Ik ben Stien
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is integratiewerkster.
Ik ben geboren op 24/10/1956 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: literatuur, film, politiek, kunst, reizen,.....
Ik hou er van om dingen scherp te stellen, uit te vergroten. Niet alles wat hier staat strookt dus met de werkelijkheid.
Stiens' Kitchen
dank zij mij staat hier geen andere onzin
11-08-2007
Sterven
Zo moet dan ook sterven zijn als het afleggen van gewaden te wijd voor kleine levensvragen te nauw voor sturm und drang in veel te strakke naden
Zo moet het zijn als het achterlaten van gedachten van dromen, wensen, daden liefde in goede en in slechte dagen aan vriend en vijand of aan wie het wil
want blijven doe je toch
een beetje
En je neemt afscheid van de tijd waarmee je eens zo kwistig morste want wat was, was altijd al weer snel geweest en wat niet was kon nog steeds wat worden zo holde je jezelf voorbij en al die anderen die op je wachtten je miste de kleine letters van het feest en spijt maakte vlekken op je spreken
welaan, nu kan je eindelijk rusten slaap nu maar de klok staat stil en nooit meer zal pijn je ogen breken
Zo moet het dus zijn om dood te gaan de koele afdronk van een nieuw begin een laatste avondmaal met je geliefden voor je tramlijn 'paradiso' neemt
'A daydream is a meal at which images are eaten. Some of us are gourmets, some gourmands, and a good many take their images precooked out of a can and swallow them down whole, absent-mindedly and with little relish'
W.H. Auden
Als dit citaat van W.H. Auden enige steek houdt, dan ben ik een gourmand. In onze eigen volkstaal heet dat een fijnproever. Want dagdromen? Ik heb er een patent op. Ik kan, zo maar, tussen twee boeiende bezigheden door geestelijk op wandel gaan, naar een andere plek, een ander bewustzijnsniveau waar droom en werkelijkheid elkaar raken. Dan lijkt het wel of mijn blik met een vacuumpomp wordt leeggezogen, dat mijn bewustzijn zich naar binnen keert. Dan bereikt geen enkel geluid nog het gehoorcentrum van mijn hersenen. De wereld is één boeddhistische tempel van stilte.
Met die mentale slippertjes kan ik alle kanten uit. Ik leg de eerste steen voor een opvangtehuis voor straatkinderen, ik haal mijn vliegbrevet, of ik hak mij een weg door de mangrove in Senegal. Allemaal dingen die ik nog ooit wil waarmaken en die, door ze in ragfijn hersenspinsel om te zetten, dichterbij komen. Want dagdromen zijn onze wensen op poëzie gezet. Luchtkastelen en fantasieën stuwen ons vooruit, dwingen ons om te handelen. Om onze eigen toekomst vorm te geven. Ze vertellen ons ook veel over onszelf. Wensen komen immers uit het diepst van ons wezen zelf, en zijn dragers van vitaliteit.
Het spirituele escapisme is uiteraard het hevigst als de verveling toeslaat. Als het leven zelf routine is geworden. Als je je in een cocon van veiligheid hebt ingekapseld en elke nieuwe uitdaging uit de weg gaat. Dan ga je zoals Michelangelo engelen zien in het marmer, en de aandrang voelen om ze uit hun stenen gevangenis te bevrijden. Dan zie je rozencavaliers en peperkoekenhuisjes in wolkenformaties. Want dagdromen zijn the mothers of invention. Geen menselijke verwezenlijking, of ze kreeg voor het eerst gestalte in de nevelige regionen van de geest. Franklin, Newton, Garibaldi, het waren dromers die op hun rug liggend in het gras, hun eigen werklijkheid creëerden en daarmee de wereld een ander aanzien gaven.
Dus als ik op mijn dagdroom van vandaag mag betrouwen, woon ik binnenkort in een oud herenhuis, heb ik drie Afrikaanse pleegkinderen, maak ik een avontuurlijke trip door het Amazonewoud en behoort de oorlog in Irak weldra tot het verleden. Hij gaf me bovendien de nodige brandstof om mijn dagdagelijkse taken met kakelvers enthousiasme aan te vatten. Ik heb bergen werk verzet: de briefwisseling afgehandeld, een folder samengesteld, de boekhouding bijgewerkt. Dagdromen geven mij vleugels.
Realisten en pragmatici, gelieve zich van commentaar te onthouden.
Je lag daar als een vraagteken aan mijn zij je maanblanke huid een spandoek van verzet want liefde was geen lust zei je geen lijfelijk libretto van uitslaand uitheems vuur liefde was sudoku met zijn twee op de bank bij regenweer
Waarom dan, liefste lijkt je lichaam op een katern met woonideeën staat het te huur in de koopjeskrant heb je dan geen kamer voor ongenode gasten of voor de pelgrim die thuiskomt van zijn reis?
En heb je dan een tonicum om de pijn te blussen die de opperhuid bewoont als een kwaadaardig melanoom
Want lust is ook bodemloos zichzelf verliezen in ogen diep en heupen wijd een vol pension verblijf in aanverwante zielen waar het menu vertrouwd is en de taal gekend
Kom, laat mij je lichaam breken ik zal het consacreren met gepaste tederheid neem en eet dit lichaam dat uw milde hand ons geeft zo simpel is dat en meer moet dat niet zijn
Dit publiceer ik hier, omdat het telkens gecensureerd wordt op het blog van Smiling Cobra. Vooreerst wil ik stellen dat het initieel niet mijn bedoeling was een anti-racistisch platform te maken van deze webstek. Veeleer wilde ik af en toe iets laten doorsijpelen van de toch wel vrij racistische realiteit waar wij in de integratiesector dagdagelijks mee te maken krijgen. Maar af en toe dwingen de omstandigheden mij blijkbaar om toch een ietwat steviger stelling in te nemen.
Nu, ik vind deze hele geschiedenis over de strubbelingen van SC met Blokwatch ook nogal van de pot gerukt. Gisteren kreeg ik dus een koel en afgemeten mailtje van meneer Cobra dat mijn link van zijn blog verwijderd zou worden en of ik aub hetzelfde wilde doen met de link die verwees naar zijn site op mijn blog, want hij had inderdaad last gekregen met mensen van Blokwatch omwille van een reactie die hij plaatste op mijn bericht over het racistisch geweld op Gisele in Aartrijk (zie het bericht van 11/05). De afscheidszin van SC, na het verwijderen van beide links luidde: opgeruimd staat netjes! Ik wil hier toch wel eens benadrukken, dat Blokwatch nooit op enigerlei wijze met mij in contact is getreden aangaande dat bericht.
Nu ken ik de mensen van Blokwatch niet persoonlijk en kan ik niet verantwoordelijk gesteld worden voor wat zij zoal op het net gooien of anderszins bekokstoven. Maar ik ken wel hun reputatie, en de meeste van die mensen doen hun werk zeer conscientieus, met de nodige wetenschappelijke background en integriteit. Het zijn zeker geen extremisten, al zit er tussen elk koren wel eens kaf.
Nu is het ook zo dat in het verleden racistisch geweld maar al te vaak onder de mat geschoven of gebagatelliseerd werd, met alle desastreuze gevolgen vandien voor de betrokken allochtonen. Klachten werden geseponeerd en van enige rechtszekerheid was ternauwernood sprake. Precies om die reden werden een aantal organisaties in het leven geroepen om het probleem in de diepte aan te pakken. Daar was ik blij om, want racisme kan de gezondheid ernstig schaden. Eén voorbeeld uit de eigen praktijk: een vriend van mij die uit lijfsbehoud Koerdistan ontvluchtte, moest zijn eerste jaar geneeskunde aan de KUL trissen omdat hij telkens tegengehouden werd door een racistische professor, die daar trouwens rondborstig voor uitkwam en beweerde dat hij problemen had met moslims die hier blanke meisjes kwamen bezwangeren. De gevolgen waren verstrekkend. Mijn vriend verloor zijn beurs en heeft de rest van zijn geneeskundige studies moeten combineren met een job in de bouw. Een titanenarbeid. Uiteindelijk heeft hij met glans zijn studies voltooid. Inmiddels is hij chirurg, maar het heeft hem bloed, zweet en tranen gekost. En dit is maar het topje van de ijsberg. Racisme is er in vele tinten grijs. Dat ondervind ik dagdagelijks op de eigen werkvloer. Mij zul je dus over het bestaan van deze organisaties niet horen klagen. Ze hebben al eens te kampen met groeipijnen, scheren soms misschien ietsje te kort door de bocht, maar leveren door de band genomen degelijk werk.
Indien één iemand van de medewerkers van Blokwatch naast de pot pist en intimidatie gebruikt, is dat inderdaad een laakbaar feit, maar kan niet de hele organisatie daar op aangesproken worden. De ware toedracht van de zaak kennen we vooralsnog helaas niet. Maar evengoed vind ik hun vraag om dat andere verhaal een keer te horen terecht. Waarschijnlijk is het een poging om de nodige nuance aan te brengen, teneinde niet nodeloos een heksenjacht te ontketenen. Want door zo maar in het ijle te poneren dat er een andere versie van het verhaal bestaat, wekt u inderdaad wel de indruk, dat de hele geschiedenis enigszins over het paard getild is, of dat het geweld mogelijk werd uitgelokt door het meisje zelf. En zo wordt een racistische daad eens te meer een bagatel die in het vergeetregiser belandt.
Waarom het dan zo moeilijk was om de vereiste informatie te verstrekken, blijft mij eigenlijk een raadsel. Waarom alles moet opgeblazen worden tot het formaat van een Barnumcircus nog meer. Ik was een bewonderaar van u, Meneer Cobra, maar uw persoonlijkheid begint me hoe langer hoe meer tegen te steken: exhibitionistisch, kort aangebonden, zelfingenomen, altijd met een moraliserend vingertje zwaaiend naar de slechte medemens. Ik kreeg te horen dat u winkeldiefstal verwerpelijk vindt, en ook handleidingen die daar uitleg over geven, zoals die tekst die ergens ter info op mijn blog staat, maar dan lees ik in een reactie op uw blog dat u een tekst van een andere schrijver gewoon vertaald hebt, zonder diens naam te vermelden, en zich dan wentelt in de lof die u voor andermans werk ontvangt. Nu, ik vind letterdiefstal even verwerpelijk als winkeldiefstal. Wij zijn belange na geen muggenzifters en zouden een en ander wel door de vingers willen zien, maar het is die hypocrisie die mij de strot uitkomt. Als u dan AL Qeitel toesnauwt, dat hij niet meer welkom is op je blog, alsof hij dat ten zeerste moet betreuren, dan zeg ik u meneer meneer Cobra, wij betreuren dat in het geheel niet. En als wij daardoor lezers verliezen, het zij zo, wij bloggen niet om ons in zelfgenoegzaamheid te wentelen. En wat die jaloezie betreft, voor mij is dit blogje pure spielerei, ik heb er geenszins literaire bedoelingen mee en ben ruimschoots tevreden met het aantal lezers dat ik heb. Jij bent het trouwens die een hetze rondom een bericht op mijn blok ontketende, niet andersom. Jij hebt mij ongewild in de verdediging gedrongen. Of wat had u dan verwacht? Bovendien heb ik genoeg andere dingen om me zelf te bevestigen. Hoop voor jou hetzelfde.
Ik heb een vriend die vroeger een ferme boon voor mij had. Dat leidde ik tenminste af uit de verbetenheid waarmee hij mijn deur platliep. Mijn deur hing altijd uit de hengsels. Hij wilde ook altijd mijn handtas dragen. En mijn bril oppoetsen. En mijn beugel aanspannen. Genereus en empatisch als ik was liet ik hem natuurlijk zijn gang gaan. En de natuur ook, als je begrijpt wat ik bedoel. Tot hij op een ochtend, nadat hij mij in bijbelse zin bekend had, ook nog een profane bekentenis deed. Hij had namelijk een scheve schaats gereden. Nu vind ik schaatsen een moeilijke discipline, die als vanzelf tot deviant gedrag leidt. Zo had ik bijvoorbeeld alle begrip voor het bochtige Bollywoodgekronkel dat Els De Scheppers in Stars On Ice ten beste gaf. Een schaats is een wankel been om op te staan. Maar een bed geurend naar wildvreemd oestrogeen. Dat was één brug te ver. De liefde vloog terstond het raam uit maar de vriendschap bleek resistent.
Die vriend nu, is een cultuurminnaar. Hij laat de letteren knetteren en de penselen strelen. Hij rolt met de huig r als een Tibetaanse gebedsmolen en staart diepzinnig in het ijle om zich het air van beslagen Parnassusganger aan te meten. Namedropping is zijn stokpaardje. Hij heeft het over zijn vriend Stijn Vranken, pocht dat hij getafeld heeft met Herman Brusselmans en deelt naar eigen zeggen een auto met Panamarenko. In de Provence heeft hij uiteraard een time-sharing villaatje met Hugo Claus. Mij vindt hij veeleer een cultubeet, een proleet die ternauwernood een Picasso van een Matisse kan onderscheiden. En omdat hij, zoals Gramsci, van mening is dat je de ziel van een ontaarde via de schone konsten moet bereiken, wil hij mij af en toe groots en meeslepend laten leven op het innerlijke harpspel van een artistiek productontwikkelaar.
Vorig weekend was het dus weer zover. Heel Antwerpen stond in het teken van Willem Elsschot, en vriendlief vond het ogenblik rijp om mij met mijn cultureel erfgoed en zijn arty farty vriendjes te confronteren. In vol ornaat maakte hij zijn opwachting. Hij dwong mij in een paarse jumpsuit, legde een zilveren boa rond mijn nek - kwestie van vestimentair niet uit de band te springen - en sleepte mij mee naar het Mechelseplein, het zenuwcentrum van het gebeuren. Inwendig verheugde hij zich duidelijk op de beschavingsmissie die te gebeuren stond. Hij zou mij een poepje van Elsschots eigenzinnige stijlfiguren laten ruiken, mij de diepere beweegredenen van zijn Bormsgedicht openbaren, de misogyne natuur van zijn gedicht Het Huwelijk doen contrasteren met het apologetische gedicht aan Fine, kortom, hij zou mij met zijn eruditie alle hoeken van het Mechelseplein laten zien.
Maar dat was buiten de waard gerekend. Hi, Stien, klonk het plots temidden van het gewoel. Het was Ida Dequeecker, voormalig lief van Robbe De Hert en kleindochter van Willem Elsschot, die ik nog kende van haar militante periode bij de vredesbeweging. In die tijd zette zij met haar schoonheid het proletarisch voetvolk in vuur en vlam en drukte zij in vochtige kelders en op een vooroorlogse drukpers pamfletten voor het maatschappelijk ideaal van de trotskisten. Gaan we samen een terrasje doen?vroeg ze terloops. Vriendlief was duidelijk van zijn melk. Daar gingen zijn führerambities. Een dergelijk naturel in het Elsschotkennen had hij in mij niet gezien. Sindsdien heeft hij terug een boon voor mij en verlang ik terug naar het statuut van prolete.
En nooit komt hij van mij te weten dat ik vrijwel alle boeken van Elsschot verslonden heb, dat ik vind dat hij posthuum de nobelprijs literatuur moet krijgen voor zijn gedicht 'het huwelijk', dat Laarmans en Boormans rolmodellen waren voor mijn partnerkeuze, dat ik ooit een scriptie schreef over het minimalisme in Elsschots' kunst. Vriendlief, je sympathieke ijdelheid is je gegund.
Oh help! De festivalitis heeft weer toegeslagen. Gisteren pleegde mijn zoon een raid op mijn huis om nog wat parafernalia in te zamelen teneinde het festivalhoppen zo aangenaam mogelijk te maken. Tentharingen, plastic matjes, en mijn humo-regenjack verdwenen in een grote tas die met smaakmakende stickers was beplakt. 'Meet Werchter', 'Join us in Dranouter', 'Sfinks Rocks', schreeuwden ze me in het gezicht. De good vibes zetten mijn hele hebben en houwen onder stroom.
Ach, ik moet niet zo nodig meer. Een aantal festivals heb ik, naar mijn aanvoelen, mee groot gemaakt. Ik herinner me nog levendig hoe boerenbruilofts Marktrock Leuven in die beginjaren was. Met een vijftigtal diehards stonden we als idioten te springen op een veel te ruim bemeten Oude Markt. Op de affiche stonden een aantal 'local heroes', zoals Big Bill Krakkebaaz en Jokke Kerkhofs en groep. Een aantal jaren later was Marktrock uitgegroeid tot een monster dat in de eigen staart beet. En toen ik moest bevallen van mijn zoon werden de weeën ingeleid door de basgitaren van Dave Edmunds die tot in Gasthuisberg schokgolven veroorzaakten en bevallingen induceerden.
De meest funky acts kregen naar mijn mening meestal hun beslag op de zijpodia. Zo was er een groepje dat naar de naam Earthquake Johnny and His Trembling Walls luisterde. Johnny was een ZZ Top type met een stem als een rasp, ingeplugd op 4 zwarte zangeressen die Etta Fitzgerald in poedervorm hadden gesnoven. Deze hellebeesten brachten onversneden polderpop met een hoog Motown gehalte. Na vier maten van hun muziek trilden de muren van de Sint-Pieterskerk inderdaad als gepiercete schutsheiligen en swingden alle omstaanders de pannen van het dak. Ieder jaar opnieuw ging ik op zoek naar deze rockers van het eerste uur. Leuvenaren ontvluchtten evenwel en masse 'the turmoil' van de stad als het weer eens zo ver was. In donkere krochten en spelonken wachtten zij angstig de komst af van de vier ruiters van de Apocalyps.
Vandaag mag ik Werchter, Sfinks, Dranouter, Cactus, Hoogstraten, Pinkpop op mijn palmares schrijven. Ik was 'een believer', bijgot, en daar was ik fier op. Een aantal hoogtepunten uit mijn leven maakte ik mee op een festivalwei. Van Morrison die in een 'flou artistique' van kunstmatig verwekte Ierse mist een versie bracht van 'In The Garden', terwijl de vlammen van tientallen vuurtjes aan de zwarte fluweelzachte fleecedeken van de nacht likten. 'Als God een festival is, dan ben ik gelovig', dacht ik toen sidderend, en ik sloeg een kruisteken. God zag dag het goed was, en besloot om voor wat variatie in weertype en setting te zorgen. Sindsdien het ik modderbaden, slagregens, massapsychoses getrotseerd om mijn goden aan het werk te zien.
De laatste keer dat ik een festivalwei bezocht was met mijn ex-partner L. Hij die nog nooit elders het exquise achtereind had neergevlijd dan aan somptueuze galadiners, mondaine recepties en maçonnieke rituelen, wilde wel eens weten hoe dat voelde, om op een vouwstoeltje in het midden van een koeienresort te zitten. Het bluesfestival van Peer leende zich daar uitstekend voor. L. heeft duimen en vingers afgelikt, smeet zijn professorenbaret tussen het publiek, verbroederde met tatooridders en podiumsletten, en wilde nadien enkel nog Onslow genoemd worden. Maar toen was het op. Voor mij hoeft het niet meer zo nodig. Ik geef de fakkel door aan de jongeren. Zoonlief, geniet maar van de 'meadowfever'.!
Tussen haakjes: beroepshalve moet ik wel af en toe mijn neus laten zien op Mano Mundo. En telkens sla ik stijl achterover van bewondering. Je houdt het niet voor mogelijk wat zon klein team van organisatoren in een mum van tijd in elkaar bokst. Een festival Andaluz, een Marokkaans dorp, een Bedoeïenentent met bijbehorende biotoop. Je kan het zo gek niet bedenken! Ik kijk me telkens de ogen uit. En de toegang is gratis op de koop toe. Niet te schatten! Chapeau voor deze festivalwizzards.
Bloggersnieuws: Op vrijdag 15 juni 2007 trekken we naar een Antwerps strand. Afhankelijk van de goesting trekken we ook even over de Sinksenfoor of doen een leuk café'tje aan. Ben jij ook blogger, bloglezer of gewoon geïnteresseerd in een leuk avondje uit? Registreer je dan hieronder en je ontvangt alle verdere informatie...
De jatgids voor H & M Winkeldiefstal is een bedrijvigheid die zich meestal afspeelt in de schemerzone van het dagelijks leven. Het hoort thuis in sociaal achtergestelde milieus, ofcriminele bendes, denkt de modale mens. Die opvatting is nochtans net ietsje bezijden de waarheid. Het beeld van de deftige dame die aan de kassa van een grootwarenhuis betrapt wordt met een bevroren kip onder de hoed is geen fata morgana die drijft op een ondergrond van gebakken lucht. In sommige middens is winkeldiefstal zelfs uitermate hot. In Leuven, bijvoorbeeld, maakten studenten met karige budgetten er destijds een sport van om hun kot te stofferen met allerlei gadgets en snufjes die ze buit maakten tijdens een rondje proletarisch winkelen. Je hield het niet voor mogelijk wat ze allemaal in de wacht wisten te slepen tijdens zon snaaitochtje: stereoinstallaties, koffiemachines, kleren, boeken, platen, Alles wat niet te heet of te zwaar was verdween in hun binnenzak of tussen de plooien van hun veel te ruime wintermantel. Achteraf werd de buit vergeleken met die van hun brothers in crime. En wie met het meest trendy hebbeding kon uitpakken was verzekerd van het statuut van meest getapte jongen (of meisje). Het moet gezegd dat de beveiliging van grootwarenhuizen toen nog veel te wensen overliet. De meeste hadden zelfs niet eens een alarmsysteem, en James Bond technieken om het stelen te bemoeilijken waren schaars gezaaid. De situatie liep op een gegeven ogenblik zo uit de hand, dat een hele niche van het bedrijfsleven zich begon toe te leggen op het ontwikkelen van beveiligingssystemen. En met succes. Het shopliften is een stuk moeilijker geworden. En blijkbaar zijn er toch nog mensen die erin slagen alle voorzorgsmaatregelen van winkels te omzeilen. Ik vraag mij altijd af: hoe doen ze het in godsnaam? Recentelijke presenteerde de website Spunk.nl een jatgids voor de winkelketen H&M. Deze werd samengesteld door ervaren H&M jatters. Op verzoek van H&M is het artikel van de website gehaald. Te laat echter om aan onze grijpgrage weerhaken te ontsnappen. Welaan: zo doen ze het dus!
1. De Barcode We beginnen met wat basiskennis: let altijd op of de barcode die zich bevindt op het desbetreffende voorwerp dik is, dan zal deze namelijk jouw snode plannen verraden bij het verlaten van de winkel. Is de barcode gewoon plat, een sticker, dan kun je met een gerust hart en fluitende lippen de winkel uit tippelen. Want, aldus de 18-jarige Nicole die al vijf jaar een succesvolle steelcarriere heeft: die barcode is echt een basisding, je moet het altijd even voelen want als je dat niet weet ben je zeker een keer de lul.
2. De Plastic Tas Als beginner kun je het best starten op de accessoiresafdeling, niets is namelijk makkelijker dan een blinkend paar oorbellen soepel in je tas te laten verdwijnen. Een tas is echt een goede standaardtip, het valt namelijk niet op, vooral als je ook gewoon iets kleins wel hebt gekocht spreekt Lisa, een andere 18-jaarige uit Amsterdam die minstens voor 800 euro gratis spullen in haar bezit heeft gekregen. Zorg er daarom voor dat je altijd een plastic tasje bij je hebt, met voorkeur dus eentje van de winkel in hoogst eigen persoon, waar je in duistere hoekjes glinsterende kettingen en schattige sleutelhangers zonder pieper in kunt proppen.
3. De Tang Je belangrijkste wapen tijdens je leegroofoperatie is de tang. Ga nooit, maar dan ook nooit op pad zonder je grote vriend de tang. Een tangetje is ideaal, je kunt er makkelijk mee die piepers loswrikken, in de lift ofzo, vertelt Nicole ons vrolijk. De tang is handig in zo goed als alle gevallen. Onmisbaar voor het loswrikken van die hatelijke piepdingen, en ook zeer bruikbaar voor het geval dat de bewaker je in de smiezen heeft; een intimiderend wapen zorgt immers voor macht. Kortom; met een tang op zak ben je altijd voorbereid.
4. De Afleidingsmanoeuvre Het kan natuurlijk gebeuren dat je je tang een keer vergeten bent, in dat geval hanteer je de volgende tactiek: ga met twee andere vriendinnen uit shoppen en doe alsof je elkaar niet kent. Wanneer jij, met je nieuwe lievelingsjurk de winkel wil verlaten, lopen je andere twee kameraden met je mee. De pieper gaat af, jij loopt door, en je kornuiten blijven met gefronste wenkbrauwen staan en kijken vragend naar de winkelbediende terwijl deze hun tasjes doorzoekt. Als je gewoon snel doorloopt hebben ze niets door en staan ze je twee vrienden fouilleren, moet je gewoon op de straathoek verderop afspreken om samen verder te shoppen, aldus Chi-Lan, een minstens even ervaren dief als Lisa en Nicole.
5. De Dikzak Doe alsof je dik bent, en trek de grootste oma-onderbroek en hang-bh aan die je bij de Zeeman kunt vinden. Hierin kan je dan vervolgens alle accessoires, make-up, en kleine shirtjes in proppen. Ik doe dat altijd, werkt vet goed, als je je gestolen shit op je lijf draagt valt het veel minder op, en bovendien gaan ze toch niet in je onderbroek of bh kijken, hehe, zegt Chi-Lan. Ook in de winkel moet je je dikke alter-ego staande houden, want hier pak je de grootste jassen met zakken en capuchons. In de mouwen kan je dan shirtjes in stoppen, in de zakken oorbellen, en in de capuchon andere accessoires. Deze jas neem je mee naar het pashokje, waar je de toezichthouder in de maling kan nemen door te zeggen dat je maar één kledingstuk hebt, en een mooi rood kaartje met een één erop krijgt. Zij merkt dan niks van je verborgen schatten, zodat je in het pashokje gerust je tang zijn werk kan laten doen en alles in je tas kan stoppen.
6. Gewoon aantrekken Alle goederen waar je niks voor wilt betalen, maar toch wilt hebben, neem je mee naar een pashokje. Daar trek je de shirtjes, strings, bodywarmers, parkas etc over elkaar aan. De finishing touch is natuurlijk de oversized jas (zelf meenemen), die je aan doet over je ingepakte lijf om alles te verbergen. Accessoires doe je om. Je propt tonnen speldjes in je haar, diadeems doe je allemaal op en zo mogelijk hang je ook nog eens honderden elastiekjes in je paardenstaart. Hierop zet je vervolgens een muts (zelf meenemen, of zo mogelijk van de winkel zelf) om je haar-kunstwerkje te bedekken. Kettingen doe je gewoon om en oorbellen in. Je moet er dan wel voor zorgen dat je er niet al te zwerverachtig uitziet, aldus Jennifer die nu een jaar bij de bekende kledingwinkel werkt. Opvallende types houden we namelijk extra goed in de gaten en zwervers al helemaal. Maar we vragen eigenlijk nooit of we even onder iemands muts of jas mogen kijken, dus als je het subtiel aanpakt is jatten op deze manier een eitje.
7. De Lift Ben je toch te schijterig om de ontmoeting met de prangende ogen van het paskamermeisje aan te gaan? Kies dan voor de lift om je aanwinsten weg te moffelen in alle hoeken en gaten van je vadsige lichaam. In de lift word je namelijk zelden tot nooit bespied door geheime cameras die jouw stiekeme praktijken trachten te ontraadselen. In de lift hangen nooit cameras, ik weet ook niet waarom, eigenlijk heel dom, ja maar wel chill voor mij, spreekt Lisa.
8. De Lefgozer Als je echt lef hebt, trek dan nonchalant voor de spiegel een kledingstuk naar keuze aan (zonder pieper), doe vervolgens je jas eroverheen en verdwijn in de winkelende menigte. Zolang je maar doet alsof al deze handelingen bij je dagelijkse routine behoren, zal er bij niemand argwaan opborrelen. Dat is echt zo, als je heel gewoon doet, iedereen past voor de spiegel, als je gewoon doet alsof het heel normaal is, zullen ze ook niet op je gaan letten. Je maakt nog een paar rondjes door de winkel en gaat naar buiten, niemand die het door heeft. Aldus Nicole, die deze handelingen wekelijks uitvoert.
9. De Gouwe Ouwe Het kan ook heel anders: nadat je voor de verandering eens daadwerkelijk iets gekocht hebt bij de winkel, bewaar je dat bonnetje goed. De volgende keer neem je het bonnetje mee naar de winkel, en zoek je precies hetzelfde artikel uit als wat er op je bonnetje staat. Dat ruil je dan bij de kassa in voor geld. Dat kunnen we inderdaad niet controleren, aldus winkel-medewerker Jennifer. Ik heb dan ook geen idee of het vaak gebeurt. Wanneer iemand iets komt terugbrengen, geven mijn collegas en ik áltijd gewoon het geld terug, zonder iets te vragen. Deze truc is tot zover alleen nog bekend in de undergroundkringen, dus word je er niet makkelijk op betrapt.
10. Het Zelfvertrouwen Het is altijd belangrijk om zelfvertrouwen te hebben, en hier is dat niet anders. Tijdens het winkelen kijk je zo min mogelijk om je heen, en laat je niet merken dat de zenuwen naar je hoofd stijgen. Ik denk dat dit de beste tip is, zegt Jennifer. Zenuwachtige en overdreven aandachtig shoppende types houden we het meest in de gaten. Aan iemand die rustig rondloopt zullen we nooit vragen om even zijn of haar tas open te doen. Dus doe alsof dit je dagelijkse kost is (wat na een tijdje waarschijnlijk ook zo is), en geloof in jezelf! Succes!
Wat muzikale smaak betreft laat ik me niet graag de wet voorschrijven. Zelfs niet door Humo dat door de band genomen toch mijn lijfblad is. Zo kon het eentonig geneuzel en katzenjammergekreun van Cocorosie - volgens Humo de revelatie van vorig jaar - mij maar matig bekoren. Een riedeltje of twee voorbij de intro waande ik mij op een Wicca-festival ergens te velde en kreeg ik aanvechtingen om met erlenmeyers te gaan stoeien, dollekervel te planten in mijn tuin, of digitalis te gaan plukken in het Harzgebergte. Met andere woorden: die haring wilde bij mij niet braden. Not my cup of tea.
Een zangeres die dan wel weer scoorde op mijn muzikale schaal van Richter, was de Nederlandse Renée Van Dongen, alias Charlie Dée. Volgens mij maakte zij in 2006 met Where do girls come from de mooiste CD van de Lage Landen en misschien zelfs van ver daarbuiten. Het schijfje bevat een verzameling songs die afwijkt van de modale rotzooi waarmee singer songwriters met weltschmerz zo graag de markt overspoelen. Dée maakt typische 70s easygoing muziek. Absoluut geen klassiekers die potten breken in de wereld van groovy melomanen, maar goed in het oor liggende, lekkerbekkende en subtiel gearrangeerde deuntjes, gebracht met een dijk van een stem. Spek naar mijn bek dus, en vitamientjes voor de ziel.
Wat meer is, zelfs een jaar na de release verveelt het eerste muzikale secreet van Dée me nauwelijks en gebruik ik het als behangpapier om huiselijke karweitjes te omlijsten. En kijk, onlangs leverde Dée album nummer 2 af: Love your life. Het hoeft geen betoog dat schrijfster dezes meteen naar de platenboer stormde om het hebbeding in haar bezit te krijgen. Maar met de baseline van de vorige CD nog in mijn hoofd verliep de eerste kennismaking eerder stroef. Na een tweede auditieve sessie hechtten de melodieën zich evenwel met weerhaakjes in mijn sedes sapientiae. De linker hersenhelft liet zich inpalmen door ritme en toonhoogte, de rechterhelft bood gastvrijheid aan melodie en klankkleur.
Ten thousand times is het kippevelnummer bij uitstek. Deze ballad begint rustig kabbelend, maar als na het tweede couplet Charlie al haar registers opentrekt, breekt de melodie van het refrein open in klankpareltjes van pure schoonheid. Run for love en Love your life, de twee tracks waarmee de plaat begint, zijn beide mooi georchestreerde odes aan het leven in het algemeen en de liefde in het bijzonder. I know is dan weer een lekker uptempo liedje over het wel of niet opgewassen zijn tegen de wereld. Luisterbeurt na luisterbeurt vallen er songs als puzzelstukken op hun plaats. Pikant detail: aan de drie opeenvolgende snelle tracks I need a hand, This Parade en Wrecking ball is goed te horen dat Dée al enkele jaren op toer is met een band. De songs hebben meer punch dan de songs op haar debuut. Wrecking ball kent ook nog een aantal in bitter galzuur gedrenkte regels:
Time is passing by Cracks are tumbling in my smile I have a roadmap round my eyes But I still dont know which way to drive
Charlie Dée maakte een zeer waardige opvolger voor haar beklijvende debuutalbum. Love your life heeft wat meer spierballen, maar verschilt qua sound verder weinig. De kwaliteit van de songs en vooral van de melodieën is minstens van hetzelfde niveau. Goed voor tal van snoepreisjes in het muzikale landschap.
Donderdag Verjaardagscadeautje gaan halen bij bomma en bompa, Alleen knikkers gekregen. Stom speelgoed. Heb knikkers op de keldertrap gelegd. Bompa naar beneden getuimeld, geen belang, bompa toch al oud en versleten, er waren geen knikkers kapot. Klop gekregen, met knikkers spelen mag niet.
Dinsdag Hele toffe dag, heb nichtje Suzy gezien op begrafenis bompa. Hele dag doktertje gespeeld, heel plezant. Mama kwaad, papa kwaad, tante Angel kwaad, Suzy niet. Doktertje spelen mag niet. Stiel leren is verboden.
Woensdag Hier en daar in huis chocoladekorrels gelegd, papa is muizenvallen gaan kopen, heb korrels opgegeten, mama viel flauw, heb klop gekregen, Lekkere chocoladekorrels eten is verboden.
Donderdag Heb voor 20 knikkers hele mooie witte muis gekregen van kameraad, In doosje gedaan en schoon verpakt, Cadeau voor mama. Mama eerst blij, daarna kres gegeven, flauw gevallen, papa weer heel kwaad. Heb klop gekregen, cadeautjes geven is verboden.
Vrijdag Papa sloot mij op in de kelder, is plezant. Heb van patattenvoorraad frietjes gesneden om mama te helpen. Zwaar werk. Wel 100 kg patatten gesneden. Toch klop gekregen. Mama helpen is verboden.
Zaterdag Pap sloot me op op zolder, ook heel plezant. Heb papa geholpen en dakgoot proper gemaakt. Stond veel volk op straat. Pompiers zijn me komen van dak halen. Papa kwaad, heb klop gekregen. Papa helpen is verboden.
Zondag Papa sloot me op in tuinhuisje. Had kou en heb vuurtje gestookt. Pompiers zijn weer gekomen. Toffe mensen, spuiten alles nat. Heb klop gekregen. Kou hebben is verboden.
Maandag Wou pompiers nog eens terugzien. Heb gebeld en ze zijn gekomen. Mama kwaad en pompiers ook. Heb klop gekregen. Pompiers graag zien is verboden.
Dinsdag Stille dag vandaag. Heb niets gedaan. Mama heel ongerust en ambetant. Niks doen is niet plezant en eigenlijk verboden.
Woensdag Op bezoek gegaan bij bomma, toen ze me zag staan kreeg bomma schuim op haar mond. Mama sloot me op in de keuken. Stoelen van bomma veel te hoog, heb ze wat korter gemaakt met zaag van bompa, nu zijn ze juist goed. Mama kreeg ook schuim op haar mond. Heb klop gekregen.
Donderdag Met papa naar kliniek gegaan, bomma en mama gaan bezoeken. Iets kapot aan de zenuwen. Waarschijnlijk familieziekte. Dokter stak met naald in mama haar arm. Heb met andere naald die daar lag in de stouterik zijn achterwerk gestoken. Dokter kreeg ook schuim. Van papa klop gekregen. Mama helpen is verboden.
In een actieve welvaartsstaat is luiheid het oorkussen des duivels. Niet alleen het politieke en economische landschap wordt vanuit die optiek in een travaillistisch kleedje gestoken, ook de cultuur moet er aan geloven. Interactief is het nieuwe ordewoord. Gewoon een tentoonstelling bezoeken om passief en ontspannen langs standjes en vitrinekasten te slenteren is er niet meer bij. Voortaan sprokkel je je noodrantsoen cultuur bij elkaar in het zweet des aanschijns. Hier een hefboompje overhalen, daar een knopje indrukken, ginds een vragenlijstje invullen. Hercule Poirot zou er van ellende zijn knevel bij verliezen. En dat brengt mij meteen to the point. Want in het Brusselse Museum voor Natuurwetenschappen loopt nog tot 2 september de tentoonstelling moord in het museum. Een echte eyeopener voor groupies van seriemoordenaars. Wie bijvoorbeeld dacht dat het een makkie was om schoonmoeders te vermoorden en er ongestraft mee weg te komen kan maar beter de kettingzaag over de haag gooien. Sporen wissen is een verdraaid lastige karwei. Dat is ook zowat de teneur van dit kijk- en doe-spektakel omtrent de wereld van Sherlock Holmes. Al van bij het betreden van het museum krijg je te horen dat de directeur dood werd aangetroffen. Maar het is aan jou om 'les cellules grises' aan het werk te zetten en uit te maken wie de moord heeft gepleegd. Je maakt kennis met diverse forensische labos waar verschillende sporen worden onderzocht. Zo stel je in het labo van de gerechtelijke geneeskunde de juiste doodsoorzaak en het tijdstip van overlijden vast. In het volgende lab krijg je dan weer de kans om vingerafdrukken te vergelijken, in het derde lab kom je meer te weten over forensische tandheelkunde. Verder worden er ook DNA-analyses gemaakt, en krijg je een spoedcursus ballistische vingerafdrukken en forensische entomologie. Kortom al die truken van de foor die door Ellery Queen, Patricia Highsmith, of Agatha Christie uit de doeken worden gedaan, kan je hier op hun waarde toetsen. Op het einde van de rit heb je een mastership in de criminologie en mag je een robotfoto samenstellen om zo uiteindelijke de moordenaar ontmaskeren. Elementary, my dear Watson. Een must voor ouders met leergierige kinderen, op straffe van gerechtelijke vervolging wegens verregaande verwaarlozing. Noteer trouwens dat ook de permanente tentoonstelling in dit museum de moeite waard is.
Op 16 mei zet Amnesty International met hun inmiddels wereldberoemde concert 'Recht tegen Onrecht' vanaf 14 uur de Antwerpse Grote Markt weer in vuur en vlam. Het brandweerkorps ligt op vinkenslag en brengt ongetwijfel een tribute. Booswichten fluisteren in de wandelgangen dat zij 'I like the smell of napalm in the morning', thé tag van Marlon Brando in Apocalyps Now, op muziek hebben gezet. Andere stoorzenders van dienst zijn: Milow, Lalalover, Eva De Roovere, Jenne Decleir, Billie King, Udo, Kommil Foo. 10-uur non-stop ambiance en muziek zitten in de pipeline, en dat allemaal gratis. De opbrengst van stickerverkoop en drank gaat naar Amnesty. Niet te missen!
Op woensdag 23 mei nodigt de boeddhistische gemeenschap van Antwerpen iedereen uit om samen de verjaardag van Boeddha te vieren. Het De Coninckplein wordt dan omgetoverd tot een Zonder Haat Plein. Eetstandjes, workshops, optocht met leeuwen en licht, muziek en dans maken het mooie weer. Het feest begint om 11 uur. Vergeet uw klankschalen en uw mantra niet mee te brengen.
Vanaf volgende week zijn er ook allerlei activiteiten rond de 125ste geboortedag van Willem Elsschot, zoals literaire wandelingen, voordrachten, concerten, tentoonstellingen, Stand Up Comedy, enz. zie www.destadvanelsschot.be. Neen Lijmen, jij bent niet uitgenodigd. En je been al evenmin.
En dan kan u zich natuurlijk ook nog altijd gaan vergapen aan de haperende mechaniek van de Sinksenfoor van 26 mei tot 8 juli op de Gedempte Zuiderdokken. De enige kermis waar u waar krijgt voor uw geld.
Cityhoppen, woninghoppen, partnerhoppen, hoppen is in! Wie niet hopt is een woessie! De aanzet tot dit kangoeroeëske gedrag werd gegeven door de Hop-actie van februari 2006, aangevoerd door de swingende Antwerpse bisschop Paul Van Den Berghe en het hete hangijzer humane amnestie voor mensen zonder papieren die gegronde redenen hebben om hun land te ontvluchten. En omdat stilstand doet afsterven en de kogel wat te dik is om door de kerk te kunnen is er nu binnenkort een heus HOP-festival. Voor mensen zonder papieren. Door mensen zonder papieren. Hop-mannen en -vrouwen zijn van harte welkom. http://www.actie-hop.be
Zondag, 20 mei 2007, van 11u toto 17u
Harmoniepark, Antwerpen (tram 2, 7, 15)
Mogelijkheid tot picknicken. Eten en drank ook ter plaatse verkrijgbaar
Vanaf 11u - Doorlopend animatie voor kinderen en jongeren:
- werelddorp
- volksspelen
- springkasteel
- wedstrijden
13u - Free-podium met dans en muziek
met oa. Kalinoeschka, Rodnichok, Dimitrasco Nina, Associacion gruppo socio-cultural Ecuador ,Alexander Kundozerov, Svetlana Oudovichenko, John Samkhvalov, Souaf Mourad, Muzant 12 pers, LO-Squad, Young Gs, Aziatic Entertainment, Paly, ...
15u30 - Slotact,
met onder meer zanger Pieter Embrechts, de HOP-band en The Rainbow Presentatie Britt van Marsenille (Ketnet) en Pieter Wieërs (HOP)
Het was een gesprek om in te wonen Zo'n doorzononderonsje Met ampele lichtinval En kamerbreed tapijt
Het lag aan onze voeten Als een koninkrijk Ternauwernood veroverd Op vijandelijke troepen Een wingewest van woorden
Want woorden kunnen soms zo Dakloos zijn Zo uitgewoond Dat ze onder bruggen slapen Ontheemd en van menselijkheid ontdaan Ze kunnen soms zo uitgeblust in zinnen praten Zo radeloos tussen haakjes staan
Maar onze woorden waren luxeloften In een groene gordel van tijdloosheid Ze boden ons beschutting Tegen regenvlagen En tegen het oprukkend onkruid dat vervreemding heet
Het was een gesprek dat ik had willen kraken Om het voor leegstand te behoeden Om het te bevolken met al die dingen Die een moeder-dochterrelatie zo bijzonder maken
Het ideale geschenk voor moederdag: een stuk of wat halters. Het verhoogt hun gevoel van eigenwaarde, en bespaart u ettelijke bezoeken aan de garage. En het is zo eens iets anders dan een staafmixer...
Deze mail kregen wij vandaag toegestuurd, op de verjaardag van de dood van Luna en Oulemata
Deze mail zal velen van jullie waarschijnlijk verstomming slaan. Maar ik moet jullie spijtig genoeg mededelen dat mijn Braziliaanse vriendin Gislene zaterdagnacht tijdens de Eagle fuif van de Arendsvrienden in Jeugdhuis Jonkhove in Aartrijke als een beest in elkaar werd getrapt en geslagen. Zij heeft over haar hele lichaam kneuzingen, een dichtgeklopt oog, een afgebroken tand en haar juwelen verloren. Ik heb er een dikke lip, kneuzingen, een gebarsten neus en een afgebroken tand aan over gehouden. Maar naast de fysische letsels, zijn zowel Gislene en ik geschokt over het blinde, brute racistische geweld. En dit in de plaats waar ik me altijd heb thuis gevoeld. Deze mail stuur ik naar jullie omdat Gislene en ik vinden dat dit moet openbaar worden gemaakt.
Tijdens de fuif zat ik te praten terwijl Gislene stond te dansen. Het was me al opgevallen dat ze omringt was door wat macho kikkers, die waarschijnlijk hun kans roken om een exotisch ding van dichtbij te zien. Na een tijd begon het lichamelijk opbod en namen verschillende gasten hun T-shirt af. Gislene negeerde die gasten en nam zelfs geen drankjes aan van hen. Plots gooide een vrouw een glas alcohol in haar gezicht en trok haar bij de haren op de grond. Waarschijnlijk een madamke die niet kon leven met het gedacht, dat niet zij het middelpunt van de belangstelling was op de dansvloer. Meteen sprong haar vriend. FVA (zijn naam is bekend) recht, maar in plaats van de twee vrouwen te scheiden begon hij op Gislene te schoppen. Bij een poging haar te redden kreeg ik een trap op mijn lip, terwijl hij duchtig racistische opmerkingen maakte. Toen iedereen uit elkaar was gehaald, kreeg Gi te horen dat zij moest vertrekken. Daarna rukte FVA zich los en stormde op ons af. In een poging hem af te stoppen kreeg ik een trek op mijn neus. Praten hielp ook niet met de gast en de feeks van een vriendin stond nog steeds Gislene uit te dagen. Toen bleek dat Gislene niet het gemakkelijk exotisch hebbedingetje bleek, begonnen sommige Arendsvrieden haar ook te verwijten als vuile negerin, die beter terug naar haar Oerwoud zou gaan. Uiteindelijk greep die vriendin Gislene opnieuw bij de haren en toen zag FVA voor de tweede keer zijn kans om op haar te schoppen. Bij een poging Gislene naar buiten te krijgen werd ze nog door FVA en twee companen geschopt en met bier overgoten. Gislene liep uiteindelijk geheel in schok weg roepend naar hulp en de politie. Een paar honderd meter verder vond ik haar terug en voerde ik haar naar Gent. Daarbij stelden wij ons de vraag: zou Gislene ook zo toegetakeld, vernederd geweest zijn en haar waardigheid als vrouw zijn afgenomen als zij een blondje was geweest?
Gislene en ik zou heel graag een signaal geven tegen racisme en xenofobie. Wij willen een raamaffiche laten aanmaken en verspreiden en vragen aan de mensen van Aartrijke om neen te zeggen aan dit soort zinloos geweld en met een positieve boodschap. Ik zou ook de pers willen inlichten over dit voorval. Want als wij niet opstaan en een signaal geven, dan wordt er misschien opnieuw een vrouw in elkaar geklopt, omdat ze goed kan dansen en een andere huidskleur heeft. Als er mensen ideeen hebben hoe we dit kunnen aanpakken en wat de beste manier is, neem dan gerust contact op met me. Ook als mensen tips hebben i.v.m. met de gerechtelijke procedures en die soort zaken, laat mij ook iets weten.
Dit soort mails krijgen wij vrij regelmatig toegestuurd...
Bent u voor of tegen de herinvoering van de prachtige woorden 'vierklauwens', 'redekavelen', 'verwatenheid'. Bij voldoende interesse lanceer ik een actie om deze terug op te waarderen!