Het was aan het dagen toen ik op de ferry stapte naar Madalena , het vissershaventje van Pico . Twintig minuutjes overvaart vanuit Horta voor 2 euro .
De jachthaven ,aan de andere kant van het eiland , ligt te veraf om er naartoe te zeilen en staat sinds zijn bestaan ( een tiental jaar ) nog steeds niet in de Reeds ...shame on you !
In tegenstelling tot de meeste toeristen die zich gewillig laten rijden tot op 1200 meter , ging ik de sportieve uitdaging aan . Rugzakje met wat eten
en drinken , nog net niet versleten loopschoenen , zonnepetje en de moed voor een 20km lange klimjogging . Aanvankelijk gemoedelijk stijgend doch steeds
steiler wordend ( gemiddeld 6% ) , plaveiden stukjes asfaltweg , onverharde wegen , weidepaadjes en uiteindelijk alleen nog weide , de weg naar boven .
Aangeduid staat er niets , maar moeilijk is het niet , de vulkaan ligt voor je neus en zolang het bergop gaat , zit je goed .Het lijkt Frodo wel op weg
naar Mount Doom . Eén enkele keer heb ik de weg gevraagd maar mijn tactiek werd alleen bevestigd . De laatste kilometers haarspeldbochten werden vermeden
door het koeiepad te nemen , dwars de velden met bijhorende vlaaien , recht naar boven . De ingang van het natuurpark "Pico" op 1200 m (grijns-) lachte
mij nog ruim voor de middag toe ."Lang geleden dat er nog een gek langs kwam die alles op één dag , te voet wou afhaspelen .." vertelde de man aan het onthaal .
Ik werd uitgerust met GPS , moest een veiligheidsfilmpje bekijken en vers water inslaan . Ze laten hier niets aan het toeval over . ..." meneer , het is
nog 3u30 klimmen en 4u3O afdalen , 35°C , en wij volgen U..." OK , daar gaan we . Van lopen , rennen , vliegen is nu geen sprake meer . Het gaat steil naar
boven best te vergelijken met een 1000m hoge trap . De treden liggen bezaaid met vele lava knikkers , een uitschuiver ligt steeds op de loer . Onderweg kwam
ik de eerste twee Belgen tegen , broers uit de streek van Namen die de Azoren kwamen verkennen . Sympathieke jongens en we trokken een eindje samen op .
Ze gingen echter naar het ultieme topje terwijl ik boven in de krater wat van het uitzicht bleef genieten . Putten werden hier met rotsblokken overdekt door
mensen die er bleven slapen om s'ochtends de zonsopgang vanuit zee te zien . De afdaling op het schuiverige pad was gevaarlijk en menig één ging hier overkop
en schaafden of sneden zich aan de scherpe lavasintels . Hier moest je durven naast de hoofdweg lopen op de soliede rotsblokken . Ik mijd al gans mijn
leven "the middle of the road" en voelde mij daar dus in mijn nopjes . Toegegeven er moesten wat meer bokkesprongen gemaakt worden maar je stond onwrikbaar
vast , het ging sneller en er was minder gevaar . De afdaling duurde zo slechts 2u30 , en de bar lonkte . Eén voor één druppelden ze binnen ( sommigen druppelden
ook echt , zweet , bloed en tranen ) de mensen die ik voorbijgelopen was, gehavend of intact maar allen zoals ik "pomp-af"! Bleken we uiteindelijk met
een tiental landgenoten in de bar te zitten die wel een pintje , en nog één en ...lustten . De vriendelijke broers brachten mij met hun huurauto terug
naar de ferry , waarvoor nog eens dank .Ik zag de spurt naar beneden niet meer zitten . Die nacht wiegde mijn boot mij in een diepe slaap , ik droomde
van veel niks doen op een naakt wit strand ...