Na vier schitterende dagen in de Ardennen ben ik weer begonnen met het grote opruimwerk in enkele van onze kasten. Had eigenlijk af moeten zijn, dat opruimwerk, maar dat is bijlange nog niet zo. Opruimen doe ik niet graag, maar toch heeft het wel fijne kanten. Het voldane gevoel van de eindelijk herwonnen orde natuurlijk. Maar behalve de rommel, ook die kleine schatten die je tegenkomt. Vandaag waren het een stapeltje Sinterklaasbrieven. De brieven waarmee onze kinderen destijds hun speelgoedwensen kenbaar maakten aan de goedheilig man. Telkens werden die uit hun schoentje weggenomen, en geruild voor een figuurtje van chocola. En al die brieven belandden boven in het kastje dat ik vandaag aan het opruimen was. Met een beetje heimwee heb ik er enkele van gelezen en de kindertekeningen nog eens bekeken. Later vond ik er nog één die ik op de grond had laten vallen. Het was een brief van Dochter, geschreven op een smalle strook papier. Al over de helft van haar basisschoolloopbaan moet ze geweest zijn, te oordelen naar de puntige taal waarin de brief was opgesteld. Aan het einde van haar brief had ze nog een "P.S.-boodschap" geschreven. Neen, niet om om een stuk speelgoed te vragen dat ze eerder had vergeten te vermelden. Neen, haar Postscriptum betrof een heel speciaal verzoek:
"En lieve Sint, wilt u er mijn ouders alstublíéft aan herinneren dat er nog baby-behangpapier op mijn kamer hangt?"
Of deze smeekbede tot een vlugge actie heeft geleid weet ik niet meer. Het behangpapier op haar kamer is al wel jaren geleden vervangen.
|