En nu waren we nog met twee . Ik had dit jaar nog nauwelijks met een dragende wind kunnen zeilen , en ook nu weer zat de wind op kop , 150 mijl aan de wind . Zeiltechnisch gezien is dit wel leuk , maar mijn nieuwe dekzwabber had nog zo geen zèèbènen , en lag dus meestal in de kuip , vast aan de lage kant , wat naar adem te gapen . De wind was eigenlijk nog zeer vriendelijk , maximaal een 4 en pal uit dezelfde hoek , zodat we zo goed als in één lang rak de haven van Lajes das Flores binnen gleden . Deze kleine marina lag zo goed als vol , veel kleinere bootjes maar eens de romp langer dan 10 m wordt is de plaats beperkt . We krijgen de laatste box , tussen een sympathieke Braziliaan en een afwezige zeiler van een grote alu boot op de kop van de stijger onder Maltese vlag . Het plaatsje zag er leuk en netjes uit , alhoewel het geen te goede reputatie had . Alles was nu liefelijk rustig , strandje net ernaast vanwaar een zwemtochtje door glashelder water naar de grot in de stijle rotswand de eerste sensatie teweeg bracht . Afwachten maar . Het dorpje , of wat er voor doorging was , was weinig soeps , maar dat was wel zowat het enige dat in de supermarkt te krijgen was . Lege rekken alom , de bevoorradings-boot kwam om de 14 dagen en die waren bijna voorbij . Dus op restaurant of met de vissers aanpappen , beide oplossingen bleken succesvol . Hoe weinig aantrekkelijk het dorpje ook was , des te spectaculairder is de natuur . Overdag deden we de meest wonderbaarlijke wandelingen in een overweldigende natuur . Dit is het meest fantastische eiland van ze allemaal . Padjes langs verticale rotswanden , bergmeertjes , natuurlijke zwembaden in zee , het was er allemaal . Aan de andere kant van het eiland , aan Faja Grande komen er watervallen uit de rotswand , vallen een paar honderd meter in zee of in een kleine vijver waaronder je kan douchen als de wind goed zit . Zo niet bereikt het water niet eens de grond , waait weg ...verdwijnt in de lucht . Twee jaar terug had ik op Pico twee Belgische broers ontmoet op de beklimming van de vulkaan . Het werd een leuk weerzien , ze logeerden in het volgende dorp en waren één van de weinigen die een auto hadden kunnen huren . Het toerisme zit hier ook in de lift maar de voorzieningen kunnen niet volgen . Te weinig hotelkamers , huurauto's en scooters , lege supermarkten en een bevolking die elk jaar afneemt . Die auto bracht ons wel op alle uithoeken van het eiland . De broers zaten ook in een hotel dat uitstapjes met grote rubberboten organiseerde naar het naburige Corvo , en of we meewilden ...Er vaart ook een ferry die meestal volgeboekt is als de zee niet te onstuimig is . Vroeg in de ochtend werden we opgehaald en naar de baai van het hotel gevoerd . Een twintig tal mensen stonden te wachten aan twee grote zodiacs . Twee zware motoren bediend door ervaren piloten , stuurden ons langs , voor , achter tussen spectaculaire rotsformaties en in grotten aan de kust van Flores . We kwamen op plaatsen die enkel met dergelijke boten te bereiken waren . Dan kwam de overtocht naar Corvo , op volle snelheid golven rijden , jumpen spelen met de elementen , de piloten waren in hun sas en ik vond het super , sommige passagiers waren het daar niet mee eens , doch alles verliep perfect . Corvo zelf was juist één vulkaan groot , er leefden een paar honderd mensen die wat langbouw bedreven en af en toe een toerist herbergden . De krater zou zeer mooi zijn , maar toen we boven stonden zat alles dicht in de mist en dus een maat voor niets . Daags nadien zagen we de ganse berg , terug van op de Muxicas , in de verte blakend in de zon . Het weer is hier niet altijd goed te voorspellen maar nu ging de wind ruimen naar het Noordoosten en daar was niemand gerust in ...
|