Daar waar duisternis eindigt en licht begint, daar wil ik me bevinden.
24-02-2015
Passie
Ik las onlangs dat Recyclart een oproep heeft gedaan voor mensen die willen vertellen over hun passie. De oproep begon met de vraag of ik me afvroeg waar de passie is gebleven als ik door de straten van onze grootse hoofdstad loop. Of ik me afvroeg waar de bezieling is. Nu stel ik me die vraag ook, op café, en dan kijk ik mijn gesprekspartner aan met vur in mijn ogen en bliksem op mijn tong. WAAR IS IN GODSNAAM DE PASSIE GEBLEVEN?! Ik voelde me echter door die oproep het onderwerp gevonden van die vraag, ik, de zwervende persoon par excellence, des te meer omdat iemand me die oproep persoonlijk had doorgestuurd. Het was 'keihard' iets voor mij, zei die persoon. Toen ik hem naderhand in levende lijve ontmoette, kon ik het niet nalaten hem te vragen welke passie hij in gedachten had toen hij me die oproep doorstuurde. Ik voegde er aan toe dat hij het niet kon hebben over mijn beeldhouwen, daar ik daar nauwelijks aan toekom. Hij haalde zijn schouders op en zei simpelweg 'dan niet.'. Dan niet... De oproep zette me aan het denken. Mocht ik mezelf blootstellen aan de starende ogen van mij onbekende personen en voor hun plezier mijn ziel uit het lijf scheuren en het hen vol trots tonen; hoe zou die er dan uitzien? Ik dacht aan beeldhouwen, ik dacht aan mijn werk. Ik dacht, en voelde me meteen verbitterd, dat ik gepassioneerder kon spreken over mijn werk dan over mijn beeldhouwen. Maar ik wil het niet hebben over mijn werk. Mijn werk is niet mijn passie, hoe gepassioneerd ik ook de missie ervan kan verdedigen. Maar wat is mijn passie dan wel? Het beeldhouwen zou ik graag vernoemen, maar het mist realisatie. Ik kan niet zeggen dat ik gepassioneerd ben van beeldhouwen en in dezelfde zin zeggen dat ik er niet toe kom effectief te beeldhouwen. Dat is een contradictie. Passie, mocht je het woord gaan opzoeken, wil zeggen dat je je onweerstaanbaar voelt aangetrokken tot iets. Sprekend is dat het afgeleid is van het woord pathos, wat zoveel wil zeggen als lijden. Je lijdt onder een passie omdat je niet anders kan dan haar te willen realiseren. Het is een onverzadigbare drang, een lust die zich opdringt aan het denken en het handelen. Beeldhouwen komt dus niet in aanmerking.
Ik begon echter te voelen dat ik wel degelijk gepassioneerd ben en dat beeldhouwen er iets mee te maken heeft. Ik hou ervan kunstwerken te bedenken, na te denken over de inhoud en de vorm. Ik hou ervan naar een badende vogel te kijken en me af te vragen hoe ik dat zou kunnen sculpteren. Ik kijk naar straatlantaarns en kan diep geroerd zijn door de schoonheid van het licht dat duisternis begroet. Ik kijk naar gezichten en bestudeer de lijnen van dat gelaat, ik kijk niet naar de mens, maar naar de schaduwen die zich aftekenen op die mens. Ik kan kijken naar een mooie vrouw en in mijn hoofd haar gezicht met houtskool op papier brengen. Ik denk na over waar een emotie te vinden is op een gezicht, en welke inclinatie ogen moeten hebben om droef of verheugd te zijn. Ik ben geen beeldhouwer, maar het is wel de bril die me de wereld laat zien. Die de wereld voor me vertaalt. In vorm, in kleur, in schaduw. Misschien ben ik dus gepassioneerd. Niet iemand die zijn passie realiseert, maar één die zijn passie bedenkt. Ik leef doorheen mijn ideeën, mijn gedachten, mijn concepten. Ik kan trillen van passie bij het nadenken over een beeld dat ik wil maken en drie dagen lang op de golven van dat ene idee meesurfen. Voor ik het evenwel realiseer, neemt een andere idee de fakkel over en sleurt me opnieuw mee naar andere, nog onbekende wateren. Ik leef mijn leven dus met een bril op. De bril van een kunstenaar. En ook al lijkt dat in de volksmond een te grote naam voor iemand die niets materieel heeft dat voor hem kan spreken, het is MIJN bril. Misschien heb ik hem ergens op grond zien liggen en achteloos opgeraapt en slaat de term kunstnaar niet meer op mij dan dat die slaat op de eigenaar van het schilderij van een beroemd kunstenaar... Maar het is de manier waarop ik de wereld zie. Doorheen mijn kunstenaarsbril.
Toen ik dit vertelde aan de liefde van mijn leven, vond ze het een trieste uiteenzetting... En ze keek me met trieste ogen aan.
En ik keek naar de lijnen van haar jukbeenderen en de schaduw van haar neus. Naar de inclinatie van haar ooghoeken en de manier waarop ze haar hoofd hield. Misschien wel triest ja...