. Kijk en bewonder, meer zeggen we niet. Of toch: wandelen had hier perfect gekund, maar wij opteerden voor een rondgang in het belangrijkste stadje Litchfield, en daar hebben we geen spijt van. Want je ziet er het ene mooie huis naast het andere, en er is ook nog een verdienstelijk historisch museum dat uitlegt hoe deze plek erin slaagde de eerste Femal Academy van Amerika te hebben, en ook nog de eerste Law School. Harriet Beecher Stowe, die van Uncle Toms Cabin, werd hier trouwens geboren. Maar wij kijken toch vooral onze ogen uit op de spectaculaire herfstkleuren, die je nergens zo mooi als in New England in oktober kan zien. Het zal helaas de laatste keer zijn, want morgen is onze laatste hele dag in New England (die zich trouwens minder zonnig aankondigt) en die gaan we aan andere zaken besteden. Maar als we na de laatste herfststop naar de lodge terugrijden en Long may you run van The Stills & Young Band op onze playlist weerklinkt via de boxen van de wagen, weten we eens te meer: het perfecte geluk bestaat, het ligt zelfs voor het grijpen voor wie kijken en horen wil.
AMERIKA 2019: New England, New Canaan, CT: Philip Johnsonâs Glass House
Kent u Philip Johnson? Hij was al op jonge leeftijd steenrijk doordat de aluminium-aandelen die hij van zijn vader had geërfd geweldig in waarde waren gestegen, maar een leegganger was Johnson niet. Hij studeerde in Harvard, leerde daar enkele invloedrijke mensen kennen en ontpopte zich alras tot DE modernistische architect van Amerika, in het spoor van Mies van der Rohe, die hij hogelijk bewonderde. En verder was hij ook nog homo, en proud to be so, Johnson had levenslang (en dat was lang, want Philip stierf pas in 2005, op zijn 98ste) een relatie met David Whitney, een galerist in New York, en eermalig assistent van Leo Castelli. In 1949 achtte Johnson de tijd rijp een weekendhuisje voor zichzelf en zijn partner te bouwen, en niet te ver van werkplek New York als het even kon. Het werd geen alledaags huisje. THE GLASS HOUSE geldt als HET modernistisch icoon van de Amerikaanse Oostkust, het wordt druk bezocht en de begeleide toers zijn bijna altijd uitverkocht, ook nu. The Passenger zit als enige man geprangd tussen 11 vrouwen, zijn het misschien allemaal lesbiennes, conform de geplogenheiden bij Johnson & Whitney, die steevast homovrienden van hen uitnodigden? Hoe het ook zij, het huis mag gezien worden, net als de natuurlijke omgeving, waarin Johnson een kunstmatige vijver liet aanleggen, die er nog ligt, alleen spuit de waterfontein helaas niet meer. Let op de stoelen in de living: ze zijn getekend door Mies van der Rohe himself. Van een luxehuis is eigenlijk geen sprake (let op het eenvoudige bed), maar daar taalde Johnson niet naar: hij wilde in het weekend een zijn met de natuur, en daar slaagde hij hier zeker in. Naast het zwembad is een groot grasveld, waar in de jaren 60, toen Johnson heel bekend was geworden, af en toe bijzondere feestjes op plaatsvonden. Zo organiseerden de Menils (de kunstmaecenassen uit Houston) hier ooit een happening om avant-garde choreograaf Merce Cunningham (alweer een homo) te pluggen bij een New Yorks publiek. Met kostuums ontworpen door Robert Rauschenberg aub (nog een homo). Wie altijd aanwezig was op zulke feestjes was Andy Warhol, een van de beste vrienden van Johnson & Whitney. Andy was een vaste gast in het brick House, het bakstenen gebouw over het glazen huis, wat de logeerkamer was. En hij haalde eenmaal ook The Velvet Underground naar hier, ook zij concerteerden op het grasveld naast het zwembad.
In die omstandigheden mag het natuurlijk niet verwonderen dat hier ook een kunstgalerie is (een onderaardse zelfs) en een sculptuurmuseum. Er is niet zo veel te zien, want de collectie werd na de dood van Philip & David, die allebei in 2005 stierven, aan het MOMA overgemaakt, maar toch wel iets. Met name een iconische foto van Warhol, kijkend door het venster van het Glass House, terwijl Johnson aan het werk is aan tafel. En een schitterend negenluik van de kop van Philip zelve, alweer van dear Andy. Heel erg goed vinden we ook The Raft of The Medusa van Frank Stella, net als het koppel op bed van George Segal. Het waren allemaal vrienden, of toch tenminste goede bekenden, net als Rauschenberg, Jasper Johns en Donald Judd, van wie de ongelijke cirkel in de tuin is. Let echter ook op de indrukwekkende slagschaduwen in het sculptuurmuseum; dat is geen toeval, het was een bewust effect dat Johnson bereikte door de schuine ligging van het dak. Yep, hij was wat de Amerikanen noemen een starchitect, niet zomaar een architect, en dat wilde hij uiteraard ook zijn. Bij de tijd bleef Johnson trouwens heel zijn leven. Twintig jaar voor zijn dood, Philip was al 78, wilde hij bewijzen dat hij geen Miesepigoon was maar alle stijlen aankon. En dus zette hij hier nog een gebouwtje bij, in de stijl van de toen nog niet wereldberoemde Frank J. Gehry, alweer een vriend des huizes. Dat pand, dat op deze toer niet bezocht wordt, werd door een criticus in een krant een monster genoemd. Johnson vatte het op als een geuzennaam en omdat hij als 80-jarige graag naar hip hop mocht luisteren (!) noemde hij het bouwsel dan maar, in hiphop taal, DA MONSTA. Yep, Johnson was een kerel hoor. Volgens onze gids (zelf een gepensioneerd architect) moet iedereen op you tube beslist de documentaire Diary of an eccentric architect bekijken. Dat zullen we een dezer vast doen. In elk geval was dit bezoek van twee uur een hoogtepunt van onze maand in New England.
Weer een staat bij op ons lijstje: Connecticut. Waarvan Hartford, 2 uur rijden van Newport RI, de hoofdstad is. Er zijn twee goede redenen voor ons hier even te verwijlen, en die twee goede redenen, beiden verbonden met onze prille jeugd, zijn twee vlak naast mekaar staande huizen, als dat niet makkelijk is. Uncle Toms cabin, wie kent dat boek niet? Wij kregen er de Nederlandse vertaling van toen we 10 jaar waren, en in het Harriet Beecher Stowe huis kom je er alles over te weten. Wij zijn dus al abolitionist sinds onze prille jeugd, maar toen Harriet in 1851 haar bestseller schreef (het is ongetwijfeld literair een kneusje, maar wel wereldwijd het best verkochte boek van de hele 19de eeuw na de Bijbel) moest de burgeroorlog nog beginnen en volgens Lincoln droeg Harriet met haar boek in niet geringe mate bij aan het ontstaan van de Civil War. Beecher, een brave en zeer religieuze calviniste, was geschandaliseerd door wat ze op de slavenmarkten van Kentucky had gezien, en haar empathie sloeg aan bij de lezers, al beschuldigden radicale zwarten, zoals James Baldwin, haar later van te veel sentimentalisme en te weinig ideologie. Vergelijk het met het dagboek van Anne Frank, de mensen moeten kunnen snotteren. Wat dit bezoek echter zo interessant maakt is de manier waarop deze uurlange tour is opgevat. Het is geen huistour, het is een politieke discussie met veel parallellen met onze huidige tijd, waaraan de vijf deelnemers (twee Amerikanen, twee Britten, en The Passenger) participatief verzocht worden deel te nemen. Wij doen natuurlijk mee, en zeggen dat we gisteren op TV een item zagen waarin Trump verontwaardigde kritiek kreeg omdat hij het impeachment process tegen hemzelf een lynchparty had genoemd. Ligt nog steeds heel gevoelig in Amerika, maar natuurlijk niet bij een bullebak als Trump. Te noteren dat Hartford een democratische burcht is, we menen dat ook te merken aan onze moderator. Enfin, iedereen verlaat uiteindelijk gesterkt dit huis, en wij nemen ons voor Lukaku nooit meer een vuile neger te noemen (sic).
Deze buurt werd in de 19de eeuw opgevat als het hoekje van de bekenden, de beroemde Harriet Beecher Stowe was de eerste die hier een huis kocht als 62-jarige, Katherine Hepburn zou de laatste grote naam worden, maar in 1873 kwam ook Mark Twain hier zijn tenten opslaan. En de avonturen van Tom Sawyer & Huckleberry Finn kregen we ook als tienjarige, ze maakten toen een enorme indruk op ons. Beschouw ons bezoek aan dit fraaie huis dus als een soort van bedevaart. Met slechts één nadeel: er mag binnen niet gefotografeerd worden. Erg jammer, want het is werkelijk een bijzonder huis. En de begeleide tour wordt prima gegeven door een dynamisch besje, dat haar stof zeer goed beheerst. Twain liep maar tot zijn 12 school, hij kwam uit een arme Mississippi-familie en studeren kostte te veel geld. Maar afgezien van vroege jobs in het drukkerswezen en als bootsman op de Mississippi bleef Twain wel naar de bibliotheek gaan en zich kapot lezen, zodat hij uiteindelijk de bekendste schrijver van de 19de eeuw zou worden. Dit huis kon hij zich veroorloven dankzij het geld van zijn schoonvader, want een zakenman was Twain bepaald niet. Toen Graham Bell, een vriend, de schrijver voorstelde te investeren in zijn telefoonuitvinding weigerde Twain, want hij geloofde niet in telefoneren. Had van hem een miljonair kunnen maken, maar Twain stak zijn geld, 200000 dollar zelfs, liever in een vreemdsoortige drukmachine waarvan hij wonderen verwachtte. Helaas, er werd er geen enkele van verkocht, en Twain diende zich failliet te laten verklaren. Maar geen nood: hij startte een schrijverstournee op waarmee hij zich snel terug van een kapitaaltje kon verzekeren. Aangenaam is, buiten al die anekdotes, dat vele gekruide afspraken van Twain op de muren van het belendende museum te lezen staan. Zoals: there is no sadder thing than a young pessimist. Except for an old optimist. En van de anekdotes houden wij het meest van de namen van de drie honden van zijn dochters: I know, you know & dont know. En van Twains vehemente kritiek op Leopold II vanwege de wandaden in Congo, de schrijver noemde het Koninklijk paleis in Brussel The den of a wild beast. Ja, het was een kerel naar ons hart, en beslist ook een wereldburger en groot reiziger.
Vraag ons niet te veel over de rest van Hartford. We hebben hier voor de rest slechts een uurtje rondgelopen en een goede steak gegeten, en noteerden vooral dat de geachte senatoren van Connecticut mooi gehuisvest zijn in het State Capitol en dat de fall foliage nu hier op haar piek zit. Dat komt goed uit, want morgen hebben we onze laatste natuurdag in New England, ofschoon daar toch weer een iconisch huizenbezoek aan voorafgaat. En het zal uitstekend weer zijn, hoera!
AMERIKA 2019: New England, Newport (7 en slot): Rosecliff
We blijven ons verbazen over het wispelturige klimaat van New England. Vanaf gisteren late namiddag heeft het onophoudend geregend, om 7 hr am nog pijpenstelen. En zo koud dat we de verwarming hebben opgezet in onze cottage. Maar om 8 hr kunnen we al droog naar de ontbijtzaal en vanaf 9 hr schijnt de zon, wat ze heel de dag zal blijven doen, met een Max temperatuur van 20 graden. Natuurlijk dat die bomen daar zot van worden en alle kleuren van de regenboog aannemen! Nog 1 adresje op de lijst van deze society reporter: Rosecliff, mooi gelegen aan zee langs de achterkant. Er is minder te zien dan in de andere huizen, maar de blikvanger is de balzaal, de grootste van Newport. Daar had Tessa Oerlich alles mee te maken, de volgende van de merkwaardige Newportse vrouwtjes. Nooit zou de wereld van haar gehoord hebben als haar vader, een Ierse gelukszoeker, niet de hoerenchance zou gehad hebben de rijkste zilverader van Nevada bloot te leggen. En Tessa was zijn enige erfgenaam, nu nog een geschikte echtgenoot aan de Oostkust vinden, en die er onder houden. Dat lukte probleemloos met Oerlich, die zich snel met zijn eigen zaakjes zou bezighouden en zelden in Newport aangetroffen werd. In tegenstelling tot Tessa, die Alva Vanderbilt als dikke vriendin had en zich specialiseerde in alsmaar driestere balaangelegenheden. Zoals een bal a Blanc, waarop alle genodigden zich in het wit gekleed moesten aanbieden, terwijl buiten op de zee vuurwerk werd aangestoken. Kon het nog gekker? Zeker, door een chimpansee in smoking als gastster op te voeren, bijvoorbeeld. The gilded ages ten voeten uit, veel geraas, weinig wol. Dat gold ook voor het gebouw: het ziet eruit alsof het van marmer is, maar het is in werkelijkheid van terracotta - toch een beetje besparen, Tessa was tenslotte geen Vanderbilt. Wel had ze een beroemd architect aangeworven: Stanford White, die in zijn vrije uren een rokkenjager was wat hem in 1901 fataal werd. Toen werd hij door een jaloerse echtgenoot doodgeschoten op het dak van een van zijn eigen buildings (Madison Square Garden in New York). Ja, de tabloids hadden hun werk in de gilded age. Toen die afliep was Tessa oud geworden en in haar dementie dwaalde ze door Rosecliff, onbestaande gasten vragend of ze nog een glas champagne moesten. Sic transit Gloria mundi. Het gebouw kende na Tessa tal van problemen, en ging ei zo na helemaal naar de knoppen. Tot James Monroe, een bescheiden zakenman uit New Orleans, Rosecliff kocht voor het luttele bedrag van 21000 dollar. Monroe restaureerde het paleis, oorspronkelijk bedacht als kopie van het Grand Trianon uit Versailles, maar hield de leefkamers op de eerste verdieping sober, cfr foto van de slaapkamer. De Monroes hadden geen kinderen en waren zo vriendelijk Rosecliff in de jaren 70 aan de Preservation Society over te maken. Zodat de balzaal van Rosecliff nu terug actief is, want hier worden regelmatig huwelijksfeesten georganiseerd en naar we horen op de audiogids kan de ceremoniemeester alle verzoeken inwilligen. Zoals een leeuw op je bruiloft, of komen aanrijden op olifanten, zoals onlangs gebeurde met Indische trouwers. Als wij met Trump als ezel mogen komen aanrijden beloven we hier ook te komen huwen!
AMERIKA 2019: New England, Newport (6): The Marble House
Als je iets over de Newport Mansions wil zeggen, moet je het toch ook even hebben over de architecten. Er waren er verscheidene actief, maar the dean of them all was ongetwijfeld Richard Morris Hunt, de eerste Amerikaanse architect die aan het Institut des Beaux Arts in Parijs afstudeerde. Hij was ook de duurste (if money is an issue, look for another architect, was zijn arrogante leuze), en dus de geprefereerde bouwheer van de Vanderbilts. In het begin van de 20ste eeuw werd hij aangeworven door Alva Vanderbilt, die van haar brave man William een huis als huwelijksgeschenk mocht bouwen. Alva was de nazaat van een aristocratische Zuiderse plantagefamilie, die tijdens de burgeroorlog, die zij hadden uitgezeten in Frankrijk, al haar bezittingen was verloren. Dan moet je ergens introuwen, en Alva wist hoe dat moest. Ongetwijfeld was Alva een ueberbitch, veel meer dan Doris Duke, maar karakter had ze, zodat ze haar man, waarvan ze later zou scheiden (dat was een nieuwigheid in een tijd dat vrouwen enkel non, prostituée of trophy wife van een of andere rijkaard konden worden, maar Alva kwam er mee weg), volledig domineerde. The Marble House (zo genoemd vanwege de 50000 kubieke voet marmer die erin steekt) was een coproductie van Alva en Hunt, die beiden meer dan eens woorden hadden over de te volgen koers, want het waren allebei sterke persoonlijkheden. Het voorbeeld was Le Petit Trianon in Versailles, en Hunt liet niet na een parallel te trekken tussen hem en de architect van Louis XIVs lusthof. Kijk naar de enorme eetzaal, waarin service à la Russe werd beoefend. Dat betekende 7 gangen die na mekaar werden opgediend, maar wel vlak na mekaar, zodat er meer eten verkwist werd dan opgegeten. Speelde allemaal geen rol. Toegegeven, de massieve inkomdeuren, die hydraulisch bediend werden (want veel te zwaar om met de hand geopend te worden), zijn indrukwekkend, en de gothic & gilded room eveneens, maar de algemene indruk is er toch weer een van TROP IS TE VEEL. Maar zo was Alva, aangetrouwde rijkdom is nog erger dan authentieke. En daarmee is het verhaal niet uit. Alva had 3 kinderen, waaronder dochter Consuelo, een schoonheid. Die moest dus aan de man gebracht worden, en kijk, daar diende The Duke of Marlborough zich aan. Die Engelse edelman had dringend geld nodig, en dat hadden de Vanderbilts. Terwijl Alva tuk was op een adellijke titel voor haar dochter, want dat kon ze zelf niet kopen. Het was een verstandshuwelijk, beide echtelieden hielden van een ander, maar Alva sloot haar dochter op tot ze plooide en Duchess of Marlborough in Engeland werd, na een fabelachtig bruidsfeest in The Marbe House. Consuelo zou zich aanvankelijk enigermate schikken in haar lot en zelfs goed bevriend geraken met de kozijn van The Duke, dat was niemand minder dan Winston Churchill. Ze zou niet de laatste dollar princess zijn, maar wel de bekendste, en uiteindelijk toch ook scheiden, om een gelukkig tweede huwelijk aan te gaan met een Franse vliegeniersheld.
En hoe liep het af met Alva? Nou, op zn Alvas. Nadat ze gescheiden was van William Vanderbilt (dat was de broer van Cornelius II, die van The Breakers) en haar tweede man gestorven was, werd ze zowaar een....voorvechtster van de vrouwenrechten, een suffragette. Alva zou instrumenteel worden in de uiteindelijke toekenning van het stemrecht voor vrouwen in Amerika, wie had dat gedacht. Nee, Donald, no grabbing by the pussy met Alva, die eerder bedreven was in elke man die haar pad kruiste bij zijn Pietje te nemen. Quite a woman, bis.
AMERIKA 2019: New England, Newport (5): Chateau Sur Mer
Er waren nog meer rijkaards in Newport. Zoals de Wentmores, die van het Zuiden kwamen en hun fortuin in de chinaware hadden gemaakt. Zij waren er al voor de Vanderbilts en de Dukes, en Chateau sur Mer is dan ook een heel andere stijl gebouwd. In een donkere stijl, wij denken dat velen depressief zouden worden als ze in een zon duister huis zouden wonen. Maar de mode vraagt en de architect draait. Het is weer eens wat anders dan wat we voorheen zagen, en met name de trap, een ongelooflijke constructie bekroond door een tree of life, mag er meer dan wezen. Voeg daaraan een paar leuke details aan toe, zoals zogenaamde tete a tete stoelen (geen idee waar dat hoedje staat op een tablet!) en de buitengewone treurwilg voor de deur, de grootste die wij ooit hebben gezien, en het was toch weer een waardevol bezoek.
AMERIKA 2019: New England, Newport (4): Rough Point
Soms kan je beginnen met Vanderbilt maar interessanter eindigen. Dat is het geval met Rough Point, dat oorspronkelijk in opdracht van Frederick Vanderbilt werd gebouwd als Summer cottage, maar die had er snel genoeg van en verkocht aan James Duke, de oprichter van American Tobacco. En die had maar 1 kind, te weten Doris Duke, die al kort na haar geboorte the richest girl in America werd genoemd. Ze zou in 1993 als 81-jarige sterven, en boy what a live she had. We konden vorig jaar Shangri-La, haar huis in Honolulu, niet bezoeken omdat het in september gesloten was, maar Rough Point wilden we ons niet laten ontgaan. En blij toe, want waar de Vanderbilts vooral geld hadden, had Duke ook nog smaak. En zin voor de Schone Kunsten, we treffen hier zelfs Belgische wandtapijten en doeken van Anthonie Van Dijck aan. Doris stond natuurlijk eveneens in de tabloids, en haar society life gaf daar ook aanleiding toe (twee keer getrouwd, de tweede keer met een internationale playboy, het was geen lang leven beschoren), alsmede haar al dan niet verzonnen liasions, en een al dan niet ongeluk van een vriend dat misschien geen ongeluk was, maar daar staat tegenover dat uit de inrichting van Rough Point blijkt dat Doris ook veel goede smaak had, net als haar vader. En dat ze tijdens haar leven 400 miljoen dollar aan liefdadigheid besteedde, waaronder 22 miljoen voor de restauratie van gewone koloniale huizen in Newport, en de heraanleg van het Queen Anne Square. Heb jij ooit zoiets gedaan, Donald? (Trump hoorden we onlangs zeggen dat het presidentschap hem tussen de 2 en 5 biljoen dollar zou GEKOST hebben, belachelijk). Top of The Bill is Doris slaapkamer, een dot van een slaapkamer, met een doek van Renoir aan de overkant. Over Doris raak je niet makkelijk uitverteld: ze was ook nog eens CIA-medewerkster in Italië tijdens de tweede Wereldoorlog, en surfkampioene in Hawaii (waar ze werd opgeleid in die sport door de wereldkampioen, die misschien ook haar minnaar was). Quite a woman, als u het ons vraagt. Doris did it her way, maar ze deed het alleszins met gevoel voor stijl, iets wat weinig Vanderbilts konden zeggen.
AMERIKA 2019: New England, Newport (3): The Breakers.
Het weerbericht klopt in Amerika altijd: gisteren was het lente, maar vandaag alweer herfst. Wij hebben onze planning echter goed opgemaakt en gisteren alle buitenactiviteiten volbracht. Vandaag: 4 iconische huizen, binnenwerk. Het eerste is het bekendste: The Breakers, 2de versie uit 1895 nadat het eerste afbrandde, het zomerhuis van Cornelius Vanderbilt II, de kleinzoon van de gelijknamige stichter van de dynastie, die The Commodore werd genoemd en op foto 2 staat (alsof hij een Romeinse keizer was). The Commodore stierf in 1877, hij was toen de rijkste man ter wereld op grond van zijn scheepvaart- en treinimperium, en had al zijn nazaten (en hij had 14 kinderen) ingepeperd dat ze het familiefortuin moesten bewaken. Daar moest wel voor gewerkt worden, toch als je een man was, Cornelius II begon als loopjongen bij een bank. Maar de erfenis kwam mettertijd uiteraard, en kleinzoon Cornelius bleek een manie voor huizenbouw te hebben. Niettemin had hij weinig plezier van Breakers versie twee - slechts 1 zomer, want in 1896 kreeg hij een beroerte en drie jaar later was hij dood. The Breakers heeft een imponerende hal, dat kan niemand ontkennen, maar toch is het lang niet ons lievelingshuis van de Newport Mansions (we zullen er uiteindelijk 6 bezoeken, naast degenen die we enkel langs buiten hebben gezien). Want het is te groot, too grand in het Engels, het is er zo ver over dat het niet mooi meer is. Het is bluffen met geld, net zoals The Donald met zijn talloze Trump Towers in onze tijd doet. Maar: meer geld dan smaak. Men noemt de periode van al die supermansions in Newport de gilded age, mààr dikwijls vergeet men erbij te zeggen dat Mark Twain, die de term bedacht, dat vergulde tijdperk satirisch bedoelde. Onder het verguldsel zat niets, bedoelde hij, en hij schreef er ook bij dat de gilded age veel ongelijkheid in de samenleving verborg. Dat zal wel zijn. Aan het tijdperk kwam grotendeels een einde toen WO1 begon, want in 1913 kwam er ook in Amerika een inkomensbelasting, terwijl vroeger elke dollar die de Vanderbilts verdienden met hun door monopolies gedreven zakenimperium in hun eigen zakken verdwenen. Onze socialistische inborst zegt: net goed! Maar wel leuk, en historisch noodzakelijk, dat die aristocratische huizen nog kunnen bezocht worden door democratische lieden als The Passenger en vele anderen, natuurlijk.
Hoe dan ook: in The Breakers zouden wij nooit willen wonen (in The Elms, de mansion van gisteren, wel). Je bent op den duur blij dat je in de keuken met haar potten en pannen terechtkomt, of een eenvoudiger kamer kan betreden, zoals met name die van Gertrude Vanderbilt. Gertrude hield een dagboek bij, waarin ze zich een beetje dramatisch bekloeg over haar rijkdom en zich afvroeg of iemand ooit van haar zou houden omwille van haarzelf. Toch wel: ze zou een goed huwelijk hebben met meneer Whitney (uiteraard ook geen sukkelaar), zelf een niet onverdienstelijk beeldhouwster worden (de sculptuur op de foto is haar monumentje voor de gevallen Amerikaanse soldaten tijdens WO1 in haar tweede vaderland Frankrijk) en tenslotte het Whitney Museum in New York oprichten, nog steeds een prima kunstmuseum. Mogen we van jou ook zoiets verwachten, Donald? Of gaat de volgende G7-top misschien in The Breakers plaatsvinden, nu je snode plannetje het in je eigen Florida-resort te doen niet doorgaat?
Edward Burwind (1848-1936), een zoon van Duitse inwijkelingen in Philadelphia, had zijn zaakjes goed voor mekaar. Hij werd DE kolenmagnaat van Amerika (zijn firma leverde o.a aan de US Navy, waarvan Burwind in zijn jeugd zelf een eminent lid was), en vond dus dat hij een zomerhuisje had verdiend. Dat werd The Elms (vernoemd naar de iepen die er vroeger bij bosjes stonden, maar die zijn allemaal ten prooi gevallen aan een keverziekte, over heel de Oostkust, lees de laatste roman van Richard Powers voor meer info terzake). Het was in 1901 een van de modernste huizen van Amerika, dat kan je ook zien aan de badkamer-infrastructuur, en de inspiratie kwam uit Frankrijk: Chateau Asnieres. Het straffe is dat de Burwinds het huis enkel gebruikten in juli en augustus, het was niet meer dan hun zomerresidentie en dan nog verbleef de heer des huizes er enkel in het weekend, want zijn werk eiste hem in de week op in Philadelphia of New York. Inclusief een balzaal voor lavish parties èn een eetzaal die omringd is met Venetiaanse schilderijen (dat die ook nog meesterwerken zouden zijn, zoals de audiogids tijdens het self guided visit ons in het oor fluistert, is natuurlijk overdreven. Nooit van Titiaan, Tintoretto, Veronese en Bellini gehoord zeker?). Waar de audiogids wel goed in is, is in het opdissen van kleine anekdotes. Zoals de gedragingen van tante Julia, die na de dood van haar zuster het huishouden van haar schoonbroer overnam. Zij speelde graag mahjong, dat Chinese spel (chinoiserie, overgenomen van Frankrijk, was ook bij de rijken van Newport in de mode) en omdat ze regelmatig een mannetje te kort kwam moest de butler dan meespelen. Echter wel rechtstaand, want onderscheid tussen meesters en personeel moest er zijn. Na de keuken staan we weer buiten, waar we de sunken garden vinden en van de ene mooie boom naar de andere struikelen. En zeggen dat het maar een haar scheelde of The Elms zou in de vroege jaren 60 ten prooi zijn gevallen aan de sloophamer, want de Burwinds hadden geen kinderen en projectontwikkelaars zagen hun kans schoon. Gelukkig waren er enkele verontwaardigden, die de Preservation Society oprichtten en nu nog de belangrijkste historische huizen in Newport uitbaten. Veel van hun fondsen kwamen in het begin van Doris Duke, ooit het rijkste meisje van Amerika. Maar zij komt morgen nog wel ter sprake, nog 4 huizen te gaan.
AMERIKA 2019: New England, Newport (1), Rhode Islandâs finest mansions
Van de homos naar de rijke stinkerds, en dat op minder dan 3 uur. We bevinden ons nu in Newport, een heel speciale plaats in Rhode Island, de kleinste staat van Amerika (weer eentje bij op onze lijst, na deze reis gaan we toch over de 40, al zullen we ze nooit àlle 50 bezoeken). Tegen 1 hr pm melden we ons reeds aan in onze aardige B&B waar we de cottage bezetten voor 2 nachten (de Inn staat op foto 1) en daarna haasten we ons weer buiten, want het is heerlijk weer (eerder lente dan herfst nu, 18 graden Max) terwijl we weten dat morgen regen wordt verwacht. Tijd om anderhalve dag een eerder thema van deze reis weer op te vatten: iconische huizen. Newport is al sinds de 19de eeuw een toevluchtsoord van de rijken uit New York, en dat merk je meteen aan de vele prachtige huizen, vooral aan Bellevue Avenue. Wij hebben een combiticket om de 5 meest opulente huizen te bezoeken (1 vandaag, 4 morgen), maar het aardige is dat ook de gewone huizenjacht in Newport loont, het is een ontzettend pittoreske plek. Een paar bekende panden zijn in oktober al wel gesloten (het seizoen begint terug in de 2de helft van mei), maar dan kan je ze nog van buiten bekijken. Cfr foto 7, dat is Kingscote, in 1841 gebouwd voor een plantage-eigenaar uit Georgia. Of foto 8, dat is het Isaac Bell House (Bell was een katoentrader die het veel verder schopte dan wij: hij ging al op zijn 30 op pensioen, rijkgeboren, nog rijker geworden en rijk getrouwd als hij was). Maar de andere fotos geven gewoon huizen weer die nog steeds privé-bezit zijn, je wordt verzocht de privacy van de eigenaars te respecteren maar je hebt er wel een open zicht op, misdadigheid bestaat hier blijkbaar niet. Afgezien van al dat huizengedoe heeft Newport ook mooie parken en kerken (voor de Trinity Church wordt Halloween al druk voorbereid) en een aardig waterfront, waar Johnny Depp blijkbaar een piratenboot heeft liggen en toch nog steeds enkele zeilboten uitvaren voor een sunset Cruise, maar je ziet hoe dik de deelnemers aangeduffeld zijn: vanaf 5 hr pm wordt het, zo kort tegen eind oktober, meteen weer fris, zelfs koud en na Halloween gaat Newport ongetwijfeld in winterslaap tot medio mei volgend jaar.
AMERIKA 2019: New England, Cape Cod (3): Artistâs paradise
En hoe zit dat nu met de status van kunstenaarskolonie die Provincetown en omgeving heeft? Dat blijkt al meteen uit onze ochtendwandeling, wat staat die klojo op het dak van zijn pick up truck daar uit te vreten? Ha, schilderen dus, en hij is niet de enigste, al vinden we onze eigen artistieke fotografische weergave van wat hij ziet eigenlijk meer geslaagd dan wat er op zijn canvas staat. Er zijn in Provincetown tientallen kunstgaleries, je vraagt je af hoe ze allemaal kunnen overleven, maar het adres waar je moet zijn is de PAAM, dat is kort voor Provincetown Art Association and Museum. Voor een museum in een klein kustplaatsje heeft dit pand inderdaad wel wat te bieden - zelfs Edward Hopper, de bekendste schildergast (hij had een buitenhuis in de duinen van Truro, 5km van hier). Helaas enkel getekende schetsen, voor Hoppers grote legumen moet je uiteraard naar New York of Chicago. Maar toch: de volgende foto is een doek van Robert Motherwell, toch ook geen kleine jongen. Hij bracht samen met zijn vrouw Helen Frankenthaler veel schilderzomers in Provincetown door. Net als Herman Maril, minder bekend, maar zijn Good Catch mag er zijn. En Hans Hofmann uiteraard niet te vergeten, over hem hebben we het al dikwijls gehad en hij steelt nogmaals de show, ondermeer met zijn pittige blik op Provincetown op foto 7. PAAM schenkt eveneens aandacht aan de betere contemporaine schilders uit de streek, en dat valt in het geval van David Barnes, een man met een boeiend verdwenen narratief (foto 9 en 10), en de getalenteerde waterverfman Paul Resika (foto 11 en 12) heel erg mee. Ook zwartmens Ronald Hall intrigeert ons, net als Breon Dunigan met haar surrealistisch aangeklede dagelijkse gebruiksvoorwerpen (vooral die kan die een skelet uitschenkt bekoort ons). Het is natuurlijk niet al goud wat blijkt in PAAM (er is ook een expo over iemand van hier die naar verluidt invloed heeft uitgeoefend op Basquiat - pfft) maar het peil van dit museum ligt hoe dan ook beduidend hoger dan de koekjesdozenkunst die veelal de kunstgaleries van de stad teistert. Al zijn ook daar uitzonderingen, met name ene Sean Thomas, en die portrettist van de voorlaatste foto. Maar toch: als je onze artistieke fotos ziet, kunnen wij daar toch ook gaan bijhangen? Of ligt dat aan ons Great and unmatched photographic genius? (Trumpiaanse ironie!)
AMERIKA 2019: New England, Cape Cod (2): Provincetown, drag Queen paradise
We dachten dat we in 2007 al een en ander hadden meegemaakt in New Orleans tijdens Mardi Gras, maar in ons hotel, het reeds sinds 1810 bestaande Pilgrims House (waar David Henry Thoreau ooit overnachtte, lezen we), lopen werkelijk alleen maar homos rond, dat is overduidelijk. Dat geldt zelfs voor het kamerpersoneel (allemaal mannen met een hoek af, in tegenstelling tot de Mexicaanse meisjes die je in de USA meestal de kamers ziet doen). Op zondag doen ze er nog een schep bij, want dan is er voor wie wil een brunch tussen 11 en 2, gepaard met een show van een drag Queen groep.Leuke jongens hoor, maar opgepast fat Lady, dat je niet tegen mijn tablet loopt. Any homos in the room, roept er een. Ja, ik, zegt de kelner, we zeiden het toch, heel het bedienend personeel is hier holebi, dat clowneske woord past eigenlijk beter bij hun frivole aard. Allemaal goed en wel en leuk om eens te zien (uit solidariteit stoppen ook wij 1 usd-briefjes in de decolleté van de betrokkenen), maar na het eerste deel vinden wij het toch welletjes. Temeer de zon schijnt en het warmer is dan gisteren, en Provincetown ook zonder drag queens een aangenaam plekje is om een paar uur in rond te lopen.
AMERIKA 2019: New England, Cape Cod (1): bikers paradise
Jazeker, goede timing: een prachtige dag om te gaan fietsen vandaag, wat we dan ook 4 uur lang doen, tussen Plymouth en Provincetown, onze volgende verblijfplaats. Cape Cod, een smalle arm in de Atlantische Oceaan, staat bekend als vakantieoord van de Kennedys (JFK zocht er de rust en mogelijk ook afspraakjes met Marilyn Monroe) en kunstenaarskolonie (Edward Hopper zocht er het licht en hield het bij zijn eigen vrouw), maar het beschikt ook over het fraaiste fietspad van New England: het 75 km lange Cape Cod Railroad Track, aangelegd boven een eermalige spoorweg dus. The Passenger mag dan nog buien van sportiviteit hebben, 75 km is hem toch rijkelijk te lang. Wij doen het stuk tussen het Nickerson State Park en het Coastal Guard Beach, en dat volstaat ruimschoots, teneinde geen blaren op ons gat te krijgen, we hebben al last genoeg van een sporadisch opduikende pijnkramp in onze rechterhand (hopelijk geen gevolg van die 5 gebroken beentjes 7 jaar geleden). Maar fietsen kunnen we nog, in tegenstelling tot de door artritis getroffen Frank De Boosere. Wat we onderweg zien zijn vijvers met zwanen of vissers aan de kant en marshlands, allemaal heel aangenaam en rustgevend. Maar geen haaien, al wordt daar druk voor gewaarschuwd (zulke bordjes moeten, anders heb je bij het eerste accident een dikke claim aan je broek van Rudy Giuliani of een andere advocaat-schurk). En dan arriveren we in Provincetown, de toeristische trekpleister van Cape Cod. In de hoofdstraat is het altijd druk, en s zomers zijn er hier tot 9 whale watching Tours per dag, maar nu nog maar 2 en enkel in de weekends, en wij gaan er geen doen, veel te koud op zee. We herinneren het ons bovendien maar al te goed van in New Foundland, en nemen ons voor even slim te zijn als de walvissen zelf: die gaan vanaf volgende maand overwinteren in Midden-Amerika en we zullen ze ongetwijfeld daar zien, in Costa Rica, op een warme boot in warme wateren. Nu, de haven is wel pittoresk in het late zonlicht, net als ons restaurant daarna. Het zit bomvol, maar 1 mannetje kan er aan de toog meestal wel bij. En die toog wordt gerund door een nozem die lijkt op een gitarist van ZZ Top en die volgens ons geen chocomel bestelt als hij in een bar binnenkomt. Geen homo dus, in tegenstelling tot de twee heren links naast ons (Provincetown staat ook bekend als DE holebistad van het noordoosten van de USA). Rechts van ons dan weer een aardig koppel uit New Hampshire, die al in Brussel zijn geweest en ons aanspreken omdat ze onze fotos zo mooi vinden. Leuk gesprek met hen, en nog leuker als wij afrekenen (zij zijn dan al lang weg): meneer heeft buiten ons weten ons glas wijn betaald, maar de barman mocht dat pas zeggen als we zelf aan afrekenen toe waren. Ja, The Passenger is populair in New England.
AMERIKA 2019: New England, Plymouth : Plimoth Plantation, de eerste settlers.
Hoewel Plymouth, slechts 1 uur rijden van Boston, maar een plaatsje van niks is, wordt het toch flink bezocht. En dat komt allemaal omdat de eerste settlers hier, op het strand van de eerste foto, in 1620 aan land kwamen (de Ranger die bij het monument staat komt volgens ons ook uit 1620). De geschiedenis is interessant: de eerste permanente settlers waren calvinisten die eerst van Engeland naar Nederland, meer bepaald Leiden, waren verhuisd omdat King James hen liever kwijt dan rijk was. In Leiden was dan wel godsdienstvrijheid, maar economisch bleven de Engelse calvinisten tweederangsburgers, en leer maar eens Nederlands als Engelsman! En dus besloten 102 onverschrokkenen naar het Noordoosten van Amerika te trekken, waar ze hun religie (5 uur bijbelstudie per dag, toe maar al) wel konden beleven en hopelijk voor zichzelf een beter leven konden uitbouwen. De overtocht gebeurde met de MAYFLOWER, een schip dat normaal hier in de haven ligt maar nu in Connecticut wordt gerenoveerd om helemaal klaar te zijn voor de 400ste verjaardag in 2020. Enfin, foto 3 toont hoe het schip er uitzag, en een pretje kan de overtocht niet geweest zijn, want die duurde 66 dagen en werd meestal onder dek doorgebracht. De Mayflower haalde het en de meeste settlers overleefden de reis, maar de helft viel daarna ten prooi aan de harde winter van New England. Maar de andere helft beet door en zo werd Plymouth (in de 17de eeuw was het Plimoth) de oudste permanente kolonie in de USA. Dat kan je allemaal in detail zien in de Plimoth Plantation, die al het bovenstaande in detail uitwerkt in een soort van Bokrijk-setting. Eerst een blik op het dorp van de Wampanoag, want Indianen waren er in de 17de eeuw natuurlijk ook (de calvinisten speelden het slim en sloten snel een handelsovereenkomst met hen). Volgens het museum zijn de acteurs allemaal echte Indianen, afstammelingen van de Wampanoag. Zou dat nu echt waar zijn? Wij kunnen uiteraard ook een pluim in ons gat steken, maar daarom zijn we nog geen Indiaan. En langs waar is het calvinistendorp, schatje? Langs daar? Ok. Ja, in die settlerskolonie wordt het pas helemaal leuk. Er valt niet te ontkennen dat de mensen hier een goeie job doen, ze spreken allemaal ouderwets Engels, bv door niet te vragen, als je een huisje binnengaat, how are you, maar wel how do you fare dear Sir? Ons gedacht was: we zullen ze eens liggen hebben en zeggen dat we zelf van Leiden zijn (in het Nederlands!), maar kijk, dan blijkt zowaar dat ze allemaal wat basis-Nederlands geleerd hebben en zelfs vertrouwd zijn met de 17de geschiedenis van onze contreien! Neemt niet weg dat die 17de eeuwer op dat bankje zich toch zit af te vragen welke blaasjes wij hem allemaal aan het wijsmaken zijn. Maar ze zijn niet op hun mond gevallen hoor. Als wij dat breiend meisje verder blijven pesten in het Nederlands, zegt ze: My Father does not like me to speak Dutch too much sir. Gezellig allemaal.
We zoeken redelijk vroeg onze B&B voor 1 nacht op, en das dus een hele goeie (echter wel met slechte WiFi zodat we 1 blog achter staan). Mooi huis, kraaknette slaapkamer, geweldig bed. En wat een ontbijt de volgende morgen, dit koppel zijn heuse keukenpieten (omelet met spinazie en tomaat en heel lekker banananbrood). Maar vanavond was het ook niet slecht: een hele kreeft in een waterfront-restaurant van Plymouth, nadat Mike & Kathy ons een aangename wandelweg door de velden hebben getoond zodat we de auto in de B&B konden laten (wel een donkere en koude wandeling terug, amai). Morgen wordt het naar verluidt schitterend weer en gaan we fietsen! (Enfin, dat hebben we al gedaan maar we staan dus een blog achter, inhaalwerk volgt morgenvroeg, het is rustdag zondag).