Ik ben Stien
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is integratiewerkster.
Ik ben geboren op 24/10/1956 en ben nu dus 68 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: literatuur, film, politiek, kunst, reizen,.....
Ik hou er van om dingen scherp te stellen, uit te vergroten. Niet alles wat hier staat strookt dus met de werkelijkheid.
Stiens' Kitchen
dank zij mij staat hier geen andere onzin
20-09-2007
en nog eens paul potts
paul potts comes home, of hoe dat voelt, from 'rags to riches'
Er zijn zo van die films die zoveel adeldom uitstralen dat zij een leven lang onder je huid blijven zitten. Het zijn deze zeldzame parels die je vrede doen nemen met de tonnen trash die jaarlijks door Hollywood worden uitgespuwd. Uiteraard heeft iedereen zo zijn eigen voorkeur. Films die bij mij op het netvlies geschroeid staan zijn onder meer 'Nightporter', 'La notte di San Lorenzo', 'Under the Volcano', 'The Dresser', 'Tne naked civil servant';;;; films die allemaal op één of andere manier mijn visie op bepaalde dingen veranderden. Maar de prent die mij het meest aangegrepen heeft is ongetwijfeld 'Dood in Venetië' van Luchino Visconti. Alleen al de openingssequentie met de aanzwellende Vijfde Symfonie van Gustav Mahler, slaat met een roodgloeiend brandijzer een merkteken in je lillend lijf.
In deze adaptatie van de roman van Thomas Mann, reist Gustave Aschenbach, het alter ego van de componist Gustav Mahler, naar een Venetiaans resort om in het reine te komen met de dood van zijn dochter en de artistieke stress van zich af te schudden. Maar hij is er aan voor de moeite, want al snel vat hij een vreemde en verwarrende affectie op voor de Poolse adolescent Tadzio, die met zijn familie in hetzelfde hotel verblijft. De jongen belichaamt het schoonheidsideaal waarnaar Aschenbach als artiest al zo lang - tevergeefts - op zoek is en de oudere man wordt verliefd. Wat volgt is een innerlijke reflectie over schoonheid, want is dat in wezen geen spirituele schepping waarin God en de artiest aan elkaar gelijk zijn? Ook het Faust-thema wordt van stal gehaald. Immers, in ruil voor een hap uit de blinkende koek moet men zijn ziel aan de duivel verkopen. Aanvankelijk geniet Aschenbach enkel platonisch van de charmes van de knaap, maar geleidelijk aan voelt hij ook een gesublimeerde vorm van seksueel verlangen. Parallel daarmee, evolueert zijn gedrag van onschuldig voyeurisme op het strand tot iets wat lijkt op stalking. De koketterie van de jongen die 'weet'' en spelletjes speelt is daar niet vreemd aan.
De componist is niet bij machte een synthese te vinden tussen de tegenstrijdige gevoelens die hem bestormen:de dwingende kracht van de liefde versus de walging en schaamte voor het tegennatuurlijke van zijn passie. Uiteindelijk zet hij moraal en rationaliteit opzij en geeft toe aan zijn lagere impulsen? Dat keerpunt wordt in de verf gezet door de vierde beweging van Mahlers' Derde Symfonie, een muzikale bewerking van Nietzsche's Zarathustra (Oh Mensch! Gib acht)', en een oproep tot de mensen om optimaal van hun vitale krachten te genieten. Tegelijk met die omslag zet ook het verval in. De verzorgde, gedistingeerde heer van weleer verwordt tot een zielige paskwil. In een onhandige poging om Tadzio te behagen laat hij door een barbier een potsierlijk wit masker op zijn gezicht aanbrengen, dat zowel als een parodie op jeugdigheid als een omineus dodenmasker kan geïnterpreteerd worden. Eros en Thanatos zijn trouwens complementair in deze film, want tegen de achtergrond van het liefdesverhaal woedt een dodelijke cholera in de stad die de corruptie symboliseert die alle idealen aanvreet en compromitteert. Uiteindelijk zal Aschenbach bezwijken aan die ziekte. Zijn verlangen om een glimp van Tadzio op te vangen heeft hem onnodige risico's doen nemen en alle angst voor besmetting de mond gesnoerd. De slotsequentie is ronduit magistraal: Aschenbach die - stervende, en pathetisch opgedirkt met witte schmink - in een strandstoel op het Lido nog een laatste hunkerende blik werpt op Tadzio die in de verte als een Adonis met gestrekte arm oprijst uit de zee. Tja, Aschenbach is zeker de eerste niet die aan zijn ideaal ten onder gaat.
De rol van Aschenbach wordt subliem vertolkt door Dirk Bogarde, die als geen ander met weinig woorden, maar een fantastische mimiek uiting weet te geven aan het verlangen dat in het innerlijke van Aschenbach woedt. Marissa Berenson speelt op overtuigende wijze de rol van moeder van Tadzio, al is haar bijdrage eerder beperkt. De Zweedse Björn Andresen tekende op zijn beurt voor de rol van Tadzio. Hij speelt gewoon wat hij is; een mooie jongen.
Het mistige Venetië draagt bij aan de melancholische sfeer van de film en heeft ook een symbolische waarde, aangezien het een prachtige maar gedoemde stad is die wellicht ooit in het water zal verdwijnen. Het is een film die het sowieso moet hebben van het visuele en audititieve aspect en van de sterk suggestieve acteerstijl van de hoofdrolspelers. Woorden komen er amper aan te pas.
Visconti weet ook de tijdsgeest overtuigend te schetsen met Bilitis-achtige poses van de aristocratie. Wat meer is, hij blijft boeien door schoonheid als iets gevaarlijks voor te stellen en de complexiteit van de menselijke psyche te exploreren. De kleurenfotografie van Pasqualino De Santis, alsook de kostumering van Piero Tosi zijn ronduit schitterend.
Wat mij in die film zo aansprak? Het universele thema, denk ik. Iedereen is al wel eens in de ban geweest van schoonheid, in die mate zelfs dat elke rationaliteit in het niet verzinkt. Die hunkering naar perfectie is ingebakken in de mens. Als hij ze in zichzelf niet vindt, zoekt hij ze elders...Mensen, als je de kans hebt, ga dat zien! ga dat zien! Pure schoonheid. Alleen die muziek. Ik zelf heb hem al acht keer gezien.
Af en toe krijg ik aandrang om te mopperen, vooral als alles meezit en het geluk mij stralend toelacht. De christelijke moraal gebiedt nu eenmaal dat aardse voorspoed moet afgedwongen worden, met lijden en gekners van tanden, met rampspoed en met hellepijn. Dus vindt u mij met regelmatige tussenpozen aan de klaagmuur des levens, waar ik mijn lot beween.
Mijn zoon kiest vierklauwens het hazenpad als hij de bui ziet hangen, maar dat belet mij niet om mij voluit te laten gaan. Ach en wee, roep ik uit de diepten van de kelder, want dat is de plaats waar ik bij voorkeur mijn geweeklaag laat weergalmen. De akoestiek leent er zich namelijk uitstekend voor een potje luidkeels gehassebras.
Aanleidingen voor het dreinfestijn zoek ik zelf wel. Ik laat quasi toevallig de melk overkoken, maar per ongeluk een kras op mijn favoriete CD, of kom schielijk tot de constatatie dat ik nog altijd single ben. Of net niet. En dan begint de pret. Zeuren, jammeren, jengelen, darren, urmen, kieskauwen, emmeren, zemelknopen... Het heeft geen naam. Ik sta soms zelf versteld van de bittere gal die zich onvermoed in mijn binnenste heeft opgestapeld, met een laagje zuurstokroze patina eromheen.
Helemaal te gek vind ik het als ik kan mopperen in gezelschap, als mijn lament op bijval van anderen kan rekenen en op backing vocals die sidderen van chagrijn. Ik zet in met 'nobody knows the trouble I've seen' en mijn gesprekspartners vallen in met bandeloos gejeremieer: 'sometimes I am almost to the ground, oh my lord!'. Pure gospel is dat. En geloof maar niet dat men mij bij het sikkeneuren kan overtroeven. Oh neen, geen denken aan. Ik ben de vleesgeworden schicksalgodin, en dat zal geweten zijn!
Sinds kort geef ik ook lessen aan al wie stijlvol wil leren meieren. Waarom ook niet. Je kan toch ook cursussen 'chanten', 'rappen', 'mantra' volgen! Het is bovendien een onverhoopt succes. Antwerpen loopt storm voor de snelcursus 'eikelen in vier dagen'. De cursisten beweren dat zij door efficiënt te leren zaniken hun negatieve energie kwijtraken. Wij werken dan ook tijdens elke les naar een catharsis toe. Ik ben blijkbaar dermate overtuigend, dat een Ghanese vrouw mij vroeg om tijdens de begrafenis van overleden landgenoten de rol van pleurante op mij te nemen. Die taak is doorgaans alleen weggelegd voor rondborstige zwarte matrones met een stem als een megafoon, die niet te beroerd zijn om tijdens zo'n plechtigheid drie uur lang de ziel uit hun lijf te schreeuwen. Betaalde beroepsjammeraarster als het ware. Gisteren heb ik dus mijn eerste treurmars ten beste gegeven. Het was tijdens de begrafenis van een Ghanese voetballer die overleed na een ongeval. Gelooft u mij als ik zeg, dat die man na twee maten van mijn elegie uit de dood is opgestaan en als de weerga naar de uitgang rende? Ja? Dan is het hoog tijd om uw arts te raadplegen. Moest het snel bergafwaarts gaan met je gezondheid, de prijslijst voor een jeremiade mijnentwege tijdens je uitvaartplechtigheid kan je aanvragen via de email-faciliteit op mijn blog.
Aha, u denkt dat u de enige bent die met de mond en 'en plein public' het geloof in gezonde voeding belijdt, maar met diezelfde mond koolhydraten en vetten verslindt, als de kust veilig is, wel dan hebt u het verkeerd voor. België's nationale trots - de friet - is een succesnummer in alle uithoeken van de wereld. Ooit zag ik een frituur die zich als een soortement buitenaards curiosum had neergepoot in Riobamba, een schilderachtig dorpje in Ecuador. Ze stond in de schaduw van een reusachtige Yucca en zowel de indigeno's als de nakomelingen van de conquistadores waren er kind aan huis. Frieten en gebakken platano's waren de smaakmakers in hun armoedig bestaan. Ze schransten dan ook gebakken patat alsof het een godenspijs in de aanbieding was.
De Belgische frituuruitbater deed gouden zaken en voelde zich als een vis in het water in dat godvergeten gat aan de voet van het Andesgebergte. Hij had het gat in de markt gezien en het met typische Belgische ondernemerszin dichtgeplamuurd. Hij noemde zichzelf een fritoloog. Hij wist alles over frieten: wie dit culinaire mirakel bedacht had, dat bintjes aardappelen niet per sé garant staan voor kwaliteit, dat ook de vorm van de friet een verschil kan maken. Hij vertelde me dat frieten oorspronkelijk een goedkope variant waren van visjes die door de bewoners van de Belgische Maaskant in heet vet werden gefrituurd. In zijn vrije tijd maakte deze patatslijter trouwens kunstwerken met frieten. De gebronsde stokjes bewerkte hij met een speciaal conserveringsmiddel, om ze daarna opeen te stapelen tot geometrische figuren. Ook zijn poëtische ontboezemingen over 'de pommes duchesse van het volk' waren tot ver buiten de dorpsgrenzen bekend. Men beweerde zelfs dat hij aan de hand van frieten de toekomst kon voorspellen. Hij gooide een stuk of wat frieten in de lucht en las dan uit de manier waarop ze zich op de grond schikten welke grillen het fatum voor je in petto had.
Als ambassadeur van Belgische streekproducten in het buitenland was hij evenwel geenszins een unicum. Ook in Afrika vind je Belgische frietkoten, in Zuid-West Patagonië, of in Anchorage. Iedereen is dol op de frieten van bij ons. Frieten zijn een universeel bindmiddel. Nergens kan je zo goed en zo intercultureel netwerken als aan de toog van Moeder Mora. Senegalezen, Belgen, Chinezen, Kosovaren staan er broederlijk naast elkaar en beslechten hun politieke geschillen met of zonder mayonaise.
Ik zelf vind het af en toe heerlijk om in zo'n baanfrituur lekker plebejisch een puntzak met goudgele boerenvingers te eten. Het eerste wat ik doe als ik thuiskom van een buitenlandse reis is trouwens zo'n patatkraam binnenduiken. De onthouding laat altijd weer diepe sporen na. Want, zeg nu zelf, frieten in Spanje smaken toch enigszins anders dan frieten van eigen bodem. En dan had ik het nog niet over de papillenschennende 'patat uit de muur' die in Nederland' het mooie weer maakt. Potverdriedubbeltjesnogaantoezeg! Maar wist u dat ook politici, professoren en al dat ander schoon volk bijwijlen de regels van de etiquette aan de laars lapt om incognito uit de bol te gaan in een fritotheek? Ik heb ze al vaak op heterdaad betrapt. Flip Dewinter kan het uiteraard niet nalaten om een speech af te steken over dat vreemd gespuis dat onze contreien teistert. De aardappel is nu eenmaal afkomstig van Latijns-Amerika. Maar al die andere grootheden! Ze smekken, likken duimen en vingers af, maken knorrende geluiden, kortom, zo kende u ze nog niet. Hoe kitscheriger het interieur, hoe zoeter de zonde overigens. Oranje plastic kuipzeteltjes, tafeltjes met een formica blad, het hoort bij een frituur als een kip bij een ei. Zo ook de vettige walm die bezoeker en uitbater omgeeft. In het ideale geval wordt de schranspartij muzikaal omlijst met een zeemzoete schlager die uit een klein transistorradiootje schalt. Als de frituuruitbater dan ook nog een praatvaar is die kan ouwehoeren als de beste, is het plaatje compleet. In de frietcultuur moet je nu eenmaal geen literaire of communicatieve hoogstandjes verwachten. En beste friturist, knoop dat nu eens goed in de oren, frieten komen niet uit de diepvries, maar worden onder het toeziend oog van de klant uit dikke verse aardappelen gesneden. En een echte fritofiel eet frieten met de vingers en niet met een vork.
Fier ben ik, op onze nationale trots. Wee de Engelsman of Amerikaan die in mijn bijzijn de woorden 'French fries' durft te bezigen. Ik vaardig niet minder dan 'een fatwa' tegen hem uit. Ik zal overigens in het buitenland nooit nalaten onze reputatie terzake hoog te houden. Wedden dat u bij vlagen ook een fritomaan bent, die alle schone schijn, alsmede het dunne laagje beschaving laat varen om proletarisch, met gretige en vettige vingers naar het culinaire goud te grijpen! Liefst in een frituur die oogt als een Zwitserse alpenhut. Eén ding is zeker: koning, keizer, admiraal... frieten eten we allemaal
Sinds kort is Antwerpen in de ban van de Murga, een van oorsprong latijns amerikaanse traditie. De Murga werd uitgevonden door de Afrikaanse slaven in de regio tussen Buenos Aires en de Uruguyaanse hoofdstad Montevideo. De slaven vermengden hun eigen muziek en cultuur met die van de indianen en de Europese migranten. Zo ontstond een bonte mix van ritmes, dansen, kostuums en verhalen. In Argentinië is deze traditie razend populair.Groepen muzikanten, dansers en circusartiesten bezetten voor één dag de straten van hun stad. In bonte kostuums, met originele teksten, brass en percussie, jonglerende en goochelende, wordt een uniek straatspektakel gecreëerd. Elke aanleiding is goed om een MURGA te laten optreden: buurtfeesten, culturele manifestaties of zelfs carnavals. MURGA is het middel bij uitstek om te tonen wat er leeft onder de mensen. Bij murga is iedereen gelijk: alles draait rond passie en kleuren! De Argentijnse Antwerpenaar Salinas vond het een goed idee om de Murga ook in Antwerpen te introduceren. Hij dacht dat het uitstekend middel was om de verzuring tegen te gaan en aan culturele kruisbestuiving te doen. De Antwerpen reageerden enthousiast, en in de loop van juni trok er dan ook een vrolijke parade door de stad.
Ik ben verslaafd aan de computer en ben daarin geenszins een einzelgänger. Ik kan zo voor de vuist weg vijf mensen opnoemen die met dezelfde kwaal behept zijn. Hun computer is hun god en dat kan je duidelijk afleiden uit volgende symptomen:
- als ze beginnen te lachen gillen ze LOL (laugh out loud)
- ze zullen eerder hun liefde verklaren aan de computer dan aan hun partner
- als hun huis vlam vat zullen ze eerst hun computer uit de brand slepen en pas daarna hun familie
- hun computer is hun enige vriend
- zij geloven dat cybersex beter is dan echte sex
- ze typen enkel in dat gekke chattaaltje
- ze typen 40 woorden per minuut met twee vingers
- hun kinderen heten bijvoorbeeld RAM en ROM
- als ze een pauze inlassen tijdens het compjoeteren, beseffen ze dat ze 20 kilo zijn bijgekomen, dat er haar is beginnen groeien op onwaarschijnlijke plaatsen op hun lichaam, dat hun partner er vandoor is met de kinderen en dat windows 5.0 gedateerd is
Toen ik vanmorgen mijn computer aanzette, begon hij te ronken als een krolse kater. Dat voorspelt meestal niet veel goeds. En dit keer was dat niet anders: Your mailbox is full schreeuwde de pop up die in het midden van het scherm verscheen, en dat was dan nog een eufemisme. Mijn digitale brievenbus was zonder meer hoogzwanger van in spirito bevruchte kattebelletjes die om ter luidst schreeuwden om aandacht. En tussen de borelingen zaten heel wat koekoeksjongen.
Er was de obligate Burundees die mij vroeg om tijdelijk zijn fortuin te beheren. Er was de gebruikelijke reclame voor allerlei sex-, schoonheids-, en gezondheidsaccessoires. Religieuze en politieke goeroes smeekten mij om mij tot de juiste kerk te bekeren, en een stuk of wat correspondenten verzocht mij om op één of ander terrein actie te ondernemen. Om deel te nemen aan een wedstrijd kleiduiven schieten, bijvoorbeeld, of aan de Miss Poupehan verkiezingen.
Timemanagement zei u? My ass! Daar ging mijn doorwrochten dagplanning. Uren besteedde ik aan het sorteren en doornemen van de ontboezemingen van mijn medemens. Het leek wel of heel weldenkend Vlaanderen mij iets te melden had. De delete knop presteerde overuren. Heeft de ontdekking van de zin hebban olla uogala nestas begunnan op een strookje perkament de analfabete kempense turfsteker van destijds omgeturnd tot een lettergeile veelschrijver?
Wat heb ik soms de smoor in dat Hendrik Conscience zijn volk leerde lezen. Kunnen we niet met zijn allen terug naar de tijd dat een dorp welgeteld één geletterde nestor telde, die dan ook officieel was aangesteld als brievenschrijver van de hele sibbe. Die zich met bevende handen en bij het licht van een druipkaars van zijn taak kweet en alle spam uit zijn correspondentie weerde? Die ambachtelijk tewerk ging en met een flinke dosis beroepstrots calligrafische kunstwerken boetseerde. Weet u nog? De loteling? De brief aan Jan?
Vandaag word je willens nillens een binge-eater. Je vreet letters zoals Michel Piccoli kippen in La Grande Bouffe; letterbrij die niet altijd met een Michelin-ster kan gehonoreerd worden, en vaak tot 'la nouvelle cuisine' van de literatuur moet gerekend worden. Doelmatig, minimalistisch en zonder franje.
Want een mail heeft heel wat weg van een brief met bloedarmoede, vind ik. Er komt geen wikken en wegen meer aan te pas. Geen zorgvuldig afmeten van taalgebruik en ritme. De boodschap wordt steriel verpakt en op het netvlies van de ontvanger gekwakt. Wat is er bijvoorbeeld fletser en onpersoonlijker dan een mail om je te feliciteren met de highlights in je leven?
Ik wil gelukgewensen op handgeschept papier waaraan nog een toefje lijfgeur van de afzender kleeft. Liefst geschreven met een vulpen uit een prijzige catalogus en samengevouwen in een fancy omslag met een milieubewuste postzegel in de rechterbovenhoek. Een souvenir dat je later nog eens kan bovenhalen om de emoties van dat ogenblik te herbeleven. Of dat je kan verfrommelen als het van de vijand komt.
En ja, ik heb ook heimwee naar het ritueel van de klassieke postbedeling, ook al belt de postbode altijd twee keer. Op de werkvloer sorteerde de postman alle brieven volgens orde van belangrijkheid, alvorens ze in een mooi stapeltje op je bureau te deponeren. Die lichte sensatie bij het lezen van de naam van de afzender, dat sensuele genot bij het opensnijden van de bovennaad met de ivoren brievenopener. Die suspense bij het openvouwen van de brief pure erotiek was dat.
Neen, geef mij dan maar de Regie Der Posterijen, met al haar gebreken. Het risico op anthraxvergiftiging neem ik er graag bij.
Bent u voor of tegen de herinvoering van de prachtige woorden 'vierklauwens', 'redekavelen', 'verwatenheid'. Bij voldoende interesse lanceer ik een actie om deze terug op te waarderen!