Regen, regen, en nog eens regen. Sittard associeer ik voortaan met regen : 2 jaar geleden fietsten we hier ook in de gietende regen door, vandaag is het niets beter. Van de stad zien we daardoor weer niets, behalve aan de veelvuldige verkeerslichten, waar je ellendig lang moet wachten vooraleer je de baan over kan.
Paul is ervan overtuigd dat het veer nog wel vaart, dus rijden we toch maar in die richting. Na 10 km zijn we bij de Maas, het bootje ligt er wel, maar geen veerman te zien natuurlijk. Dat betekent dus omrijden via Maaseik langs knooppunten, niet de kortste weg maar wel de rustigste en mooiste. In Limburg ontstond het fietsknooppunten-netwerk, en de bordjes zijn er duidelijk en talrijk aanwezig. Toch slagen wij er in er eentje te missen en in een totaal foutieve richting te rijden. Na een km hebben we dat door, terug draaien en even over de weg naar Dilsem-Stokkem rijden. We vinden snel het juiste bordje en rijden opnieuw langs de Maas naar deze plaats. Na een omweg van 20 km zijn we terug op de juiste weg huiswaarts beland.
In Limburg fietsen is een waar genot : goed aangegeven, mooie fietspaden, meestal autovrij, afwisselend door bossen, velden en heide. Een oud spoortraject brengt ons zo tot de rand van Genk, kilometers lang fietsplezier, maar dan wel in de gietende regen. We rijden hier moederziel alleen, komen echt niemand tegen, het is dan ook geen weer om een hond uit te laten, alleen wij twee zijn zo zot om daar door te fietsen. Op een zonnige zomerdag zal het hier wel een pak drukker zijn.
Net voor Genk is het fietspad afgesloten, er wordt een brug geschilderd. Wij mogen stapvoets passeren. Aan de andere kant van de stad vinden we een eethuis open. Een zeer speciale inrichting, het lijkt een oude showroom te zijn die nu volstaat met brocanterie en snuisterijen, best gezellig om er even te vertoeven. En de tomatensoep (met ballekes!) is heerlijk.
We overlopen de mogelijkheden voor vandaag. Het is al 3u, de combinatie van regen, perikelen met het veer en het verloren rijden in Maaseik vergden veel tijd en energie. Gisteren dacht ik dat we een rit van minimum 90 km zouden hebben, nu gaat dat zeker 110 worden, en we zijn nog maar halfweg. We besluiten toch verder te rijden, Paul vreest dat het morgen weer een regendag wordt, en eens ik op weg naar huis ben, wil ik daar ook zijn. We bekijken wel rond 5u hoe ver het nog is.
Het is ondertussen gestopt met regenen, dat fietst toch aangenamer. Het gaat goed vooruit nu, hele trajecten door velden en over de heide.
Rond Lummen heb ik door dat de berekening niet klopt : we zouden hier nog 30 km van huis zijn, dat lijkt me onmogelijk, het zijn er veel meer. Hier een hotel vinden is niet simpel : ofwel kilometers omrijden, ofwel kilometers dichter bij huis, zodat we al bijna beter ineens doorrijden. We rapen alle moed bijeen, en beginnen er aan. Ter hoogte van Halen weer een omleiding, deze keer geen doorkomen aan, we moeten langs een drukke weg net op het spitsuur over een ellendig fietspad. Ik krijg er al even spijt van dat we door gereden zijn. Maar dan komt er een mooi stuk langs de Demer.
Rond 7u passeren we in Langdorp het 'Wolfcafé'. De tomatensoep is al lang verteerd, en thuis is er geen eten in de kast. Maar hier even stoppen betekent wel dat we verder moeten in het donker, over een onverlicht jaagpad. De honger en dorst zijn groot, we hebben echt wel wat rust en brandstof nodig om nog verder te kunnen. We eten heerlijk stoofvlees (met Wolf 8° bereid) en kunnen er weer tegen. Het is wel pikkedonker nu, de jonge gast die ons bediende raadt ons af langs de Demer verder te rijden want totaal geen verlichting daar. Het eerste stuk tot Aarschot doen we dat wel, en na de stad kiezen we voor de normale verkeerswegen, het is niet druk meer op de baan, en er is een redelijk goed fietspad.
Rond 9u30 zijn we thuis, net voor een nieuwe regenbui. Moe, verkleumd en nat, maar tevreden en heel gelukkig!
Trip : 135.6 km 430 hm
Totaal : 2285.1 km 14237 hm
Ps : een terugblik volgt nog, eerst alles wat laten bezinken.
Onze fietsen moesten vannacht buiten slapen, dat is de eerste keer deze reis. Tot hiertoe was er steeds wel een plaats, hoe klein of rommelig ook, waar ze beschut stonden, deze keer bleven ze op het terras vastgebonden aan een paal. Ze staan er nog, we zullen dus thuis geraken. Nog 200 km, dus nog 2 à 3 ritten voor de boeg.
Net buiten Kerpen krijgen we al een omleiding af te werken, dat begint goed vandaag. We zijn er vlug door, en fietsen dan over landwegen door de velden, op en neer, veel meer klimmen dan gedacht. Het wordt zwoegen vandaag, want de wind blaast ongenadig hard. En net nu rijden we door grote vlaktes waar geen bescherming te vinden is. We volgen een grote baan, de B56, die we verschillende keren over en onder moeten. Soms rijden we over zandwegen die nu modderwegen zijn, en zelfs een heel eind door de weiden, over wat eens een weg was maar nu gras. We denken eerst dat we hier compleet fout zitten maar na een volgende bocht zijn we weer op normale weg. De lokale fietsroutes tussen de dorpen komen er trouwens ook door. Deze kleine dorpjes zien er allemaal doods uit, geen mens op straat te zien.
Op het middaguur proberen we rond Kirchberg een taverne te vinden, maar het is weer maandag, de weinige zaken zijn er potdicht. En in die grote velden is er nergens een beschut plekje om even te pauzeren. Als we uiteindelijk aan de rand van een dorp, boven op een heuveltje, 2 afgedankte banken onder een boom zien staan, kunnen we toch even zitten om een appel en een koek te eten. Lang doen we dat niet, de zon schijnt wel maar de harde wind koelt ons af.
Veel fietsers zien we niet vandaag, het is hier dan ook geen toeristische streek, en zeker geen fietsweer. Wel veel wandelaars die hun hond uitlaten. Duitsers lijken me grote hondenvrienden, vaak zijn ze op stap met meerdere dieren.
Rond 3u naderen we Geilenkirchen, de eerste grote stad waar we eventueel logies kunnen zoeken. Nog wat vroeg, en niet ver genoeg, de volgende stad is Gangelt. We wijken daar van de route af en rijden door de stadspoorten het centrum in. Slechts 1 hotel, met kamers ver boven ons budget. Het is een wellness-hotel, dat betaal je er natuurlijk bij. Pensions zouden hier ook moeten zijn, ze zijn goed verstopt want onvindbaar.
Dus moeten we verder naar Sittard. We zijn nu in de grensregio met Nederland. Om de fietsroutes aan te duiden gebruiken zij de ons bekende knooppunten, met groene bordjes aangegeven. De Duitsers hanteren een combinatie van wegwijzers en nrs, in het rood aangegeven hier. Beide systemen overlappen elkaar, zodat we twee nrs voor eenzelfde plaats moeten onthouden om in Sittard te geraken. Makkelijker gezegd dan gedaan, de track gaat wel dezelfde kant uit, maar we moeten in het centrum zijn, en dat kan enkel met die nrs.
Het lukt ons, en we vinden nog een kamer in het 'hotel de Prins'. Joviale ontvangst op zijn Hollands, een stortvloed van woorden, na weken alleen maar Duits gehoord te hebben is dat wel even wennen.
Op weg naar dit hotel zag ik in een glimp een Grieks restaurant. We wandelen er naartoe, en eten er een grote visschotel. Het is duidelijk diepvriesvis met weinig smaak. We krijgen er weer zowel frieten als getomateerde rijst bij, voor ons toch wel een rare combinatie.
Terug op de kamer bekijken we de route van morgen, en komen dan tot de conclusie dat we met een veer de Maas over moeten. Dat vaart dagelijks tot 30 september, vanaf 1 oktober is er enkel weekenddienst. Een serieuze streep door onze rekening, want dat betekent kilometers omrijden. Richting Maaseik, of Maastricht, daar is een brug over de Maas, maar totaal uit de richting van de uitgestippelde route. Ik hoopte stiekem na een weliswaar lange rit morgen al thuis te zijn, dat zal nu zeker niet lukken.
Rit 28 : Bad Breisig - Kerpen. Niet zoeken, maar wachten.
Rit 28 : Bad Breisig - Kerpen.
Nog ongeveer 50 km moeten er afgelegd worden van de Limes-route. We vertrekken met een waterzonnetje en lichte wind, vanmiddag wordt er storm verwacht. Op het fietspad zijn we niet alleen : enkele fietsers maar vooral veel wandelaars die heel de weg inpalmen. Mijn fietsbel doet overuren!
In Remagen is het weer heel druk : er is een grote kerk op de apolinarisberg die veel bedevaarders trekt. Waarom is ons niet duidelijk. Van een grote brug uit 1918 blijven alleen de bruggenhoofden over, ze werd in WOII door de geallieerden vernietigd. Het valt ons trouwens op dat er zo weinig bruggen over de Rijn zijn. Elk dorp of stad is wel verbonden met de andere oever door een veer. En voor fietsers betekent dat ook extra uitkijken, want voor je het weet fiets je op de toegangsweg en rij je zo het water in.
Naarmate we Bonn naderen neemt de drukte nog toe. We rijden nu over een mooie promenade naast het water. Vele joggers maken er gebruik van. Van de stad zelf zien we weinig, vooral omdat het begint te regenen.
We passeren nog wat industrie-terreinen, zien weer verschillende burchten en grote kerken, en rijden dan Wesseling binnen. Hier stopt voor ons de limes-route, en starten we met de laatste etappe naar huis. Net als op de heenweg maakten we gebruik van route-you om een weg uit te stippelen.
Middaguur, dus willen we eerst iets drinken en eten. We installeren ons op een groot terras onder een paraplu, maar men is binnen druk bezig met een grote groep, voor andere klanten heeft men geen tijd. Wij ook niet, na 10 min zijn we weg.
We vinden snel aanknoping met de eigen route. Ze loodst ons de stad uit en het bos in, richting Brühl. En dat wordt klimmen, pffff, dat valt wel tegen, hier had ik niet meer op gerekend. Het wordt nog zwoegen, want de wind is fameus toegenomen, en zit vaak pal op kop. In Brühl centrum kunnen we even uitblazen op een groot terras vlakbij het grote Schloz Augustiner. We eten er een ovenaardappel, overgoten met een romig kruidensausje en wat groenten erbij. Lekker, en eens wat anders.
Twee jaar geleden waren we hier ook, en hadden we veel problemen om de weg te vinden. Nu gaat dat vanzelf. We rijden nog door bossen, moeten zo nu en dan even zoeken, maar tenslotte fietsen we een heel eind langs een klein riviertje door het natuurgebied 'Kerpener Bruch' .
Het hotel dat we vanmorgen al boekten ligt in een buitenwijk van de stad. Het ziet er gesloten uit, twee oudere mannen staan buiten een sigaretje te roken en bekijken ons maar raar. Ze zijn het ontvangstcomité want we worden verwacht. Een van hen blijkt de vader van de eigenaar te zijn en bezorgt ons de sleutel van de kamer in het gebouw ernaast. Dat wordt nog gerenoveerd, onze verdieping is klaar met mooie moderne kamers, boven ons wordt er zelfs op een zondag geboord en getimmerd. Prima in orde, behalve de ventilator in de badkamer : daar hebben we al meer last van gehad deze reis, deze keer maakt die weer veel lawaai en blijft héél lang draaien. Dat wordt toiletbezoek in het donker.
Tegen onze verwachtingen in is het restaurant beneden open (we hadden ons al op een nieuwe zoektocht voorbereid) en het zit er om 7u stampvol. De zaal is sfeervol aangekleed, met donkere bakstenen zijn er nissen en gewelven gecreëerd. Het is een Kroatisch getint restaurant, we horen hier nauwelijks Duits praten. Een kwartiertje wachten en er is een tafel vrij voor ons, dat is minder erg dan de zoektocht op andere dagen. Na een 5-tal minuten kunnen we al op een barkruk bij de toog iets drinken en ondertussen gadeslaan wat er geserveerd wordt. Weer grote porties, vooral vlees, honger moet je hier niet lijden. Wij kiezen de Kroatische grillschotel, een mix vlees met fritjes (lekkere, geen dikke vette maar dunne, gebakken zoals het hoort) én met rijst in een tomaten-groentensaus. Lekker, maar veel te veel, de worstjes en een vet stuk vlees laat ik liggen, Paul eet zijn portie wel helemaal op. Als afsluiter krijgen we een schnaps van het huis : een warme slivovitsj met honing, geserveerd in een klein vaasje, zeer origineel en lekker. Slaapwel!
Vandaag wordt het eenvoudig om de weg te vinden : gewoon het fietspad langs de Rijn volgen.
Liefhebbers van ommuurde stadskernen met torens op moeten zeker deze regio bezoeken, we komen er weer veel tegen. Ook burchten die steeds goed gelegen zijn met zicht over de vallei, en voor ons van ver zich zichtbaar. Soms zijn het enkel ruïnes, maar meestal zijn het prachtige bouwwerken.
Net voor St-Goar passeren we de 'Loreley', de hoge rots die uitsteekt in de Rijn en menig schipper fataal werd. Ze speelt een rol in een oude Duitse sage en er is ook een gedicht over, waarvan ik de eerste regels wel ben blijven onthouden uit de Duitse lessen in het middelbaar. Ik had er eerlijk gezegd meer van verwacht, ik vind het maar een rots als een andere, niets speciaals aan. Maar natuurlijk is het weer een toeristische attractie, met alle drukte die daar bij hoort.
In Boppard zijn het net wijnfeesten. De binnenstad is afgesloten voor alle verkeer, ook fietsers moeten omrijden. Het is 11u en toch is er al een hele menigte feestgangers op de been, die natuurlijk nietsvermoedend over het fietspad kuieren en verbaasd opkijken als we door willen. Een ander fietskoppel baant enkele meters voor ons de weg vrij. Toch botsen we nog bijna op elkaar als een auto zonder omzien een parkeerplaats verlaat.
De vallei van de Rijn wordt smaller, er is weinig plaats voor rijweg-trein-fietspad, en dat werd opgelost door het fietspad min of meer boven de Rijn te laten zweven. Klinkt eng, maar is het niet, want ik word er niets van gewaar en ben er voorbij voor ik er erg in heb.
Het schiet goed op vandaag, geen weg te zoeken, lichtjes dalen en wind in de rug! Maar uitkijken voor vele andere fietsers, vooral de groepen die een dagtocht maken zijn gevaarlijk. Zij rijden al pratend naast elkaar zonder aandacht te hebben voor de omgeving, en zeker niet voor het verkeer. Meermaals moet ik luid roepen om een frontale botsing te vermijden.
Net voor Koblenz houden we halt bij het 'Weinhaus' met mooi groot terras op de binnenkoer. Het is nog net warm genoeg om buiten te eten, we zijn de eersten maar even later loopt het hier goed vol. Bij 'Deutsche Ecke', waar de Moezel in de Rijn stroomt, kan je bijna over de koppen lopen. Er staat ook een lange rij aan te schuiven om met de kabelbaan naar de burcht op de andere oever te gaan. Eind september, en zoveel volk, wat moet dat hier dan in de zomermaanden zijn?
Na Koblenz is het terug rustig fietsen. Nu soms lichtjes stijgen en wind pal op kop. Soms pal naast de rivier, soms moeten we een kleine omweg rond fabrieken maken. Andenach is ook zo'n toeristische attractie. Grote oude binnenstad, en hier zou die geiser dus zijn. We gaan er naar op zoek, maar missen toch de eigenlijke plaats. Door de drukte besluiten we maar door te rijden, we zagen er al vele in Yellowstone en in IJsland.
Via enkele tunneltjes fietsen we langs de beek Vinxtbach, en net voor Bad Breizig komen we terug bij de Rijn. Weer een kuuroord, rustig aan het water gelegen, met zicht op alweer een groot kasteel en wijngaarden aan de overkant. De hotelbazin kan er niet van over dat we niet elektrisch rijden, we zijn een rariteit. Nog even op het terras genieten van een weizen, en de route voor morgen bestuderen. Dan begint immers het laatste stuk naar huis, niet gedocumenteerd, benieuwd hoe dat gaat aflopen.
Het regent pijpestelen. Het ontbijt ziet er heel schamel uit maar nog voor we neerzitten staat er een bord charcuterie en een pot koffie op tafel. De patron komt er bij zitten. Volgens hem nemen we beter de trein tot Koblenz, we kunnen hier in het station opstappen. Hij weet natuurlijk niet wat voor lijdensweg dat kan zijn. Dan vertelt hij wat we allemaal in Mainz moeten bezoeken, zeker het Scheepvaartmuseum met schepen uit de Romeinse tijd die gevonden werden in de bouwput van een hotel. En verderop is er een geiser tussen Koblenz en Bonn, geen warme maar een koude. Nog een uurtje wachten en we kunnen volgens hem droog vertrekken. Daar maak ik dankbaar gebruik van om het verslag van gisteren af te werken. Hij wijst ons ook de weg zodat we niet door het centrum terug moeten, en we moeten zeker op deze oever blijven want aan de overkant rij je langs industrie.
Rond 10u is het even droog, maar één ding is wel zeker voor vandaag : het wordt kw aan en kw uit. We volgen zijn aanwijzingen en rijden al vlug door de wijngaarden. Blijkbaar vinden konijnen het daar ook fijn want we zien er tientallen over de baan huppelen. Opnieuw veel groene spechten vandaag, en een valk scheert rakelings over mijn hoofd en vliegt ettelijke meters voor ons uit. Fietsen kan toch mooi zijn!
Bij het punt waar de Main in de Rijn stroomt houden we even halt. Geen bijzondere plek, maar we zien onmiddellijk het verschil : veel meer scheepvaart, en in de verte de rookpluimen van de industrie.
Gisteren werd onze rit als ingewikkeld aangekondigd, maar viel het best mee, vandaag is dat andersom. Mainz door geraken is immers niet simpel. Eerst missen we de brug, en aan de overzijde is het zoeken naar het fietspad. Het is een grote stad, en zeer toeristisch. Aan de kade staat het vol autocars, en er liggen verschillende cruiseschepen aangemeerd. Eens het oude gedeelte voorbij begint de miserie pas. We rijden de stad uit langs een drukke verkeersweg, wel met een fietspad ernaast, althans een smalle strook die voor fietspad moet doorgaan. Niet alleen is het wegdek in erbarmelijke staat, er staan in het midden palen met verkeersborden, wat verderop zijn er bomen zodat je maar 20 cm overhoudt om te passeren, en op een gegeven moment rijden we zelfs pal naast een spoor, dat we twee keer moeten kruisen. Niet moeilijk dat we er nauwelijks andere fietsers zien. We zijn blij als we eindelijk kunnen afslaan richting water. Maar door wegenwerken zitten we daar weer vast, we rijden dan maar op goed geluk recht door een natuurgebied. We hebben echt geen idee waar we net zijn, en nog minder of we er wel mogen zijn. Maar onder het motto 'wat niet verboden is, is toegelaten' rijden we verder. Enkele rustige kilometers verder zitten we terug op het juiste spoor. We komen opnieuw andere trekkers tegen. En dit valt ons deze reis toch wel op : e-bikers groeten zelden of nooit, ze kijken nors voor zich uit, gewone fietsers groeten bijna altijd, en hoe meer bagage die bij hebben, hoe vrolijker er gegroet wordt. Zou er een verband zijn met de geleverde inspanning : hoe meer inspanning, hoe meer plezier 🤔
Net voor we eindelijk de Rijn opnieuw zien, kunnen we halt houden bij terras 'Heidenfahrt'. Terwijl we iets eten valt de regen met bakken uit de lucht, we hebben dus het juiste moment voor een pauze gekozen. We besluiten ook, geheel tegen onze gewoonte in, een hotel te boeken voor vanavond. Het is immers vrijdag, we rijden door een toeristische streek, en we hebben vooral geen zin in een zoveelste zoektocht naar een hotel. Vooral omdat de plaatsen waar er logies zijn toch wel ver uit elkaar liggen (soms moeten we er de Rijn voor oversteken).
Dan volgt er een stuk door een prachtig natuurgebied : de Fulder Aue, het overstromingsgebied van de Rijn. Duizenden watervogels overwinteren hier. Ook nu zijn er in overvloed. In een glimp zien we een massa witte reigers en aalscholvers, het regent opnieuw zodat we niet kunnen stoppen om ze nader te observeren.
We passeren de resten van een spoorbrug, gebombardeerd in WOII. Langs binnendijken bereiken we Bingen. Eindelijk rijden we nu pal naast de Rijn. Het stopt ook met regenen en de zon komt zowaar piepen. Op de andere oever zien we niets dan wijnranken, elke cm lijkt wel beplant. Daartussen lieflijke wijndorpjes, zoals Rüdesheim, een plaats waar mijn moeder vaak over sprak. Burchten zijn er hier ook in overvloed, steeds strategisch gelegen op de top van de berg met goed uitzicht over de Rijn.
In Oberwesel vinden we snel het hotel. Mooie kamer, de vloer ligt er wel schots en scheef. Eten vinden is weer miserie, gesloten restaurants genoeg, gezellige weinstube ook maar een strammer max (soort hotdog) vinden wij geen goed avondeten. Uiteindelijk eten we weer maar eens bij een Italiaans restaurant. Het zal wel nog even duren vooraleer er thuis nog pizza of pasta op tafel komt.
Vandaag belooft het een ingewikkelde rit te worden (alsof het tot hiertoe eenvoudig was 😏). Ergens moeten we met een veer de Main oversteken, als dat nog vaart tenminste, zoniet een omweg van 3 km om via een brug over te steken. En verderop over een sluis, er wordt gewaarschuwd dat het onbegonnen werk is om met een bepakte fiets de steile trappen op te gaan. Waarom gaat de route dan langs hier, en wordt niet onmiddellijk het alternatief over de brug, wel 6 km extra, aangegeven? Soms begrijp je die route-bouwers toch totaal niet!
We besluiten vandaag in hoofdzaak de Main-fietsroute te volgen en ons niet teveel aan te trekken van de track of fietsgids. En dat werkt goed. Mooi fietspad langs het water, we merken weinig van het verstedelijkte gebied waar we door rijden.
In Aschaffenburg gaan we een eerste keer de Main over. Een grote, drukke stad, we zien onmiddellijk de 4 torens van de Johannisburg. Dan versmalt het fietspad plotseling door een uitstekende rotspunt, een gevaarlijke situatie want net bij een bocht en het water. Zulke dingen gebeuren dus niet alleen in België.
Verderop een wegomleiding, een brug afgesloten, net waar we over moeten vrezen we. Maar het is een spoorwegbrug, het fietspad is echt onbruikbaar, geen doorkomen aan weet een fietser ons te vertellen, maar de omleiding is goed aangegeven.
Rond 11u gaan de hemelsluizen open. Lichte malse regen, we trekken kw aan, en wat verder zien we een man rijden met 2 regenschermen om zich tegen de regen te beschermen : 1 over zijn benen, 1 boven zijn hoofd. Of dat zo praktisch en veilig is (zo hij nog kunnen remmen?) betwijfelen we maar het is wel goed gevonden.
De Main-route gaat net voor Seligenstadt via een knappe voetgangers-en fietsersbrug naar de andere oever. Handig, dat veer hebben we dus niet nodig! Wij rijden door de velden het stadje in, we zien er mensen staan wachten op datzelfde veer.
In Mühlheim stoppen we even bij een taverne bij het water. Een lieve man slaat ons gade als we de fietsen stallen, vraagt of we buiten willen zitten (nein, danke, zu kalt) en brengt ons naar boven. Mooie zaal waar wij met onze natte kleren direct een spoor achterlaten. Ook op de tafel, hij komt ze nog eens extra afkuisen en brengt 2 servietjes zodat we onze bril kunnen poetsen. Die kerel zorgt voor zijn drinkgeld! We eten een anti-pasta voor 2 : kleine groente en kaashapjes, Grieks getint. Als afsluiter krijgen we nog een ouzo van het huis.
Frankfurt rijden we langs de oostkant door, dat gaat zeer gemakkelijk. De skyline is van hieruit zeer indrukwekkend. Omdat we niet over de sluis van Kelsterbach willen, blijven we de Main volgen en zoeken zelf de weg ipv ons in het drukke verkeer te wagen. Dat lukt ons goed, we rijden een klein stukje door industriegebied en via een zeer mooie brug de Main over.
In Eddersheim zoeken we weer tevergeefs een slaapplaats, we worden dat al wat gewoon. Hotel 1 ziet er een rendez-vous plaats uit, hotel 2 zit vol, nr 3 bestaat niet meer. Dus verder door de velden over een binnendijk. Flörsheim lijkt groter, maar slechts 1 hotel, meer een pension, vlak naast de spoorweg. We hebben weer geluk want krijgen de laatste kamer. De patron maant ons aan vroeger logies te zoeken (hij weet natuurlijk niet dat we al een uur zoeken) : de druivenpluk is gestart, en die plukkers vullen de pensions. We zijn bij deze gewaarschuwd voor de volgende dagen want rijden nu door de wijnstreek bij uitstek. Een heel eenvoudige kamer vandaag, maar netjes en alles voorhanden.
En we vallen in herhaling, want eten vinden is ook weer niet simpel. We zagen bij het binnenrijden een pizzeria, maar vinden die niet terug. Na een half uur stappen we gasthof 'der Taurus' bij het station binnen. Weer meer een kroeg, maar we kunnen er eten. Het rookverbod lappen ze hier wel aan hun laars, het is lang geleden dat we dat nog meemaakten. Het eten is uiterst primitief, champignons bvb duidelijk uit blik en frieten van 3 cm dik, maar beter dat dan niets, en de rekening is navenant.
De weg naar het pension vinden we snel terug. In de kamer boven ons houdt men een verhuis van meubelen, Paul denkt dat er meer mensen slapen dan er bedden zijn. Maar na een half uur is het er toch stil, en alhoewel we vlak bij de drukke spoorweg gelegen zijn, horen we er relatief weinig van, en vallen vlug in slaap.
Mijn bede is precies aanhoord, als we iets na 9u vertrekken, schijnt de zon! Even de weg zoeken om de stad uit te geraken, er is weer een conflict tussen wegbeschrijving en track, dus volgen we de wegwijzers van de Duitse fietsroutes nog maar eens. Maar goed ook, nu fietsen we op een mooi fietspad een 10m naast de baan, de track gaat door het bos op en neer. Net voor Königheim beginnen we te klimmen, we moeten de vallei van de Tauber uit om verderop de vallei van de Erfa in te rijden. 1 km klimmen meldt de fietsgids, mis poes, het zijn er ruim 6, en de laatste 200m heeft een stijgingspercentage van 12%, dat kan echt wel tellen. Vanaf Schweinberg (wat een naam voor een dorp, ik zou er niet willen wonen) dalen we af. Maar in Hardheim is het weer kiezen tussen track (volgt een heel stuk de drukke weg) en de lokale fietsroutes. Paul verkiest het laatste, we rijden langs de bergkant van de rivier, en ipv een lange rustige afdaling gaan we op en neer over een bosweg, met soms klimmen en dalen van 18%, makkelijk en leuk is wel iets anders. In Eichenbühl proberen we opnieuw de track te volgen en rijden even langs de verkeersweg, maar dat blijkt levensgevaarlijk want niet alle Duitse chauffeurs houden van fietsers. Als in het centrum een bus de voorrangsregels totaal negeert en de wet van de sterkste laat gelden, kan ik net op tijd het voetpad op rijden, en houden we het met de track echt wel voor bekeken. Maar dan valt even verder alles weer samen, we begrijpen er weer niets van maar bereiken na een mooi stuk langs het bos de stad Miltenberg. Daar begint het te regenen, we hadden hier graag het centrum in gefietst zoals beschreven in de fietsgids, maar de track en wegwijzers doen weer wat anders. We verloren ook al veel tijd met het zoeken naar de juiste weg en het is hier ook zeer toeristisch. We hebben immers de rivier Main bereikt, en langs de kade liggen verschillende grote cruiseboten. Dus rijden we verder, en net buiten de stad houden we halt bij paviljoen 'Park'. Twee oudere dames runnen er de boel, ik eet weer heerlijke pompoensoep en hoop dat mijn darmen deze versie wel lekker vinden.
Terwijl we aten viel er nog een flink pak regen uit de lucht, maar als we vertrekken is het opnieuw droog, en even verder zelfs zonnig. Op de zuidelijke oever zien we op de hellingen weer veel wijnranken staan, en in Trennfurt rijden we voorbij een zeer groot en mooi wijnkasteel. Het fietspad naast de Main is goed te volgen, we rijden door verschillende voorsteden van Aschaffenburg. Overal zijn er verwijzingen naar het Romeinse verleden : grenspalen, ruïnes van burchten, en kazernes (Castellum).
In Niedernberg zoeken we logies, als we voor de deur van pension 'Reinhard' staan en vertwijfeld rond kijken waar we ergens binnen kunnen, stopt er een auto naast ons, de vrouw vraagt ' Sie suchen eine Zimmer?'. Jawohl, ze heeft er nog vrij, fietsen binnen zetten, kamer in, en hop mevrouw is weg, tot morgen bij het ontbijt. Oef, dat was even geluk hebben, 2 min later aankomen en er was hier niemand geweest om ons binnen te laten.
Dat geluk hebben we een uur later opnieuw als we in gasthof 'Zur Gemütlichkeit' gaan eten, de laatste vrije tafel is voor ons. Naast ons zit een groep mannen te kaarten, aan de andere kant 5 jonge meisjes die slaatjes eten en tegelijk met hun smartphone bezig zijn. Nog een tafel verder 2 jonge gasten die met een Aziatische schoonheid flirten, en in een aparte zaal een heel gezelschap waar toespraken worden gehouden. Op de kaart staan naast de klassieke worst en schnitzel ook leuke gerechten. Zo eet Paul een 'das Leben ist schön' (gemarineerde zalm en tonijn) en ik 'Teufelspfännchen' (stukjes rundvlees met paprika in een pikante saus). Heel on-Duits lekker!
Als we bij het pension terugkomen staat het er vol fietsen. Ik vrees wat voor nachtlawaai, maar tot nu is het nog stil 🤞
Rit 23 : Rothenburg - Tauberbisschofsheim. Topdag voor de fauna.
Rit 23 : Rothenburg - Tauberbisschofsheim. Topdag voor de fauna.
Het ontbijt in Duitse hotels en pensions mag er altijd wezen, maar vandaag is het echt wel top. Een overvloed aan vleeswaren, kazen, groenten, fruit, confituur, ontbijtgranen, yoghourt, en zelfs koekjes en pralines staan zeer mooi gepresenteerd klaar. De ontbijtruimte is ook speciaal : cosy hoekjes, mooie schilderijen aan de muren, en net als in de gangen allerlei snuisterijen verspreid over tafels en vensterbanken. Er wordt een kaars aangestoken, 'romantic' zegt de dienster met een knipoog. Aan de raamopening kunnen we zien dat de muren hier ruim een halve meter dik zijn. Weer een gebouw met een hele geschiedenis dus.
De zon is opnieuw van de partij. We proberen eerst de banden van de fiets nog wat op te pompen, maar ook hier lukt dat niet : er gaat meer lucht uit dan in de band. Duitse pompen deugen niet.
We moeten de stad door naar de andere kant. Hele hordes toeristen staan rond hun gids en blokkeren de weg. Daar moeten wij dus klimmend door, eerst naar het marktplein en dan naar de kerk. Er staat een mooi standbeeld van de heilige Jacobus voor, hier vertrekt dan ook een weg naar Compostella. We merkten de typische schelp al meer op in deze regio. Bij de buitenpoort zien we goed hoe de verdediging van de stad opgebouwd was : ze is op een hoogte gebouwd, eerst is er een omwalling met torens, dan een gracht (nu grotendeels leeg), dan een tweede omwalling met stadspoorten.
Eens de stad uit fietsen we langs de Tauber. We zien nog een zeer groot houten waterrad. De track geeft een route langs de baan aan, maar wij verkiezen de weg net naast de rivier. Het dal is hier veel smaller, aan de zuidkant zijn de steile hellingen volgeplant met wijnranken. De noordkant waar wij rijden is bebost, we rijden helling op en af, 9 tot 10% klimmen. Pffff! Als we door de velden rijden merken we wel 5 haviken op, en even verder rennen 4 hertjes over de velden het bos in. Mooi!
In Röttingen bewonderen we enkele zonnewijzers en het mooie raadshuis. Pas in Tauber-Rettersheim vinden we bij een oude stenen brug een mooi terras open. Terwijl we wachten op onze flamküchen zien we een reiger parmantig door het water stappen. Opeens heeft hij een prooi gevangen, ze verdwijnt volledig in zijn bek en we zien de vis door zijn lange hals richting maag verdwijnen. Dan verschijnt er een ijsvogel, die gaat op een tak een meter boven het water zitten, en duikt vliegensvlug het water in en terug naar zijn tak, met een visje in zijn bek. Dit herhaalt zich nog enkele keren, schitterend gewoon om dat te kunnen zien!
Weikersheim heeft ook weer een waterburcht en een marktplein met oude kerk, grote fontein in rococo-stijl en enkele torens. Mooi en gezellig zitten daar, maar voor ons belange niet zo interessant als het vissen van de reiger en ijsvogel.
Bad Mergentheim passeren we langs de rand, voor de zoutwaterbronnen hebben we geen tijd. De route volgen is niet altijd eenvoudig vandaag, soms volgt de track de hoofdweg terwijl de wegwijzers over rustige fietspaden gaan, en soms stuurt die ons het veld in of over slechte bospaden. Het is dus steeds uitzoeken wat de beste weg is, nog bemoeilijkt door wegenwerken en gewijzigde verkeerssituaties. Daardoor rijden we Lauda-Königshoven langs een totaal andere kant dan voorzien binnen, en missen de beeldengroep gewijd aan Tijl Uilenspiegel, die hier ook flink wat fratsen uithaalde. Het is nog wat vroeg om hier al een hotel te zoeken, we rijden verder tot Tauberbisschofsheim. Daar begint weer een echte zoektocht : hotel gesloten, hotel met jaarlijks verlof, hotel volgeboekt, hotel onbestaande, zucht! Als we een derde keer rondrijden vinden we toch 'pension Stein'. Vriendelijke ontvangst, maar er is enkel nog een kamer met douche en toilet 'apart'. Althans, dat had Paul zo verstaan, het bleek 'privaat' te zijn, een iets duurdere kamer dan de andere (maar een pak goedkoper dan gisteren). Weer een schitterende kamer, en de verwarming werkt hier wel!
Eten vinden is hier ook niet eenvoudig, we lopen de straten twee keer door en belanden uiteindelijk in het volgeboekte hotel. Lekker eten, wel wat gestoord door een groep Hollandse zakenlui die morgen een fabriek gaan bezoeken. We weten ineens waarom het hotel volgeboekt was.
Door de miezerregen terug naar het hotel, ik hoop dat alle nattigheid er vannacht uitvalt zodat we morgen weer een droge rit hebben.
Rit 22 : Gutzenhausen - Rothenburg. Biking in the rain.
Rit 22 : Gunzenhausen - Rothenburg. Biking in the rain.
Veel animo om te vertrekken hebben we niet vandaag. Het regenfront zit net boven ons, wachten tot het droog wordt heeft geen zin want dat zou wel eens pas vannacht kunnen zijn. Dus wordt alle regenkledij aangedaan, dat vergt wel wat extra tijd. Maar we blijven er positief bij : nu sleuren we dat niet voor niets mee, en het stof wordt van onze fietsen afgespoeld.
Al na 1 km zitten we fout, door heraanleg van de wegen is het tunneltje voor fietsers en voetgangers onder de weg verdwenen, dus moeten we 500 m terug en langs een drukke baan om het kruispunt te passeren. Maar dan kunnen we het fietspad naast het meer volgen. Er is een vogelreservaat, door de regen zien we er weinig van, behalve een groep witte reigers, enkele grutto's en futen. Ornbau rijden we binnen over een originele stenen poortbrug. De vestingwerken en poorten zijn nog intact.
We volgen de track niet geheel : het regent zo hard dat we toch weinig kunnen genieten van het landschap. De bewegwijzering tussen de steden is goed, en deze route volgt heel rustige verkeerswegen met goed asfalt wegdek, wat met dit weer te verkiezen is boven grindpaden.
In Herrieden zoeken we tevergeefs een eetgelegenheid, het is weer maandag, de sluitingsdag bij uitstek. In Leutershausen, 15 km verder, hebben we meer geluk. We wijken daar weer even van de track af die rond de stad gaat, en rijden door een mooie poort het centrum in. Onder grote parasols is een terras nog open, ik smul er van een super grote portie verse tomatensoep, heerlijk bij dit weer, ik kikker er helemaal van op.
Het stopt ook met regenen, maar de wind wakkert serieus aan. Tegenwind, we rijden door de velden waar we totaal geen beschutting hebben. Wel zie ik een havik rustig zitten in het midden van een weide, hij vliegt pas weg als we dichtbij zijn. Er moet ook stevig geklommen worden, tot 500m hoog, en dan een lange afdaling. De sterke wind remt ons daarbij af, zo sparen we onze remmen een beetje.
Om Rothenburg in te rijden moeten we opnieuw sterk klimmen. Via een stadsmuur met uitkijktorens komen we er binnen. Het eigenlijke centrum met veel steegjes bereiken we pas na weer stadspoorten. Dat centrum is zeer authentiek, een groot marktplein met enorm stadhuis en een grote basiliek met torens die hoog boven de stad uittorenen. Over de stadsmuur kan je volledig rondlopen. Het is hier heel druk, zeer toeristisch en levendig. Na alles bekeken te hebben gaan we eten in 'gasthof am Markt'. Een speciaal restaurant, Grieks getint. De patron is een oudere man die in zijn eentje de zaal en terras bereddert, wat soms een chaotisch beeld geeft, maar hij heeft toch alles onder controle. Het interieur lijkt bijeen gesprokkeld op rommelmarkten, verschillende stijlen die niet bij elkaar horen. Onze tafel heeft een ovalen blad, dat los op de poten staat en behoorlijk wiebelt. Maar de moussaka is lekker, en eens wat anders dan al die Duitse gerechten. Dat vinden duidelijk veel mensen, want er stapt veel volk het kleine lokaal in.
Terug naar het hotel, onze klederen en vooral schoenen zijn nog niet droog. Zonder verwarming zal dat ook niet lukken vrees ik.
Rit 21 : Dollnstein - Gunzenhausen. De waterscheiding.
Rit 21 : Dollstein - Gunzenhausen.
Opnieuw een stralende zondag, maar ook weer frisjes om te vertrekken (10°). Als we nog eens een fietsreis in september maken, gaan die handschoenen en een extra lange fietsbroek zeker mee!
De start verloopt weer chaotisch : track, fietsgids en wegwijzers sturen ons langs verschillende kanten richting Solnhofen. Omdat de track tot hiertoe zeer accuraat leek (op enkele kleine bokkensprongen na) besluiten we deze te volgen. Mis gegokt, de track stuurt ons over een weidepad dat echt niet te volgen is. Dat hebben we nu snel door, we keren terug en volgen dan toch maar de wegwijzers. Zo rijden we langs de Altmühl over een prima fietspad. Op het water heel veel kanovaarders, de oevers zijn begroeid met Canadese guldenroede en balsemien, wiens kenmerkende penetrante geur overheerst (wie al eens langs het netekanaal gefietst heeft, weet wel wat ik bedoel). In Esslingen staat een zeer speciale rotsformatie, met wat verbeelding moet je er de 12 apostelen in kunnen zien.
Pappenheim wordt weer gedomineerd door een indrukwekkende burcht, maar wij vinden de 'weidekerk' zeker zo bijzonder. In een park zijn met wilgenstekken bogen gevormd die samen een kerk vormen. Stilistisch uitermate mooi, een plek die tot bezinning uitnodigt.
In Treuchtlingen eten we zeer lekkere pasta bij 'la grotta'. Bij het afrekenen zoekt Paul naar gepast geld, maar omdat dat niet lukt geeft hij een groter bedrag. De dienster wil vertrekken zonder terug te geven, maar dat pakt niet. Het was er lekker, en niet duur, en ze was heel vriendelijk, maar jezelf zomaar 15% fooi toe-eigenen kan niet. We vragen het wisselgeld, en houden het bij, inhaligheid wordt zo afgestraft!
Van hieruit kunnen we twee wegen volgen : de hoofdroute, die langs enkele mooie stadjes gaat, maar waarbij twee serieuze hellingen overwonnen moeten worden. Of een korter en vlakker alternatief dat langs de spoorweg en door velden gaat, en als saai omschreven wordt. We kiezen de hoofdroute, weliswaar niet volledig bewegwijzerd dus hopen we maar dat de track weer geen kuren heeft.
Deze hoofdroute gaat ook eerst door velden, en net buiten Graben zien we weer een hert over het afgemaaide maisveld lopen. In Grönhart staat een oude waterpomp net op de Europese waterscheiding tussen Main (en Rijn) en de Donau. Links loopt het water naar de Zwarte zee, rechts naar de Noordzee.
We volgen een hele tijd de spoorweg en komen in Weissenburg aan. Een mooie stad met weer vele historische gebouwen. De stadspoort is mooi versierd met een aantal wapenschilden.
De grote kerk en abdij van Ellingen zien we al van ver liggen. Er is ook een oude brug met heiligenbeelden op.
Vanaf hier rijden we voornamelijk over verkeerswegen, de eerste klim lukt goed, de tweede van 10% is wat moeilijker. In Gunzenhausen vinden we snel onderdak in een hotel, 'Golden Adler', dat alweer een zeer lange geschiedenis heeft. We wandelen nog even door de hoofdstraat, veel valt er niet te beleven.
Morgen wordt er een heuse regendag voorspeld, laat ons hopen dat ze er dik naast zitten met hun voorspelling.
Straalblauwe hemel maar slechts 8° bij het vertrek, en ik doe dat met flanellen benen. Mijn darmen vonden vannacht de pompoensoep van gisterenmiddag niet zo lekker als mijn smaakpapillen deden. Onrustig geslapen, en veel energie verloren. Goed dat het parcours min of meer vlak is. Alhoewel de 340 hoogtemeters van gisteren toch wel voldoende waren, we reden wel dijk op en af, en enkele bruggen over, en we rijden weer stroomopwaarts, blijkbaar was er dus ook veel vals plat tussen, maar dat hebben we niet echt gevoeld.
Eerst rijden we het stadje nog door,voorbij het grote raadhuis (17de eeuw) en de 550 jaar oude watermolen.
De route volgt grotendeels de rivier die hier door het brede dal kronkelt. We steken het jonge koppel uit het hotel voorbij, ze rijden zeer langzaam en heel onzeker. Misschien hun eerste fietstocht samen? Zij rijdt op een degelijke toerfiets met twee bagagetassen, hij op een aftandse koersfiets. Ik denk niet dat we ze nog gaan tegenkomen.
Zo nu en dan rijden we door een klein dorpje, waar altijd wel wat romeinse overblijfselen te bewonderen zijn. En weer imposante burchten die je al van ver boven het dorp ziet uittorenen. Heel rustig langs het water, wel veel fietsers op pad deze mooie zaterdag, je haalt er zo de minder ervaren fietsers uit, zij zitten verkrampt op hun fiets en beleven precies niet veel lol aan hun tocht als je de zure gezichten bekijkt. Regelmatig moet er ook geklommen worden en rijden we door het bos. De temperatuur stijgt ook tot 21° zodat ik ergens mijn lange broek wissel voor een korte. De herfst is dan wel begonnen, het is heerlijk warm nu.
In Arnsberg wijken we even van de route af om wat te eten en drinken. Op het eerste zicht denk je dat er hier weinig te beleven valt, maar het terras stroomt vol met fietsers en wandelaars, mensen die duidelijk aan een langere tocht bezig zijn. De geserveerde groentenschotel is heerlijk, het is eens wat anders dan mixed sla.
Terug door bos en velden, we zien zeer mooie rotspartijen op de bergflanken. Eichstätt is een grotere stad die we langs de rand doorrijden. Veel barokke gebouwen, en een grote abdij in een burchtachtige vorm domineert de stad.
Net voor Dollnstein passeren we de 'Burgsteinfelsen', een vrijstaande rotswand van 50m hoog. In het dorp heeft het eerste hotel geen maar het tweede hotel (alweer hotel Zur Post) nog wel een kamer vrij. De laatste, het is hier heel druk : ideaal gelegen vlak aan het water waarop veel kayakkers voorbij komen en aanleggen, ook veel wandelaars en fietsers. We zouden nog wel verder kunnen vandaag, maar riskeren het niet meer op een zonnige zaterdag weer geen plaats te vinden zoals 2 weken geleden.
Rit 19 : Regensburg - Dietfurt an der Altmühl. On the road again.
Rit 19 : Regensburg - Dietfurt an der Altmühl. On the road again.
Regensburg is een stad die veel meer aandacht verdient dan wij er kunnen aan geven, de schuldige is de onverlaat die gisteren de spoorwegovergang blokkeerde.
We hebben die dolle treinrit verteerd (op wat blauwe plekken na) en vertrekken bij 6° onder een stralende zon huiswaarts. Deze terugweg fietsen we via deel 1 van de limes-route, die de noordelijke grens van het romeinse rijk volgt. Wij doen dit in omgekeerde richting. Dat is wel even wennen om de fietsgids te gebruiken. We fietsen opnieuw hoofdzakelijk langs rivieren.
Eerst volgen we een stukje de Donau. 14 jaar geleden fietsten we langs die mooie rivier in groep (govaka) van Passau naar Wenen. Onderweg kwamen we een Nederlands koppel tegen, dat thuis met de fiets vertrokken was, tot Boedapest zou fietsen en dan huiswaarts langs weer andere routes. Wauw, ooit wilden wij dat ook doen, verre dromen leken het toen, maar ondertussen zijn we aan onze vierde reis bezig.
Eens de stad uit is het rustig fietsen over het jaagpad. De ondergrond is afwisselend asfalt en grint, zeer goed bereikbaar maar wel stoffig. De drukte, het lawaai en de stank van de stad zijn voorbij. In de plaats ervan fluitende vogeltjes en de geur van net bemestte velden. Dat reukt ook niet fris, maar is beter te verdragen dan de uitlaatgassen. Opnieuw ontmoeten we veel trekkers, in Tsjechië zagen we er nauwelijks. We fietsen door een zeer brede vallei, met beboste hellingen en veel rotspartijen. Hier en daar weer een ruïne van een burcht of klooster hoog boven het dorp, veel te ver (en te hoog) om naar toe te fietsen. Maar het zicht vanop de oever is al zeker de moeite waard. In Kelheim zien we zo de Befreiungs-Rundhalle (1850) al van ver schitteren. Daar fietsen we verder via het Main-Donau-Kanal. In Essing houden we even halt. Het is een zeer klein middeleeuws stadje dat tegen de rotsen aangebouwd is. De ruïne van de burcht (11de eeuw) steekt er bovenuit. We rijden onder de grootste houten brug in Europa.
Even voorbij Riedenburg volgen we de Altmühl. We passeren nog een kanaal uit 1830 met de overblijfselen van een sluis.
In Dietfurt an der Altmühl heeft hotel Zur Post nog een kamer vrij voor ons. Het was een rustige, zonovergoten, redelijk vlakke rit vandaag, geen troubles met de track of wat dan ook, de ideale start van deel 2 van onze fietsreis.
Praag is een prachtige interessante stad. Wij hadden maar 2 volledige dagen, net genoeg om de stad oppervlakkig te bezoeken zonder musea of kerken in te gaan. Voor een grondig bezoek trek je toch wel best minimum 5 dagen uit.
Vandaag schrijven we dus geschiedenis, want we nemen de fiets mee op de trein. Eerst door het drukke verkeer richting station, dat valt best mee tot we elkaar de laatste 500 m kwijt raken. Paul is ergens een tunneltje ingedraaid, ik heb de bovenweg genomen, net voor het station zien we elkaar terug, elk aan een kant van de brede baan zonder oversteekplaats. Gelukkig kan ik een lift tot in het station nemen maar daar sta ik dan alleen. Even sms sturen in de hoop dat Paul eraan denkt daar naar te kijken (gsm en Paul gaan nog steeds niet goed samen), wat later staat hij naast mij. Oef, zover zijn we al geraakt!
We zijn ruim op tijd en moeten nog bijna een uur wachten. Maar dan is het haasten : 15 min om in te stappen en fietsen op de juiste plaats te zetten. Het lijkt veel maar het is krap, net als de plaats waar we moeten manoeuvreren om de fietsen op te hangen. En dan mogen wij nog van geluk spreken dat er geen bagage in de weg stond en enkele reizigers een handje toestaken. Er stappen nog twee jonge kerels met een fiets op, dat stuk staat dus vol, ze rijden ook tot Regensburg zodat we samen kunnen sukkelen om af te stappen.
Stipt om 11u45 vertrekt de trein. Tot Plzen herkennen we stukjes van ons fietstraject (we reden vaak langs de spoorweg). We rijden zelfs over die enge ijzeren brug, ik bibber opnieuw bij de herinnering.
So far, so good.
Maar dan de melding dat er een spoorwegovergang geblokkeerd is door een ongeval en we een stuk met de bus moeten doen. In een piepklein station stoppen we en moeten in alle haast alles bijeenpakken, fietsen afladen en rennen naar de bus. Geen fietsendrager te zien, ik vraag de chauffeur waar ik met mijn fiets naartoe moet en pas dan doet hij het bagageruim open. Los van het feit dat onze fietsen daar niet in kunnen staat het in de kortste keren vol grote koffers. Gelukkig komt er een andere chauffeur aan, wij naar de volgende bus, ook geen plaats 😡. Ik suggereer de fietsen binnenin te zetten, goed idee vindt hij (medepassagiers iets minder), hij zwiert mijn fiets binnen en zo kunnen we mee. Een half uur lang hou ik mijn fiets vast terwijl de bus door de bochten scheurt.
In Domalice omgekeerd scenario. Fiets de bus afkrijgen, de lieve man staat klaar om me te helpen. Koersen naar de trein, natuurlijk moeten we een trap op. Dat lukt me niet, andere passagiers snellen voorbij, een chique geklede dame laat haar koffer staan en draagt mijn fiets mee naar boven. Oef! De stationschef kijkt verschrikt op als we aan komen rennen, we stormen naar de fietscoupé, de jonge kerels zijn al binnen maar steken pas een handje toe als ik het vraag. Een andere fietspassagier is wel behulpzaam. Net op tijd binnen, de trein vertrekt. Voor Pauls fiets is er eigenlijk geen plaats meer (er kunnen maar 4 fietsen mee). In het volgende station wipt hij met fiets van de trein om die elders te zetten. Dat wordt wat om straks af te laden!
Maar onze miserie is nog niet voorbij want in Schwarzdorf moeten we weer van de trein af, natuurlijk van perron wisselen met een trap af en andere op, en vervolgens een uur wachten op de volgende trein 😡. En wij hebben dan nog geluk dat we maar tot Regensburg rijden want wie naar München wil, moet in Regensburg nog eens overstappen.
Omdat er dan ook nog een trein tussenin afgeschaft is, zit deze trein overvol. Ik heb goed ingeschat waar de fietscoupé zal zijn, en sta (na wat ellebogenwerk) op de eerste rij. Ik laat wel nog een jong koppel met een dubbele buggy eerst opstappen, en de lieve man helpt mij en nadien ook Paul de trein op. Want dat was echt wel nodig : ongelofelijk dat je zo'n hoogte moet overbruggen via een smalle deur om in de fiets(en buggy)coupé te stappen. Die coupé staat natuurlijk overvol, goed dat er geen controleur langs kwam.
In Regensburg kunnen we uitstappen, twee uur vertraging hebben we. Normaal hadden we nog een uurtje gefietst om de stad uit te zijn, maar nu is het te laat en ontbreekt ons de moed om er nog aan te beginnen. We vinden een goed hotel vlakbij, zetten de fietsen in de garage, en gaan op zoek naar eten. Even verderop zag ik een eetgelegenheid 'margaritha', op het eerste zicht niets bijzonders, maar het blijkt de place to be te zijn. We eten er heerlijke steak met een Mexicaans tintje, en dat maakt onze dag goed.
Op de vraag 'nemen jullie de fiets nog mee op de trein?', zullen jullie het antwoord zeker wel kennen.
Trip : fiets 5.2 km bus 20 km trein 280 km (en dit was véél vermoeiender dan gelijk welke rit tot hiertoe)
Opnieuw de wandelschoenen aan voor een trip door Praag. Deze keer wandelen we niet langs de drukke straten, maar door enkele kleine parkjes. We gaan terug naar de astronomische klok, waar elk uur een heilig middeleeuws schouwspel is met beeldjes die voorbij komen. Gisteren hadden we geen zin om daar een half uur op te wachten, vandaag zijn we blij dat we dat niet deden, op 1 min is het voorbij. Eigenlijk beleefden we nog de meeste pret aan het zicht op de mensenmassa die met gsm in de aanslag het gebeuren filmde. Deze klok staat in de toren van het oude stadhuis, een mooi gebouw dat bezocht kan worden. Aangezien we hier maar twee dagen zijn, volgen we geen rondleidingen, anders is er geen tijd genoeg voor de belangrijkste plaatsen. Naar het nabijgelegen plein gaan we wel, er staan de nodige acts van levende standbeelden en andere acrobaten die je in elke grote stad tegen komt. Er zijn ook enkele eetstalletjes, er wordt op een houtvuur 'Praagse ham' gemaakt, en ook palacinky, pannenkoeken! Daar kan ik niet aan weerstaan, en ik krijg een heerlijk vers gebakken exemplaar met pruimenjam tussen, njam njam 😋. We bewonderen de barokke gevels rond het plein en wandelen verder richting een groot park aan de overkant van de Moldau met een grote metronoom in. Wat verder staat het Hanavsky Pavilon vanwaar we het beroemde zicht op de bruggen over de Moldau proberen te fotograferen. Verder door het park komen we in de tuinen van het paleis-complex. Dat paleis zelf is enorm groot, veel verschillende zalen die te bezoeken zijn, en de enorme kathedraal ligt er middenin. Zeer indrukwekkend, volgens mij kom je met een dag niet toe om dit allemaal grondig te bezoeken. Wij bewonderen de buitenkant, en dalen terug af richting beroemde Karlsbrug. We blijven langs deze kant van de Moldau en wandelen heel rustig door alweer kleine parkjes langs het water terug naar ons hotel. Onderweg zien we weer veel roze fietsen en groene steps staan, ook hier werkt men met die deelprojecten, ze mogen duidelijk overal achter gelaten worden, en dat gebeurt ook, zeer slordig, het straatbeeld wordt er niet mooier mee.
Paul wil graag terug in het 'Botel Matylda' eten vanavond, het was er lekker, gezellig en het is niet ver van het hotel. Pech, zogezegd volzet, een arrogante kerel geeft ons enkel een plaatsje buiten op het terras, wat een verschil met de vriendelijke Italiaan die ons maandag binnenliet. Dan maar niet, we wandelen 2 km verder en vinden net na de Karlsbrug een super gezellig klein Italiaans restaurantje, 'Casanova'. De patron is duidelijk een echte Italiaan, de pasta is overheerlijk, en we krijgen bij de rekening een limoncello cadeau. Zalige afsluiter van ons Praags bezoek.
Op een rustdag krijgt de wekker ook rust, daardoor geeft Paul pas enig teken van leven rond 8u30, ik ben dan al naar goede gewoonte 2u in de weer.
Tijd zat om rustig te ontbijten tussen een internationaal gezelschap : we horen Italiaans, Frans, Duits, enkele talen waar we niets van verstaan, en er zijn opvallend veel Amerikanen hier in het hotel.
Eerste werk vandaag : de weg naar het treinstation zoeken. Inderdaad, we gaan een stukje van de terugweg per trein afleggen! Dat heeft zo zijn redenen. Terugfietsen kan via het traject Praag-Plzen-Regensburg. Het eerste stuk is exact hetzelfde als de heenrit, en dat doen we in omgekeerde richting liever niet. Tot Regensburg zijn zeker 5 fietsdagen, en dan nog eens 1100 km naar huis via de limes-route, weer 14 ritten. En ook al zijn we nu op pensioen, zoveel tijd hebben we nu ook weer niet.
Dus wij naar het station, makkelijker gezegd dan gedaan. Onmiddellijk valt het drukke auto-verkeer op, met al zijn nadelen : veel lawaai en veel stank. Openbaar vervoer is hier nochthans genoeg, de trams hebben een eigen bedding, rijden zeer frequent en zitten behoorlijk vol. De voetpaden zijn soms tamelijk smal, vaak zijn er ondergrondse oversteekplaatsen, handig om geen tijd met verkeerslichten te verliezen. Hoe we dat donderdag met de fiets gaan doen is nog wel een groot vraagteken.
In het station merken we op het bord met vertrekkende treinen dat er een rechtstreekse trein naar Regensburg gaat. Onmiddellijk zoeken we naar een loket inlichtingen, en de (norse) dame bevestigt dit. Fietsen kunnen mee, maar je moet wel reserveren, en daar moet je dan voor naar een ander loket. De man daar vraagt verschrikt of we vandaag nog willen vertrekken, neen, pas donderdag, zucht dan eens diep en een half uur later hebben we plaatsen voor ons en onze fietsen! Wat in België en buurlanden vaak niet kan, kan dus in Tsjechië wel : grensoverschrijdend een ticket voor je fiets kopen. Donderdag weten we of de praktijk ook zo eenvoudig is.
Nog even het perron zoeken waar we moeten zijn, de trein staat er te wachten, we zien de fietscoupés, dat wordt een gevecht met de bagage van andere reizigers!
En dan het centrum verder in. We maken een hele toer en zien heel veel zeer mooie gebouwen : musea, kerken, torens, teveel om op te noemen. Wat ons wel opvalt is dat de meerderheid van gebouwen en standbeelden ronduit vuil zijn, zo zwart door de uitlaatgassen dat je vaak geen details meer ziet. Hier en daar is er iets gerestaureerd of opgepoetst, en die beelden en gebouwen steken schril af tegen al dat zwart.
We wandelen door het parkje van de Senaat, met mooie beeldentuin, en zien daar een witte pauw met twee kuikens rondparaderen. Dan de trappen op richting paleis en kathedraal. Bovenaan een mooi zicht op Praag. Er is net wisseling van de wacht, eigenlijk wel een klucht zo'n ceremonie. Massa's volk natuurlijk, we gaan niet naar binnen maar klimmen verder naar het klooster, waar we een nog mooier uitzicht over de stad hebben. In de tuin drinken we een kloosterbier, het mooie zicht betaal je er wel extra bij 😏.
Terug richting Karlsbrug, nog steeds even druk daar. We eten lokale specialiteiten in een restaurant met mooie gewelven, het gebouw dateert van de middeleeuwen. Paul kiest een gebraden eendenbout met rode kool en een soort brood, ik ga voor de 'goulash in bread'. De eend is mals maar droog, mijn goulash maar zozo, enkele taaie stukjes vlees en flauwe saus (die van Koen L. is veel lekkerder!)
Terug in het hotel blijkt dat we bijna 18 km gewandeld hebben. Echt rustdag was het dus niet vandaag.
Rit 18 : Horovice - Praag. Mission accomplished 😊.
Wat vroeger op want het ontbijt wordt hier al om 8u30 afgesloten. Voordeel is wel dat we dan ook vroeger op pad zijn vandaag.
Voor de verandering starten we niet met een klimpartij, maar een afdaling. Natuurlijk onmiddellijk gevolgd door wat klimwerk, de route blijft echt wel glooiend. We volgen ook constant verkeerswegen, gelukkig niet al te druk. In Vizina krijgen we een eerste keer wegenwerken, met wat acrobatentoeren kunnen we wel rond de wegversperring. Nog geen 500m verder worden de volgende wegenwerken (2.5 km verderop) al aangekondigd. Op de gps zien we dat dit een fameuze omweg betekent, dus wagen we het erop om verder te rijden. Oef, we mogen van de ploegbaas door, heel voorzichtig passeren we te voet de bouwwerf. Dankuwel mr de ploegbaas 🙂. Maar er wachten ons nog heel wat hindernissen vandaag. Net voor Zadni Treban moeten we een smalle, oude ijzeren brug over. Dan wijzen track en routebordjes een verschillende richting aan : de fr 3 die we moeten volgen gaat links omhoog (langs een weg die door weer maar eens wegenwerken afgesloten wordt 1 km verder), de track gaat rechts omlaag. Dat vinden wij leuker, en 3 km verder komen de twee wegen weer samen. Dit scenario herhaalt zich nog vandaag : de uitgetekende fietsroutes proberen een zo autoluwe mogelijk weg aan te bieden, maar dat betekent soms een omweg over (slechte) bospaden. Het doet ons denken aan onze fietsreis naar Lourdes, daar werden we soms steil omhoog door de wijngaarden gestuurd, terwijl er een rustige vlakke departemental naast liep.
In Revnice wordt het helemaal te gek : routebordjes, track en fietsgids geven andere wegen aan, dus doen wij onze zin en volgen onze eigen weg. Er wordt hier aan de fietspaden gewerkt, de route-nrs wijzigen, en niet alle bordjes zijn al vervangen, het resultaat is toch echt wel een soep. Maar we volgen opnieuw een riviertje, steken dat hier en daar over, en moeten dan langs een spoorwegbrug de Moldau over. Eerst steil omhoog om op die brug te geraken, en dan meer dan 100m stappen, een tiental meter boven het water, over ijzeren roosters naar de overkant. Eng, super eng! Zeker toen er een trein over daverde, dit is met stip de engste passage over een brug die ik ooit gemaakt heb. Ik bibber nog als ik er aan terug denk!
Maar dan volgen we die Moldau verder, en zien in de verte Praag al liggen. Eerst nog wat velden door, dan een drukke verkeersweg langs (ik word net niet van de sokken gereden door een grote vrachtwagen, weer zo'n enge ervaring) en dan volgen we het mooie fietspad naast de Moldau zo'n 10 km lang tot in het centrum.
We vinden een hotel in een zijstraat waar onze fietskes goed beveiligd binnen mogen rusten van de inspanningen. En wij gaan te voet de stad in. De eerste indruk is echt wel overweldigend : langs de Moldau al zeer mooie gebouwen, en al die bruggen zijn knap. We wandelen over de beroemde Karlsbrug even het centrum in, en we zijn hier zeker niet alleen : grote groepen toeristen, maar ook veel individuele bezoekers. We keren terug richting hotel en eten in het 'botel' met prachtig zicht op de kathedraal. Morgen gaan we het centrum verder verkennen, nu even uitrusten.
Rit 17 : Plzen - Horovice. What goes up, must go down.
Rit 17 : Plzen - Horovice. What goes up, must go down!
Het festival duurde gisteren maar tot 22u, en nadien was het heerlijk stil in de stad. Van rock Werchter liggen we langer wakker!
Ook hier staat er een fantastisch ontbijt klaar, we kunnen er weer tegen. Even de weg zoeken uit de stad, we passeren de grote brouwerij 'pilsner urquell', waar al veel bezoekers rondlopen. Je kan er een hele proeverij volgen, maar 10u is daar wat vroeg voor, en we moeten nog tot Horovice vandaag. Plzen is wel een stad die we zeker nog eens terug bezoeken, en niet alleen voor de brouwerij.
Plzen uit rijden gaat tamelijk eenvoudig, maar dan zijn er wegenwerken en dat betekent zoals we al vaak meemaakten dat de bordjes verdwenen zijn. En net nu krijgt de track weer kuren 😡. Sinds Coburg hebben we nauwelijks problemen gehad op enkele kleine afwijkingen na, en nu de uitleg in de fietsgids weer uitblinkt in onduidelijkheid, verschijnt er een extra lus op het gps-scherm waarover we totaal niets terug vinden. En hier zijn geen vriendelijke passanten die je onmiddellijk verder helpen (en als ze het wel zouden doen, zouden we er niets van verstaan). We gokken dat we links moeten, en vinden 2 km verder opnieuw route-bordjes. We fietsen verder langs enkele meren met heel veel witte reigers over een grindpad dat steeds slechter wordt. Veel mtb-rijders komen ons tegemoet. Bij één van de vele klimmetjes schuif ik uit en val half op mijn fietsframe, weer een blauwe plek bij. Bergaf doe ik verder te voet, dit mtb-pad is niks voor mij. Even verderop moeten we langs een drukke verkeersweg, goed dat het zondag is en er geen vrachtwagens rijden.
Van Rokycane, nochtans een interessante stad, zien we enkel de buitenwijken. We dalen af naar de beek 'Klabava' die we lange tijd volgen. In Dobriv houden we halt bij een restaurantje waar we samen een pizza opeten : 32 cm doorsnede, meer dan genoeg voor ons tweeën. Even buiten het dorp zien we nog een kabouterbeeldje dat rond draait in het water, het wordt aangedreven door een klein rad in de stroming.
We volgen weer bospaden, heel mooie omgeving, maar vreselijk slechte weg die steeds slechter wordt. Heel moeizaam gaat het omhoog. Zelfs onze gps vindt dit niet leuk want valt constant uit omdat het contact tussen gps en powerbank uitvalt.
Rond 16u zijn we in Tene, nog maar 39 km gereden. Maar dan begint er een lange afdaling van 14 km over héél goede weg tot in Horovice, echt zalig na al het schokken over het steenslagpad. Nog 2 pittige klimmen door het centrum van de stad, het eerste hotel heeft geen plaats meer, en stuurt ons nog 2 km verder naar pension 'Ranch'. Ik vertrouw het niet helemaal, maar het blijkt een groot complex te zijn met manege, restaurant, pension en hotel. We hebben een mooie kamer en eten een zeer lekkere steak in het restaurant. En daarmee is mijn verjaardag nog goed afgelopen. Nog een 60-tal km, en we zijn in Praag.
Door wat oponthoud aan de receptie - computerproblemen bij een vorige gast - zijn we wat later weg. Onze fietsen hebben het lekker warm gehad in het verwarmingslokaal. Maar goed ook, want om de stad te verlaten moeten we een hoogteverschil van 150 m overbruggen. Eerst gaat dat zachtjes bergop langs de brede lanen van de stad met weer zeer mooie kleurrijke huizen aan beide kanten. Dan gaat het door het park en via de panorama-route door het bos steil omhoog. Er valt wel niets te zien van de omgeving door de begroeiing. Nog wat verder klimmen, en dan over een smal pad door de weiden. Opeens horen we geklik achter ons : het is een nordic-Walker die met een snelheid van 11 km/u komt voorbij gesjeesd, bergop 😳. Ruim 100 m achter hem komt er nog een hele groep aan, we steken een tandje bij en zorgen dat we ze voor zijn. Ze slaan gelukkig een andere richting in. Ik wist echt niet dat daar ook al wedstrijden in gehouden worden!
We rijden op en neer en passeren 'Klaster Tepia', een uniek klooster uit 1193 met een zeer lange geschiedenis : 12 keer geplunderd, 6 keer afgebrand, 6 keer bijna gesloten, en in 1950 voorgoed gesloten door de communisten. Maar in 1990 opnieuw geopend, het bevat o.m. een grote bibliotheek en prachtige kerk. Vandaag is er wat speciaals te doen, je kan er over de koppen lopen, dus zijn wij er snel weg.
We krijgen weer wat pittige klimmetjes te verwerken maar kunnen toch genieten van het mooie landschap en de vergezichten dankzij het mooie heldere weer. Net voor Resin kunnen we een alternatieve weg nemen die wat korter is en minder klimt. Dat klinkt ons als hemelse muziek in de oren, het is wel over matig wegdek maar dat zijn we ondertussen gewoon. We wagen de gok, maar goed ook, want dat matig wegdek is recentelijk vervangen door een mooi glad asfalt wegdek, zalig om over te rijden.
Zo komen we rond halftwee aan in Konstantinovy Lazne, een klein kuuroord. Nog maar 35 km gereden, er staan er nog 40 op het programma, toch wil ik even stoppen om wat te drinken en eten op een mooi terrasje. Paul ziet dat eerst niet zitten want vreest dat we er niet gaan geraken vandaag. Maar eens gezeten bestelt hij toch een 'ragout', een soort goulash. De dienster is een vinnige dame die de boel alleen draaiende houdt en dat zeer efficiënt doet. In gebroken Duits legt ze alles uit, we eten lekker en zijn een uur later terug op de fiets.
Eerst dalen we via een reeks haarspeldbochten naar beneden en dan moeten we ruim een km aan 12% stijgen langs een nieuwe reeks haarspeldbochten. Even vrees ik dat ik die km te voet naar boven moet, maar het lukt me wonderwel. Ik ben wel net te laat boven om een groep herten door het veld het bos in te zien rennen.
Dit dalen en stijgen herhaalt zich nog enkele keren, we passeren mini-dorpjes, eigenlijk meer gehuchten. Kort na Pisek zie ik twee everzwijn-biggen door het veld lopen. Er volgt een heel lange afdaling die ons tot in de voorsteden van Plzen brengt. Via een park en sportvelden rijden we het centrum in. We vinden een hotel dicht bij de kathedraal, en hebben daar geluk dat er net een kamer vrij kwam, want er is een festival in de stad en alles is volgeboekt! Dat festival kunnen we tot in onze kamer horen. De deur van het hotel gaat electronisch open met de telefoon, een ingenieus systeem. We gaan eerst nog iets eten in de 'comic pub', een leuke kroeg op een binnenpleintje. En dan proberen we de slaap te vatten door het lawaai door. Volgende keer neem ik oordopjes mee!
Rit 15 : Marktredwitz - Marianske Lazne. Dobry den. Na zdravi.
Rit 15 : Marktredwitz - Marianske Lazne. Dobry den. Na zdravi.
Marktredwitz was lang een centrum waar porselein gemaakt werd. In het hotel staan dan ook in verschillende vitrines serviesjes en overal mooie vazen. Bij de receptie is een muur volgehangen met verschillende soorten nagels, en in de trapzaal zien we een hele reeks thermometers.
De klimrit van gisteren is goed verteerd, en vol goede moed beginnen we aan een nieuwe episode. Eerst de stad uit, dat gaat zeer vlot, en dan via het riviertje 'Röslau' naar Arzberg. De goede fietspaden zijn wel verleden tijd, nu gaat het over grindpaden, kasseitjes en asfaltwegen die betere tijd gekend hebben. Onze klimcapaciteiten worden wel erg op proef gesteld vandaag : constant klimmen en dalen, kleine venijnige stukjes en langere net haalbare van 8%. Net voor Eisenfells is 15% klimmen over een verhakkelde asfaltweg er toch teveel aan voor mij, en ik stap af. Blijkt dat ik nog fout zit ook : ik duw moedig mijn fiets omhoog, en had na enkele meters rechtsaf moeten slaan. Die 50m naar beneden zijn zo mogelijk nog moeilijker dan naar boven. Wat verderop komt nog zo'n klim, nu over nieuwe asfalt, 100m lukt me niet, ik spaar mijn krachten en ga maar weer te voet. Net voor Arzberg staat onder een afdak een oude nagelmachine. Revolutionair in 1920, want kon wel 50 nagels van 10 tot 18 cm per minuut maken! Ze was in gebruik tot 1975, en werd toen vervangen door een machine die er 3500 per minuut maakte... Nu begrijpen we ook waarom al die nagels in het hotel uitgestald werden. Verderop zitten twee mooie stropoppen hand in hand bij een boerenerf.
Door de weilanden gaat het richting grens. We speuren de bosrand af op zoek naar hertjes maar zien alleen de uitkijktorens voor de jagers staan. Ik vraag me af of het hier wel veilig fietsen is tijdens het jachtseizoen. We hebben mooi zicht op het fichtelgebergte waar we gisteren doorreden.
Een stukje langs het spoor, en dan staan we in Tsjechië. De grenspaal is een granieten blok uit deze streek, met kleine gebakken kleiplaatjes in verwerkt, taferelen uitgewerkt door kinderen van de beide landen. Langs een drukke baan komen we via het stuwmeer Cheb binnen.
Hier eindigt etappe 4, gekenmerkt door het het vele klimmen door bossen en kloven van het fichtelgebergte. Etappe 5 begint opdezelfde wijze.
Maar eerst Cheb bezoeken. In de fietsgids wordt een andere kaartschaal gebruikt, de route is niet meer rood maar paars ingekleurd, en er staan allerlei alternatieve wegen op. Allesbehalve duidelijk dus, maar gelukkig kunnen we nu wél op de track rekenen en rijden we langs de juiste kant Cheb binnen. Eerst door een park, langs de oude stadsmuur met uitkijktorens, en dan naar de markt. Onmiddellijk valt de andere bouwstijl op: geen vakwerkhuizen meer, maar statige gebouwen in pasteltinten met ramen en deuren omkaderd. Grote daken ook, met 2 tot zelfs 4 rijen dakkapellen. Sommige gevels zijn extra mooi versierd met allerlei ornamenten. Het zorgt voor een heel andere sfeer.
Op een terrasje drinken we het eerste Tsjechische pintje, een pilsner Urquell, wat bitterder dan de weizen. De gemengde sla erbij smaakt heerlijk. We zijn wel nog maar 30 km ver, en moeten nog 40 verder naar Marianske Lazne. Tussen deze twee steden is immers geen logies te vinden. Wel fietsroutes die met een nr op gele bordjes aangeduid worden. Fietspaden zijn er niet meer, we rijden over gewone verkeerswegen. Volgens de fietsgids zijn dat rustige wegen met weinig verkeer, misschien was dat 3 à 4 jaar geleden nog waar, nu racen de auto's ons voorbij. En van 1.5 m afstand houden hebben nog maar weinig Tsjechen gehoord. Gelukkig zijn er vaak bospaden en veldwegels, en ook wel rustige plattelandswegen. Omdat we geen rivier meer volgen betekent dat steeds klimmen over een heuvelrug uit het dorp, en dalen naar het volgende dorp. De beschrijving in de fietsgids is vaak verwarrend, de kaart onduidelijk (zeker met al die varianten), de bordjes schaars, het wegdek slecht, en wij zijn moe. Maar rond 5u zijn we toch op onze bestemming. In hotel 'Agrismo' staat men vol bewondering voor onze tocht, de receptioniste vertelt het aan iedereen die voorbij komt, en is zodanig onder de indruk dat ze een éénpersoonskamer aanrekent. We hoeven niet naar een plaats voor onze fietsen te vragen, een man van de security brengt ons naar het verwarmingslokaal waar ze veilig de nacht zullen doorbrengen.
Marianske Lazne is weer een kuuroord, je kan allerlei behandelingen in het hotel volgen. Daar hebben we de fut niet voor : de combinatie van kuitenbijters en afstand met het slechte wegdek en de wind hebben ons wel uitgeput. Het bad (met jetstreams) doet wel deugd. In het restaurant merken we al direct het verschil met Duitsland : grote eetzaal zonder leuke hoekjes, een matrone deelt bevelen uit, en twee hulpjes dekken de tafel al voor het ontbijt. Maar de vis is heerlijk. De stad bezoeken zal voor morgen zijn, om 9u liggen wij al in bed.
Rit 14 : Himmelkron - Marktredwitz. Sneeuw op komst?
Rit 14 : Himmelkron - Marktredwitz. Sneeuw op komst ?
Vol goede moed beginnen we aan onze klimrit. Het weer zit niet mee vandaag : donkere wolken boven ons en slechts 13°, we zijn benieuwd of we het droog gaan houden vandaag.
Onmiddellijk klimmen na de start doet altijd pijn, het gaat de eerste km dus héél traag ondanks de kleine helling. Maar dan kunnen we afdalen en verder langs de Weisser Main die we vandaag heel lang zullen volgen.
Na 4 km zijn we al in Bad Berneck waar onze lange klim vertrekt. En die valt eigenlijk best mee, want gaat over een oude spoorweg naast de Weisser Main omhoog. Gewone treinen klimmen maar max 4% (in Zwitserland zijn er wel die meer stijgen) dus ons fietspad heeft datzelfde stijgingspercentage, en over de goede asfaltweg is het zalig fietsen. Naast ons kronkelt de rivier die we -tig keer oversteken. Halverwege moeten we wel even schuilen onder een boom om onze kw aan te trekken, het wordt een dag met miezerregen-buien, kw aan en kw uit. We rijden hier alleen op enkele wandelaars met honden na. De laatste km is wel pittig stijgen maar dan zijn we in Bischofsgrun, het centrum van het skigebied hier. De kerk heeft weer een speciaal altaar en is voor de rest zeer sober. Ze is wel al enkele keren heropgebouwd zoals je in het portaal kan zien.
Ik dacht dat we vanaf hier zouden dalen maar niets is minder waar : we klimmen verder over een bospad nu, eerst zachtjes en dan weer behoorlijk steil. We passeren twee springschansen, dit We worden er wedstrijden gehouden. Is er dan zoveel sneeuw op komst 😳? Neen, er zijn borstels waarop naar beneden gegleden wordt, van in mijn ogen toch wel een behoorlijke hoogte steil omlaag, Paul zegt dat het maar een kleine installatie is. Er is hier ook een zetellift die nu in werking is om wandelaars tot de nog hogere Ochsenkopf te brengen.
We houden even halt bij een bank waarop 'T❤️M 28/08/1999 28/08/2014' geschreven staat. 28/08 is voor ons ook een bijzondere dag, ik hoop voor T en M dat ze ook nog steeds samen zijn. Hier merk ik ook dat mijn strava niet opneemt, dus moeten we op de gps-gegevens voortgaan om de hm te kennen vandaag 😏. Nog 400 m pittig klimmen en we zijn op het hoogste punt van onze route naar Praag, 820 m. Eindelijk afdalen, over het bospad is dat niet zo leuk, met dichtgeknepen remmen naar beneden, niet goed want die remmen durven al wel eens piepend reclameren. We passeren de fichtelmeren en volgen nu de Fichtelnaab-radweg.
In Fichtelberg zoeken we weer even naar de juiste weg, en opeens roept een vrouw vanuit een raam of ze ons kan helpen. We worden hier dus wel in het oog gehouden! Ze wijst de juiste weg aan, wij naar beneden over een erbarmelijke asfaltweg die al duizend keer opgelapt werd.
In Neubau passeren we het automuseum en kunnen dan weer verder over een oud spoortraject. De track wil ons hier omhoog langs een camping sturen maar we laten ons niet vangen en rijden via het centrum van het dorp Brand. Nog wat afdalen tot Ebnath en dan weer 8% klimmen tot Schwarzenreuth. Een mooie afdaling over een gemakkelijk wegdek volgt, ik laat me even gaan en rijd 52 km/u, wel wat veel met een beladen fiets, dus rem ik maar wat af, net op tijd want mijn fiets begon te trillen (Paul reed zelfs 56, echt wel te veel beseffen we pas achteraf). En na dat dalen terug omhoog, we rijden immers op een gewone verkeersweg, geen fietspad door het bos.
Vanaf Rodenzenreuth is dalen en klimmen voorbij. We komen aan in Marktredwitz, het is 15u, en toch zoeken we al een slaapplaats. Het was een zware rit, die eerste 10 km klimmen waren eigenlijk het gemakkelijkste deel van de dag, enkel wat moeilijk door de afstand, niet door het stijgingspercentage. Nadien werd er kort (nou ja, gedurende 2 km is niet kort voor mij) en stevig geklommen. Verderop vrezen we weinig hotels te vinden. Hier kunnen we terecht in het 'Bayerischen Hof', een hotel met alweer een lange geschiedenis.
We wandelen nog even door de stad. Het raadhuis stamt uit 1384 en neemt een heel groot deel van de markt (eigenlijk meer een brede straat) in. Daarachter ligt de gotische St Bartholomeus kerk. Ervoor staat een mooi, sober gedenkteken voor de gestorven soldaten van WOI : geen heldhaftige soldaat met geweer omhoog, maar een soldaat die nederig knielt en een gestorven kameraad groet. We wandelen de belangrijkste straten door op zoek naar een deftig restaurant, en besluiten dan toch maar in het hotel te eten, want veel bijzonders is er niet te vinden. Zelfs een Kroatisch restaurant biedt dezelfde keuze aan schnitzel en consorten aan. Ik eet uiteindelijk een lekker pasta, zodat ik krachten kan opdoen om morgen alweer een klimrit aan te kunnen. En dan zijn we eindelijk in Tsjechië. Dobrou noc!