Daar waar duisternis eindigt en licht begint, daar wil ik me bevinden.
08-03-2015
Raven
Ik ben geen man die gelooft in voortekens, of cryptische boodschappen gegeven door hogere machten. Behalve als het me goed uitkomt.
Ik zag een raaf voorzichtig een poot zetten in een poel water. Dof zwart spiegelde zich op het roerloze wateroppervlak. De raaf keek om zich heen en zette een andere poot in het water. Blijkbaar gerustgesteld door de van vijanden verstoken omgeving ploeterde de raaf tot het midden van de poel. Nog een laatste blik rondom zich en plots werd de kalmte ruw doorbroken. Water spatte alle kanten uit, en de eerst zo nauw opgeplooide vleugels werden een waas van beweging. Met een ongeëvenaard enthousiasme was de raaf zich aan het wassen. Enkele luttele seconden daarna was het voorbij. De raaf vloog op en zette zich neer op een muurtje op enkele meters afstand van de poel. De raaf zat er stil bij, maar er was iets dat deed vermoeden dat de gebeurtenis nog niet ten einde was. Plots vloog de raaf weer op, meteen gevolgd door een tweede, die voordien geen deel had uitgemaakt van het spektakel. De eerste raaf streek naar naast de poel, de tweede raaf volgde, maar bleef op enige afstand. Opnieuw begon het ritueel. Een voorzichtige stap, een tweede. Een explosie van zwart en lichtweerkaatsende druppels. De tweede raaf keek nieuwsgierig naar het gebeuren en stapte zonder veel aarzelen ook het water in. Twee zwarte vlekken werden een waas van beweging. Ze leken er enorm veel plezier in te hebben. Een minuut van woeste energie ging over in een energieke sprong de lucht in. Met veel vleugelslag kozen ze het luchtruim en verdwenen ze uit het zicht.
De raaf werd twee raven, beiden zich badend in dezelfde poel. De betekenis laat ik aan jou over, maar voor mij is ze duidelijk.
Ik las onlangs dat Recyclart een oproep heeft gedaan voor mensen die willen vertellen over hun passie. De oproep begon met de vraag of ik me afvroeg waar de passie is gebleven als ik door de straten van onze grootse hoofdstad loop. Of ik me afvroeg waar de bezieling is. Nu stel ik me die vraag ook, op café, en dan kijk ik mijn gesprekspartner aan met vur in mijn ogen en bliksem op mijn tong. WAAR IS IN GODSNAAM DE PASSIE GEBLEVEN?! Ik voelde me echter door die oproep het onderwerp gevonden van die vraag, ik, de zwervende persoon par excellence, des te meer omdat iemand me die oproep persoonlijk had doorgestuurd. Het was 'keihard' iets voor mij, zei die persoon. Toen ik hem naderhand in levende lijve ontmoette, kon ik het niet nalaten hem te vragen welke passie hij in gedachten had toen hij me die oproep doorstuurde. Ik voegde er aan toe dat hij het niet kon hebben over mijn beeldhouwen, daar ik daar nauwelijks aan toekom. Hij haalde zijn schouders op en zei simpelweg 'dan niet.'. Dan niet... De oproep zette me aan het denken. Mocht ik mezelf blootstellen aan de starende ogen van mij onbekende personen en voor hun plezier mijn ziel uit het lijf scheuren en het hen vol trots tonen; hoe zou die er dan uitzien? Ik dacht aan beeldhouwen, ik dacht aan mijn werk. Ik dacht, en voelde me meteen verbitterd, dat ik gepassioneerder kon spreken over mijn werk dan over mijn beeldhouwen. Maar ik wil het niet hebben over mijn werk. Mijn werk is niet mijn passie, hoe gepassioneerd ik ook de missie ervan kan verdedigen. Maar wat is mijn passie dan wel? Het beeldhouwen zou ik graag vernoemen, maar het mist realisatie. Ik kan niet zeggen dat ik gepassioneerd ben van beeldhouwen en in dezelfde zin zeggen dat ik er niet toe kom effectief te beeldhouwen. Dat is een contradictie. Passie, mocht je het woord gaan opzoeken, wil zeggen dat je je onweerstaanbaar voelt aangetrokken tot iets. Sprekend is dat het afgeleid is van het woord pathos, wat zoveel wil zeggen als lijden. Je lijdt onder een passie omdat je niet anders kan dan haar te willen realiseren. Het is een onverzadigbare drang, een lust die zich opdringt aan het denken en het handelen. Beeldhouwen komt dus niet in aanmerking.
Ik begon echter te voelen dat ik wel degelijk gepassioneerd ben en dat beeldhouwen er iets mee te maken heeft. Ik hou ervan kunstwerken te bedenken, na te denken over de inhoud en de vorm. Ik hou ervan naar een badende vogel te kijken en me af te vragen hoe ik dat zou kunnen sculpteren. Ik kijk naar straatlantaarns en kan diep geroerd zijn door de schoonheid van het licht dat duisternis begroet. Ik kijk naar gezichten en bestudeer de lijnen van dat gelaat, ik kijk niet naar de mens, maar naar de schaduwen die zich aftekenen op die mens. Ik kan kijken naar een mooie vrouw en in mijn hoofd haar gezicht met houtskool op papier brengen. Ik denk na over waar een emotie te vinden is op een gezicht, en welke inclinatie ogen moeten hebben om droef of verheugd te zijn. Ik ben geen beeldhouwer, maar het is wel de bril die me de wereld laat zien. Die de wereld voor me vertaalt. In vorm, in kleur, in schaduw. Misschien ben ik dus gepassioneerd. Niet iemand die zijn passie realiseert, maar één die zijn passie bedenkt. Ik leef doorheen mijn ideeën, mijn gedachten, mijn concepten. Ik kan trillen van passie bij het nadenken over een beeld dat ik wil maken en drie dagen lang op de golven van dat ene idee meesurfen. Voor ik het evenwel realiseer, neemt een andere idee de fakkel over en sleurt me opnieuw mee naar andere, nog onbekende wateren. Ik leef mijn leven dus met een bril op. De bril van een kunstenaar. En ook al lijkt dat in de volksmond een te grote naam voor iemand die niets materieel heeft dat voor hem kan spreken, het is MIJN bril. Misschien heb ik hem ergens op grond zien liggen en achteloos opgeraapt en slaat de term kunstnaar niet meer op mij dan dat die slaat op de eigenaar van het schilderij van een beroemd kunstenaar... Maar het is de manier waarop ik de wereld zie. Doorheen mijn kunstenaarsbril.
Toen ik dit vertelde aan de liefde van mijn leven, vond ze het een trieste uiteenzetting... En ze keek me met trieste ogen aan.
En ik keek naar de lijnen van haar jukbeenderen en de schaduw van haar neus. Naar de inclinatie van haar ooghoeken en de manier waarop ze haar hoofd hield. Misschien wel triest ja...
Ik wilde me gisteren even overlaten aan de lokroep van Morpheus toen er plots allerlei afbeeldingen door mijn hoofd raasden. Het was als een psychedelische storm in mijn hoofd waarbij animatiebeelden zich afwisselden met luukrake realismen. Plots kwam er echter een tekening naar boven, een getekende tekening van een man die zijn hoofd met één hand vasthield. Het was prachtig getekend... Meer nog dan het hele beeld, was het vooral het hand dat me raakte. Het hele beeld was er één van wanhoop, maar het hand drukte dat nog het best uit. Het was dun, niet uitgemergeld wel, en volledig verkrampt. Ik zag het maar enkele seconden en alle pogingen het langer dan dat vast te houden, bleken futiel.
Ik heb toen maar mijn potlood vastgepakt en het proberen over te zetten op papier. De realiteit heeft het gevecht tegen mijn kunde verloren. Maar ooit... ooit!
Mijn buste is nu al enkele maanden af. Ik denk niet dat er echt mensen
aan het wachten zijn op foto's maar... goed, het niet hebben van lezers
was iets waar ik bij het aanmaken van deze weblog reeds had over
nagedacht, en het zou me niet stoppen evengoed te blijven schrijven en
te blijven delen.
De buste is af. Na alle problemen, kwam de
voldoening een goed beeld te hebben afgeleverd. Ik ben er tevreden van,
het is ongeveer exact geworden wat ik had gehoopt. Ik ben niet helemaal
tevreden over de nek, maar met alle problemen die ik er mee heb gehad,
moet ik zeggen dat ik niet mag klagen over het resultaat. De scheuren
die ik initieel teweeg had gebracht, heb ik volledig kunnen wegwerken.
Ik laat het beeld zelf zijn eigen zaak bepleiten nu, en zal er geen
woord meer over reppen.
Ik haf gehoopt dat het beeld me zou
aanzetten tot beter en groter en meer productie, maar het zal niet
verbazen dat het dat niet heeft kunnen teweeg brengen. Ik heb al een
hele tijd niets meer geproduceerd en om eerlijk te zijn deprimeer ik een
beetje. Ik krijg mezelf niet tot creëren terwijl ik evenwel het gevoel
heb dat niets anders mijn gemoed kan verbeteren. Een vicieuze cirkel. Ik
haat die beesten.
Mijn leven is de afgelopen twee maanden en een half veranderd. Drastisch, zouden sommige mensen zeggen. Ik meen echter van niet.
Ik
ben papa geworden. Daar heb je het dan. Ik ben papa geworden! Ik vind
het fijn, ik geniet ervan, maar het is zwaar. Niet dat het leven zoveel
veranderd is, maar mijn inactiviteit (deels verklaard door een baby die
terecht en zonder dat ik daar mee zit, veel tijd vraagt) weegt zwaar op
me. Ik heb tijd, zelfs met een nieuwgeborene in huis. Maar ik krijg die
tijd niet goed ingevuld. Wat ik ook probeer. Planningen maken, plannen
tekenen, werkruimtes klaar maken... Ik heb het allemaal gedaan. Maar
mijn creatieve ziel houdt zich voor me verborgen en bezorgt me hoofdpijn
van frustratie. Ik weet wat je denkt. Ik denk het ook. Hou verdomme
op te klagen en doe dan iets! Het is idioot, maar het lukt me niet. Net
voor ik wil beginnen, neemt een soort neerslachtigheid van me bezit,
kruip ik wezenloos achter een computerscherm en begin series te kijken.
Series waardoor ik afgestompt en emotieloos weer even verder kan. Tot ik
opnieuw beslis iets te doen, en dan toch weer eindig achter een
blinkend moordend scherm. Vicieuze cirkel nummer 2. Akelig beest.
Ik
schreef onlangs in mijn notitieboekje dat er twee wegen zijn. Eén
doopte ik het heden. Deze weg wil dat je elk moment, elke dagdagelijkse
handeling en idee, met zorg behandelt. Je moet er kleine kunstwerken van
maken. Ik schreef erbij dat deze weg voor mij niet direct in het
vooruitzicht ligt. Ik heb me een leven lang -en dat begint nu toch al te
tellen, een dergelijke uitspraak- afgezet van dagdagelijkse
handelingen, getracht extra-dagdagelijkse dingen te doen. Ik wil dat
idee niet verdedigen, noch aanvallen. Het heeft me gewoon tot een zelf
gebracht die heel moeilijk kan genieten van zaken als koken, langzaam
opstaan, kleine dagdagelijkse gesprekken en dergelijke meer. Ik moet er
naartoe werken, maar voor morgen is het nog niet. De tweede weg die
ik behandelde was die van de toekomst. Ik had het misschien beter
benoemd als een gerichtheid op de toekomst. Het vertrok van de
maakbaarheid die eigen is aan elk (menselijk) wezen. Gericht op wat je
zou willen doen/zijn, creëer je de noodzakelijkheden in het heden om
daar naar toe te werken. Je wil wat (gerichtheid op de toekomst), je
doet wat (toekomst neemt bezit van het heden). De gerichtheid op de
toekomst vertrekt vanuit wat je op dit moment, in dit heden wil. Het is
niet opbjectief, en al helemaal niet onvatbaar voor wijzigingen. Dat
doet er echter niet toe. Die wil die je in het heden voelt, moet enkel
voldoende diepgaand zijn, voldoende vuur bevatten om een tijd(je) mee te
gaan. Dat is voldoende. De maakbaarheid van je eigen zijn, wil ik ook
zeggen dat je KAN. Er zijn mogelijkheden die je KAN benutten, die je
MOET benutten. Die gerichtheid moet je aanzetten tot plannen, tot
funderingen leggen. Tot creativiteit. Geen creativiteit zonder
gerichtheid op de toekomst. Het één is niet zonder het ander te denken. Deze
weg sluit nauwer aan bij mijn persoonlijkheid nu. Ik zou natuurlijk
graag beide wegen bewandelen, simultaan, en ik geloof dat dat ook
mogelijk is, maar ik ben er nu nog niet toe in staat.
Mijn grote
vraag is nu; Moet ik eerst proberen vrede te vinden met het heden, het
eerste pad betreden en trachten op die manier wat rust te vinden? Of
moet ik eerst proberen de tweede weg te bewandelen, waardoor de
gerichtheid op de toekomst en de daarbij horende vreativiteit, me meer
vreugde geven met het heden op zichzelf?
Ik weet het nog niet.
Het houdt me bezig. Misschien zijn het allebei manieren die tot
hetzelfde leiden, en dien ik slechts de keuze te maken zodat ik van slag
kan gaan. En dan nog... zal de keuze maken me tot actie aanzetten?
Akrasia, het blijft mijn gezelschapsdame, ondanks dat ik haar al
meermale heb gezegd dat ik zo veel liever alleen wil zijn.
Bij het maken van de mal van mijn buste, heb ik de fout gemaakt te fijnzinnig te willen zijn. Ik heb een 6delige mal gemaakt en ben uiteindelijk geëindigd met een veel-te-veeldelige mal. Met andere woorden, bij het uitbreken van de mal zijn er enkele delen kapot gegaan. Gisterenavond was een sombere avond. Is het een catastrofe? Neen, het wil enkel zeggen dat ik heel erg creatief ga moeten zijn om mijn beeld terug te krijgen... Ik probeer er positief tegenover te blijven, maar ik kan niet anders dan het een grote ontgoocheling vinden.
Hieronder enkele foto's van mijn versplinterde mal. Vooral het stuk met de broche heeft afgezien. De reden dat het zo kapot is gegaan, heeft alles te maken met het feit dat ik een dunne mal wilde omdat ik die maar één keer zal gebruiken. Om het eindresultaat gemakkelijker te ontmallen, zal ik dus uiteindelijk mijn mal kapot moeten slaan. Het is uiteindelijk net iets te snel uit elkaar gevallen, de snoodaard... Nu gaat een moeizaam proces van herstellen aanvangen, met veel gepruts. Weinig professioneel, maar er zit niets anders op.
ZUCHT.
Anders bekeken, ik zal weten wat te doen deze week. Ik kan er vanavond, morgenavond en donderdagavond niet aan werken (moet elke avond werken tot 21u), dus zal het voor vrijdag, zaterdag en zondag zijn. Ik ga echter wel proberen een paar uur te winnen door de volgende dagen na het werk toch nog een beetje te prutsen. Wie weet gaat het dan wat vlotter in het weekend. Ach, wat wil ik dat beeld af hebben! Er zitten beelden in mijn hoofd die krakend en brekend doorheen mijn schedel hun weg naar de werkelijkheid willen banen, en ik kan niet wachten er eindelijk aan te beginnen!
Toen ik daarnet het adres van mijn blog aan iemand gaf, dacht ik plots dat ik deze wel heel erg had verwaarloosd de laatste tijd. Daarom ook dat ik onderstaande tekst heb toegevoegd... Ze maakt deel uit van 7 andere verhalen die ik heb geschreven in de voorbije drie maanden. Naar mijn idee is het één van de beteren. Aan jullie om dat te ontkrachten of in elk geval te bevestigen dat het niet slecht is als verhaaltje. Ik dacht ook meteen aan wat ik hier aan mijn eigen persoonlijk stekje op het internet zou kunnen toevoegen dat ik de moeite waard vind in de afgelopen... wel, 6 maanden.
En dan komt mijn buste toch wel meteen in mijn hoofd op. Ik had het enige tijd geleden over de 'betaalde' beeldhouwopdracht die ik in de wacht had gesleept. Ik heb er heel wat aan gewerkt en ik ben tevreden van het resultaat. (Stel je dat eens voor!). Het is nog niet af, ik dien nog enkele details te verbeteren en dan kan ik aan de mal beginnen. Ik hoop die volgende week af te hebben. Het eindresultaat zou binnen een paar weken hier op de site te zien zijn. Maar... omdat ik nu eenmaal een ongeduldige jongen ben en ik hoop dat jullie even ongeduldig zijn om het zien: Hier, voor jullie oogjes alleen, een preview: <beeld je de drummen in, de bombastische aankondiging van iets groots... PAM PAM>
Mijn tweede dag verlof. Opnieuw vroeg opgestaan om uit elke minuut te halen wat er te halen valt. Wel, dat 'er alles uithalen' is relatief natuurlijk, het betekent vooral dat ik op het gemak naar het centrum van Brussel trek, een koffietje drink en me installeer in mijn favoriete bibliotheek. Ooit zal hier een boek van mij tussen staan. Ooit. Ik zal de kaft strelen en weten dat ik ergens een afdruk nalaat. Ik zal het boek uit de rekken halen, nauwkeurig inspecteren en met vreugde merken dat er iemand me gelezen heeft. Ooit.
Vandaag is dat ooit nog niet in zicht. Geen probleem, ik moet geduld hebben.
Het eerlijke verhaal; deel 4 annex:
'Ik staar voor me uit. Mijn blinkende scherm is bodemloos leeg. Ik kijk rondom me, zie gezichten voor het eerst. De mannen merk ik amper op, hun gezichten blijven voor mijn interesse verborgen. De vrouwen... zoals steeds heb ik de neiging één vrouwen uit te kiezen en naar haar te kijken. Niet als een stalker, hoop ik, maar ongemerkt en bij momenten. Slechts omdat ik graag naar vrouwen kijk en dol ben op hun esthetische uiterlijk. Vandaag is het de vrouw links tegenover me. De vrouw met rode lippen, uitdagende lippen. Haar haren zijn ietwat verwilderd, haar kaak rust op een vuist. Ze kijkt op en kijkt over me heen. "Merk me op", denk ik, "kijk naar me." Haar blouse omhult een gebeeldhouwde hals van beige albast. Haar ogen, langzaam knipperend, wekken mijn aandacht met hun trieste diepte. Ze is mooi. Onbekend. In de speciale eigenheid van dit moment is ze de mijne. Ik praat met haar, niet met woorden, maar met gevoelens en dradige gedachten. Ik beeld me in hoe ze lacht, hoe ze spreekt met een licht ironische ondertoon. Ze lijkt me een vrouw die liever de bovenhand heeft door zich sarcastisch uit te laten ver de wereld dan om er effectief een mening over te hebben. Zoals zovelen onder ons. Het is geen verwijt. Het getuigt van best wat intelligentie overtuigend spottend te kunnen zijn over de wereld en haar lotgevallen. Misschien verbeeld ik me dat allemaal, maar dat is eigenlijk van geen belang. Ik wil haar niet werkelijk kennen of spreken, ik wil slechts over haar fantaseren.
Met een naturel die mijn voorstellingsvermogen te boven gaat, strijkt ze wat losse haren terug op hun plaats. Ik verbaas me over de esthetiek van die beweging en... merk dat ik mijn tijd weer aan het verdoen ben met het denken aan een vrouw. Mijn scherm blikkert nog even leeg. Hoofdschuddend zet ik me aan het schrijven. Van iets, gewoon iets. En de vrouw ban ik uit mijn gedachten. Nu meteen.'
Ik merk bij het typen van het bovenstaande tekstje dat mijn schrijfstijl roestig is geworden. Het is ook al zo lang geleden dat ik nog een verhaal schreef. Schrijven behoeft training en herhaaldelijke oefening. Misschien is het een idee om enkele 30-minuten-verhalen te schrijven. Dagelijks. Of misschien is wekelijks een realistischere optie. Driemaal per week? Lijkt me haalbaar.
Ik ga er me meteen aanzetten. Geen uitstellen deze keer.
Ik schrijf. Verbazingwekkend, als je weet hoe moeilijk dat wel niet is. Ik neem me immers elke dag voor te schrijven, en elke dag doe ik dat uiteindelijk toch niet. Blijkbaar is het succesrecept een dag verlof nemen. En naar de koninklijke bibliotheek gaan. Recept op te nemen en te herhalen. Mogelijk te perfectioneren.
Ik keek vandaag eens in mijn 'statistieken'; Blijkbaar zijn er gisteren heel wat mensen naar mijn blog komen zien. Dat is vreemd, daar ik al een hele tijd niet meer heb geschreven. Ik denk dus eerlijk gezegd dat het een bug is in het systeem. Mocht het dat niet zijn, Des te beter! Welkom nieuwe lezers!
Enkele updates uit mijn leven: Ik heb een beeldhouwopdracht! Ik word betaald om te beeldhouwen! In mijn hoofd blaas ik dat helemaal op, niet met weinig geamuseerdheid met het eigen ik natuurlijk. Een organisatie heeft me gevraagd een borstbeeld te maken van hun oprichter/mede-stichter. Ze betalen me 200euro. Dat is -en nu komt de reden waarom het opblazen van het hele idee een betaalde opdracht te hebben amusant is- net iets meer dan het materiaal me gaat kosten. :) Ik ben echter wel uitermate tevreden dat iemand me WIL betalen. En dat verklaart weer waarom ik het met veel plezier TOCH opblaas. :) Als ik ietwat tevreden ben van mijn werk 'in progress', zal ik wat foto's uploaden. Dan kan je zien wat een genie ik wel niet ben. Ahum.
Hoe gaat het met dit zwervertje? Wel, het spijt me als ik wederom in herhaling val en het spijt me nog meer dat ik geen goed nieuws kan brengen, maar ik ga niet zo geweldig goed. Ik word een beetje ziek van mijn akrasia, mijn wilszwakte. Ik ben het beu te hoge verwachtingen te hebben en er niet aan te voldoen. Ik schaam me over mijn gebrek aan activiteiten, mijn gebrek aan energie om op te nemen wat ik denk te willen doen. Elke avond geeft hoop dat de volgende dag anders zal zijn, maar zolang ik zelf niet ZORG dat die dag anders zal zijn, is dat natuurlijk ijdele hoop. De reden dat ik hier in de koninklijke bibliotheek zit, is dat ik eens op het gemak wilde nadenken over mijn verdere leven. Geloof me als ik zeg dat enkel die zin typen mijn ingewanden doet rommelen en me ongelooflijk nerveus maakt. ...
Zolang ik in dit moment vertoef, ben ik min of meer positief gestemd. Ik zit hier nu. Ik doe IETS. Maar ik vrees het moment dat ik dit bericht af heb, mijn computer afsluit en het ruime sop kies. God, ik vrees zelfs dit moment te verlaten door aan de toekomst te denken, of aan het verleden. Nu is goed, Nu is neutraal. Nu verwacht niet meer van me dan te zitten, te typen en te denken.
Maar goed. Zelfs hier ben ik aan het uitstellen. Het eerlijke verhaal. Het zit zo:
- Ik werk teveel. Mijn werk slorpt al mijn tijd op, of misschien eerder: mijn energie. Ik heb altijd gedacht dat ik bodemloze reservoirs aan energie had. Ik begin te beseffen dat dat niet zo is. Ik kan niet zoveel werken, zoveel deadlines hebben en dan daarnaast nog mijn eigen projecten verwezenlijken. Misschien kan ik het wel (contradictie!) maar doe ik het evengoed niet. Wat ik evenwel zeker weet, is dat geen twee dingen tegelijk kan doen. Me fulltime inzetten voor mijn werken daarnaast thuis tot in de late uurtjes creatief bezig zijn. De afgelopen maanden bewijzen dat. Ik zou het graag willen, maar ik heb er de fut niet voor. Ik kan er me niet toe brengen. Resultaat; s' avonds ben ik nerveus, somber en kijk ik hersenloos naar films en series. Want die zorgen dat ik niet hoef na te denken en weerhouden me te beseffen dat ik simpelweg de energie niet heb om creatief te zijn. Na een dag van 10 uur, of 12 of 14, werken, of een week waarin dergelijke dagen zitten vervat, heb ik ook op één of andere manier het idee dat ik het verdien even niets te doen. Het absurde is dat dat niets doen op die manier opgevat een positief effect zou moeten hebben, te rechtvaardigen valt, maar het evengoed niet bewerkstelligd. Op de één of andere manier kan ik mezelf steeds wijsmaken dat ik dat NODIG heb, terwijl ik verdomd goed weet dat ik niet kan leven met mezelf als ik eraan toegeef. En toch geef ik er aan toe. U bent verplicht me nu een dwaas te vinden. Een klager ook.(en dat stoort me nog het meest).
Ik moet dus van werk veranderen. Ik doe mijn werk graag, maar het kost me teveel. Het kost me mijn levenskunst als het ware. En die prijs wens ik niet te betalen. Ik moet die beslissing nu nemen, voor ik teveel jaren ben verloren om nog iets te veranderen aan mijn situatie. Het gaat allemaal zo snel. Weken vliegen voorbij zonder dat ik er erg in heb. Ik wil niet dat ik volgend jaar omstreeks dit moment het gevoel hebben dat er niets is veranderd. Ik weet niet of ik dat aan zou kunnen.
Het eerlijke verhaal deel 1: Ik moet van werk veranderen. Een rustige job, niet teveel uren. Stabiliteit. Tijd over om daarnaast dingen te realiseren. Werken maakt niet gelukkig. Het is een middel (dat hopelijk niet verspeend is van alle vormen van voldoening), geen doel.
- Ik heb mezelf toe te geven dat ik geen interessant persoon ben. Het is hard, maar het is de waarheid. Ik ben geen hoog intellectueel persoon, ik heb geen interessante bezigheden. Ik ben niet gepassioneerd. Ik heb wel wat dingen in mijn leven die interessant zouden kunnen zijn, dat wel. Maar als ik ze niet uitwerk, en steeds systematisch weiger erover na te denken... wat kan dat mij dan interessant maken? Een leeg blad is slechts op een zeer nietszeggende manier interessant, er valt niet meer over te zeggen dan dat het potentieel heeft. Ideeën heb ik genoeg, nu moet ik er mezelf toe zetten er meningen van te maken. Argumenten. Ik wil me beschrijven. Dat is wat ik nu doe. (hopelijk, fluistert een kleine stem in me).
Het eerlijke verhaal deel 2: Om tevreden zijn met het eigen zelf, moet je je inspannen. Het vormgeven, kneden en vooral: opnemen.
- Ik heb vrienden nodig. De enige vriend die ik heb is mijn beste vriend. Ik zie hem veel, omdat ik samen met hem werk. Dat is een zegen, en tegelijkertijd... Ik wil hem spreken en wel over andere zaken dan werk, maar... ik kan alleen maar denken aan naar huis gaan na het werk, op mezelf zijn. Niemand zien. ALLEEN ZIJN. Het probleem daarmee is dat ik er stellig vn overtuigd ben dat op jezelf zijn je niet doet bewegen. Wederom; bewezen in praktijk.
Het eerlijke verhaal deel 3: Ik wil opnieuw vrienden maken. Vriendschap en uitwisseling is de motiverende factor die me ontbreekt.
- Ik ben teveel bezig met dingen die me geen geluk brengen. Seks bijvoorbeeld. Ik hou van seks. Geen twijfel aan, maar ik wil er niet steeds mee bezig zijn (steeds is natuurlijk -gelukkig!- overdreven). Ik heb het libido van een man, nu moet ik nog de discipline hebben om er mee om te gaan als een 'echte' man. Ik wil door de straat lopen zonder vrouwen op te merken, zonder elke ronding in me op te nemen, zonder elk vrouwengezicht sensueel te vinden. Ik wil hier in de bibliotheek kunnen zitten zonder de vele mooie vrouwen rondom me in me op te nemen en me af te vragen... wel niets eigenlijk. Het vreemde is dat ik niet naar die vrouwen kijk met het idee dat ik met hen wil vrijen, maar dat ik zonder weerstand, steeds opnieuw door hun gezichten word aangetrokken. Ik wil niet geïnteresseerd zijn in hun ogen, de bewegingen van hun mond, of de vorm van hun jukbeenderen. Ik wil niet gefascineerd zijn en fantaseren over de wereld die zich erachter verbergt. Maar ik ben het wel. Wederom; het is de aantrekkingskracht van wat onbeschreven is namelijk; hun verhaal, hun zijn dat nooit door mij zal worden gekend en dat voor mij dus een leeg blad is.
Het eerlijk verhaal deel 4: Ik vind vrouwen te interessant. Daar komt het op neer. Ik zou liever mijn concentratie steken in iets anders.
Ik weet niet hoe ik dat alles ga aanpakken. Met gedisciplineerd zijn, denk ik zo, en misschien wat to-dolijstjes. Hoe het ook zij, ik wil het leven niet aan me voorbij laten gaan. Ik vertik het.
Jezelf opnieuw uitvinden. Steeds opnieuw. Het gevoel hebben dat je de puberteit maar niet kan ontgroeien. Stagneren, terwijl je vooruit wil gaan. Wat is mijn remora? Welk excuus heb ik, beste vriend Aurelius Marcus, om mijn vloot te laten verliezen? Om achter te blijven? Ik las onlangs een artikeltje dat, samengevat, mijn generatie verwijt dat het succes verwacht zonder inspanning. Misschien is het dat inderdaad. Mijn inspanningen zijn gering. Ik beeldhouw wat, volg tekenles (cursussen volgen is dé manier om daden uit te stellen naar de 'toekomst' en ondertussen te genieten van de mogelijk valse hoop je potentieel ooit te verwezenlijken. Cursussen, vormingen, lessen... ze dealen in het potentieel ooit BEZIG te zijn. Je bent bezig met je cursus, maar niet echt met de materie van die cursus. Je bent lerende, niet uitvoerende, terwijl je op hetzelfde moment toch BEZIG bent. Het is een mindfuck. En een verdomd goede ook.).
Ik heb een probleem, maar ik ken er de naam niet voor. Ik weet het zelfs nauwelijks te benoemen. Ik kan mij soms zo ongelooflijk incompetent voelen, zo ongelooflijk dom. Ik heb het gevoel alsof elke dag een graantje intelligentie me verlaat. De laatste tijd heb ik last van wat ikzelf 'wazigheid' noem. Concentratieproblemen zo je wil, maar dan wel selectieve. Ik kan me moeilijk concentreren op pratende mensen (behalve mijn vriendin dan) bijvoorbeeld, of me concentreren op mijn innerlijke bewogenheid. Ik lijd aan een welgemeende desinteresse in zowat alles, ben weinig passioneel voor menig onderwerp. Ik kan me maar moeilijk vinden met de bovenstaande beschrijving. Ze komt niet overeen met wie ik ben, denk ik. Misschien ben ik te hard voor mezelf. Misschien zie ik eenvoudigweg niet genoeg mensen meer buiten de omgeving van mijn werk om gepassioneerd een eigen mening te verkondigen.
Misschien heb ik, verschrikkelijk genoeg, geen eigen mening meer?
Wat ik zou moeten doen: - Weer trots vinden in mijn werk. Het werk opwaarderen. - Meer boeken lezen, en er over schrijven. (misschien deelnemen aan een leesclub?! Och god... wat haat ik dat idee! En... wat haat ik mijn perjoratieve houding tegenover leesclubs!) - Zelf een boek schrijven - Meer naar muziek luisteren - Meer slapen... - Meer behagen scheppen in de kleine geneugten Oh god... Wat is mijn leven leeg!!! - Vrienden hebben?
Het is de aloude vraag naar integerheid. Het leven niet spelen, maar beleven. En ik weet godsamme niet hoe eraan te beginnen!
De ironie van het volgende laat me wat tussen lachen en wenen achter; Ik ben een beeld aan het maken dat ik graag 'motivatie' zou dopen. De reden daarachter is dat frustratie mezelf vaak in beweging brengt, waar simpele joie de vivre me maar al te vaak lui en gezapig maakt. De frustratie is dus een motivatie, waardoor de frustratie dat ik wil uitdrukken met dat beeld uiteindelijk als een soort motivatie werkt. Of in elk geval de energie toont die frustratie kan oproepen.
Ironisch dat ik compleet gefrustreerd aan het geraken ben betreffende dat beeld en haar vormgeving. Ach... hopelijk krijg ik het goed.
Donderdag had ik mezelf (en jou) beloofd te posten wat mijn antwoord was. Zoals zo vaak kan ik mijn belofte enkel te laat gestand houden.
Het antwoord is; ja. Ik ga ervoor. Misschien zijn mijn kwaliteiten ondermaats, mogelijk heb ik het niet in mij om mee te lopen met de groten der aarde, maar ik zal in elk geval niet mezelf de mogelijkheid ontnemen op z'n minst 'iets' te verwezenlijken. En dat iets zal doorzetting vragen. Discipline.
Vandaar het vroege uur waarop ik ben opgestaan deze zondag. ;) Als de dag vroeg begint, zijn de vruchten ervan des te talrijker.
Het is altijd jammer als ik na drie uur slapen moet opstaan. Niet het
effectieve opstaan is jammer (dat is gewoon pijnlijk), maar het besef
dat ik de vorige nacht heb doorgebracht achter mijn scherm, kijkend naar
hersenloze films of series, en niet met iets productiever. Dat zet
meteen de toon voor de gehele dag. Somber, zou ik mezelf omschrijven,
met weinig kans op opklaring. Vandaag op het menu; ik maak deel uit
van een jury die het eindwerk van een student moet bespreken omtrent
thuislozen en de zoektocht naar woonst. Daarna een voorstelling geven
over de toeleiding naar sport voor mensen in armoede aan subsidiërende
instanties, en daarna de daad bij het woord voegend; naar een
fitnesscentrum gaan met de gasten van ons dagcentrum. En dat alles met
grijze mist in mijn hoofd vanwege mijn eigen gebrek aan discipline
gisterenavond. Zwerver-van-gisterenavond, u weze bedankt. Leven met
de consequenties van je daden. It's a bitch. Gelukkig kan ik voor dat
alles nog even mijn hart ophalen aan een koffietje bij de exki. Het is
lang geleden dat ik nog eens in de exki aan Brussel Centraal heb
gezeten. Brengt me terug naar de good ol'times toen ik daar(hier! :) )
elke ochtend koffieslurpend een uurtje doorbracht. Ik mis mijn
bibliotheekleventje. Het was intellectueel zeer bevredigend.
Dat
is ook exact wat ik wat meer moet opzoeken en wat me zo somber maakt na
een nachtje scherm-staren. Ik daag mezelf niet meer uit. Daar
verandering in brengen is echter niet eenvoudig. Discipline heb ik nooit
echt gehad, en dat is nodig wil je iets ondernemen. Iemand enig idee
hoe je jezelf tot iets kan dwingen? Ik sta open voor suggesties. :)
Nuchter bekeken is leven een strijd tussen verval en vernieuwing. Je zou jezelf een micro-cultuur kunnen noemen, waarvan de grenzen golvende bewegingen maken, soms uitdijenend, soms inkrimpend. De steunpilaren van je cultuur versterken zichzelf om nadien weer af te brokkelen. Tijd, gewoonte, invloeden of interne schommelingen zetten na enig verloop steeds hun tanden erin, zodat je uiteindelijk jezelf gedwongen ziet nieuwe stuttingen te voorzien voor het ik, volledig nieuw of verankerd in de ruïnes van het oude zelf. Soms kan de verandering zo volledig aanvoelen dat je het gevoel hebt geen enkele continuïteit te bezitten en dat je vreest dat het enige dat jouw ik nog samenhoudt je fysieke verschijning is. Dat je het gevoel hebt voor de buitenwereld toneel te spelen, want de jij die zij kennen ben jij niet meer, maar de relatieve onveranderlijkheid van je uiterlijke verschijning houdt dat ik-zijn wel in stand. Dus leef je doorheen je oude zelf en het beeld dat anderen van je hebben, en kan je maar niet uitmaken of dat hypocriet is of niet. Een strijd tussen verval en vernieuwing. Voor mensen die contemplerend door het leven gaan, is het vraagstuk naar authenticiteit een prangend vraagstuk. Hoe is oprecht jezelf zijn mogelijk als je onderhevig bent aan verval, vernieuwing, opnieuw verval, opnieuw vernieuwing... Misschien is oprecht jezelf zijn vooral een kwestie van diep in de eigen borst te kijken. Op zoek te gaan naar de werkelijke verlangens die sluimeren in je hart en hoofd. De kwestie van authenticiteit is een vraag die zich maar stelt op het moment dat je voelt dat wat je doet niet geheel overeenstemt met wat je wil doen. De meest natuurlijke personen, waarvan charismatische personen bij uitstek in het oog springen, zijn mensen die de vraag naar authenticiteit niet dienen te stellen. Het verval en de vernieuwing verlopen volgens een zekere doelmatigheid. In feite zou je kunnen zeggen dat de gezochte continuïteit exact te vinden valt in het feit dat er bij hen geen sprake is van verval, omdat het verval bewust plaats moet ruimen voor vernieuwing. Een samenspel van verval-als-vernieuwing en vernieuwing. Om dat te bereiken, dien je je vast te snoeren op één plek, niet meer bewegen en de mogelijke horror ondergaan van het onder ogen zien van je diepste verlangens. Mogelijke horror. Er is de mogelijkheid dat je diepste verlangens je geen angst inboezemen, maar ik betwijfel of dat bij velen onder de 'authenticiteitszoekers' het geval is. Mocht dat immers zo zijn, zouden die verlangens zich reeds lang geleden proberen te verwezenlijken hebben. Misschien zouden zij zich slechts halfslachtig gemanifesteerd hebben en niet in hun volle aanwezigheid, maar ze zouden de oppervlakte van de handelingen reeds lang doorbroken hebben, happend naar tijd, middelen en persoonlijkheid om zichzelf te realiseren. De mogelijkheid is reëler dat de diepere verlangens in zichzelf een duisternis verbergen. Een ongewetenheid die pijn doet of angst aan jaagt, mocht zij geweten zijn. Toch is het nuttig, zelfs noodzakelijk ze te ontsluieren. Het kan immers zijn dat we je voor een verlangen hebt aangezien, dat helemaal niet is. Het kan evengoed zijn dat waar je nooit van had gedacht dat je het zou kunnen verlangen eigenlijk juist behoort tot dat wat je frustreert omdat het niet aanwezig is in je dagelijkse zijn. Een voorbeeld van het eerst vernoemde verlangen, een niet-werkelijk-verlangen is het willen zijn van een kunstenaar terwijl je aanvoelt dat als je er mee bezigt bent het effectieve bezig-zijn, de handeling zelf, niet voldoet. Je wilt bijvoorbeeld wel de prestige en het talent van een kunstenaar, maar niet de effectieve bezigheid van een kunstenaar. Het verlangen is echter naar zowel de bezigheid, die je waarschijnlijk verromantiseert, als naar het zijn-van-een-... . Als puntje bij paaltje komt, merk je echter dat het verlangen niet gegrond is. Een voorbeeld van het tweede verlangen is iemand die op seksueel vlak altijd zeer 'mainstream' is geweest die opmerkt dat iets zoals BDSM opwindender is, meer aantrekt. Een ander voorbeeld hiervan is iemand die beseft dat hij/zij populaire muziek fascinerend vindt terwijl dat voorheen nooit zijn/haar muziekkeuze was. De redenen van het verwerpen van dergelijke verlangens heeft vaak te maken met socialisatie, maar dat is hier niet zo belangrijk.
Kortweg denk ik dat het aangaan van de confrontatie met de sluimerende verlangens in hart en hoofd wezenlijk fundamenteel is voor iedereen die een fijn, goed, juist leven wil hebben. Kennis is macht, en dat is hier niet anders; kennis bezitten van wat je verlangt, geeft macht over de vervulling ervan. Maar ook; kan betekenen dat je het bewust kan afwijzen, mocht je dat verlangen te schokkend vinden (BV: onder geen beding te verzoenen met wie je rationeel/bewust WIL zijn.). Je verlangens bewust onder ogen zien, daar komt het in werkelijkheid op aan. Een dergelijk herakleswerk begint bij het onder de loep nemen van de verlangens die je meent te bezitten. Daarna kan je door middel van tweesprongvragen (vragen die elk twee vooraf bepaalde antwoorden hebben waaruit je dient te kiezen) van abstracte verlangens naar meer concrete invullingen gaan. Ten laatste dien je de verworven inclinaties testen aan de realiteit. Initiaties ondergaan, experimenteren.
Ik ben van plan mezelf op die manier inhoud te geven. Als ik tijd heb, deel ik dat hier met jou, getrouwe vrouwe of here die dit leze! Het niet met me eens zijn of het wel met me eens zijn; kritiek blijft de vreugde van deze zwerver en zelfs nog meer; een vereiste mocht ik in staat zijn te gebieden. :)
Vandaag had ik een idee voor een boek, of mogelijk een toneelstuk. Een idee waar ik werkelijk van overtuigd ben dat het potentieel heeft. En dat, dat is lang geleden. Ik ga er hier verder niets meer over neerzetten, maar als ik ooit een kladversie afkrijg, dan zwier ik het hier op. Voor de enkeling die deze pagina's naspeurt op zoek naar een goede noot. Zie het als een blijk van vertrouwen. :)
Verder... Mijn vriendin en ik beginnen meer en meer het onderwerp van kinderen te benaderen. Vanuit verschillende invalshoeken, toevallig sluipt het -zwoel door haar als door mij- onze conversaties binnen. Ik denk dat ik me eens serieus over dat gewichtige vraagstuk moet buigen. Het vraagstuk dan zijnde; wanneer, hoe regelen we ons leven met een kleine? en niet; al dan niet een kind op de wereld zetten. Ik ben niet ambivalent wat dat betreft: ik wil een kind, kinderen. De vraag is alleen wanneer... Ik weet niet of dit het meest belangrijke is dat ik ooit zal beslissen, maar ik ben zeker dat het het sterk benadert. Spannend... In elk geval heb ik al beslist -of zo goed als- hoe ik het zal aankondigen bij mijn vriendin dat ik er klaar voor ben. En dat zal zijn:
'Ik zak op één knie, kijk mijn dame recht in de ogen en vraag zacht. Mon amour, est-ce que tu veux me faire papa?' Nu dien ik enkel dat alles nog te omkaderen. :)
Ola, de vriendin roept. We hebben een afspraakje in een talencentrum. Zij gaat een test nederlands afleggen en ik een test Frans...
Ik ga heen, om hopelijk snel nog eens weder te keren naar dit van licht vergeven straatlantaarntje van een blog.
Het feestje waar ik het over had, wel... ik ben er uiteindelijk toch naar toe gegaan. Een kapitale fout. Enfin, ik heb geprobeerd niet asociaal te zijn, mezelf te overstijgen. Dat het niet gelukt is, is jammer maar was voorzien. Allemaal fijne mensjes, dat zeker, maar ik kan me niet meer forceren om te small-talken of de zoveelste zwakke allusie op filosofie te genieten. Mijn houding er tegenover zou hen pijn doen en doet dat in elk geval sowieso aan mij. Genoeg daarover.
Ik ben wederom in een periode van algehele versombering terecht gekomen. Als ik denk aan wat ik doe en vooral aan wat ik niet doe, dan begin ik te sidderen en beven. Ik lijk zo insignificant... Zo zinloos. Zo nutteloos. Mijn dagen glijden van de ene in de andere, ik slaag er niet in om te beeldhouwen, om te schrijven. Dagen worden gevuld met halfslachtige pogingen om er de moed in te houden, mezelf te overtuigen dat... ja, dat volgende week minder ongewenst druk zal zijn, ja, dat volgende week ik eindelijk genoeg dynamiek in mezelf verzameld zal hebben om mijn eigen apathie te bevechten. Mijn eigen apathie? Ja, dat ook. Maar daarnaast heb ik al die verdomde bureaucratische en praktische zaken te regelen die gepaard gaan met verhuizen, van bank veranderen etc etc. De schamele uren die er overblijven, blijken dan onvoldoende om me te lanceren waardoor ze door de mangel gehaald worden en versnipperd geraken tussen nog wat meer praktische zaken regelen en zien dat ik nog wat eet en me was.
Don't feel quite well today, ladies and gentlemen.
Er was een man in de tram, enkele dagen geleden. Geheel op zichzelf zat hij te hummen en te rommelen. Vanuit de buik leek het wel. Ik stond achter hem, zijn gele vuile jas als een waarschuwend baken van mentale onrust. 'Pas de chance!', riep hij tussen twee lange slierten van onverstaanbaar gebrabbel door. Ik leefde met hem mee. Mijn blik gleed weg van zijn gezicht, zijn ogen die gericht waren op een wereld die niet overeenkwam met de mijne. 'eh Hup, et oui c'est comme ça!' Ik keek over de hoofden uit. Allemaal haar, in een flits viel het beeld samen met de bergen haar die ik in Auswitsz had zien liggen. 'Eh hup!' Een gelijkenis die ik niet doortrekken kon, een vergelijking die helemaal niet opging, maar me evengoed triestig stemde. 'Pas de chance, non non!'
Dan gebeurde het. Plots, zonder waarschuwing. Om de één of andere reden werd de man in de gele jas, met zijn ongecontroleerde uitbarstingen van klanken een magistrale dirigent, de meester van een circus. Zijn gele jas werd een showkostuum, de deinende hoofden zijn creaturen die hij met een woord, een hoge klank liet bewegen. 'Hopla!' schreeuwde hij geheel onverwacht. Ik keek naar de zee van haar, het af en toe opflitsende roze van een gezicht. Ik stond niet meer in een tram, ik keek naar een spektakel. De man in de gele jas was geen anomalie meer, de mensen die verontrust of geheel emotieloos, zonder veel interesse naar hem keken geen passagiers meer, maar toeschouwers die keken hoe een meester de massa beweegt. 'Hup hup, et oui, c'est comme ça!' De man had zijn rechtmatige plaats ingenomen, de deinende hoofden werden ontrukt aan mijn mismoedige gemoed en kregen terug kleur en glans. Tien minuten lang vielen tram en showtent samen, werd het ene beeld door het andere verdrongen, weer overgenomen en opnieuw verglijdend. Met als epicentrum van overlapping de man in de gele jas, zijn zakken, zijn wiegende beweging. Ik keek ademloos toe, een stille glimlach geboren op mijn lippen, met in mijn hoofd applaus, felle kleuren en priemende lichten.
De prestatie van die man zweeft al dagen in mijn hoofd. Ik heb de man niet bedankt toen ik van de tram stapte. Misschien had ik dat moeten doen, al vrees ik dat hij me niet zou hebben begrepen. Ik ben vertrokken voor de magie van dat moment voor mezelf zou zijn weggestorven, waardoor ik het -in evenwel steeds minder scherpe tonen- steeds opnieuw kan afspelen. Die meesterlijke scene, dat moment van pure, onverwachte schoonheid. De triomf van de geest over de realiteit. Want wat was dat anders? Die man is en was afwezig hier, geheel afwezig. Ik weet niet waar hij vertoefde of vertoeft, maar op dat moment was ik er zeker van; hij stond niet in een tram. Hij was ergens anders en hij was er duidelijk de baas, de poppenspeler. Overgelopen van een wereld waar hij, net zoals iedereen, geringe controle heeft, een nietig figuur is, naar een wereld waar hij de controle in handen heeft. En voor heel even, tien mooie minuten maar, was ook ik in zijn ban.
Ik heb het gevoel dat ik een era van verwaarlozing ben ingetreden. Persoonlijke verwaarlozing. Ik heb vandaag beseft dat ik mijn vrienden volledig aan de kant heb gezet. Misschien dat nu de gedachte in je opkomt 'ah, zijn vriendin isoleert hem.' Wel, het is erger dan dat. IK ben diegene die me intern heeft verwijderd van mijn vrienden. En... ik heb de kracht niet om die beweging ongedaan te maken. Morgen bijvoorbeeld geven twee van mijn voormalig goede vrienden een housewarming-party. Ze gaan samenwonen, de lieverds, en ze nodigen al hun (filosofische) vrienden uit in hun huisje. Ik ben uitgenodigd; een geweldige manier om de hele filosofische kliek die ik eertijds als mijn broeders en zusters ervoer, terug te zien.
Ik wil het niet. Hoe absurd is dat?! Alleen al het idee hen allemaal terug te zien, vervult me met afkeer. Ter verduidelijking; geen afkeer van hen, maar van de situatie, misschien zelfs... ja, van mezelf. Ik heb voor elk van hen een gelukkige gedachte in mijn hart, maar ik kan mezelf niet zover brengen hen te willen zien. Ik... Verdorie toch...
Ik kan niet verklaren waarom ik mezelf zo isoleer. Dat op zichzelf is al verontrustend. Misschien is het weer mijn onechtheid-issue. Ik zal me niet 'natuurlijk' voelen bij hen. Ik zal geen blijf weten met mezelf, steeds denken aan wanneer ik de gepaste duur van een visite heb overschreden waarop ik zonder te schofferen kan vertrekken. En ik weet niet waarom ik daaraan met zoveel verlangen zal denken. Ik weet enkel dat het zo zal zijn, en ik weet ook dat ik me er slecht bij ga voelen, een slechte vriend, een slechte mens. Dat ik me achteraf ellendig ga voelen.
Het komt me voor als absurd dat ik een dergelijk idee heb bij mensen waar ik het zo goed mee kon vinden. Ze zijn niet veranderd. Ergo; ik moet het wel zijn die is veranderd. Nogmaals... Waarom?!
Het is één van de tekenen die de era van verwaarlozing aankondingen. Er zijn er nog, maar... ik heb de fut niet ze te beschrijven.
Ik hoop gewoon niet te vervallen tot het emotionele wrak dat ik weet in mij te herbergen.
Het decorproject is voorbij. Het decor reeds afgebroken en verbrand (letterlijk, oh jawel). Ik denk dat deze regels de laatsten zijn die ik eraan wijt. Het project heeft een bittere nasmaak nagelaten... Ik kan ongetwijfeld zeggen dat de fysische gesteldheid van het decor niets te wensen overlaat. Het was een mooi decor, een strak decor, een -jawel, ik denk dat ik dat mag zeggen- een professioneel decor. Voor de geïnteresseerden; ik ga een van de volgende dagen eens een foto posten van het afgewerkte decor.
Sociaal gezien is het decorproject echter een giftige slang gebleken. Ik vrees dat ik een paar vrienden ben kwijtgespeeld, en ik kan in elk geval vanuit mijn perspectief zeggen dat dat niet (geheel) mijn fout is. Misschien is de vriendschap ook alleen van mijn kant uit bekoeld, want zoals zo vaak speelt het drama zich af in mijn hoofd en kan van mijn handelingen weinig worden afgeleid.
Als ik nadenk over het 'andere' standpunt, dan denk ik dat wat me verweten wordt samen te vatten is als volgt; ik heb niet genoeg mensen geëngageerd om me mee te helpen bij de opbouw & ik heb hen stress bezorgd. Door dat eerste werd een deadline steeds opnieuw een haast onmoeilijk te bereiken doelstelling. Maar ik heb ze wel steeds gehaald. Ik kan echter wel begrijpen dat dat voor hen een grote onrust heeft betekend. Zal het decor op tijd af zijn voor de try-out (nota bene een maand voor de eerste werkelijke voorstelling)? <deadline gehaald met moeite>, Zal het decor op tijd af zijn voor de plaatsing van het licht? <deadline op het nippertje gehaald>, zal het decor op tijd af zijn voor de voorstellingen? <deadline gehaald met een week voorsprong>. Ik kan begrijpen dat dat stress heeft bezorgd. Daar blijft het echter ook bij, daar ik zoals hierboven aangegeven, de deadline wel steeds heb gehaald.
Langs mijn kant gaat de frustratie eigenlijk vrij diep... Om niet geheel zot te worden, zet ik het hier even op papier. Ten eerste is hun continue onrust een zware last geweest. Als ik zei dat ik het wel ging halen, doch met moeite, zou dat ergens geruststelling moeten gebracht hebben. Hun niet aflatende sms'en en mails waarin hun onrust als zwarte kolkende modderstromen mijn daadkracht moest opboosten maar eigenlijk enkel mijn gemoed binnensijpelden en het daarmee nodeloos bezwaarden, geven echter weer dat ze me eigenlijk niet op mijn woord geloofden. Ze twijfelden aan mij. Dat neem ik hen kwalijk.
Ten tweede bestaat er zoiets als erkenning en dankbaarheid. Ik kan niet zeggen dat ze me niet bedankt hebben. Ze hebben het af en toe gezegd. Misschien ben ik te veeleisend maar... het even zeggen is gemakkelijk. Ben ik niet bescheiden genoeg als ik vraag om meer erkenning? Ik zal aangeven waarom ik me eigenlijk te kort gedaan voel. Er zijn drie zaken in mijn keel blijven steken. Ten eerste ben ik naar een voorstelling komen kijken samen met de rest van het decorteam en heeft men ons niet gevraagd het applaus mee in ontvangst te nemen. Op zich stoorde me dat niet al teveel, dat wordt immers niet altijd gedaan bij toneel. (bedenking; bij amateurtoneel echter wél.) Als ik echter op het moment van het applaus de muzikanten naar voor zie lopen, zie dat gevraagd wordt het licht en de techniek vooral ook te applaudiseren... dan voelde en voel ik me tekort gedaan. Ze wisten dat wij ook aanwezig waren. Waarom ons vergeten?! ... Ten tweede is er een feestje gegeven na de laatste voorstelling waar het decorteam niet op is uitgenodigd. Moedwillig vergeten? Ik denk het niet. Maar het onbewust vergeten zegt naar mijn inzien ook veel ... Ten derde: mij is gevraagd een cadeau te maken voor alle mensen die deelgenomen hebben. Ik maak dus 26 beeldjes. Hoe word ik bedankt? Doordat ik een beeldje krijg dat ik notabene zelf heb moeten maken!
Ik weet niet hoe ik hier tegenover moet staan. Ik ben zeker (of ben ik dat wel?) dat het niet gaat om een moedwillig laken van het decorteam. Ik weet echter wel dat mocht ik iemand vragen een dergelijk titanenwerk te doen, of bescheidener; een zo tijdsrovend werk (niet alleen het decor maar ook die beelden), ik die persoon (of dat team) op de een of andere manier zou willen tonen dat ik dankbaar ben. Ik zou er me niet van afmaken met woorden en een cadeau die in principe haast een cadeau is van het zelf aan het zelf.
Vandaar dus de bittere nasmaak en de langs mijn kant bekoelde vriendschap. Ik kan moeilijk analyseren of ik hier de té gevoelige jongen aan het uithangen ben of niet. Soms denk ik van wel, soms van niet. Ik heb na wat beraad besloten om mijn standpunt niet te uiten naar de theaterploeg toe. Niet uit trots, maar vanuit het idee dat erkening niet gevraagd kan worden. Dat zou al evenzeer de hele ervaring vergallen. Iemand verplichten tot erkenning is van meet af aan een gedoemde onderneming.
En dat... zijn dus de laatste regels die ik neerschrijf over het decorporject. Een fysisch bevredigend, maar sociaal destructief project. Ik ben blij dat ik het (van me af) heb geschreven. Op naar volgende projecten! (één van de projecten waar ik persoonlijk ENORM warm voor loop, begint volgende week. Het heet 'formele contemplatieve'. Meer daarover....
<Blijkbaar is een reactie ingeven niet meer mogelijk op mijn blog... :S Als je toch een reactie wilt geven; palamedes@live.be :) >
Liefste Selena,
Er zal niet veel meer gebeuren met het decor. De paletten blijven zoals ze zijn. HEt enige wat zal veranderen is de achterwand, nu uit doek, die wordt vervangen door een zwart-houten spinnenwebstructuur. De foto's zullen dat wat inzichtelijker maken hoop ik. HEt is bijna... BIJNA af. eindelijk :)
En wat jullie dames betreft die over me zullen 'waken'... Jullie zullen mijn schikgodinnen zijn, welwillend als ik het juiste pad volg, meedogenloos als ik mijn pad verlaat! Ik hou wel van de tragiek daarvan! :)
Liefste Ikmisme,
Twee punten? Mogelijk ben ik niet mee met blogsymboliek want ik heb geen idee wat het betekent! :) (of het ligt aan een bug op mijn blog, wat me waarschijnlijker lijkt... En ik had zo graag je reactie gelezen. Uiteraard ben ik nu extreem nieuswgierig naar wat er stond. :p)
Op zoek naar foto's van mijn tweede beeld, ben ik op een oude foto gekomen waar ik nog bezig was het te patineren (Kleur inwrijven). Gezien ik geen recentere foto's heb, voeg ik deze hieronder aan toe. ____
Ouderdom en volwassenheid.
Misschien heeft het met leeftijd te maken, misschien met waarheden die verborgen zijn als je nog jong, onervaren en groen achter de oren bent, maar het lijkt me alsof mensen tegenwoordig niet meer ouder worden. De wetten van de natuur kan niemand ontlopen natuurlijk (cfr. de vele verhalen van mensen die hun jeugdig uiterlijk konden behouden, maar waar het ouderdomsproces hen uiteindelijk toch inhaalde, meestal in een ogenblik en met onsmakelijke en ongelukkige gevolgen voor de desbetreffende persoon), fysiek wordt iedereen nog steeds ouder, gerimpeld en grijs. Mentaal echter, lijken vele mensen me te blijven steken in hun twintiger jaren. Vroeger leken personen die de tweede helft van hun twintiger jaren hadden bereikt me allemaal zo volwassen. Hun streven was naar een huis, hun verlangens gelijklopend met hun kinderen, hun bezigheid werken en de occasionele vakantie die ze zich daarmee konden veroorloven. Ze waren serieus bezig met hun plaats in de wereld halmpje voor halmpje fijn te strijken zodat hun nestje gerieflijk, gezellig en vol van stille vreugde en kalm geluk was. Tegenwoordig blijft iedereen zo... jong. Zo jeugdig onbezonnen. Ik verwijt het -Ja, verwijten- aan een samenleving die aan ouderdom zijn waarde heeft ontnomen. Niet alleen zijn waarde, maar tevens de waardigheid. Ouderdom is gedevalueerd. Volwassen zijn eveneens. Er is geen eer meer te behalen met overwogen keuzes maken (en wat is volwassenheid meer dan dat?), neen, tegenwoordig zweren we bij de roekelozen, de gokkers, de dwazen. We worden overspoeld met films en tvseries die ons personen voorschotelen die infantiel zijn in hun kleine wrokgevoelens, hun deugnieterijen en pleziertjes. (cfr. House, Suits, James Bond, The mentalist, Big bang theory... Ik ken ze, en ik kijk niet eens naar die series!) En we houden van hen en wensen hen te zijn. Wat ze allemaal propaganderen is dit; word fysiek volwassen, maar blijf je gedragen als een jongetje/meisje van 13jaar. Blijf de deugniet, blijf vetes uitvechten zoals je dat deed op de speelplaats. Wees onvolwassen, een brutale vlegel, want dat is het nieuwe cool. Misschien zeg je nu wel, 'Ach Zwerver, dat zijn series. Het is F.I.C.T.I.E!' en je schudt meewarig het hoofd bij mijn bovenstaande geklaag. De series en films zijn inderdaad fictie. Maar ik heb het gevoel dat de non-fictie de fictie wil benaderen. Misschien zijn dit de verzuchtingen van iemand die merkte dat eens hij over de drempel van de volwassenheid stapte, hij dezelfde toestand aantrof als die hij had gedacht achter zich te laten. Misschien bedrogen mijn jeugdige ogen mij toen ik vroeger volwassenen als statige en waardige personen zag die zich inspanden hun wereld redelijkerwijs vorm te geven. Mogelijk is het van allebei wat, mijn perspectief was dat van een kikker en alles wat groter is, moet wel wijzer zijn, maar waarschijnlijk is wat ik hierboven zeg eveneens waar. Mensen zijn vergeten wat volwassen zijn inhoudt, zijn de waardigheid van ouderdom vergeten en gedragen zich als enkel wat grotere kikkers. Laten we wel wezen, waarmee associëren we volwassenheid en ouderdom? Met compromissen die de droom vervangen en er de saaie (want zo denken we er vaak over) status quo van huisje, tuintje, kindje/loft, hondje, werk voor in de plaats zetten. Met monotoon en ordinair leven. Volwassenheid wil zeggen dat je de mooiste momenten in je leven waarin je deed wat je wilde (yeah right...) achter je moet laten, en begint aan de rest van je verdere, geknechte en gebonden leven. Volwassen zijn is kluisters aan hebben, die je langs alle kanten beperken en die uiteindelijk eindigt in de grootste beknechting: de ouderdom. Dit is het beeld dat we krijgen als we kijken naar zo'n films, het beeld waarmee we opgroeien en dat we meenemen over de drempel naar de volwassenheid. We willen het niet, dus we claimen eeuwig jeugdig te willen blijven. Terwijl ons kindje slaapt, gaan we fuiven en drinken ons ladderzat. We denken niet aan morgen en geven geld uit aan de eerst de beste impuls van een manipulerende arbeidsmarkt. Omdat we niet eeuwig leven, zeggen we dan. Je moet genieten van je leven. Onbezonnenheid is dé manier om dat genot te valideren.
Wat ik wil, is een herevaluatie van wat volwassen zijn inhoudt. Een herwaardering van de term, opnieuw een positieve connotatie aan de term koppelen. Welbewust en bezonnen keuzes maken is geen saaie aangelegenheid, het maakt van jou geen saai mens. Volwassen zijn wil zeggen de keuzes die je maakt in je leven niet meer te beslissen in een hartslag of naargelang de wind waait. Ik wil volwassenheid terugbrengen naar haar oorspronkelijke betekenis, een betekenis die gevuld is met waardigheid, met moed om te doen wat je kan met wat je hebt, met een nastreven van je persoonlijke geluk dat niet eindigt bij aankoop van de volgende nieuwe flatscreentv of het nieuwste model vierwieler. Volwassenheid, kortom, die eer doet aan zijn naam.
Laten we volwassenen zijn die niet achter elkaars rug om schokken van misprijzen en lachen om de dwaze uitingen van hun medevolwassenen, maar niet beseffen dat ze zelf tevens het onderwerp zijn van eenzelfde spot. Laten we volwassenen worden met discipline en waardigheid, een voorbeeld voor de jeugd, en aantonen hoe spannend dat kan zijn, hoe vreugdevol een welbewuste keuze het leven kan maken. Laten we volwassenen zijn die dromen najagen, niet op jeugdige manier, maar volwassen, zodat we slagen waar jeugdigheid faalt.
Ik hoop zo'n volwassene te zijn.
_____
Misschien is de bovenstaande gedachte te zwaar en te hoogdravend. ze slaat zelf waarschijnlijk op verschillende plaatsen de bal mis. Zo is natuurlijk altijd het geval bij generalisering. Niet alle volwassenen zijn kleuters gelukkig, maar helaas zijn velen die van zichzelf denken het niet te zijn, gewoon teveel kleuter om het in te zien. Ik geloof een algemene tendens weer te geven in het bovenstaande, die de boventoon voert of zal voeren, expliciet of impliciet.
:)
Ik geef het toe, het is wat te zwaar voor een woensdagmorgen en het is maar al te gemakkelijk gedachten te vormen die beginnen vanuit een zogenaamd gerechtigde verontwaardiging over een vage, abstracte tendens in de samenleving. De vuist in de lucht steken en zwaaien naar broeder Maatschappij is al te gemakkelijk. Mijn volgende gedachte zal wat minder klagerig zijn. :) Ik beloof het u.
Zwerver <Koninklijke bibliotheek Brussel, 10u30, Tafeltje aan de filosofie>