Ik ben Jaclien, °19 december 1955. Ik werkte lange tijd in de tuinbouwsector, volgde onlangs de opleiding Begeleider Animator voor Bejaarden en werk nu in een woon- en zorgcentrum met ouderen met dementie. Ik ben getrouwd met Echtgenoot en mama van vier kinderen: Dochter (°1988), Oudste Zoon (°1990), Middelste Zoon (°1992) en Jongste Zoon of kortweg Jongste (°1999). Ik schrijf graag. Heb jarenlang meegewerkt aan de Wist-je, het schoolkrantje van de plaatselijke basisschool. Ook voor allerlei gelegenheden brouw ik wel eens een tekstje. Op dit blog wil ik graag wat van mijn dagdagelijkse ervaringen, herinneringen en bedenkingen, afgewisseld met vroegere spinsels, meedelen.
Een ideetje van al bijna een jaar geleden: turnstokken maken van buizen en pompons. Al
lang geleden heeft Berre van onze leefgroep er de elektriciteitsbuizen
voor door helpen zagen. Maar pompons maken bleek voor onze mensen toch
te ingewikkeld. Ik deed mijn
"projectje" uit de doeken bij Jongste Zus. En ineens had zij een idee.
Jongste zus is onderwijzeres in het vijfde leerjaar. Zij zou elk van
haar kinderen een pompon laten maken in de les handvaardigheden. Zo gezegd, zo gedaan. Elke leerling van de vijfde klas van juf Marita maakte een pompon. Eind vorig schooljaar werden ze afgeleverd. In alle kleuren. In verschillende maten. En in verschillende vormen.
Lange
tijd bleven ze, in een plastiek zak, voor materiaaloverlast zorgen in
onze kamer. Maar nu is het er toch van gekomen. De turnstokken zijn
afgewerkt. In een knutselactiviteit voor mensen die zelf niet meer
kunnen knutselen. Niet dat dat een probleem moet zijn. Voor mensen met dementie draait het vaak om gezelligheid en samenzijn.
Zo zitten we die middag met z'n allen rond een grote tafel. Ik verbind twee pompons, met een elastiek doorheen het buisje, aan elkaar. Ondertussen dienen twee lieve vrijwilligers het versgeperste sinaasappelsap uit aan de bewoners. Met een stukje cake. Eén heeft een gitaar bij zich en we zingen honderduit. Als Aagje, die telkens een middagdutje doet, erbij komt begint die haar "lijfliedjes" te zingen. "Viva bomma, patatten met saucissen..." en "'k Heb een bloemeke geplukt al in de wei..." Ze zingt ze alsof het voor de allereerste keer is dat we die liedjes te horen krijgen en kijkt daarbij fier de groep rond. En we vallen haar met plezier bij. Een
andere bewoonster geeft een solootje weg. En weer zijn we er verbaasd over
hoe mensen, die zoveel taal hebben moeten inleveren, nog vaak hele
liedjesteksten van buiten kennen. Als er al een paar stokken af zijn, probeert één van de vrijwilligsters er enkele oefeningen mee: "Nu de stok naar boven, naar beneden, naar links, naar rechts..." En het lukt. De bewoners blijken de instructies te begrijpen en/of de bewegingen na te kunnen doen. Voilà meteen al uitgetest, en ze blijken werkbaar te zijn, onze "pompon-turnstokken".
En zo hebben we een gezellige namiddag. Hebben we bovendien leuke attributen voor een bewegingsactiviteit.
En
de, ondertussen al zesdeklassers van de school waar Jongste Zus les
geeft, kunnen nu eindelijk zien waartoe hun ijverige knutselen heeft
geleid.
Oudste Zoon heeft zijn allerlaatste examen van zijn opleiding: hij moet zijn eindwerk verdedigen. Een spannende dag dus. Als hij goed en wel weg is, vertrek ik met de fiets naar het appartement van Dochter en haar Lief, waar wij, de twee mama's, nog wat zullen schilderen. Tussen ons gekwebbel door moet ik er vaak aan denken, aan die voordracht van Zoon. Hij heeft zich goed voorbereid, een overzichtelijke PowerPoint gemaakt. Zijn tekst enkele malen geoefend, met de chronometer binnen handbereik. Anderzijds weet ik dat hij het moeilijk heeft om voor publiek te praten. Ik ben al zenuwachtig in zijn plaats. Om half twaalf zal hij aan de beurt zijn. "Hij is nu vast bezig!" deel ik de andere moeder mee, als ik zie dat het kwart voor twaalf is. En een half uur later: "Nu zal hij wel klaar zijn!" Een twintigtal minuten later hoor ik dat er een sms-je binnenkomt. "Van hem!" meen ik. In zeven haasten rep ik me naar mijn gsm, die op het tafeltje ligt. Duikel daarbij bijna van de ladder, dreig te struikelen over enkele lege verfblikken. Ik gris het mobieltje van de tafel. Ja, 't is Oudste Zoon, zie ik op het display. Met mijn met verf bekladde vingers ontgrendel ik gehaast het toestel, open de sms en begin te lezen. Ik kom echter niet te weten hoe het nu met de voorstelling is gegaan. Zijn bericht bevat slechts vier woorden, verpakt in de volgende vraag: "Wat eten wij vanavond?"
Vorige week is, uit de leefgroep op mijn werk, Maartje overleden. Niets wees op een naderend einde. Tot ze twee weken geleden plots viel, een heup brak en na de operatie in het ziekenhuis niet meer bijkwam uit de narcose.
Maartje, ons taterwatertje. Geen minuut kon ze haar mond houden. Niet onder het eten, niet als er een verhaal voorgelezen werd, niet als iedereen TV keek, niet als ze bij de kapper onder de droogkap zat. Iedere zorgverlener, en de andere bewoners ook, kregen weleens horens van dat eeuwige gekwebbel.
Vaak pikte ze in op de woorden die iemand anders uitsprak. Zonder de betekenis te doorgronden nam ze een aantal woorden over en reageerde erop op haar manier. Soms was ze daardoor een gesprekspartner voor iemand anders, vooral voor Treesje, die vaak haar nood wil klagen. En dan zaten die twee dames daar, de hoofden naar elkaar toegewend, zonder enige onderlinge wederkerigheid met elkaar te babbelen. En toch leek dat Treesje soms te troosten.
Wat mensen met dementie vertellen kan soms zowel schrijnend als grappig zijn. Zo ook die keer dat Maartje haar hoofd kwijt is:
Maartje stesselt met vlugge passen de woonkamer in en kijkt zoekend rond. "Maar allé," zegt ze "waar is mijnen kop toch gebleven?" Ze kijkt me vragend aan: "Hebde gij mijnen kop soms gezien?" Ik moet nogal schaapachtig gekeken hebben, want ze vervolgt: "Neen? Niet?" Dan loopt ze weer zoekend verder. "Maar allé, nu weet ik toch niet waar ik die gelegd heb! Waar zou mijnen kop nu toch zijn?"
Maartje die haar hoofd kwijt was. Een grond van waarheid zat er wel in. En nu is ze weg en heeft iedereen het over het gemis. Het ontbreken van het gebabbel van Maartje laat een leegte na.
Na mijn werk ga ik nog vlug even langs de supermarkt. Er is niet genoeg meer in huis om een maaltijd mee in elkaar te boksen. "Pff" denk ik een beetje moedeloos "Wat moeten we vandààg weer eten?" In koken heb ik echt geen zin. Ik heb trouwens nog niks gepland en kan ook niets bedenken.
Dan schiet me plotseling een idee te binnen. Eenmaal door de ingang van de supermarkt doe ik niet eerst de afdeling groenten en fruit aan, zoals anders. Neen, ik begeef me ogenblikkelijk naar de afdeling tijdschriften, dicht bij de uitgang. Daar kies ik een tijdschrift met recepten. Ik doorloop het rustig op zoek naar een goed en haalbaar recept. Eenmaal gevonden sla ik de bladzijde van het boekje naar buiten, en loop de gangen langs op zoek naar de ingrediënten. Voilà, alles bijeen gesprokkeld voor eens wat anders: rijst met curry en studentenhaver, een combinatie waar ik nooit zou opkomen. Verder kalkoen en komkommersla in vinaigrettesaus met witte wijnazijn. Thuis maak ik met plezier het nieuwe gerecht klaar. En het wordt door iedereen met smaak gegeten!
"En heb je dat boekje dan gewoon weer in het schap gezet?" wil dochter weten als ik het verhaal vertel. Neen, dat zou ik niet durven. Bovendien staan er nog wel interessante recepten in. Misschien maar uitknippen en meenemen in mijn handtas. Voor de volgende keer als de inspiratie voor het avondmaal me ontbreekt.
Bijna vier jaar geleden begon ik de opleiding voor animator. Een jaar geleden mocht ik het getuigschrift van Begeleider Animator voor Bejaarden in ontvangst nemen. In het kielzog van die opleiding volgde ik nog de opleiding Aanvullende Algemene Vorming. Een, zoals het woord het zegt, aanvullende opleiding, die samen met de beroepsopleiding leidt tot een middelbaar diploma.
En nu, vanaf heden, mag ik mij een gediplomeerde animator noemen.
Certificaat of diploma, voor mijn werk maakt dat natuurlijk niet zo veel uit. Hier draait het niet om een papier of een titel, maar om bepaalde vaardigheden en om de juiste visie en houding naar ouderen toe. En vooral om het héél graag zien van mensen.
Maar toch ben ik blij met dat diploma. Reuzeblij. Het voelt nu aan of het echt helemaal af is. Alsof ik iets heb recht gezet. Iets wat in mijn jeugdig verleden misgelopen was. En ik heb het met verve gedaan, dat mag ik toch wel zeggen. Schitterende cijfers en daar ben ik heel, héél fier op.
We werden dan ook onderwezen door een supergemotiveerd team van leerkrachten. Niets geeft mensen zozeer vleugels dan de drive en de positieve bekrachtiging van mensen die met "veel goesting" hun werk doen.
Voor de proclamatie werd per studierichting iemand gevraagd om in enkele zinnen te vertellen hoe hij of zij de betreffende opleiding ervaren heeft. En ik kreeg de eer om dat voor de AAV te doen. Hier wat ik te vertellen had:
"Het eerste semester van de AAV-opleiding overlapte net het laatste stukje van mijn drie jaar durende opleiding Begeleider Animator voor Bejaarden. En mijn net-afgestudeerde collega's hier van de BAB kunnen getuigen dat dit laatste stuk echt wel heftig is.
Het was combineren dus: eerst met de BAB-opleiding, daarna met een prille job en de hele tijd door met een nog druk gezin van zes personen.
Wat deze opleiding, naast het al zo lang gegeerde middelbare diploma, me allemaal geboden heeft? Eerst al een flinke boost voor mijn zelfvertrouwen. Verder het terug ophalen en uitbreiden van leerstof, die, in mijn geval, al onder een decennialang opgespaarde laag stof begraven lag.
Maar vooral het plezier in het leren. De ervaring dat studeren, je de leerstof eigen maken, gaan tot de grenzen van je kunnen, dat dit plezierig kan zijn. Mijn leerhonger is door de opleiding niet uitgeblust, maar net aangewakkerd. En al ga ik blij zijn dat ik mijn zondagmiddag voortaan niet meer hoef te besteden aan schoolse taken, ergens heb ik ook spijt dat dit nu ophoudt.
Rest me nog om het ongelooflijk gedreven docententeam, of liever gezegd "teampje", te vernoemen. Hun motivatie en enthousiasme werkte aanstekelijk. Geen punt voor hen om een extra tekst te verbeteren of om geduldig via mail uit te leggen waar ik, in dat eerst zo raadselachtige programma Excel, een histogram moest vinden.
Voorts waren er nog mijn medestudenten, waartussen ik, gezien mijn leeftijd toch een vreemde eend in de bijt, toch mijn plek vond. Stuk voor stuk hadden ze mijn zonen of dochters kunnen zijn. Vanuit die hoek bekeken is het mijn verdienste misschien, dat ik daadwerkelijk heb getoond dat men inderdaad nooit te oud is om te leren."
Weinig beweging op mijn blog, ik weet het. Vanavond kwam ik toch nog maar eens een kijkje nemen. Verwonderde me erover hoe, op de foto's bij het vorige berichtje, het donzige hondenbeestje daar in niets meer lijkt op de uit de kluiten gewassen puberhond die onze Nina ondertussen is. Zo lang geleden al...
En ineens schiet me te binnen dat het ongeveer vier jaar geleden is dat ik dit blog heb opgestart. Wat zeg ik, het is precies vier jaar geleden!
Mijn blog, ondanks alle voornemens, al lange tijd op een zijspoor geparkeerd. Wat ga ik ermee doen? Ik weet het nog niet.. Het kriebelt soms van goesting om het één en ander te komen vertellen. Ik wil ook enkele anekdootjes van op mijn werk niet kwijtraken. Anderzijds vraagt het veel, zo'n blog bijhouden...
Ik weet het dus nog niet. Nog maar even op dat zijspoor dus..
Ik wou opnieuw met mijn blog van start gaan om vooral vaak te vertellen over mijn job: het werken tussen mensen met dementie. En hoe deze mensen, ondanks de aftakeling, voor mij vooral waardige mensen blijven, ten volle mens. Dat ik dat gewoon zo voel en daarover niet speciaal hoef te filosoferen of zo. Ik hoop er nog dikwijls op terug te kunnen komen op deze stek.
Thuis is het het jonge hondje waar onze aandacht vooral op gericht is. Een mooie pup, al zeggen we het zelf! Tien dagen woont ze al bij ons.
Samen met haar nestgenootjes is ze geboren in Frankrijk, waar een jong en pas naar daar getrokken Belgisch gezin, zich ontfermt over hun moeder, die een vrije loop heeft in het dorp en daar bij een viertal gezinnen op hotelfaciliteiten mag rekenen. Toen ze kleintjes kreeg engageerde het gezin zich om baasjes voor de pups te vinden. Acht hondjes kwamen zo naar België, en werden op een afgesproken moment afgehaald op een afgesproken plek.
Die avond, toen we nog onderweg waren, discussieerden we nog over een naam voor het hondje. Dochter en ik pleitten ervoor om de hond "Noa" te noemen. Maar Oudste Zoon was niet overtuigd. Toen we aanbelden op het opgegeven adres las Dochter alle namen van de aldaar wonende gezinsleden op de deurbel. "Nina" zei ze, en toen naar haar broer toe: "Nina, vind je dat geen goede naam voor je hond?" En nog voor Zoon zijn pupje in handen kreeg bleek het beklonken te zijn: zijn hond zou Nina heten.
Al bij al is het een hele doening, zo'n pup in huis. Leren wennen aan de bench (ze slaapt liever in de mand met vuile was als ze mag kiezen), leren om niet in mensenhanden en -broeken te bijten, de zindelijkheidstraining, ... Er komt heel wat bij kijken. Dat wisten we op voorhand ook al, we waren er helemaal van doordrongen, maar dat is nog iets anders dan het ervaren natuurlijk. Gelukkig zijn we met velen en staan we Oudste Zoon bij in het vele werk dat zo'n beestje vraagt.
Een pup moet ook gesocialiseerd worden. Daar hebben we de laatste dagen hard aan gewerkt. Het hondje is zelfs mee geweest naar "mijn" leefgroep op het werk. Ik wou haar daar graag voorstellen, nu ze nog zo'n heerlijk zacht knuffelbeestje is. En we zijn al gaan kennis maken op de hondenschool. Want we willen vooral dat het goed gebeurt, de opvoeding van zo'n hond.
Wat Nina zelf betreft: al dat wennen, leren en ervaren houdt haar er niet vanaf om razendsnel te groeien. Ongelooflijk hoe ze op die tien dagen al veranderd is. "Zie ik dat nu goed?" merkte Dochter daarstraks nog op "Is ze nu alweer niet groter dan tien minuten geleden?"
Hier nog enkele kiekjes van Nina, de Pup van Zoon, nu acht weken oud:
Ik mag wel zeggen dat er vaart en variatie zit in mijn huidige leven. Ik verveel me niet. Of laat me zeggen, ik verveel me soms. Ik kan me vervelen terwijl ik sta te strijken bijvoorbeeld. Of tijdens het poetsen.
O ja, een mens kan zich waarlijk vervelen terwijl hij toch met iets bezig is. Jobs als opruimen, kuisen en strijken zijn nooit echt mijn favoriete bezigheden geweest. Hoewel het wat dat strijken betreft gewoonlijk nog meeviel.
Maar nu vind ik dit alles oersaai. Ik voel ik me aan handen en voeten gebonden door die huishoudelijke klussen. Dan wil ik zo graag met iets anders bezig zijn. Dat "anders" heeft dan meestal te maken met mijn nieuwe werk. Het borrelt van ideeën in mijn hoofd. Er zijn een heleboel dingen die ik wil uitproberen. Of waarover ik zaken wil opzoeken op internet. En er is altijd wel iets voor te bereiden of af te werken.
En stilaan, maar steeds dwingender, dringt zich een verlangen op. Het verlangen naar minder opruimen, naar een overzichtelijke wasmand, naar koken voor maar "enkele" mensen, naar gewoon een lichter huishouden. Naar de tijd dat de jonge vogels hun vleugels zullen uitslaan en ergens anders hun nestje zoeken. Maar wie weet hoezeer, tegen dat het zover is, de heimwee zal toeslaan naar de tijd dat iedereen nog gewoon thuis woonde.
Hoe dan ook, vandaag de dag is het zover nog niet. Integendeel, onze schare vergroot alleen nog maar. Enkele weken geleden met een stel goudvissen: Jongste kreeg voor zijn nieuwjaar een aquarium en vissen van zijn meter. Mijn opzoekingen op het internet betroffen toen vooral de aquariumsites, over hoe je zo'n aquarium moest beginnen, wat goudvissen nodig hebben, hoe je waterplanten moet verzorgen...
En morgen al komt de pup van Oudste Zoon. Een beestje dat, veel meer dan alle vissen tezamen in hun begrensde bak, zijn plaats zal moeten krijgen tussen onze drukke bende.
Ik hou er mijn hart voor vast. En kijk er tegelijkertijd mee naar uit, naar die nieuwe huisgenoot. Hier er alvast een foto van.
Op de valreep net geen vijf maanden geleden dat ik voor het laatst iets postte op mijn blog.
Voor onze opleiding zat ik al zo vaak achter de computer om ervaringen en verslagen uit te typen, dat ik er er een poos geen zin meer in had om hier te komen vertoeven. Maar ondertussen is mijn opleiding afgelopen en voel ik de zin weer opborrelen om hier zo nu en dan weer eens te komen vertellen.
De opleiding is dus afgelopen. En ik ben geslaagd. Met vlag en wimpel mag ik wel zeggen. Het is vandaag precies één maand geleden dat wij het gegeerde papiertje in ontvangst mochten nemen.
Ik ben nu een gecertificeerde "begeleider animator voor bejaarden". Meer nog: een actieve animator voor bejaarden. Want ik heb ook werk!
Precies op mijn verjaardag, en nog voor het einde van de studie, ben ik voor de eerste keer echt gaan werken en dit op mijn eerste stageplaats. Toen betrof het een job van beperkte duur met de bedoeling om in te springen voor een zieke collega. Maar, yes, ondertussen is die omgezet in een echte vaste halftijdse job. Ongelooflijk blij ben ik ermee. En ik vind het reuzefijn om te doen.
Mijn leven is er niet minder druk mee geworden. Want daarbuiten blijf ik nog een dag per week naar school gaan: ik hoop over een jaar mijn volledig middelbaar diploma nog te halen. Dit met een dikke veertig jaar vertraging. En zo krijg ik op het moment les in wiskunde en Frans en zo... Of ik het leuk vind? Soms sputtert de motivatie, de drukte van én studie, én werk én gezin weegt soms echt zwaar. Maar langs de andere kant is het ook best interessant.
Ondanks de drukte hoop ik hier dus weer af en toe dus weer eens iets te posten. Om te vertellen over mijn wedervaren in mijn nieuwe beroep. En ook, naar goede oude gewoonte, over ons. Want hier, met de hele bende nog in huis, beleven we ook wel wat.
Zo zijn we momenteel in blijde verwachting. Of liever de Blijde Verwachting betreft Oudste Zoon: hij zal binnenkort het baasje zal worden van een jong hondje. Binnen twee weken zal het pupje arriveren.
Hierover en nog veel meer hoop ik de volgende tijd op dit eigenste plekje weer wat te kunnen delen! Kom af en toe maar eens piepen!
"Kom je nog eens naast mij liggen? Zoals vroeger?" bedelt hij als hij gaat slapen. Hij mocht vandaag een keertje extra naar huis komen van het internaat, omdat het zijn verjaardag is. Grinnikend nestel ik me naast hem. De lattenbodem kraakt een beetje. We zijn, wat mij betreft helaas, allebei zwaarder geworden sindsdien. "Dat is lang geleden hé!" merk ik op. Ik moet denken aan de vele keren dat ik naast hem in het bed kwam zitten om voor te lezen. En we, naast elkaar gelegen, nog een beetje babbelden. "Weet je nog dat we altijd liedjes zongen?Weet je het nog van het blauwe en het groene liedje?" En ik zing: "Blauw, blauw, blauw, wat is er allemaal blauw? De muur is blauw en de poster is blauw en het handvat is blauw..." Jongste lacht. Ja, hij weet het nog. "En het liedje van de kabouter op de paddenstoel? Weet je nog hoe jij dat zong?" "Neen, dat weet ik niet meer." Ik zing het hem voor. "Op een jote paddentoe, vol me witte tippe zat kaboute innemut ....!" Hij schatert. "Kon ik toen de "s" toen niet eens uitspreken?" We halen nog een heleboel herinneringen op. Over zijn lievelingsknuffel Woef. Hoe hij die altijd bij zich had. En tegelijkertijd had hij dan ook zijn tutje in z'n mond. Als hij dan plots iets gezien had waar hij naartoe wou spurten liet hij Woef en Tut allebei vallen. Woef en Tut hoorden bij elkaar. Toen we hem zijn tutje uiteindelijk het hadden afgepakt, voelde Jongste zich onwennig en verdrietig. Een hele tijd keek hij toen ook niet meer om naar Woef. Tot hij het weer bijlegde, een jaar of wat later, met zijn dierbare knuffel. "Ik wil Woef altijd bijhouden!" zegt hij "En de pinguïnknuffel ook!" Ah ja, pinguïns! Pinguïns waren zijn lievelingsdieren. "Weet je nog hoe je telkens de pinguïns binnen liet? Dan deed je de deur open en riep: "Kom pinguïns!" en dan moesten wij allemaal opzij gaan omdat we anders de hele groep pinguïns zouden vertrappen." Jongste zucht diep bij al die herinneringen. Nu is er een nieuwe periode in zijn leven aangebroken. De Middelbare school en het Internaat. En er is ook een periode afgesloten. Dat bedrukt hem. Hij mist zijn oude school. Hij mist zijn beste schoolvriendje. Hij mist zijn leventje zoals het tot voor kort was. Zijn kindertijd is voorbij. En soms maakt hem dat verdrietig. Deze avond, de avond van zijn dertiende verjaardag, midden tussen alle herinneringen, maakt hij de balans op. "Ik heb tot nu toe al een mooi leven gehad." vindt hij. Het klinkt een beetje plechtstatig. Net een man van negentig die zijn leven overschouwt. Ik glimlach erom. Even later trek ik de deur van de slaapkamer achter mij dicht. Wens hem nog welterusten, mijn zoon. Mijn jarige zoon van dertien. Dat het hem maar goed mag gaan, de volgende dertien jaren en langer.
Eind augustus vierde Pa zijn éénentachtigste verjaardag. En dus was het feest. Een groot feest samen met zijn eigen broers en zussen, met kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Wij, de eigen kinderen, waren druk met opdienen, vooral dan bij de tantes en ooms, die allemaal al een respectabele leeftijd hebben bereikt. Pa zelf sprong af en toe bij als hij meende dat er iemand nog iets nodig had. "Voor mij een plat waterke!" antwoordde één van de zussen op zijn vraag wat ze wilde drinken. Pa nam een glas, schonk het vol water, liep er mee naar zijn zus, bukte zich en goot het water pardoes naast haar stoel op de vloer. Waar het zich spreidde in een klein ondiep plasje. "Wat doe je nu?" riep onze tante verschrikt. "Nu ja, je vroeg toch om plat water?" grinnikte Pa "Wel, hier is het dus. Helemaal plat!"
Om ons voor te stellen bij de aanvullende opleiding die ik heb aangevat, moesten we een mind-map maken. Bedoeling was daarover één en ander te vertellen aan onze buur, en dan deze buurman of -vrouw voorstellen aan de hele groep. Bij "hobby's" vulde ik in dat ik graag met taal en tekst bezig was en aan één van de spinnenpootjes die daarrond kwamen te staan vulde ik het woordje "blog" in. Want ineens herinnerde ik het me weer: ik heb ook een blogje op het grote web. Dus vandaag maar eens een bezoekje van mezelf op mijn haast vergeten stekje. Met het voornemen om er toch weer zo nu en dan iets te posten. Tot binnenkort!
Na vier schitterende dagen in de Ardennen ben ik weer begonnen met het grote opruimwerk in enkele van onze kasten. Had eigenlijk af moeten zijn, dat opruimwerk, maar dat is bijlange nog niet zo. Opruimen doe ik niet graag, maar toch heeft het wel fijne kanten. Het voldane gevoel van de eindelijk herwonnen orde natuurlijk. Maar behalve de rommel, ook die kleine schatten die je tegenkomt. Vandaag waren het een stapeltje Sinterklaasbrieven. De brieven waarmee onze kinderen destijds hun speelgoedwensen kenbaar maakten aan de goedheilig man. Telkens werden die uit hun schoentje weggenomen, en geruild voor een figuurtje van chocola. En al die brieven belandden boven in het kastje dat ik vandaag aan het opruimen was. Met een beetje heimwee heb ik er enkele van gelezen en de kindertekeningen nog eens bekeken. Later vond ik er nog één die ik op de grond had laten vallen. Het was een brief van Dochter, geschreven op een smalle strook papier. Al over de helft van haar basisschoolloopbaan moet ze geweest zijn, te oordelen naar de puntige taal waarin de brief was opgesteld. Aan het einde van haar brief had ze nog een "P.S.-boodschap" geschreven. Neen, niet om om een stuk speelgoed te vragen dat ze eerder had vergeten te vermelden. Neen, haar Postscriptum betrof een heel speciaal verzoek:
"En lieve Sint, wilt u er mijn ouders alstublíéft aan herinneren dat er nog baby-behangpapier op mijn kamer hangt?"
Of deze smeekbede tot een vlugge actie heeft geleid weet ik niet meer. Het behangpapier op haar kamer is al wel jaren geleden vervangen.
Samen met Oudste Broer en Schoonzus zijn Jongste en ik Pa gaan bezoeken in Middelkerke. Nu keren we huiswaarts. We zitten met z'n vieren in de auto, die Broer de kelderruimte, waar zich de garages bevinden, uit navigeert. Boven aan de helling, bij de poort heeft hij niet veel zicht en rijdt erg behoedzaam het voetpad op. De twee voetgangers, een wat ouder koppel, die net aan komen stappen lopen dus geen gevaar, maar lijken toch te schrikken van het voertuig dat de poort uitkomt. De man kijkt met een verstoord gezicht naar Broer. "Amaai, die kijkt kwaad!" merkt Broer op "Nu ben ik toch wel heel voorzichtig de poort uitgekomen zeker!" Jongste neemt het op voor de geïrriteerde voetganger: "Ja maar, die meneer was geschrokken hé! En daarbij, die hééft misschien gewoon zo'n gezicht!"
Een vakantiejob, weekendwerk. En telkens een uniform met logo van bedrijf of evenement. Deze week leverde dat bij ons volgend plaatje op aan de wasdraad.
Neefje Xander komt enkele dagen logeren en zal zondagavond worden afgeleverd door zijn ouders. Bedoeling is dat Broer en Schoonzus blijven eten. "Wat zal ik klaarmaken?" vraag ik me een dag tevoren af, want ik wil hen een behoorlijke maaltijd aanbieden. Alleen zie ik het niet zitten om naar de supermarkt te gaan. Ik wil me behelpen met wat er in huis is.
In de diepvries liggen nog twee braadkippen. Dat is al een begin. Een broodmaaltijd met kip dan maar? Brood kan ik zelf bakken. Maar misschien is er niet genoeg vlees voor twee gezinnen. Als ik er nu eens een gehaktbroodje bij maak? Jawel, ik vind ook nog een pak gehakt. Paneermeel heb ik niet meer. Dat zal ik wel oplossen met een snee brood. Dan wordt het letterlijk een "gehakt-brood". Want ik wil niet naar de supermarkt!
Kip en gehaktbrood met appelmoes. Maar ik heb niet genoeg appels. En toch wil ik niet naar de supermarkt! Ik schuim de kelder af. Er staat nog een blik perziken. En jawel, nog één met fruitsla ook.
Een nagerecht? Er is nog driekwart over van één van de cakes van het verjaardagsfeest van Middelste Zoon. In aluminiumfolie verpakt. Ik stop hem achter de bokalen tomatenpuree, zodat er geen hongerige huisgenoten mee aan de haal gaan. Voilà, dat is dan ook geregeld.
Zondag begin ik aan de voorbereiding van de maaltijd. Snijd de kip in stukken. Doe het gehakt in een kom om te kneden en te mengen. De snee brood die erbij moet is nog te vers. Hoe krijg ik die in fijne kruimeltjes? Ik pluk hem in kleine stukken en ga hem verder te lijf met een staafmixer. Afwisselend zeurt en raast het apparaat. Maar het lukt toch min of meer. Ik loop de kelder in voor een ei om ook tussen het gehakt te mengen. O ja, dat is waar ook, de eieren zijn op. Vrijdag heb ik de laatste eitjes gekookt voor op de koude schotel voor het feestje van Zoon. Dedjuu, en nu kan ik niet meer naar de supermarkt. Ik zoek een alternatief. Een scheut melk dan maar? Die giet ik bij het gehakt en het brood. Dat lukt best: het gehakt plakt prima en laat zich kneden tot een stevige blok.
Als het gehaktbrood in de oven staat, begin ik aan de appelmoes. Ga ik van de duurdere "Pink Lady appels" echt appelmoes maken? Jawel, het zijn de enige die ik heb. Ik ontdoe de zes appels dunnetjes van de schil en snijdt ze in stukjes voor in de pan.
Als Broer en zijn gezin aankomen staat er een ordentelijke maaltijd op tafel. We laten het ons smaken. De experimentjes zijn goed uitgevallen: gehaktbrood met melk in plaats van ei kan dus. En de kwaliteitsvolle eetappel laat zich ook prima tot appelmoes verwerken.
We hebben lekker gegeten, zonder dat ik naar de supermarkt hoefde om één en ander aan te vullen. Maar nu zal ik toch maar eens gaan winkelen!
Het schilderen van die éne muur heb ik doorgetrokken naar alle muren van onze woonkamer. Daarvoor moesten kasten worden leeg gemaakt en verschoven. Een hele klus die nog niet helemaal is geklaard. Ondertussen zijn Jongste en ik toch even gaan verpozen bij Pa aan de zee. Ook Jongste Zus en haar kroost waren er van de partij. Wij moesten jammer genoeg weer huiswaarts keren, en dat net voor de zomer eindelijk toch zou willen beginnen. Jammer. Maar ondertussen toch eventjes genoten van de zeelucht. En van de kindjes van Zus. Haar jongste is een temperamentvolle peuter van ruim twee en een half. Belangrijkste speelgoed in het appartement van opa: de stofzuiger. Belangrijkste uitspraak van het broekventje: "Ikke doen!" Buiten kan hij zijn energie kwijt op het strand. Hier bekijkt hij aandachtig het werk dat ijverige bezoekers al eerder hadden gemaakt: een olifant van schelpen. En laat dat nu het dier zijn van het liedje dat hij het allerliefste zingt. Het belangrijkste liedje, het liedje van "de ofifant".
daar het verlangt dat het oog en oor en weerwoord vangt
en liefst van al: een glimlach..
Een tekstje lenen? Soms publiceer ik een dichttekstje op mijn blog. Is er één dat u aanspreekt en u graag wil lenen voor een gelegenheid? Ik zou mij heel vereerd voelen. Maar toch wil ik er graag enkele afspraken rond: -Dat mijn initialen er onder gezet worden (jb). -Dat er niets meer in gewijzigd wordt. (Wil het a.u.b. laten weten als er taal- of tikfouten in staan.) -Uiteraard niet te gebruiken voor commerciële doeleinden.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek