Volgens de Westerse horoscoop ben ik een schorpioen. Een naar en erg giftig ondier. Geen groter verschil kan er zijn tussen dit geleedpotig monster en de innemende persoonlijkheid die ik zelf ben. Ik loop niet zo hoog op met de Westerse horoscoop. Dan liever de Chinese. In de Chinese dierenriem ben ik een tijger. Krachtig, potent, sluw. Een echte winnaar. Het sterkste dier van de riem. Nou ja, bijna sterkste. Mijn vrouw is een draak. De Chinese astrologie schetst erg treffend de heersende verhoudingen binnen ons gezin.
Maar het blijft een horoscoop. Een heidense uitvinding. Een houvast voor de simpelen van geest. Zingeving van den Aldi. De echte religies, dat is toch een ander pakkie-an. Grofweg hebben we drie écht grote wereldgodsdiensten: Ten eerste de Boeddhisten. Brave lobbesen. Zij staren vaak wezenloos voor zich uit en je weet: Die sloeber zal aan het mediteren zijn. Dan heb je de Islamieten. Als zij wezenloos voor zich uit gaan staren, dan weet je : Wegrennen. Zo snel mogelijk ! En tenslotte heb je de Christenen. Wij staren niet. Wij doen goede dingen voor de mensen. Want zo zijn wij.
Tja, je afkomst kan je niet verloochenen. Wij zijn opgegroeid met de Katholieke Kerk. Gedoopt, eerste communie gedaan. Dan de catecheselessen. Wat een tijd. We kwamen naar de mis te voet. Want dat was voor de longen goed, nietwaar? Jaren later dan voor diezelfde Kerk getrouwd, nog later de kinderen laten dopen. Goeie katholieken, dat zijn wij. Jij en jij en ik erbij. Als is het tegenwoordig wel wat minder. Hoe meer de Kerk een veilige haven werd voor pedofiele priester en negationisten, hoe minder zij het voor mij lijkt.
Maar een paar keer per jaar zie je mij toch nog in de kerk zitten. Eigenlijk een beetje uit schrik. Immers, ongelovigen gaan na hun dood linea recta naar de hel. Volgens de Bijbel toch. Helemaal zeker zijn we daar niet van, maar kan een mens het risico nemen? Het moest toch eens waar zijn. Branden doet ge daar hé. En voor eeuwig. Ge moet u dat eens concreet voorstellen. Ooit al eens een vinger aan een kookpot verbrand ? Zo een halve seconde. Heel lichtjes. Weet ge nog hoe dat voelt ? Ik bedoel maar. Ik vind dat toch iets om over na te denken.
Stel dat ge desondanks toch beslist om geen goed Christen te zijn. Ge gaat nooit naar de kerk, altijd een condoom aan, ge lacht met de paus, ge schrijft spottende tekstjes. Pas op, zon mensen bestaan hé. En dan gaat ge dood, blijkt die hel toch te bestaan. Dan is het paniek natuurlijk. En spijt. Sorry, sorry, vergiffenis. Maar daar moet ge in de hel niet mee aankomen. De poorten sluiten zich. Misschien krijgt ge eerst nog wat uitleg. De dos en donts van de hel. Eventueel nog een plattegrondje. Maar dan, hop, zonder meelij de fik erin. Whamm. Man, man, die eerste uren branden. Dat moet de hel zijn. Afgrijselijke pijn. Krijsen en gillen is dat. Rennen als gek, een spoor van vlammen in je kielzog.
Nu, misschien moet je dat relativeren hoor. Als dat eeuwig duurt dan word je dat branden ook weer gewoon. Maar branden blijf je. Nee, nee, ik durf het risico niet nemen. Dus doe ik mijn best. Oude kleren gaan naar spullenhulp. Geen blasfemie uit mijn mond. Kruisbeeldje in de slaapkamer.En met enige regelmaat een kerkbezoekje, ja. Ik beperk me wel tot dopen, trouwmissen en begrafenissen. Een eerlijk compromis met God.