Daar waar duisternis eindigt en licht begint, daar wil ik me bevinden.
18-03-2014
De Buste
Toen ik daarnet het adres van mijn blog aan iemand gaf, dacht ik plots dat ik deze wel heel erg had verwaarloosd de laatste tijd. Daarom ook dat ik onderstaande tekst heb toegevoegd... Ze maakt deel uit van 7 andere verhalen die ik heb geschreven in de voorbije drie maanden. Naar mijn idee is het één van de beteren. Aan jullie om dat te ontkrachten of in elk geval te bevestigen dat het niet slecht is als verhaaltje. Ik dacht ook meteen aan wat ik hier aan mijn eigen persoonlijk stekje op het internet zou kunnen toevoegen dat ik de moeite waard vind in de afgelopen... wel, 6 maanden.
En dan komt mijn buste toch wel meteen in mijn hoofd op. Ik had het enige tijd geleden over de 'betaalde' beeldhouwopdracht die ik in de wacht had gesleept. Ik heb er heel wat aan gewerkt en ik ben tevreden van het resultaat. (Stel je dat eens voor!). Het is nog niet af, ik dien nog enkele details te verbeteren en dan kan ik aan de mal beginnen. Ik hoop die volgende week af te hebben. Het eindresultaat zou binnen een paar weken hier op de site te zien zijn. Maar... omdat ik nu eenmaal een ongeduldige jongen ben en ik hoop dat jullie even ongeduldig zijn om het zien: Hier, voor jullie oogjes alleen, een preview: <beeld je de drummen in, de bombastische aankondiging van iets groots... PAM PAM>
Hij herinnerde zich weinig van de eerste jaren van zijn bestaan. Ze waren gehuld in nevels, korte flarden van bewustzijn waarin hij geluiden opving en stemmen. Hij herinnerde zich een moment waarop een vrouwenstem hij herinnerde zich niet of hij haar gezicht had gezien- bewonderend had gezegd dat hij zo vol beweging leek. Een waar kunstwerk, had ze gezegd. Ze was niet de enige die dergelijke dingen had uitgesproken over hem.
Misschien was het dat wat hem had doen ontwaken uit zijn pathosloze toestand. Als er genoeg mensen over je spreken, genoeg mensen het over je hebben als was je een levend, ademend persoon, misschien deed dat wel wat met je. Misschien zette het je aan tot beweging. Misschien het zou goed kunnen dat hun beweging zijn beweging had begonnen. Het was niet te vreemd om te bedenken, gezien zijn toestand.
Het was avond. In het park waren nog slechts enkele mensen aanwezig. Traag voortstappend, soms pratend, vaak zwijgend. Genietend van het hier en nu, zelfs al daar twijfelde hij niet over- voor sommige mensen het hier en nu veel verleden en een zorgenrijke toekomst betekende. De vogels, vervloekte beesten waren het, hadden eindelijk hun onafgebroken gezwets beëindigd en hadden een veilige haven gevonden in de bomen.
De schemering was altijd zijn favoriete moment geweest. Het was rustiger dan overdag, maar vol interessante zaken. Voor de persoon die er oog voor had, tenminste. Hij had er oog voor, zeker, en tijd ook. Een koppeltje koerde langs hem heen. De man drukte een kus in de hals van een giechelende vrouw. Hij had haar nogal gezien. Met andere mannen. Ze werkte hier, de struiken waren haar bureau, de lanen haar wachtzaal. Zoëven zou ze verdwijnen met de man, tussen twee struiken door, naar een plaats die hij nooit had gezien. Geknutselde geluiden zouden weerklinken, ietwat gedempt. Zij zou later opnieuw verschijnen, zonder geforceerde glimlach of bestudeerde gebaren deze keer en terug op weg gaan. Waarschijnlijk zou de man een minuutje wachten en dan ook terug op het toneel verschijnen. Met een aangedaan gezicht. Voldoening, schaamte hij had alle emoties de revue zien passeren. Maar de mannen waren allemaal, stuk voor stuk, aangedaan.
Het was best interessant om zoals hij dat genoodzaakt was deel uit te maken van het decor. Niemand kon hem van voyeurisme beschuldigen, en toch was hij altijd daar. Kijkend. Observerend.
De man verscheen, zijn kleren afvegend. Hij leek voldaan. Een man die een mans werk had gedaan. Hij volgde de man met zijn ogen tot hij bijna uit het zicht verdween en voelde hoe zijn hals zich inspande om de beweging van zijn ogen te volgen.
Toen gebeurde het. Voor hij goed en wel wist wat er gebeurde, had zijn hoofd zich de volle vijf centimeter gedraaid. De beweging de beweging!- had een cascade van andere bewegingen in gang gebracht, en zonder zich te kunnen controleren had hij een halve seconde later voor het eerst gras tegen zijn gezicht gevoeld. Grond onder zijn voeten. Een bronzen hartslag, als van een kampioen, weerklonk in zijn innerlijk.
Hij stond op en keek om zich heen. Zijn sokkel stond er verlaten bij, net zo verlaten als het park rondom hem. Niemand had gezien wat er was gebeurd. Het was een wonder, een unieke gebeurtenis. Hij zou zich extatisch moeten gevoeld hebben. LEVEND! Ja, levend!
Op de een of andere manier had hij echter niet het gevoel iets wonderbaarlijk gedaan te hebben. Het was gewoon. Gewoon gewoon. Nieuwsgierigheid nam bezit van hem. Hij had wel eens gefantaseerd over wat hij zou doen mocht hij ooit deze kans krijgen. Er was iets dat hij absoluut wilde doen
Gedecideerd ging hij op weg. De bomen rondom hem wierpen al haast geen schaduwen meer af. Nog even en het duister zou enkel nog afzijdig worden gehouden door de cirkels van licht die enkele geïsoleerde lantaarnpalen uitzonden. Het grind onder zijn voeten knarste. Het geluid was hem bekend, maar had hem nog nooit zo uitgenodigd, zo lieflijk geklonken. De weg nam een bocht. Nog even en
Hij stond plotseling stil. Hij wist niet of hij daarvoor had gezorgd door onbewust te willen stoppen of dat iets anders hem een halt had toegeroepen, maar zijn plotse bewegingsloosheid bracht hem volledig van zijn stuk. Hij voelde paniek in hem opkomen. Angst dat hij niet opnieuw meer in beweging zou geraken, niet meer zou weten hoe hij dat moest doen! Golven van verdriet en angst en schrik zoals hij die nog nooit had gevoeld, zwolgen hem op en verteerden hem. Het was verschrikkelijk, het was onecht, het was
Hij wist niet hoe lang hij daar had gestaan. Misschien een minuut, misschien een uur. Misschien verscheidene dagen. Toen hij weer tot zichzelf kwam, was het echter zoals voorheen donker. Het leek dezelfde avond, maar hij kon het niet met zekerheid zeggen.
Hij realiseerde zich plots dat zijn ogen zagen wat ze nog nooit eerder hadden gezien. Voor hem uit lag een meer te glinsteren in het maanlicht. Het water lag er bewegingsloos bij en leek een duplicaat van de sterrenhemel erboven. Een bankje stond naast de oever te baden in het gouden licht van een lantaarnpaal. Het was het mooiste dat hij ooit had gezien. Het was een betoverend aanzicht, onverdund geluk in beeld gebracht.
Hij voelde een onbedwingbare drang om het beeld dat hij had van het meer aan te raken, als was het een schilderij of een kunstwerk. In plaats daarvan zette hij een stap naar voor en nog één en nog één tot hij de rand van het meer bereikte. De schoonheid van het schilderachtige aanblik deed hem bijna vergeten waarom hij zoveel lust had gehad hierheen te komen. Hij zou eindelijk zien
De man die naar hem keek had een volle, lokkenrijke baard. Zijn ogen keken rustig in de zijne en leken veel te hebben gezien, veel te hebben meegemaakt. Ze waren niet verbaasd, nieuwsgierig misschien, maar leken verder onaangedaan door hun plotse revelatie. Hij zag een hand naar het gezicht van de man gaan en voelde hoe het de rimpels streelde, de glooiing van de jukbeenderen, de geprononceerde neus.
Het was een mooie man. Een wijze man. Iemand die iets had bereikt dat de moeite waard was, dat stond buiten kijf. Hij keek op maar voelde de hand nog steeds. Ze voelde aan zijn haren, zijn oren en zijn hals. Hij keek naar beneden om te zien hoe ze een lange overjas streelde en verdween in één van zijn zakken. Het beeld van de man stond op zijn netvlies gebrand.
De onthulling had hem ietwat sprakeloos achtergelaten. Hij draaide zich om en wandelde naar de bank. Hij zette zich neer en voelde hoe zijn kleren zich rond zijn lichaam drapeerden, het volgden en gehoorzaamden. Hij keek uit over het meer en dacht na over de man die hij had gezien. De man waarvan hij de gelijkenis droeg, die hij was.
Hij was moe. Plotseling en onherroepelijk moe. Zijn oogleden leken een eigen leven te leiden en sloten zich geregeld vanzelf. Hij was uitgeput en verlangde naar zijn sokkel, zijn stille bestaan. Hij stond op, keek in het voorbijgaan nog een laatste keer naar zijn reflectie en wandelde terug naar zijn sokkel. De wereld leek zilverig in het maanlicht en zijn sokkel verwelkomde hem met een serene zwarte binnen al dat grijs. Hij kroop er met wat moeite op, schikte zijn kleren en sloot de ogen.
Hij had daarna nooit meer opnieuw bewogen. Misschien was weten wie hij was de enige beweegreden geweest om zich in beweging te zetten en was er nu hij dat wist geen nood meer aan. Hij wist niet of één van de voorbijgangers ooit had opgemerkt dat zijn ogen nu gesloten waren. Hij geloofde van niet, misschien hadden ze nooit gemerkt dat ze überhaupt ooit open waren geweest. Het deed er niet toe. Flarden bewustzijn doken soms weer op, steeds opnieuw, met in hun midden het gezicht van de man die hij had ontmoet.
Mijn tweede dag verlof. Opnieuw vroeg opgestaan om uit elke minuut te halen wat er te halen valt. Wel, dat 'er alles uithalen' is relatief natuurlijk, het betekent vooral dat ik op het gemak naar het centrum van Brussel trek, een koffietje drink en me installeer in mijn favoriete bibliotheek. Ooit zal hier een boek van mij tussen staan. Ooit. Ik zal de kaft strelen en weten dat ik ergens een afdruk nalaat. Ik zal het boek uit de rekken halen, nauwkeurig inspecteren en met vreugde merken dat er iemand me gelezen heeft. Ooit.
Vandaag is dat ooit nog niet in zicht. Geen probleem, ik moet geduld hebben.
Het eerlijke verhaal; deel 4 annex:
'Ik staar voor me uit. Mijn blinkende scherm is bodemloos leeg. Ik kijk rondom me, zie gezichten voor het eerst. De mannen merk ik amper op, hun gezichten blijven voor mijn interesse verborgen. De vrouwen... zoals steeds heb ik de neiging één vrouwen uit te kiezen en naar haar te kijken. Niet als een stalker, hoop ik, maar ongemerkt en bij momenten. Slechts omdat ik graag naar vrouwen kijk en dol ben op hun esthetische uiterlijk. Vandaag is het de vrouw links tegenover me. De vrouw met rode lippen, uitdagende lippen. Haar haren zijn ietwat verwilderd, haar kaak rust op een vuist. Ze kijkt op en kijkt over me heen. "Merk me op", denk ik, "kijk naar me." Haar blouse omhult een gebeeldhouwde hals van beige albast. Haar ogen, langzaam knipperend, wekken mijn aandacht met hun trieste diepte. Ze is mooi. Onbekend. In de speciale eigenheid van dit moment is ze de mijne. Ik praat met haar, niet met woorden, maar met gevoelens en dradige gedachten. Ik beeld me in hoe ze lacht, hoe ze spreekt met een licht ironische ondertoon. Ze lijkt me een vrouw die liever de bovenhand heeft door zich sarcastisch uit te laten ver de wereld dan om er effectief een mening over te hebben. Zoals zovelen onder ons. Het is geen verwijt. Het getuigt van best wat intelligentie overtuigend spottend te kunnen zijn over de wereld en haar lotgevallen. Misschien verbeeld ik me dat allemaal, maar dat is eigenlijk van geen belang. Ik wil haar niet werkelijk kennen of spreken, ik wil slechts over haar fantaseren.
Met een naturel die mijn voorstellingsvermogen te boven gaat, strijkt ze wat losse haren terug op hun plaats. Ik verbaas me over de esthetiek van die beweging en... merk dat ik mijn tijd weer aan het verdoen ben met het denken aan een vrouw. Mijn scherm blikkert nog even leeg. Hoofdschuddend zet ik me aan het schrijven. Van iets, gewoon iets. En de vrouw ban ik uit mijn gedachten. Nu meteen.'
Ik merk bij het typen van het bovenstaande tekstje dat mijn schrijfstijl roestig is geworden. Het is ook al zo lang geleden dat ik nog een verhaal schreef. Schrijven behoeft training en herhaaldelijke oefening. Misschien is het een idee om enkele 30-minuten-verhalen te schrijven. Dagelijks. Of misschien is wekelijks een realistischere optie. Driemaal per week? Lijkt me haalbaar.
Ik ga er me meteen aanzetten. Geen uitstellen deze keer.
Ik schrijf. Verbazingwekkend, als je weet hoe moeilijk dat wel niet is. Ik neem me immers elke dag voor te schrijven, en elke dag doe ik dat uiteindelijk toch niet. Blijkbaar is het succesrecept een dag verlof nemen. En naar de koninklijke bibliotheek gaan. Recept op te nemen en te herhalen. Mogelijk te perfectioneren.
Ik keek vandaag eens in mijn 'statistieken'; Blijkbaar zijn er gisteren heel wat mensen naar mijn blog komen zien. Dat is vreemd, daar ik al een hele tijd niet meer heb geschreven. Ik denk dus eerlijk gezegd dat het een bug is in het systeem. Mocht het dat niet zijn, Des te beter! Welkom nieuwe lezers!
Enkele updates uit mijn leven: Ik heb een beeldhouwopdracht! Ik word betaald om te beeldhouwen! In mijn hoofd blaas ik dat helemaal op, niet met weinig geamuseerdheid met het eigen ik natuurlijk. Een organisatie heeft me gevraagd een borstbeeld te maken van hun oprichter/mede-stichter. Ze betalen me 200euro. Dat is -en nu komt de reden waarom het opblazen van het hele idee een betaalde opdracht te hebben amusant is- net iets meer dan het materiaal me gaat kosten. :) Ik ben echter wel uitermate tevreden dat iemand me WIL betalen. En dat verklaart weer waarom ik het met veel plezier TOCH opblaas. :) Als ik ietwat tevreden ben van mijn werk 'in progress', zal ik wat foto's uploaden. Dan kan je zien wat een genie ik wel niet ben. Ahum.
Hoe gaat het met dit zwervertje? Wel, het spijt me als ik wederom in herhaling val en het spijt me nog meer dat ik geen goed nieuws kan brengen, maar ik ga niet zo geweldig goed. Ik word een beetje ziek van mijn akrasia, mijn wilszwakte. Ik ben het beu te hoge verwachtingen te hebben en er niet aan te voldoen. Ik schaam me over mijn gebrek aan activiteiten, mijn gebrek aan energie om op te nemen wat ik denk te willen doen. Elke avond geeft hoop dat de volgende dag anders zal zijn, maar zolang ik zelf niet ZORG dat die dag anders zal zijn, is dat natuurlijk ijdele hoop. De reden dat ik hier in de koninklijke bibliotheek zit, is dat ik eens op het gemak wilde nadenken over mijn verdere leven. Geloof me als ik zeg dat enkel die zin typen mijn ingewanden doet rommelen en me ongelooflijk nerveus maakt. ...
Zolang ik in dit moment vertoef, ben ik min of meer positief gestemd. Ik zit hier nu. Ik doe IETS. Maar ik vrees het moment dat ik dit bericht af heb, mijn computer afsluit en het ruime sop kies. God, ik vrees zelfs dit moment te verlaten door aan de toekomst te denken, of aan het verleden. Nu is goed, Nu is neutraal. Nu verwacht niet meer van me dan te zitten, te typen en te denken.
Maar goed. Zelfs hier ben ik aan het uitstellen. Het eerlijke verhaal. Het zit zo:
- Ik werk teveel. Mijn werk slorpt al mijn tijd op, of misschien eerder: mijn energie. Ik heb altijd gedacht dat ik bodemloze reservoirs aan energie had. Ik begin te beseffen dat dat niet zo is. Ik kan niet zoveel werken, zoveel deadlines hebben en dan daarnaast nog mijn eigen projecten verwezenlijken. Misschien kan ik het wel (contradictie!) maar doe ik het evengoed niet. Wat ik evenwel zeker weet, is dat geen twee dingen tegelijk kan doen. Me fulltime inzetten voor mijn werken daarnaast thuis tot in de late uurtjes creatief bezig zijn. De afgelopen maanden bewijzen dat. Ik zou het graag willen, maar ik heb er de fut niet voor. Ik kan er me niet toe brengen. Resultaat; s' avonds ben ik nerveus, somber en kijk ik hersenloos naar films en series. Want die zorgen dat ik niet hoef na te denken en weerhouden me te beseffen dat ik simpelweg de energie niet heb om creatief te zijn. Na een dag van 10 uur, of 12 of 14, werken, of een week waarin dergelijke dagen zitten vervat, heb ik ook op één of andere manier het idee dat ik het verdien even niets te doen. Het absurde is dat dat niets doen op die manier opgevat een positief effect zou moeten hebben, te rechtvaardigen valt, maar het evengoed niet bewerkstelligd. Op de één of andere manier kan ik mezelf steeds wijsmaken dat ik dat NODIG heb, terwijl ik verdomd goed weet dat ik niet kan leven met mezelf als ik eraan toegeef. En toch geef ik er aan toe. U bent verplicht me nu een dwaas te vinden. Een klager ook.(en dat stoort me nog het meest).
Ik moet dus van werk veranderen. Ik doe mijn werk graag, maar het kost me teveel. Het kost me mijn levenskunst als het ware. En die prijs wens ik niet te betalen. Ik moet die beslissing nu nemen, voor ik teveel jaren ben verloren om nog iets te veranderen aan mijn situatie. Het gaat allemaal zo snel. Weken vliegen voorbij zonder dat ik er erg in heb. Ik wil niet dat ik volgend jaar omstreeks dit moment het gevoel hebben dat er niets is veranderd. Ik weet niet of ik dat aan zou kunnen.
Het eerlijke verhaal deel 1: Ik moet van werk veranderen. Een rustige job, niet teveel uren. Stabiliteit. Tijd over om daarnaast dingen te realiseren. Werken maakt niet gelukkig. Het is een middel (dat hopelijk niet verspeend is van alle vormen van voldoening), geen doel.
- Ik heb mezelf toe te geven dat ik geen interessant persoon ben. Het is hard, maar het is de waarheid. Ik ben geen hoog intellectueel persoon, ik heb geen interessante bezigheden. Ik ben niet gepassioneerd. Ik heb wel wat dingen in mijn leven die interessant zouden kunnen zijn, dat wel. Maar als ik ze niet uitwerk, en steeds systematisch weiger erover na te denken... wat kan dat mij dan interessant maken? Een leeg blad is slechts op een zeer nietszeggende manier interessant, er valt niet meer over te zeggen dan dat het potentieel heeft. Ideeën heb ik genoeg, nu moet ik er mezelf toe zetten er meningen van te maken. Argumenten. Ik wil me beschrijven. Dat is wat ik nu doe. (hopelijk, fluistert een kleine stem in me).
Het eerlijke verhaal deel 2: Om tevreden zijn met het eigen zelf, moet je je inspannen. Het vormgeven, kneden en vooral: opnemen.
- Ik heb vrienden nodig. De enige vriend die ik heb is mijn beste vriend. Ik zie hem veel, omdat ik samen met hem werk. Dat is een zegen, en tegelijkertijd... Ik wil hem spreken en wel over andere zaken dan werk, maar... ik kan alleen maar denken aan naar huis gaan na het werk, op mezelf zijn. Niemand zien. ALLEEN ZIJN. Het probleem daarmee is dat ik er stellig vn overtuigd ben dat op jezelf zijn je niet doet bewegen. Wederom; bewezen in praktijk.
Het eerlijke verhaal deel 3: Ik wil opnieuw vrienden maken. Vriendschap en uitwisseling is de motiverende factor die me ontbreekt.
- Ik ben teveel bezig met dingen die me geen geluk brengen. Seks bijvoorbeeld. Ik hou van seks. Geen twijfel aan, maar ik wil er niet steeds mee bezig zijn (steeds is natuurlijk -gelukkig!- overdreven). Ik heb het libido van een man, nu moet ik nog de discipline hebben om er mee om te gaan als een 'echte' man. Ik wil door de straat lopen zonder vrouwen op te merken, zonder elke ronding in me op te nemen, zonder elk vrouwengezicht sensueel te vinden. Ik wil hier in de bibliotheek kunnen zitten zonder de vele mooie vrouwen rondom me in me op te nemen en me af te vragen... wel niets eigenlijk. Het vreemde is dat ik niet naar die vrouwen kijk met het idee dat ik met hen wil vrijen, maar dat ik zonder weerstand, steeds opnieuw door hun gezichten word aangetrokken. Ik wil niet geïnteresseerd zijn in hun ogen, de bewegingen van hun mond, of de vorm van hun jukbeenderen. Ik wil niet gefascineerd zijn en fantaseren over de wereld die zich erachter verbergt. Maar ik ben het wel. Wederom; het is de aantrekkingskracht van wat onbeschreven is namelijk; hun verhaal, hun zijn dat nooit door mij zal worden gekend en dat voor mij dus een leeg blad is.
Het eerlijk verhaal deel 4: Ik vind vrouwen te interessant. Daar komt het op neer. Ik zou liever mijn concentratie steken in iets anders.
Ik weet niet hoe ik dat alles ga aanpakken. Met gedisciplineerd zijn, denk ik zo, en misschien wat to-dolijstjes. Hoe het ook zij, ik wil het leven niet aan me voorbij laten gaan. Ik vertik het.
Jezelf opnieuw uitvinden. Steeds opnieuw. Het gevoel hebben dat je de puberteit maar niet kan ontgroeien. Stagneren, terwijl je vooruit wil gaan. Wat is mijn remora? Welk excuus heb ik, beste vriend Aurelius Marcus, om mijn vloot te laten verliezen? Om achter te blijven? Ik las onlangs een artikeltje dat, samengevat, mijn generatie verwijt dat het succes verwacht zonder inspanning. Misschien is het dat inderdaad. Mijn inspanningen zijn gering. Ik beeldhouw wat, volg tekenles (cursussen volgen is dé manier om daden uit te stellen naar de 'toekomst' en ondertussen te genieten van de mogelijk valse hoop je potentieel ooit te verwezenlijken. Cursussen, vormingen, lessen... ze dealen in het potentieel ooit BEZIG te zijn. Je bent bezig met je cursus, maar niet echt met de materie van die cursus. Je bent lerende, niet uitvoerende, terwijl je op hetzelfde moment toch BEZIG bent. Het is een mindfuck. En een verdomd goede ook.).
Ik heb een probleem, maar ik ken er de naam niet voor. Ik weet het zelfs nauwelijks te benoemen. Ik kan mij soms zo ongelooflijk incompetent voelen, zo ongelooflijk dom. Ik heb het gevoel alsof elke dag een graantje intelligentie me verlaat. De laatste tijd heb ik last van wat ikzelf 'wazigheid' noem. Concentratieproblemen zo je wil, maar dan wel selectieve. Ik kan me moeilijk concentreren op pratende mensen (behalve mijn vriendin dan) bijvoorbeeld, of me concentreren op mijn innerlijke bewogenheid. Ik lijd aan een welgemeende desinteresse in zowat alles, ben weinig passioneel voor menig onderwerp. Ik kan me maar moeilijk vinden met de bovenstaande beschrijving. Ze komt niet overeen met wie ik ben, denk ik. Misschien ben ik te hard voor mezelf. Misschien zie ik eenvoudigweg niet genoeg mensen meer buiten de omgeving van mijn werk om gepassioneerd een eigen mening te verkondigen.
Misschien heb ik, verschrikkelijk genoeg, geen eigen mening meer?
Wat ik zou moeten doen: - Weer trots vinden in mijn werk. Het werk opwaarderen. - Meer boeken lezen, en er over schrijven. (misschien deelnemen aan een leesclub?! Och god... wat haat ik dat idee! En... wat haat ik mijn perjoratieve houding tegenover leesclubs!) - Zelf een boek schrijven - Meer naar muziek luisteren - Meer slapen... - Meer behagen scheppen in de kleine geneugten Oh god... Wat is mijn leven leeg!!! - Vrienden hebben?
Het is de aloude vraag naar integerheid. Het leven niet spelen, maar beleven. En ik weet godsamme niet hoe eraan te beginnen!
De ironie van het volgende laat me wat tussen lachen en wenen achter; Ik ben een beeld aan het maken dat ik graag 'motivatie' zou dopen. De reden daarachter is dat frustratie mezelf vaak in beweging brengt, waar simpele joie de vivre me maar al te vaak lui en gezapig maakt. De frustratie is dus een motivatie, waardoor de frustratie dat ik wil uitdrukken met dat beeld uiteindelijk als een soort motivatie werkt. Of in elk geval de energie toont die frustratie kan oproepen.
Ironisch dat ik compleet gefrustreerd aan het geraken ben betreffende dat beeld en haar vormgeving. Ach... hopelijk krijg ik het goed.
Ik ben ruw aan het omgaan met mezelf. Soms geef ik niet om wie ik ben en wat ik doe. Soms geef ik er teveel om. De ambiguïteit daarvan is moeilijk leefbaar. Vandaar mijn pogingen, steeds opnieuw, om mezelf te herscheppen. Elke keer opnieuw een identiteit opbouwen uit verlangens, hartstochten en doorslaande waanzin. Maar ik ben wie ik ben. Ik ben de duisternis niet, en ik ben al evenmin het licht. Sommige mensen hebben de gave om één van beide te zijn. Ik ben te braaf om interessant te zijn, en te kwaad daaromtrent om er gelukkig om te zijn. Iemand zei me onlangs dat als je interessante mensen wilt ontmoeten, je 'op stap' moet gaan. De deur uit en langs een andere deur binnen, waar felle lichten en muziek die tirangewijs je hart beveelt meester zijn. Je vindt er mensen van alle slag, je gebruikt er geestverrijkende stoffen. En je zal je interessante mensen vinden. Ze leven allen daar, passeren allemaal langs daar. En het is verdomme waar. Maar ik ben niet langs daar gegaan. Ik zal NOOIT langs daar gaan. Mijn wereld is altijd de brave wereld geweest. De wereld waar je je buigt over een kind en de schoonheid van de wereld in een glimlach vindt. Een wereld waar je je zorgen maakt om anderen en waar je de wereld een betere plaats wil maken door je medemens, je buur, te veranderen. Mijn wereld was een bos en een klein paadje dat me bracht naar eenzaamheid en contemplatie. Ik heb die wereld vaarwel gezegd zo'n kleine 2 jaar geleden. Ik heb gebroken met mijn wereld. Als ik er nu op terug kijk, besef ik dat het nooit mijn wereld is geweest. Ze heeft me klein gehouden. Ze heeft me geknecht. Ik wilde er interessant zijn, maar ik besefte niet wat voor prijs dat zou hebben. Ik was er interessant. Ik heb mijn momenten van roem gehad. Maar omdat ik de regels ervan te strikt nam, te zeer incorporeerde, heeft het me ook alle mogelijke glorie ontnomen. Je kan niet genieten van roem als je braaf wil zijn.
Ik ben kwaad. Kwaad op alle mensen rondom mij. Op mijzelf ook -al weet ik niet meer of dat is omdat ik nog steeds de littekens draag van een schuldgebaseerde wereld of omdat ik geloof in de idee dat iedereen altijd bijdraagt aan zijn eigen nederlaag Wat het ook is; ik ben woedend op mezelf.- en mijn bijdrage valt niet te onderschatten. Ik heb mezelf toevertrouwd aan de regels van de samenleving. Ik heb mezelf beknot en gereduceerd tot een ontvanger die geen eigen ideeën meer heeft. Maar ik ben ook kwaad op jou en op alle mensen rondom mij. Ik ken enkele mensen vanuit de brave wereld en ik zie alle intelligente mensen daarin hun talenten weggooien. Ze zijn geïnteresseerd in filosofie? Ze gaan zich zo relativeren dat ze uiteindelijk niet meer worden dan een schelp van bescheidenheid met een inhoud van waardeloze kennis. Ze interesseren zich in kunst? Ze gaan ofwel zo op in feitenkennis dat ze niet meer zien, of willen creeëren maar laten hun altruïstische ik het excuus zijn om er nooit aan te beginnen. Als ze zich interesseren in politiek blijven de brave mensen aan de zijlijn piepen, als ze zich bezig houden met economie worden ze ofwel zo gecorrupteerd dat ze het systeem en haar doelen gaan heiligen, ofwel blijven ze op de basisvloer hangen en heffen het hoofd niet meer op naar waar de werkelijke winsten te maken zijn. En zo kan je verder gaan... zo kan je elke brave mens zijn eigen wil zien opheffen voor het 'grotere' goed. Ik ben kwaad op mezelf en jou en alle anderen. We doen niets met ons leven. We leven ze maar. Neen, zelfs dat niet. We leven onze geamputeerde levens. We herkennen ons niet in wat we doen, maar we doen het toch. Omdat... er is altijd een excuus. Ik ben kwaad op de anderen, omdat als zij ook maar enige daadkracht hadden gehad ze in mij een bondgenoot hadden gevonden. Iemand die hen zou opheffen en die door hen zou worden opgetild. In de plaats daarvan zie ik me omringd door lege blikken. Ik ben kwaad omdat ik alleen ben. Ik had mensen die om me gaven, maar ik heb van hen niets meer gehoord. Ik had mensen waar ik om gaf, die ik getrokken, geduwd, gepord en toegeschreeuwd heb. Dat ze moesten bewegen, dat we samen ZOUDEN bewegen. Dat we onze fundamenten zouden doen ratelen en elke storm samen gingen doormaken. Ze hebben me allen wandelen gestuurd. OMdat ze vrezen wat ze willen en de brave wereld hen instant geluk brengt. Ik zou daarmee kunnen leven, wil ik even verduidelijken, mocht ik zien dat het licht in hun ogen even helder blijft branden. Mocht ik zien dat ze voldoening scheppen uit die manier van leven. En ik moet toegeven dat dat bij sommigen het geval is. Goed voor hen, heb ik na veel nadenken kunnen zeggen. En dan is het contact tussen die mensen en mij langzaam verminderd tot zero. Maar diegenen waar ik het licht heb zien uitdoven, waar ik de lege blik van berusting heb zien verschijnen.... oh... wat haat ik hen. Wat haat ik dat zij me hun theaterstuk van de stille dood hebben doen bekijken! Elke keer opnieuw, scène na scène dezelfde uitvluchten, smoesjes en verontschuldigingen. Hetzelfde laffe vluchten in geautomatiseerde routines en gedragsregels. En ik heb er genoeg van. Genoeg getrokken en geduwd. Ik laat hen achter. Laat hen naar mij komen, in het geval dat ze van gedachten en handelingen veranderen. Ik zal klaarstaan en hen omarmen voor wie ze vroeger waren en misschien terug zullen zijn, later, in de toekomst. Dit is mogelijk mijn laatste excuus. Mijn laatste beperking die ik uit DE wereld heb geholpen.
Menig denker heeft geschreven dat we er uiteindelijk alleen voor staan in de wereld. Ik heb dat niet willen geloven. Ik dacht dat eensgezindheid en een communiteit de ware bron van handeling was. Samen sta je sterk. De meerwaarde van dat ene wezen meer is groter dan de som van de betrokken wezens. Misschien is het omdat ik alleen ben nu, en dat het enkel voor mij van toepassing is: maar ik ben het uiteindelijk na lang vechten en lang gemartel eens met die menigte denkers.
Je bent alleen op de wereld. Je staat er alleen voor. Naar de verdoemenis met de brave mensen en de interessante mensen. Ik zal altijd diegene zijn die loopt op de plaats waar duisternis begint en licht eindigt.
Donderdag had ik mezelf (en jou) beloofd te posten wat mijn antwoord was. Zoals zo vaak kan ik mijn belofte enkel te laat gestand houden.
Het antwoord is; ja. Ik ga ervoor. Misschien zijn mijn kwaliteiten ondermaats, mogelijk heb ik het niet in mij om mee te lopen met de groten der aarde, maar ik zal in elk geval niet mezelf de mogelijkheid ontnemen op z'n minst 'iets' te verwezenlijken. En dat iets zal doorzetting vragen. Discipline.
Vandaar het vroege uur waarop ik ben opgestaan deze zondag. ;) Als de dag vroeg begint, zijn de vruchten ervan des te talrijker.
11 Dagen. De hoofdletter met nadruk. De 11 komende dagen, vandaag meegerekend, heb ik verlof. VERLOF. Ik was en ben er dringend aan toe. Vanmorgen ben ik opgestaan even uitgelaten als een kind bij het krijgen van zijn eerst speelgoed. Ik heb mijn vriendin vergezeld tot aan haar werk en ben al slenterend door Brussel naar de Koninklijke Bibliotheek getrokken. En hier zit ik nu. De leeszaal is heerlijk leeg op een paar fervente boekenliefhebbers na en... het voelt heerlijk aan. 11 dagen... Dagen van contemplatie, schrijven en beeldhouwen. Niets dat me tegenhoudt en enkel mijn eigen innerlijke stem om geduldig naar te luisteren. Mijn visie van het paradijs? Ik heb het gevonden. Het is dit gevoel van bevrijding, van vrijheid, van potentieel dat wacht te worden ingevuld. Mijn queeste van vandaag is alle mogelijke voorbereidingen te treffen die zullen maken dat ik de komende dagen ten volle kan beleven. Orde op zaken stellen. Er is zoveel om over na te denken. Ik heb een beeld in mijn hoofd dat ik wil veruitwendigen, ik heb mijn eigen morele ziel bij te schaven. Er zijn belangrijke beslissingen te nemen en fundamentele 'zijnskwesties' op te lossen. De volgende 11 dagen zouden me als bewust wezen wederom op de kaart moeten plaatsen. (Dat ik van de kaart was 'gevallen', staat buiten kijf.)
Er is bijvoorbeeld de kwestie van mijn lage zelfvertrouwen. Of te hoge verwachtingen (van het zelf)? Misschien dat dit wel wat uitleg nodig heeft: Ik heb soms het gevoel dat ik wil op de maat wil lopen van mensen die mijn niveau overstijgen. Het komt wel eens voor dat ik het gevoel heb dat ik 'net-niet'. Net niet goed genoeg, net niet gevat genoeg, net niet genoeg talent, en ga zo maar door. Als dat zo enige tijd doorgaat zonder dat ik me van het tegendeel kan overtuigen, als ik het maar voor één kleine zaak, dan laat ik dat grashalmpje los dat me weerhoudt te vallen in somberheid, neerslachtigheid en algehele zinloosheid. Zinloos te zeggen dat ik me uitgerekend daar bevond de afgelopen week. Je kent het beeld van de man die nog weigert te eten omdat hij de zin van zijn bestaan niet meer vindt of heeft verloren? Wel... ik ga mezelf niet uithongeren, maar ik verlies wel de lust in mijn leven. De alledaagsheid verliest haar glans, mijn innerlijk licht dooft uit (ik stel me altijd voor dat ik dan met 'doffe' ogen rondloop). De reden is dat ik soms volledig mijn vertrouwen in mijn eigen kunnen verlies. Meer dan dat; ik verlies mijn geloof in mijn eigen willen. Akrasia, zo je wil, of althans; dat is het symptoom. Willen is een lastig verlangen. Je kan op bepaalde momenten gaan twijfelen of wat je gelooft te willen wel overeenkomt met wat je werkelijk verlangt, wilt. Of zijn het je kwaliteiten die dat wat je wilt eenvoudigweg niet kunnen realiseren? In het eerste geval ben je jezelf aan het voorliegen en dien je je willen aan te passen. In het tweede geval dien je ofwel je willen bij te stellen OF je kwaliteiten op zodanige manier 'oefenen' dat je uiteindelijk wel over de nodige 'werktuigen' bezit om je wil te realiseren. In het laatste geval moet je dan de geloofssprong maken dat met de nodige arbeid je kwaliteiten inderdaad genoeg basis gaan hebben om je wil te dragen. Dat vraagt moed. Doorzettingsvermogen. Een zwijgen en veel handelen (een heel epos valt te schrijven over mijn praten betreffende de zaken die ik wil, waarbij de uiteindelijke conclusie steeds een status quo blijkt te zijn. Het spreken lijkt het handelen op te heffen, of misschien eerder; het spreken heb ik leren beschouwen als een tijdsverlies. Het leidt niet tot handelen.).
Bezit ik de kwaliteiten, lees; het potentieel, om mijn wil(len) te realiseren? Ik heb te beslissen of ik die geloofssprong maak.1 Ik heb in de eerste plaats wel aan mezelf de belofte te maken dat ik het al dan niet maken van de sprong als een overwogen beslissing moet beschouwen. Een beslissing dat ik niet licht naast me kan neerleggen als de innerlijkheid wederom beslist dat wispelturigheid de modus vivendi is. Ook dat vraagt doorzetting, misschien zelfs stijfkoppigheid.
Ik heb nog een hele dag om dit (en andere zaken) te beslissen. Ik schrijf hier vanavond weer wat ik voor mezelf heb beslist. To be good enough of not. That's the pertinent question.
Zwerver Koninklijke Bibliotheek Algemene Leeszaal
1 Eén van de redenen dat deze sprong maken zo moeilijk valt te maken, lijkt me gepaard te gaan met de idee dat iemand eigenlijk die stap niet zou hoeven te maken. Ik meen dat wel allemaal enigszins gedetermineerd zijn te denken dat enkel mensen 'au naturel' de mensen zijn die effectief unieke en bijzondere dingen kunnen verwezenlijken. Ze hoeven niet te worstelen met wat ze willen of met de vraag of ze al dan niet de kwaliteiten bezitten om deze/die te verwezenlijken. De onzekerheid over het willen en het bezitten van de benodigde kwaliteiten zou als het ware het antwoord reeds in zich dragen; U bent, helaas, geen goed materiaal voor uw willen. Als bijkomende conclusie zou je dat evenzeer kunnen zeggen: Uzelf vastklampen aan dat willen, is een niet willen erkennen van uw eigen realiteit en kan enkel ongeluk brengen. Ik hoop, geloof, meen en misschien zelfs (al zou het de voorgaande opheffen); WEET dat dit idee berust op een verkeerde gemeenplaats. Ze voelt echter zo erg ingebed in de common sense opvatting van succes dat ik mezelf er maar moeilijk van kan bevrijden. Mensen die dingen bereiken, zijn mensen die daar hard voor werken. Sommigen harder dan anderen, maar allen hebben hun kwaliteiten moeten uitbouwen. Ze hebben ze moeten cultiveren en hebben er massa's tijd in moeten steken om hun kwaliteiten op hun uiteindelijke niveau te krijgen. Misschien hebben ze zich deze vragen niet gesteld, misschien wel. Misschien is de verkeerde gemeenplaats al in de eerste plaats verkeerd omdat het juist een generalisatie is van uiteenlopende levenspaden die enkel gemeen hebben dat ze uiteindelijk wat hebben bereikt. De wegen er naartoe en de vragen die tochtgenoot waren, zullen waarschijnlijk niet zoveel meer gemeen te hebben dat dat het hard werk heeft gevraagd van de ondernemende ziel.
Het is altijd jammer als ik na drie uur slapen moet opstaan. Niet het
effectieve opstaan is jammer (dat is gewoon pijnlijk), maar het besef
dat ik de vorige nacht heb doorgebracht achter mijn scherm, kijkend naar
hersenloze films of series, en niet met iets productiever. Dat zet
meteen de toon voor de gehele dag. Somber, zou ik mezelf omschrijven,
met weinig kans op opklaring. Vandaag op het menu; ik maak deel uit
van een jury die het eindwerk van een student moet bespreken omtrent
thuislozen en de zoektocht naar woonst. Daarna een voorstelling geven
over de toeleiding naar sport voor mensen in armoede aan subsidiërende
instanties, en daarna de daad bij het woord voegend; naar een
fitnesscentrum gaan met de gasten van ons dagcentrum. En dat alles met
grijze mist in mijn hoofd vanwege mijn eigen gebrek aan discipline
gisterenavond. Zwerver-van-gisterenavond, u weze bedankt. Leven met
de consequenties van je daden. It's a bitch. Gelukkig kan ik voor dat
alles nog even mijn hart ophalen aan een koffietje bij de exki. Het is
lang geleden dat ik nog eens in de exki aan Brussel Centraal heb
gezeten. Brengt me terug naar de good ol'times toen ik daar(hier! :) )
elke ochtend koffieslurpend een uurtje doorbracht. Ik mis mijn
bibliotheekleventje. Het was intellectueel zeer bevredigend.
Dat
is ook exact wat ik wat meer moet opzoeken en wat me zo somber maakt na
een nachtje scherm-staren. Ik daag mezelf niet meer uit. Daar
verandering in brengen is echter niet eenvoudig. Discipline heb ik nooit
echt gehad, en dat is nodig wil je iets ondernemen. Iemand enig idee
hoe je jezelf tot iets kan dwingen? Ik sta open voor suggesties. :)
Nuchter bekeken is leven een strijd tussen verval en vernieuwing. Je zou jezelf een micro-cultuur kunnen noemen, waarvan de grenzen golvende bewegingen maken, soms uitdijenend, soms inkrimpend. De steunpilaren van je cultuur versterken zichzelf om nadien weer af te brokkelen. Tijd, gewoonte, invloeden of interne schommelingen zetten na enig verloop steeds hun tanden erin, zodat je uiteindelijk jezelf gedwongen ziet nieuwe stuttingen te voorzien voor het ik, volledig nieuw of verankerd in de ruïnes van het oude zelf. Soms kan de verandering zo volledig aanvoelen dat je het gevoel hebt geen enkele continuïteit te bezitten en dat je vreest dat het enige dat jouw ik nog samenhoudt je fysieke verschijning is. Dat je het gevoel hebt voor de buitenwereld toneel te spelen, want de jij die zij kennen ben jij niet meer, maar de relatieve onveranderlijkheid van je uiterlijke verschijning houdt dat ik-zijn wel in stand. Dus leef je doorheen je oude zelf en het beeld dat anderen van je hebben, en kan je maar niet uitmaken of dat hypocriet is of niet. Een strijd tussen verval en vernieuwing. Voor mensen die contemplerend door het leven gaan, is het vraagstuk naar authenticiteit een prangend vraagstuk. Hoe is oprecht jezelf zijn mogelijk als je onderhevig bent aan verval, vernieuwing, opnieuw verval, opnieuw vernieuwing... Misschien is oprecht jezelf zijn vooral een kwestie van diep in de eigen borst te kijken. Op zoek te gaan naar de werkelijke verlangens die sluimeren in je hart en hoofd. De kwestie van authenticiteit is een vraag die zich maar stelt op het moment dat je voelt dat wat je doet niet geheel overeenstemt met wat je wil doen. De meest natuurlijke personen, waarvan charismatische personen bij uitstek in het oog springen, zijn mensen die de vraag naar authenticiteit niet dienen te stellen. Het verval en de vernieuwing verlopen volgens een zekere doelmatigheid. In feite zou je kunnen zeggen dat de gezochte continuïteit exact te vinden valt in het feit dat er bij hen geen sprake is van verval, omdat het verval bewust plaats moet ruimen voor vernieuwing. Een samenspel van verval-als-vernieuwing en vernieuwing. Om dat te bereiken, dien je je vast te snoeren op één plek, niet meer bewegen en de mogelijke horror ondergaan van het onder ogen zien van je diepste verlangens. Mogelijke horror. Er is de mogelijkheid dat je diepste verlangens je geen angst inboezemen, maar ik betwijfel of dat bij velen onder de 'authenticiteitszoekers' het geval is. Mocht dat immers zo zijn, zouden die verlangens zich reeds lang geleden proberen te verwezenlijken hebben. Misschien zouden zij zich slechts halfslachtig gemanifesteerd hebben en niet in hun volle aanwezigheid, maar ze zouden de oppervlakte van de handelingen reeds lang doorbroken hebben, happend naar tijd, middelen en persoonlijkheid om zichzelf te realiseren. De mogelijkheid is reëler dat de diepere verlangens in zichzelf een duisternis verbergen. Een ongewetenheid die pijn doet of angst aan jaagt, mocht zij geweten zijn. Toch is het nuttig, zelfs noodzakelijk ze te ontsluieren. Het kan immers zijn dat we je voor een verlangen hebt aangezien, dat helemaal niet is. Het kan evengoed zijn dat waar je nooit van had gedacht dat je het zou kunnen verlangen eigenlijk juist behoort tot dat wat je frustreert omdat het niet aanwezig is in je dagelijkse zijn. Een voorbeeld van het eerst vernoemde verlangen, een niet-werkelijk-verlangen is het willen zijn van een kunstenaar terwijl je aanvoelt dat als je er mee bezigt bent het effectieve bezig-zijn, de handeling zelf, niet voldoet. Je wilt bijvoorbeeld wel de prestige en het talent van een kunstenaar, maar niet de effectieve bezigheid van een kunstenaar. Het verlangen is echter naar zowel de bezigheid, die je waarschijnlijk verromantiseert, als naar het zijn-van-een-... . Als puntje bij paaltje komt, merk je echter dat het verlangen niet gegrond is. Een voorbeeld van het tweede verlangen is iemand die op seksueel vlak altijd zeer 'mainstream' is geweest die opmerkt dat iets zoals BDSM opwindender is, meer aantrekt. Een ander voorbeeld hiervan is iemand die beseft dat hij/zij populaire muziek fascinerend vindt terwijl dat voorheen nooit zijn/haar muziekkeuze was. De redenen van het verwerpen van dergelijke verlangens heeft vaak te maken met socialisatie, maar dat is hier niet zo belangrijk.
Kortweg denk ik dat het aangaan van de confrontatie met de sluimerende verlangens in hart en hoofd wezenlijk fundamenteel is voor iedereen die een fijn, goed, juist leven wil hebben. Kennis is macht, en dat is hier niet anders; kennis bezitten van wat je verlangt, geeft macht over de vervulling ervan. Maar ook; kan betekenen dat je het bewust kan afwijzen, mocht je dat verlangen te schokkend vinden (BV: onder geen beding te verzoenen met wie je rationeel/bewust WIL zijn.). Je verlangens bewust onder ogen zien, daar komt het in werkelijkheid op aan. Een dergelijk herakleswerk begint bij het onder de loep nemen van de verlangens die je meent te bezitten. Daarna kan je door middel van tweesprongvragen (vragen die elk twee vooraf bepaalde antwoorden hebben waaruit je dient te kiezen) van abstracte verlangens naar meer concrete invullingen gaan. Ten laatste dien je de verworven inclinaties testen aan de realiteit. Initiaties ondergaan, experimenteren.
Ik ben van plan mezelf op die manier inhoud te geven. Als ik tijd heb, deel ik dat hier met jou, getrouwe vrouwe of here die dit leze! Het niet met me eens zijn of het wel met me eens zijn; kritiek blijft de vreugde van deze zwerver en zelfs nog meer; een vereiste mocht ik in staat zijn te gebieden. :)
Vandaag had ik een idee voor een boek, of mogelijk een toneelstuk. Een idee waar ik werkelijk van overtuigd ben dat het potentieel heeft. En dat, dat is lang geleden. Ik ga er hier verder niets meer over neerzetten, maar als ik ooit een kladversie afkrijg, dan zwier ik het hier op. Voor de enkeling die deze pagina's naspeurt op zoek naar een goede noot. Zie het als een blijk van vertrouwen. :)
Verder... Mijn vriendin en ik beginnen meer en meer het onderwerp van kinderen te benaderen. Vanuit verschillende invalshoeken, toevallig sluipt het -zwoel door haar als door mij- onze conversaties binnen. Ik denk dat ik me eens serieus over dat gewichtige vraagstuk moet buigen. Het vraagstuk dan zijnde; wanneer, hoe regelen we ons leven met een kleine? en niet; al dan niet een kind op de wereld zetten. Ik ben niet ambivalent wat dat betreft: ik wil een kind, kinderen. De vraag is alleen wanneer... Ik weet niet of dit het meest belangrijke is dat ik ooit zal beslissen, maar ik ben zeker dat het het sterk benadert. Spannend... In elk geval heb ik al beslist -of zo goed als- hoe ik het zal aankondigen bij mijn vriendin dat ik er klaar voor ben. En dat zal zijn:
'Ik zak op één knie, kijk mijn dame recht in de ogen en vraag zacht. Mon amour, est-ce que tu veux me faire papa?' Nu dien ik enkel dat alles nog te omkaderen. :)
Ola, de vriendin roept. We hebben een afspraakje in een talencentrum. Zij gaat een test nederlands afleggen en ik een test Frans...
Ik ga heen, om hopelijk snel nog eens weder te keren naar dit van licht vergeven straatlantaarntje van een blog.
Het feestje waar ik het over had, wel... ik ben er uiteindelijk toch naar toe gegaan. Een kapitale fout. Enfin, ik heb geprobeerd niet asociaal te zijn, mezelf te overstijgen. Dat het niet gelukt is, is jammer maar was voorzien. Allemaal fijne mensjes, dat zeker, maar ik kan me niet meer forceren om te small-talken of de zoveelste zwakke allusie op filosofie te genieten. Mijn houding er tegenover zou hen pijn doen en doet dat in elk geval sowieso aan mij. Genoeg daarover.
Ik ben wederom in een periode van algehele versombering terecht gekomen. Als ik denk aan wat ik doe en vooral aan wat ik niet doe, dan begin ik te sidderen en beven. Ik lijk zo insignificant... Zo zinloos. Zo nutteloos. Mijn dagen glijden van de ene in de andere, ik slaag er niet in om te beeldhouwen, om te schrijven. Dagen worden gevuld met halfslachtige pogingen om er de moed in te houden, mezelf te overtuigen dat... ja, dat volgende week minder ongewenst druk zal zijn, ja, dat volgende week ik eindelijk genoeg dynamiek in mezelf verzameld zal hebben om mijn eigen apathie te bevechten. Mijn eigen apathie? Ja, dat ook. Maar daarnaast heb ik al die verdomde bureaucratische en praktische zaken te regelen die gepaard gaan met verhuizen, van bank veranderen etc etc. De schamele uren die er overblijven, blijken dan onvoldoende om me te lanceren waardoor ze door de mangel gehaald worden en versnipperd geraken tussen nog wat meer praktische zaken regelen en zien dat ik nog wat eet en me was.
Don't feel quite well today, ladies and gentlemen.
Er was een man in de tram, enkele dagen geleden. Geheel op zichzelf zat hij te hummen en te rommelen. Vanuit de buik leek het wel. Ik stond achter hem, zijn gele vuile jas als een waarschuwend baken van mentale onrust. 'Pas de chance!', riep hij tussen twee lange slierten van onverstaanbaar gebrabbel door. Ik leefde met hem mee. Mijn blik gleed weg van zijn gezicht, zijn ogen die gericht waren op een wereld die niet overeenkwam met de mijne. 'eh Hup, et oui c'est comme ça!' Ik keek over de hoofden uit. Allemaal haar, in een flits viel het beeld samen met de bergen haar die ik in Auswitsz had zien liggen. 'Eh hup!' Een gelijkenis die ik niet doortrekken kon, een vergelijking die helemaal niet opging, maar me evengoed triestig stemde. 'Pas de chance, non non!'
Dan gebeurde het. Plots, zonder waarschuwing. Om de één of andere reden werd de man in de gele jas, met zijn ongecontroleerde uitbarstingen van klanken een magistrale dirigent, de meester van een circus. Zijn gele jas werd een showkostuum, de deinende hoofden zijn creaturen die hij met een woord, een hoge klank liet bewegen. 'Hopla!' schreeuwde hij geheel onverwacht. Ik keek naar de zee van haar, het af en toe opflitsende roze van een gezicht. Ik stond niet meer in een tram, ik keek naar een spektakel. De man in de gele jas was geen anomalie meer, de mensen die verontrust of geheel emotieloos, zonder veel interesse naar hem keken geen passagiers meer, maar toeschouwers die keken hoe een meester de massa beweegt. 'Hup hup, et oui, c'est comme ça!' De man had zijn rechtmatige plaats ingenomen, de deinende hoofden werden ontrukt aan mijn mismoedige gemoed en kregen terug kleur en glans. Tien minuten lang vielen tram en showtent samen, werd het ene beeld door het andere verdrongen, weer overgenomen en opnieuw verglijdend. Met als epicentrum van overlapping de man in de gele jas, zijn zakken, zijn wiegende beweging. Ik keek ademloos toe, een stille glimlach geboren op mijn lippen, met in mijn hoofd applaus, felle kleuren en priemende lichten.
De prestatie van die man zweeft al dagen in mijn hoofd. Ik heb de man niet bedankt toen ik van de tram stapte. Misschien had ik dat moeten doen, al vrees ik dat hij me niet zou hebben begrepen. Ik ben vertrokken voor de magie van dat moment voor mezelf zou zijn weggestorven, waardoor ik het -in evenwel steeds minder scherpe tonen- steeds opnieuw kan afspelen. Die meesterlijke scene, dat moment van pure, onverwachte schoonheid. De triomf van de geest over de realiteit. Want wat was dat anders? Die man is en was afwezig hier, geheel afwezig. Ik weet niet waar hij vertoefde of vertoeft, maar op dat moment was ik er zeker van; hij stond niet in een tram. Hij was ergens anders en hij was er duidelijk de baas, de poppenspeler. Overgelopen van een wereld waar hij, net zoals iedereen, geringe controle heeft, een nietig figuur is, naar een wereld waar hij de controle in handen heeft. En voor heel even, tien mooie minuten maar, was ook ik in zijn ban.
Ik heb het gevoel dat ik een era van verwaarlozing ben ingetreden. Persoonlijke verwaarlozing. Ik heb vandaag beseft dat ik mijn vrienden volledig aan de kant heb gezet. Misschien dat nu de gedachte in je opkomt 'ah, zijn vriendin isoleert hem.' Wel, het is erger dan dat. IK ben diegene die me intern heeft verwijderd van mijn vrienden. En... ik heb de kracht niet om die beweging ongedaan te maken. Morgen bijvoorbeeld geven twee van mijn voormalig goede vrienden een housewarming-party. Ze gaan samenwonen, de lieverds, en ze nodigen al hun (filosofische) vrienden uit in hun huisje. Ik ben uitgenodigd; een geweldige manier om de hele filosofische kliek die ik eertijds als mijn broeders en zusters ervoer, terug te zien.
Ik wil het niet. Hoe absurd is dat?! Alleen al het idee hen allemaal terug te zien, vervult me met afkeer. Ter verduidelijking; geen afkeer van hen, maar van de situatie, misschien zelfs... ja, van mezelf. Ik heb voor elk van hen een gelukkige gedachte in mijn hart, maar ik kan mezelf niet zover brengen hen te willen zien. Ik... Verdorie toch...
Ik kan niet verklaren waarom ik mezelf zo isoleer. Dat op zichzelf is al verontrustend. Misschien is het weer mijn onechtheid-issue. Ik zal me niet 'natuurlijk' voelen bij hen. Ik zal geen blijf weten met mezelf, steeds denken aan wanneer ik de gepaste duur van een visite heb overschreden waarop ik zonder te schofferen kan vertrekken. En ik weet niet waarom ik daaraan met zoveel verlangen zal denken. Ik weet enkel dat het zo zal zijn, en ik weet ook dat ik me er slecht bij ga voelen, een slechte vriend, een slechte mens. Dat ik me achteraf ellendig ga voelen.
Het komt me voor als absurd dat ik een dergelijk idee heb bij mensen waar ik het zo goed mee kon vinden. Ze zijn niet veranderd. Ergo; ik moet het wel zijn die is veranderd. Nogmaals... Waarom?!
Het is één van de tekenen die de era van verwaarlozing aankondingen. Er zijn er nog, maar... ik heb de fut niet ze te beschrijven.
Ik hoop gewoon niet te vervallen tot het emotionele wrak dat ik weet in mij te herbergen.
Lang geleden begon een jongeman een blog en toen kwam hij er niet meer toe te schrijven en het verhaaltje is over. Ik denk dat dat de story is van de afgelopen maanden. Mocht iemand dat spijtig hebben gevonden bied ik mijn excuses aan. (en de zekerheid dat het nog zal gebeuren :p )
Het leven is woelig geweest de laatste maanden. Op mijn werk gaat het goed, al ben ik momenteel wat gefrustreerd omdat ik een geweldig project uit mijn mouw wil schudden en dat de enige projecten die zich aandienen het 'GEWELDIG' missen. Verder zoeken dus, maar ik voel me gelimiteerd door mijn eigen ideeën, mijn eigen geest. Het is vreemd hoe je soms het gevoel kunt hebben dat er zich effectief ideeën bevinden tussen je twee oren, maar dat je hele hoofd gevuld lijkt te zijn met watten. en dan denk je 'mocht ik maar wat helderder kunnen denken, dan zou het vanzelf komen.'
Zelfbedrog. Denk ik In elk geval, ik vind mijn geweldig projectje niet. En ik hoop dat de volgende voorspelling waar zal blijken te zijn; NOG niet.
Mijn persoonlijke projecten. Het schaamrood rukt op en verlegen sla ik mijn ogen neer. Ik ben er niet toe gekomen ook maar 1 waardevol iets te produceren in de twee maanden dat ik niet meer gepost heb. Dat moet veranderen DAT MOET VERANDEREN! <Buldert het zo hard in zijn hoofd dat zijn kiezen beginnen te klapperen> Ik heb een paar beeldjes gemaakt maar erg geweldig zijn ze niet; laat staan dat je het kunstwerken zou kunnen noemen. (en dat is, hoe ambitieus ook, toch wel ergens mijn doel). Schetsen noem ik het, en probeer daarmee mijn ontgoocheling te verdoezelen dat ik niets beter weet te verzinnen dan die beeldjes. Ik ga ze hier morgen of overmorgen opzetten. Weet wel, neem in de evaluatie op dat het SLECHTS schetsen zijn. :p (en zo heb ik elke mogelijke oprechte commentaar van iemand serieus moeilijk gemaakt, en lijkt de enige mogelijkheid me te loven. Hmmm... Negeer al het voorgaande of;. M.a.w. Wees onbevreesd kritisch, zelf al zijn het maar schetsen ;) )
Met schrijven sta ik ook nog niet veel verder. Ik lijd aan procastrinatie en lijk een hoofd te hebben dat gevuld is met een of ander soort gewichtsloosheid die mijn ideeën niet toestaat gewichtig en gevuld te worden en dus blijven ze zo maar wat onbenullig en idioot in mijn hoofd zweven. Frustrerend.
...
...
Ik geloof dat ik moet slapen. En meer dan anders. Ik ben uitgeput.
Het decorproject is voorbij. Het decor reeds afgebroken en verbrand (letterlijk, oh jawel). Ik denk dat deze regels de laatsten zijn die ik eraan wijt. Het project heeft een bittere nasmaak nagelaten... Ik kan ongetwijfeld zeggen dat de fysische gesteldheid van het decor niets te wensen overlaat. Het was een mooi decor, een strak decor, een -jawel, ik denk dat ik dat mag zeggen- een professioneel decor. Voor de geïnteresseerden; ik ga een van de volgende dagen eens een foto posten van het afgewerkte decor.
Sociaal gezien is het decorproject echter een giftige slang gebleken. Ik vrees dat ik een paar vrienden ben kwijtgespeeld, en ik kan in elk geval vanuit mijn perspectief zeggen dat dat niet (geheel) mijn fout is. Misschien is de vriendschap ook alleen van mijn kant uit bekoeld, want zoals zo vaak speelt het drama zich af in mijn hoofd en kan van mijn handelingen weinig worden afgeleid.
Als ik nadenk over het 'andere' standpunt, dan denk ik dat wat me verweten wordt samen te vatten is als volgt; ik heb niet genoeg mensen geëngageerd om me mee te helpen bij de opbouw & ik heb hen stress bezorgd. Door dat eerste werd een deadline steeds opnieuw een haast onmoeilijk te bereiken doelstelling. Maar ik heb ze wel steeds gehaald. Ik kan echter wel begrijpen dat dat voor hen een grote onrust heeft betekend. Zal het decor op tijd af zijn voor de try-out (nota bene een maand voor de eerste werkelijke voorstelling)? <deadline gehaald met moeite>, Zal het decor op tijd af zijn voor de plaatsing van het licht? <deadline op het nippertje gehaald>, zal het decor op tijd af zijn voor de voorstellingen? <deadline gehaald met een week voorsprong>. Ik kan begrijpen dat dat stress heeft bezorgd. Daar blijft het echter ook bij, daar ik zoals hierboven aangegeven, de deadline wel steeds heb gehaald.
Langs mijn kant gaat de frustratie eigenlijk vrij diep... Om niet geheel zot te worden, zet ik het hier even op papier. Ten eerste is hun continue onrust een zware last geweest. Als ik zei dat ik het wel ging halen, doch met moeite, zou dat ergens geruststelling moeten gebracht hebben. Hun niet aflatende sms'en en mails waarin hun onrust als zwarte kolkende modderstromen mijn daadkracht moest opboosten maar eigenlijk enkel mijn gemoed binnensijpelden en het daarmee nodeloos bezwaarden, geven echter weer dat ze me eigenlijk niet op mijn woord geloofden. Ze twijfelden aan mij. Dat neem ik hen kwalijk.
Ten tweede bestaat er zoiets als erkenning en dankbaarheid. Ik kan niet zeggen dat ze me niet bedankt hebben. Ze hebben het af en toe gezegd. Misschien ben ik te veeleisend maar... het even zeggen is gemakkelijk. Ben ik niet bescheiden genoeg als ik vraag om meer erkenning? Ik zal aangeven waarom ik me eigenlijk te kort gedaan voel. Er zijn drie zaken in mijn keel blijven steken. Ten eerste ben ik naar een voorstelling komen kijken samen met de rest van het decorteam en heeft men ons niet gevraagd het applaus mee in ontvangst te nemen. Op zich stoorde me dat niet al teveel, dat wordt immers niet altijd gedaan bij toneel. (bedenking; bij amateurtoneel echter wél.) Als ik echter op het moment van het applaus de muzikanten naar voor zie lopen, zie dat gevraagd wordt het licht en de techniek vooral ook te applaudiseren... dan voelde en voel ik me tekort gedaan. Ze wisten dat wij ook aanwezig waren. Waarom ons vergeten?! ... Ten tweede is er een feestje gegeven na de laatste voorstelling waar het decorteam niet op is uitgenodigd. Moedwillig vergeten? Ik denk het niet. Maar het onbewust vergeten zegt naar mijn inzien ook veel ... Ten derde: mij is gevraagd een cadeau te maken voor alle mensen die deelgenomen hebben. Ik maak dus 26 beeldjes. Hoe word ik bedankt? Doordat ik een beeldje krijg dat ik notabene zelf heb moeten maken!
Ik weet niet hoe ik hier tegenover moet staan. Ik ben zeker (of ben ik dat wel?) dat het niet gaat om een moedwillig laken van het decorteam. Ik weet echter wel dat mocht ik iemand vragen een dergelijk titanenwerk te doen, of bescheidener; een zo tijdsrovend werk (niet alleen het decor maar ook die beelden), ik die persoon (of dat team) op de een of andere manier zou willen tonen dat ik dankbaar ben. Ik zou er me niet van afmaken met woorden en een cadeau die in principe haast een cadeau is van het zelf aan het zelf.
Vandaar dus de bittere nasmaak en de langs mijn kant bekoelde vriendschap. Ik kan moeilijk analyseren of ik hier de té gevoelige jongen aan het uithangen ben of niet. Soms denk ik van wel, soms van niet. Ik heb na wat beraad besloten om mijn standpunt niet te uiten naar de theaterploeg toe. Niet uit trots, maar vanuit het idee dat erkening niet gevraagd kan worden. Dat zou al evenzeer de hele ervaring vergallen. Iemand verplichten tot erkenning is van meet af aan een gedoemde onderneming.
En dat... zijn dus de laatste regels die ik neerschrijf over het decorporject. Een fysisch bevredigend, maar sociaal destructief project. Ik ben blij dat ik het (van me af) heb geschreven. Op naar volgende projecten! (één van de projecten waar ik persoonlijk ENORM warm voor loop, begint volgende week. Het heet 'formele contemplatieve'. Meer daarover....
<Blijkbaar is een reactie ingeven niet meer mogelijk op mijn blog... :S Als je toch een reactie wilt geven; palamedes@live.be :) >
Liefste Selena,
Er zal niet veel meer gebeuren met het decor. De paletten blijven zoals ze zijn. HEt enige wat zal veranderen is de achterwand, nu uit doek, die wordt vervangen door een zwart-houten spinnenwebstructuur. De foto's zullen dat wat inzichtelijker maken hoop ik. HEt is bijna... BIJNA af. eindelijk :)
En wat jullie dames betreft die over me zullen 'waken'... Jullie zullen mijn schikgodinnen zijn, welwillend als ik het juiste pad volg, meedogenloos als ik mijn pad verlaat! Ik hou wel van de tragiek daarvan! :)
Liefste Ikmisme,
Twee punten? Mogelijk ben ik niet mee met blogsymboliek want ik heb geen idee wat het betekent! :) (of het ligt aan een bug op mijn blog, wat me waarschijnlijker lijkt... En ik had zo graag je reactie gelezen. Uiteraard ben ik nu extreem nieuswgierig naar wat er stond. :p)
Gegroet liefste lezer! Dat u dit leest wil zeggen dat u bij wijl eens komt piepen om te zien of Zwerver iets gepost heeft. Hij buigt voor uw loyaliteit en daadkrachtigheid! Het leven, dat begint voor zonsondergang en eindigt, wel, net iets voor de voor-zonsondergang, is vol. VOL. We hebben het graag zo.
Edoch... een van mijn projecten, het toneeldecor is bijna af. Met bijna wil ik dan zeggen; het duurt nog enkele zware avonden en één weekend om het af te hebben. Volgens mij wordt het bijeengehouden door frustratie. Frustratie omdat ik het goede materiaal niet heb, omdat ik niet kan rijden en dus aangewezen ben op andere personen, frustratie omdat hout en paletten een eigen leven (willen) te leiden hebben en ik ze dat hardhandig doch vruchteloos beveel dat toch niet te doen.. Frustratie ook en voornamelijk omdat ik onvermijdelijk achterstand oploop in de planning van anderen (niet mijn eigen planning, die zegt dat het nog oké is) die me dat dan stilletjes verwijten. Ik voel mee met bouwvakkers die dit dagdagelijks meemaken. Als je werkt met materialen, mag je zeker zijn dat er altijd iets is dat niet past, niet werkt of niet aanwezig is. Gevolg is vertraging, gevolg daarvan: je 'aannemers verwijten je vertraging.' Niet fijn...
Maar goed. Hieronder een foto van het decor zoals het nu is. Er is nog werk aan natuurlijk, maar het oogt wel al, vind je niet? :)
Ik heb me evenwel overtuigd in de toekomst niet meer dergelijke projecten aan te nemen. Het is tijdsrovend, vrij ondankbaar en.... het is niet echt mijn project. Mijn vriendin vertelde me laatst dat mijn grootste 'défaut' is dat ik niet egoïstisch genoeg ben. Let wel, ze bedoelde dat niet in de zin van; je bent te altruïstisch, hij-spaart-zich-het-eten-uit-de-mond-om-iemand-anders-zijn-studie-te-betalen. Wat ze bedoelde was dat ik zoveel tijd besteed aan anderen (hun welzijn, hun projecten etc) dat ik mijn eigen projecten steeds laat ophopen in de zeldzame uren dat ik niet in de weer ben. En die zeldzame uren kunnen geen recht doen aan mijn verlangens...
Ik ben geen heilig persoontje, verre van. Ik kan alleen niet omheen het feit dat als ik moet kiezen tussen voor mezelf een project opstarten, eraan bezig zijn, of het appél van een ander (ik wilde zeggen vriend, maar het is ruimer dan dat, zelfs een vreemde kan me weerhouden), ik steevast voor de laatste zal kiezen. En ik doe dat graag! Ik ben er graag voor anderen, het maakt dat je je nuttig voelt, waardevol. Waardig, zelfs. Ik doe het dus absoluut niet tegen mijn zin en het is ook niet dat ik op het moment zelf liever met mijn eigen projecten zou bezig zijn... maar als ik zo blijf leven, zal ik uiteindelijk nooit het gevoel heb dat ik bepaalde dingen gedaan heb, die ik waardevol achtte omdat ze vanuit mezelf kwamen.
Na het theaterproject las ik dus een pauze in waar ik enkel werk aan eigen projecten. Ik heb er ééntje op mijn schap liggen dat me doet watertanden als ik eraan denk. Het heeft met beeldhouwen en de openbare ruimte te maken.... MJAM...
Bedenking; ik heb een projectbewaarder nodig. Iemand die me tegen houdt als ik weer op de dool ga en niet op mijn eigen pad blijf. Iemand interesse? Verloning: overvloedige dankbaarheid van mijnentwege, een eervolle vermelding in mijn hart en levenslange vriendschap. Vacature open tot en met 28 oktober. :)
Het is weldadig fijn om als eerste aan te komen op het werk. Alles is stil, verlaten en ademt herinneringen en toekomstig plezier. Op mijn gemak de rolluiken oplaten, koffie 'en masse' zetten (geen sociale sector zonder het feel-good-koffietje, zeg ik altijd). Mijn computer opzetten en... omdat ik in feite pas binnen een halfuur begin te werken: blogs lezen en eventjes de mijne updaten.
De paar blogs lezen die ik volg (het zijn er wel bepaald drie; selena, Shade en Ikmisme), is altijd weer interessant. Het is intiem, me dunkt, iemand van nabij te volgen, en die intimiteit wordt bekrachtigd doordat ik hen enkel als geesteskinderen ken. Hun leven is zo vol.Ze kunnen dagen achtereen schrijven en steeds opnieuw nieuwe informatie aanbrengen. En dan telkens als ik dat lees, denk ik aan mijn eigen blogje waar ik om de paar weken iets opzet. Niet dat mijn leven leeg is, integendeel, maar veel is reeds geschreven hier. Maar vandaag zet ik me dan toch eens over mijn initieële lege-bladvrees om wat up te daten.
Op het werk probeer ik een duizendpoot te zijn. Ik probeer me met alles bezig te houden waar ik maar mijn handen op kan leggen. Dagen racen voorbij. Zo ben ik bijvoorbeeld bezig met een beeld te maken met de mensen. Best leuk. Ik ga elke week voetballen en fitnessen met andere mensen. Ik geef elke week lessen Nederlands aan absolute beginners. Ik geef internetatelier. Ik ben een magazine aan het opstarten met een vijftal gasten, door hen geschreven, getekend etc. Er komt ook een site van dat magazine. Mettertijd zal ik hier wel eens een link opzetten naar die site. Voor de geïnteresseerden. :) Ik probeer een hout- en meubelatelier van de grond te krijgen... Knap lastig, maar het gaat lukken. Wat werk betreft, zit ik wel goed. Ik amuseer me, frustreer me dood (hoort er bij!), krijg positieve commentaren, opbouwende kritiek etc. Je kan het je alleen maar wensen.
Mijn beeldhouwen daarentegen laat wat te wensen over. Ik heb massa's ideeën, maar de tijd ontbreekt me eenvoudigweg . Het derde deel van mijn beeldenreeks is bijvoorbeeld nog altijd niet af. Vanaf oktober zet ik me er weer aan, want dan zou ik -hopelijk- meer tijd hebben. De reden dat ik geen tijd heb is het theatergezelschap waar ik een decor voor aan het bouwen ben. Vanaf morgen beginnen we een marathon om het tegen 22 september af te hebben. ELke avond eraan werken... het wordt spannend! Voor geïnteresseerden; we spelen antigone. De site van ons collectief; www.collectiefverloren.be. Het is niet te Brussel, helaas, maar kom gerust kijken. ;)
De tijd tikt, deadlines dringen zich op, de klok op de muur schreeuwt me het dringende verwijt toe dat het 14 over 9uur is. Tijd om te werken.